Nummer 87. Donderdag 3 November 1898. 21e Jaargang.
Gemeenteraad van Waalwijk.
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
ANTOON TIELEN,
Bekendmaking.
FEUILLETON.
U IT G E V E R
Waalwijk.
Waalwyksche en Langstraalscbe Cooraol,
Di Blad verschijnt Woensdag en Zaterdagavond.
Abonnementsprijs per 3 maanden f 1,
Franco per post door het geheele rijk f 1,15.
Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden
aan den Uitgever
Advebtenttïn 1 7 regels f0,60; daarboven 8 cent per regal,
groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën 3maal ter plaatsing
opgegeven worden 2maal berekend. Advertentiën voor Duitsoh-
land woraen alleen aangenomen door het advertentiebureau vaa
Adolï Steiner, Hamburg. Reclames 15 cent per regel.
De burgemeester en wethouders der gemeente
Waalwijk brengen ter kennis der ingezetenen, dat
de begrooting aer plaatselijke inkomsten en uit
gaven, voor het dienstjaar 1899, ingevolge art.
203 der wet van 29 Juni 1851, (Staatsblad r.o 86)
der. raad aangeboden zijnde, ter secretarie gedu
rende veertien dagen voor een ieder ter lezing
is nedergelegd en tegen betaling der kosten in
afschrift verkrijgbaar is.
Waalwijk, den 31 October 1898.
Burgemeester en wethouders,
K. DE VAN DER SCHUEREN.
De secretaris,
F. W. VAN LIEMPT.
OPENBARE VEP.G A DERING
op Vrijdag 29 Oct. 1898, 's nam. ten 7 ure.
Onderwerpen ter behandeling
I. Ingekomen stukken.
II. Benoeming van een leeraar aan de
teekenschool.
III. Wijziging begrooting van 1898.
IV. Aanbieding begrooting voor 1899.
V. Reclames en sup. kohier hoofdelijken
omslag.
Voorzitterde burgemeester K. A. M.
ridder de van der Schueren.
Afwezig de heereu Quirijns en Van Schijn-
del.
De voorzitter opent de vergadering en de
secretaris leest de notulen voor.
De voorzitter heeft iemand op de notulen
iets aan te merken."
De heer Mombers„ik heb met belang
hebbenden over de markten gesproken, en die
hebben mij gezegd, dat Donderdag voor vetvee
veel belangrijker was dan Vrijdag."
De voorzitter„jammer, dat u dat niet
eerder geweten hebt, daar het raadsbesluit nu
aan gedeputeerde staten is opgezonden, en
in behandeling is."
Aan de orde
I. Ingekomen stukken.
a. Een schrijven van deo heer Quirijns,
III.
18 De misdaad te Miramont.
Mejuffrouw Valentine De la Reynie greep de
groot hand van kapitein Barillet en drukte die
krachtig.
Bravo! riep zij uit, gij zijt een man met een
hart, kapitein!
Ja zeker, beaamde Filip Dormelles, die met
zeer veel belangstelling het verhaal van kapitein
Barillet had gevolgd, het zou een dubbele moord
zijn geweest, want wanneer ge den vader hadt
geraakt, dan had het kind moeten verdrinken, dat
uaocht ge niet doen, nietwaar, mijnheer De Praberi?
En de jonge luitenant tikte den echtgenoot van
Felicienne even op den schouder.
Een huivering ging mijnheer De Prabert door de
leden, hij hiel' het hoofd op, keek verward om
zich heen en stamelde
Hm.wat zegt ge? 01 zekeronge
twijfeld.
Hij streek daarbij de hand over de oogen, die
vol tranen stonden.
Kapitein Barillet, die door het vertellen in op
gewondenheid was geraakt, en wiens gelaat nog
rooder was dan gewoonlijk, kuchte een puar ma
len en giug toen voort:
Hm, ia, ja, uit het oogpunt van menschelijk-
heid beschouwd, heb ik misschien zeer goed ge
handeld, maar op het punt van den plicht is dat
heel iets anders en daarom heb ik mij tegen
over mijn superieuren dan ook maar nooit op
mijn overgroote gevoeligheid beroemd, geloof dat
maar gerust. Dus ik schoot niet.
Natuurlijk maakte de vluchteling gebruik van
miin besluiteloosheid en zwom voort.
Een oogenblik meende ik, dat de kracht hem
zou begeven. De kogel van mijn pistool, dat werd
ik later gewaar, had hem in den arm getroffen
en ge kunt u voorstallen welkeen ongeloofelijke
kracht die man moest ontwikkelen om weerstand
te bieden aan de koude, die tot op zijn gebeente
doordrong, aan den bijzonder snellen en sterken
room en aan de hevige pijn die zijn bewegingen
dat hij verhinderd is de vergadering bij te
wonen.
b. Een schrijven van gedeputeerde staten,
houdende de goedkeuring van de bijvoeging
van t 500 aan de begrooting, voor de feesten
bij gelegenheid der kroning van H. M. de
koningin.
c. Idem houdende de goedkeuring der
geldleening.
d. Een request, van eenige bewoners over
de spoorlijn, omtrent den ellendigen toestand
van den weg over 't spoor, tot J. Fransen
voornamelijk den berm, aan de kaDt van
J. Fransen. Vooral bij regenachtig weder,
zeggen zijis die toestand ellendig en
onhoudbaar. Daarom vragen zij klinkerweg
met groep.
De voorzitter #ik stel voor dit request als
kennisgeving aan te nemen, daar er in de
begrooting op is gelet."
Aangenomen.
e. Een schrijven van den heer A. van der
Heijden onderwijzer alhier, waarin hij vraagt
om meer tractement14 jaar, zoo zegt hij
o.m. in ziju verzoekschrift, heb ik hier reeds
trouw gediend, thans ben ik onderwijzer met
de vereischte hoofdactegeef reeds jaren
Fransche les, waarvoor ik niets meer ontvang.
De heer Van Oppenraay, district-schoolop
ziener, noemde op eene vergadering, toen de
salarisregeling iu Noordbrabant ter sprake
kwam, het tractement zeer laag en heeft
gezegd alles te doen, wat in zijn vermogen
was, om verhoogiug te verkrijgen.
f. Een schrijven van de schoolcommissie,
waarin zij o.a. zegt, „de heer A. C. van der
Heijden heeft onze tusschenkomst ingeroepen,
bij zijn aanvraag om meer tractement, en
daaraan voldoen wij zeer gaarne. De heer
A. C. van der Heijden is een zeer ijvervol
en bekwaam onderwijzer. Wij zouden u
durveu voorstellen ziju tractement met f 150
te verhoogen zoodat het op t 850 komt te
staan.
De voorzitter: „het dagelijksch bestuur stelt
voor dit te renvoyeeren aan burgemeester
en wethoudersom na de verbouwing der
P—i
moest belemmeren; maar er zijn van die oogen-
blikken, waarin de mensch een bovennatuurlijke
macht heeft, waarin de wil over alle hinderpalen
zegeviert.
Zulk een oogenblik doorleefde Robert Duhesrae
ook.
Hij bereikte den tegenovergestelden oever, klom
met moeite tegen den kant op en verdween in
de duisternis van den nacht.
Gelijktijdig hoorde ik achter mij geraas en ge
schreeuw: het waren de arbeiders van de fabriek,
die de plaats, waar ik stond, naderden.
Verward klonken hun stemmen dooreen:
Zijt gij het wachtmeester?
Eindelijk hebben we u toch gevonden.
Gij waart ons een heel eind vooruit.
Hebt gij dat schot gelost'
Hebt gij den moordenaar gezien?
Al die vragen kwamen tegelijk.
Stilte toch, lummels! riep ik uit. Wanneer
gij wat meer vlug en behendig waart geweest,
dan zouden wij hem hier overvallen hebben, en
dan was hij nu in onze macht, maar toen hij
zich hier ontdekt zag, is de vermetele kerel in
de rivier gesprongen en naar den overkant ge
zwommen.
Wat? In dat ijskoude water?
Ja, zooals ik u zeg. Ik heb op hem gescho
ten, misschien is hij wel gewond. In dat geval
kan hij zijn vlucht niet lang voortzetten en wan
neer iemand zijn voorbeeld wil volgen en over
zwemmen, dan vindt hij hem mogelijk op den
anderen oever liggen.
Maar mijn voorstel vond niet veel bijval, de
verraetel8ten deinsden er voor terug, zich bij die
koude in de rivier te begeven.
Goed dan, hernam ik. Daar niemand het
durft wagen en de pont aan den overkant ligt,
blijft er niets anders over dan dat wij de brug
overgaan. Een van u moet naar de fabriek gaan
om versterking te halen, de anderen volgen mij.
Mijn bevelen werden ten uitvoer gebracht.
De vurige ijver van liet eerste oogenblik was
bekoeld, maar de vijandschap van de werklieden
jegens den uitvinder hield hun moed staande en
belette hun terug te keeren.
Ongeveer een uur later stond de geheele troep
op den linkeroever aan de Couze, ter plaatse waar
Robert Duhesme aan land gekomen was. Wii
onderzochten met de grootste nauwkeurigheid
openbare school, een nader voorstel hierom
trent te doen.»
Aangenomen.
ff. Een schrijven der schoolcommissie over
de Floralia Vereeniging."
„Deze Vereeniging heeft ten doel, bij de
kinderen der openbare, zoowel als der bij
zondere school, de ambitie en den lust op te
wekken tot het aankweeken van bloemen en
sierplanten. De onderwijzers hebben hun
steun reeds toegezegd, zoodat we op hunne
hulp kunnen rekenen.
De commissie stelt zich voor dat doel te
bereiken door het gratis beschikbaar stellen
van stekjes en plantjes van eenige fijne bloera
soorten, door het jaarlijks houden van eene
tentoonstelling der gekweekte bloemen, etc.,
met toekenning van prijzen en door het bij
die gelegenheid den kinderen een aangenaraen
dag te bezorgen, vooral aan hen, die de meeste
zorg aan hunne bloemen en planten hebben
besteed.
De commissie vermeent, dat een en ander
een prikkel zal zijn tot trouw schoolbezoek
en voorzeker, dat schoonsheidsgevoel en zin
delijkheid er door ten zeerste zullen worden
bevorderd.
Met het oog, zegt zij in haar adres aan den
raad, op hetgeen soortgelijke inrichtingen of
vereenigingen op andereplaatseu te zien geven,
twijfelt zij niet aan de noodige ambitie bij
onze kinderen en aan het welslagen van het
omschreven doel.
Verder verzoekt zij den raad hare pogingen
te steunenen in de begrooting er op te
denken."
De voorzitter„ik stel voor dit adres voor
kennisgeving aan te nemen, omdat er in de
begrooting op is gelet."
II. Benoeming van een leeraar aan de
teekenschool.
De voorzitter„op de voordracht stonden
de heeren Th. Pullens en J. Trimbach. Eerst
genoemde heeft zich teruggetrokken, dus blijft
er niemand over als de heer J. Trimbach.
Wenschen de heeren per brieije te stemmen
of hem benoemd te verklaren.»
den geheelen omtrek; mijn mannen hadden zoo
veel lantaarns en fakkels, dat het geheele bosch,
te beginnen van den oever der Couze, tot aan
de bergketen 1' Escalette, er door verlicht werd.
Maar zoek nu eens in het kreupelhout, vol distels
en slingerplanten en boomwortels, die boven den
grond uitgroeien.
Mijn eenige hoop was, dat Robert Duhesme
uitgeput neergevallen zou zijn, voordat hij vijftig
echreaen ver had kunnen gaan, maar het scheen
wel alsof die man man de duivel in persoon
was.
Evenmin vonden wij een spoor van de vrouw
van den uitvinder, de mooie slanke Georgette, om
wie de ongelukkige met zooveel wanhoop daar
straks op den oever der rivier had geroepen en
die hij eenige minuten later zoo bitter had ge
vloekt; ook geen spoor van haar broeder.
Wat konden wij doen? Wij moesten den dag
afwachten.
Tegen zonsopgang kwamen mijn gendarmen
terug: er was niemand aan het station van Issoire
geweest, geen enkel reiziger was met den nacht
trein vertrokken.
Dat gaf ons weer een weinig moed.
Tegen twee uur in den namiddag trokken twee
bloeddruppels die op een witten steen gevallen
waren mijn aandacht.
Eindelijk een spoorl
Meer van die bloeddruppels die hier en daar
lagen op den rotsachtigen bodem, wezen mij den
weg aan, dien een gewonde had genomen en die
gewonde kon niemand anders zijn dan Robert
'uhesme.
Met de uiterste zorgvuldigheid en het geduld
van een Roodhuid volgde ik dat twijfelachtige
spoor. Het voerde mij naar een open plek, waar
vier breede wegen van het bosch te zamen liepen.
Op die plaats had onze man halt gemaakt en een
vrij groote, bevroren plas bloed toonde aan, dat
hij er zelfs geruimen tijd zich opgehouden had.
Eenige lappen gescheurd linnen, die over den
grond verspreid lagen, bewezen me tevens, dat de
moordenaar van mijnheer Barley daar getracht
had zijn wond te verbinden.
Toen ik door de verdorde struiken mijn ontdek
kingstocht voortzette, vond ik iets zonderlings:
ie had daar te voren een licht rijtuigje met óén
paard gestaan en in dit bosch kwamen nooit an
dere voertuigen dan de zware, met ossen bespan-
De heer Mombers: »is u iets bekend om
trent de bekwaamheid van den sollicitant."
De voorzitter „ja, uit de inlichtingen die
we hebben ingewonnen,moet hij zeer bekwaam
zijn en verder zal het moeten blijken."
Zonder hoofdelijke stemming benoemd de
heer J. Trimbach Jz.
III. Wijziging begrooting i898.
De voorzitter„de begrooting moet gewij
zigd worden voor het cadeau, dat wij hebben
gekocht en den heer Van Delft ter hand
gesteld, bij gelegenheid van zijn 25jarig di
recteurschap der teekenschool. De kosten
zijn t 32.50.»
De heer Timmermans Wz.„de heer Van
Delft heeft mij verzocht, u dank te zeggen
voor uwe welwillendheid."
De voorzitter„daar eenige posten niet
hoog genoeg geraamd zijn, op de vorige be-
grooting zullen eenige af- en overschrijvingen
moeten plaats hebben. (Welke door den
secretaris worden voorgelezen).
IV. Aanbieding der begrooting van 1899.
De voorzitter: »het dagelijksch bestuur heeft
de begrooting opgemaakt, in ontvangst en
uitgaat op f 55.804.25 en stelt voor eene
commissie van onderzoek te benoemen.*
Na stemming en herstemming worden als
zoodanig gekozende heeren Tiramermanf
Bz., Baijens en Mombers.
De voorzitter: „heeft 'iemand nog iets te
zeggen in de openbare vergadering?"
De heer Verbunt „ik zou het woord niet
richten tot den wethouder den heer Timmer
mans Wz.maar omdat ik weet, dat die
president is van den Binnenpolder, wil ik dat
wel doen.
U weet dat de Kerkpad eigendom is van
A. Wagemakers.
Nu heeft de gemeente er al zooveel aan
laten doen, en du is hij nog ellendig, iedereen
kan er zich van overtuigen. De oorzaak
weet ik en dat is dat de Sprangsche voerlui
hem geheel en al kapot rijden, geheel be
derven; nu vooral weer, met het verbouwen
der fabriek van Van der Heijden. 'tEenigste
middel zou zijn dat de gemeente het ge
nen karren van de houthakkers.
Nu kon ik duidelijk de sporen van de wielen
en de hoeven van het paard onderscheiden.
Dit spoor was zeker belangrijk.
Ik doorzag nu een geheel complot: de moord
op mijnheer Barley was met voorbedachten rade
gepleegd, de vlucht van de misdadigers was ge
regeld in een richting waarin niemand er zoo
spoedig aan zou denken hen te volgen, dank zij
de pont van de pannenbakkerij en het geheimzin
nige rijtuig, waarmede een medeplichtige op deze
afgelegen plek zou wachten en dat de toeleg niet
geheel gelukt was zooals men dien had geregeld,
was slechts te wijten aan mijn hardnekkige ver
volging.
Blijkbaar had Robert Duhesrae zich gewaagd om
ons het spoor bijster te maken en zijn medeplich
tigen te redden. Waarom waren dezen de Couze
overgestoken zonder hem en hadden zij het kind
achtergelaten?
Dat geheim is tot heden toe nog niet opgehelderd.
Zooals ge wel kunt begrijpen volgde ik het
spoor, dat het rijtuig, waarvan ik sprak, had ach
tergelaten. De bosenweg, dien de vluchtelingen
genomen hadden, liep regelrecht op het gebergte
uit met twee dwarspaden, een naar Issoire en een
naar Miramont.
Op het midden van dien ongelijken weg ver
toonden zich weder de bloedsporen; Robert Du
hesme was dus niet in het rijtuig gestapt, hij moest
dezelfden weg gevolgd hebben, waarschijnlijk in
de hoop het in te halen, en meer en meer hield
ik mij er van overtuigd dat de uitvinder verraden
was door zijn medeplichtigen, verlaten door zijn
vrouw, die reeds haar kind verlaten had.
Drie kilometers verder liep de boechweg uit
op den grooten weg, die naar Tulle voert, dwars
door het gebergte en hield het spoor eensklaps op.
Óp dit zeer eenzame punt stond een boschwacn-
terswoning, het eenige huis in een omtrek van
twee mijlen.
Ik klopte aan.
Een vrouw met onthutst gelaat deed open, met
een slapend kind op den arm. Het scheen dat ik
haar schrik aanjoeg, want zij beefde van top tot
teen.
Wordt vervolgd.