Staatkundig overzicht.
Reclame.
BINNEN LAND.
Elfmn Schrijft Heidens, Bee-
zei, om GRATIS Hand-
ilAIVl&iU) leiding, GLANSSTIJ-
VEN.
Voorzit'eri „Dat is opgedragen aan een
gemeenteambtenaar
Bij hoofdstuk III. Kosten van het aanleggen
en onderhouden van openbare wegen werken
en inrichtingen, art. I onderhoud van wegen,
zegt de heer Bayens.
Hiervoor is uitgetrokken f 1900 en nu
stelt de commissie voor daarvan een post uit
te trekken, om eenmaal per week, de stations
weg schoon te laten maken, de putjes te
verhoogeneen gebrek aan de straat in
Nieuwstraat te veranderen, eti daar ook de
putjes te verbeteren."
De heer Timmermans Bz.„het is niet de
bedoeling die post te veranderen."
Voorzitter: »Daar zal op gelet worden."
De heer Bayens „de commissie zou aan
art. 3 onderhoud van grachten, pompen, enz.
nog wel letter c. aan willen toevoegen, om
de pomp op de markt water te laten geven,
al was 't dan al niet voor te drinken.»
Voorzitter „dat kan gevonden worden uit
letter b. pompen en putten f 50
Onder hoofdstuk IV kosten van onderhoud
van gemeente eigendommen is vergeten art.
8, kosten van ontginning van woeste gronden.
Bij hoofdstuk V, renten en aflossingen van
geldleeningen, enz.
Art. 1, letter b 85000 a 3V3 o/0 aaögegaan
in 1899 2975 bestaat volgens de commis
sie, eene vergissing van f 500.
Bij hoofdstuk VI, kosten van onderwijs en
armwezen, art. 14 „kosten van belooningen
en eereblijkenf 75, zegt de heer Baijens
namens de commissie
De commissie kan zich niet met die f 75
vereenigen, en stelt voor ze niet aan te nemen.
De voorzitter»het dagelijks bestuur heeft
gemeend dit wel te moeten doen, maar wilt
u het it> stemming hebben."
Het voorstel der commissie werd met 6
tegen 4 stemmen aangenomen, en dus deze
post, geschrapt.
Bij art. 16 a, jaarwedden der leeraren en
onderwijzers aan de teekenschool f 850 zegt
de voorzitter, dat de tractementen naar aan
leiding der rijkssubsidie zijn verhoogd.
Bij hoofdstuk VIII, onvoorziene uitgaven,
art. 1, voor onvoorziene uitgaven in gevolge
art. 205 litt. YV der gemeente wet met goed
keuring van gedepu'eeide staten te doen f 800,
zegt de voorzitter dat dit is voor het onder
wijzend personeel.
Alsnu wordt de begrooting zooals zij door
den raad is gewijzigd, goedgekeurd, in ont
vangsten met f 55804.25iu uitgaven op
f 55729 25. Dus met een batig saldo van f 75
III. Verbouwing der openbare school.
De voorzitter: „volgens een vroeger besluit
om de school te verbouwen, zijn er twee
leekeningen gemaakt, één gelijkvloers, en één
boven op de ander. De leekeningen met
stukken hebben ter visie gelegen van de leden
en ik geloof, dat alle leden ze hebben in
gezien.
Burgemeester en wethouders stellen nu voor,
de nieuwe school op de thans bestaande te
bouwen en l M. lager dan op de teekening
staat, en met houten zoldering.
I)e kosten zijn geraamd op f 9000, waarvan
*t rijk geeft 25 pet.
Dus blijft 't voor de gemeente f 7000.»
De heer Mombers: „het i6 toch zeker goed
onderzocht."
De voorzitter: „de heer Van Dijck heeft
't onderzocht en ook de heeren Beckers, ar
chitect te Tilburg en Meulkens architect
alhier, en die hebben bevonden, dat de fun-
deering en muren sterk genoeg ziju."
Besloten.
De heer Baijens ,,'t is toch 't doel van 't
dagelijks bestuur, om gedetailleerde teekening
en bestek in de raad te brengen,»
De voorzitter „dat zal den raad ter goed
keuring worden voorgelegd en dan zullen we
het zoo spoedig mogelijk aanbesteden."
IV. Af- en overschrijving begrooting 1898
De voorzitter»dit is noo lig voor een
verhooging voor de brandweer van f 16."
De heer Verbuntbij den bouw der tee
kenschool en veldwachlerswoniug, is een ter
rein afgezonderd en heeft dat, 't dagcl'jks
bestuur voor vischhal bestemd."
De voorzitter: »'t staat wel od het bestek,
maar ik geloof toch niet dat het er voor ge
bruikt zal worden."
De heer Verbunt „dan zou ik het toch
zeker laten onderzoeken, voor een waag zou
het mijn inziens zeer productief zijn."
De voorzitter: >ik zal er in 't dagelijks
bestuur over spreken.»
De heer Verbunt: „ik heb op de begrooting
gezien, dat de ontvangsten voor vergunning
zijn geraamd op f 1287.50, en nu dunkt mij
dat zij die zoo'n flinke som aan de gemeente
betalen, wel recht hebben op een beetje be
scherming, om te waken tegen de stille ver
gunning, want 't gaat toch niet aan, iemand
betaalt f 25 voor vergunning en daamaasc
verkoopt men maar steeds zonder vergunning,
er mag wel een beetje door de rijkspolitie op
gelet worden. U als hoofd der politie zult
daar wel eens voor zorgeu.»
De voorzitter»u zult wel weten, dat het
zeer moeielijk voor de politie is, stille verkoop
le constateeren. Maar ik zal het zeggen.»
Niemand meer het woord verlangend, sluit
de voorzitter de vergadering.
Keizer Wilhelm II van Duitschlanrt is een
figuur in de groote politiek van Europa
waarmede uit hoofde van de hooge positie
van dezen vorst, immer rekening moet worden
gehouden, zonder dat men er feitelijk ooit op
rekenen kan
Wat al verrassingen heeft Wilhelm II in de
beschaafde wereld al niet verwekt; hoeveel
zorg heeft hij zijn ministers al niet gegeven
door zijn spontane, dikwerf onberaden uitla
tingen en door handelingen, waarvoor hij de
verantwoordelijkheid op zich nam, zonder
evenwel gevolgen te dragen.
Zoo is nu plotseling weder afgezien van het
plan, dat het Duitsche keizerpaar op de te
rugreis uit het Oosten aan boord van de
„Hoheuzollem" door de Middellanrlsche zee
langs de Spaansche kust en verder door het
Kanaal, op Duitschen bodem zouterugkeeren:
zooals reeds gemeld zal de keizer met zijn
gemalin te Pola aan land gaan om vau daar
niet over YVeenen, doch lungs een vrij grooten
omweg over Cornions Udine, Laibach en
Innsbruck naar Berlijn terug te keereu.
Terwijl in Duilschlands hoofdstad aan het
plan tot een eenigszins plechtige en feestelijke
ontvangst van het keizerpaar (liefst in Tuik-
schen geest, om den reizigers de illusie te
geven dat zij Constantinopel met al zijn
heerlijkheden nog niet hebben verlaten!) nog
geen begin van uitvoering is gegeven, is men
in politieke kringen aan het gissen en raden
gegaan over het werkelijke motief tot het
allerjongste changement k vue" op zichzelf
reeds een bewijs, dat de officieele lezing, als
zou de gezondheidstoestand van de keizerin
en de plotselinge verandering van temperatuur
in de Middellandsche Zee, de eenige aanlei
ding zijn tot de afwijking van het oorspron
kelijke plan, door de lui, die er meer van
kunnen weten, niet zoo voetstoots als conform
aan de waaiheid wordt aangenomen.
Wat zou dau wel het motief zijn
Te Beiftjn meent men dat het incident
Lippe-Oelmold er lang niet vreemd aan is
Het heet, dat keizer Wilhelm zeer veistoord
is over de openbaarmaking door de pers
van de stukken, op deze zonderlinge zaak
betrekking hebbende en men vraagt zich af,
hoe deze documenten in handen zijn gekomen
van het blad te Weenen, dat er de primeur
van had. Heeft de regent van Lippe-Detmoli
of de pretendent, die het toekijken heeft (de
prins van Schaumburg-Lippe, schoonbroeder
van keizer Wilhelm) de hand gehad in de
publicatie? Men weet het niet. Doch daar
elk lid van den bondsraad een exemplaar van
het dossier heeft in handeu gekregen, is een
indiscretie van dezen kant niet onwaarschijn
lijk. Als een nieuw incident van beteekenis
in dit conflict tusschen den regent van Lippe
en den keizer, wordt beschouwd de arrestatie
van den her Berkemeyer, archivaris, die
verdacht wordt documenten, welke aan zijn
zorg waren toevertrouwd in handen te hebben
gespeeld vau den prins van Schaumburg-
Lippe, den pretendent, die als mededinger
van graaf Ernst van Lippe-Biesterfeld, zeer
veel belang moet stellen in deze stukken!
Het is nu de vraag met welke plannen de
keizer terugkeert naar zijn hoofdstad. Wil hij
werkelijk wraak nemen op den tegemvoordigen
regent of zal hij het in het belang van de
onvolprezen Duitsche eenheid verstandiger
achten een schikking te tieffen?
Wat het plan betreft keizer Wilhelm fees
telijk te ontvangen, schijnt men het te Berlijn
nog niet eens te zijn, te Potsdam evenwel
zal het keizerpaar begroet wotden door ver-
eenigingen, door de schoolbevolking, door
schutterskorpsen en andere congrogatiön, een
en a^der opgeluisterd door een toespraak van
den burgemeester.
Indien dit nu maar geen precedent stelt
de keizer gaat zóó dikwerf op reis, dat 't den
meest geestdriftiger) patiiot onmogelijk zou
zijn telkenmale op zijn post te wezen om den
terugkeerenden vorst een „joyeuse rentrée"
te bezorgen
Prins George van Griekenland is te Athene
aangekomen en aldaar plechtiglijk ontvangen
door de koninklijke familie, het corps diplo
matique en de ministers terwijl hij op weg
naar het paleis werd toegejuicht door dui
zenden Kretenzische vluchtelingen. De koning,
zijn vader, heeft verdere manifestaties ontra
den, omdat de prins feitelijk nog niet officieel
is benoemd.
Juist wordt gemeld, dat de vier mogend
heden hebben besloten, dat de gezanten te
Atheneden koning in plechtige audiëntie
zullen kenuis geven van het besluit tot benoe
ming van den prins en hem bij die gelegenheid
zullen verzoeken om zijn toestemming welk
doen in schrille tegenstelling is met de negatie
van den sultan, wien in het gunstigste geval
eenvoudig mededeeling zal worden gedaan
van het besluit der mogendheden, terwijl het
protest tegeu de benoeming, bij monde van
Tewfik Pacha, voor kennisgeving zal worden
WAALWIJK, 23 Nov. 1898
Benoemingen.
Benoemd tot notaris te Drunen M. A. C.
Canters, Caudidaat notaris aldaar.
Adres Vicinaux.
Het door de Mij. „Vicinaux Hollanditis'
in zake de "Waalwijksche haven, aan HM.
Gedeputeerde Staten, opgezonden adres, luidt
als volgt
's-Bosch, 12 November 1898.
Bij adres van 2 Juni 1897, werd door den
Raad van Commissarissen mijner Vennoot
schap tot Uwe Vergadering het verzoek gericht,
de voorgestelde verbetering der haven te Waal
wijk te bevorderen, door het toekennen eener
ruime bijdrage uit de provinciale kas in de
kosten van dat werk.
Tot mijn leedwezen heb ik thans vernomen,
dat de commissie van rapporteurs, door Uwe
Vergadering, uit de zes afdetdingen benoemd,
heeft voorgesteld afwijzend te beschikken, op
het door het gemeentebestuur van Waalwijk
tot U gerichte verzoek, onder dagteekening
van 4 Mei 1897.
De haven dier gemeente is niet bevaarbaar
voor schepen van eenigzins belangrijken diep-
gang.
Dit is in het buitenland bekend zooals U
zal blijken uit de hierbijgaande bijlage, ver-
stiekt door de Belgische naatnlooze vennoot
schap „Vicinaux Hollandaisv, welke sedert 1
Januari jl., de lijn TilburgWaalwijk ex
ploiteert, en voornemens is eene aansluiting
tot stand te brengen tusschen genoemde lijn,
en die van Waalwijk naar Heusden en Her
togenbosch.
Zoodra die aansluiting zal zijn verkregeu,
zal Waalwijk het centrum uitmaken van een
belangrijken buurtspoorweg, waarvan het al
gemeen belang wel niet betwist zal worden.
Zal die verkeersweg kunnen voortgaan met
zich geleidelijk te ontwikkelen, dan dient hij
rechtstreeks in verbinding te staan met. goed
ingerichte havens. Om Tilburg en de lang
straat van steenkolen uit het bekken van Luik
en Charleroi op geriefelijke wijze te kunnen
voorzien, zoude die brandstof te Waalwijk
aangevoerd dienen te worden. Zoolang de
haven niet aan de eischen, voor soortgelijk
vervoer beantwoordt, is het niet doenlijk po
gingen aan te wenden, om bedoeld vervoer
over Waalwijk te leiden.
Naar mijne bescheiden meening, gaat het
algemeen provinciaal belang voor een groot
gedeelte samen met verbetering der haven te
Waalwijk.
Ik veroorloof mij daarom een beleefd, doch
klemmend beroep te doen op de medewer
king Uwer Vergadering, om tot afdoende ha
venverbetering te Waalwijk te kunnen gera
ken. Dit beroep doe ik met des te meer
vrijmoedigheid, omdat voor de totstandko
ming der lijnen TilburgWaalwijk en Waal
wijkHeusden's Hertogen bosch, geene of
fers van geldelijken aard door Staat, Gewest
of gemeenten zijn gebracht, en verbetering
van bestaande waterwegen krachtig kan me
dewerken tot verdere ontwikkeling van land
bouw, handel eu nijverheid.
(Naamlooze Vennootschap John Cockerill
Seraing, 23 September 1898.
Aan de Belgische naamlooze vennootschap
Hollandsche Buurtspoorwegen, 235, Flaecht-
schen Steenweg, Brussel.
Het wil ons niet gelukken schuiten te vin
den, ter verzending naar Waalwijk van de
Spoorhaven, contra-spoorstaven, bouten en
moerplaten, bedoeld in uwe bestelling van
6 Juni jl.
Alle schippers, tot wie wij ons wenden,
weigeren die haven aan te doen.
Wil ons, ter voorkoming van nieuwe ver
traging, berichten, of wij het onderwerpelijke
materieel u niet kunnen doen toekomen te
's Hertogen bosch of te Heusden.
In een bevestigend geval, zal u ons ver-
pliohten met opgaaf der ligplaats, waar die
schuiten gelost zullen worden, opdat de schip
pers nauwkeurig weten, waar zij moeten aan
leggen.
Aanvaard, enz.
De Directeur-Generaal,
Was geteekend,
A. GREINER.
Tweede Kamer.
Iu de Tweede Kamer is het algemeen debat
over de Indische begrooting begonnen met een
waarschuwing van 't lid De Waal Malefijt tegen
de toeneming van 't Mahomedanisme en met
een betoog van 't lid Pijnacker Hordijk, die
het herstel van 't financieele evenwicht moge
lijk acht door vermindering van de Atjeh-
uitgaven, want de tegenwoordige oorlogspoli
tiek brengt geen pacificatie.
Het lid Van Kol verlangde ook beëindiging
van den Atjeh oorlog en krachtige economische
hervot miogen.
De heer Bastert protesteert tegen de voort
durende opdrijving der uitgaven, de oorzaak
der tekorten.
De heer De Visser betwist den heer Van
Kol dat dc A'jeh-oorlog onrechtvaardig zou
zijn, zonder vele blijvende resultaten op te
leveren.
Hij adviseert tot voortzetting van krachtige
maatregelen, die ons prestige verhoogen en
de Oelama partij verzwakken, hulde brengen
de aan leger en regeering. Loslating van At
jeh schaadt ons gezag.
De heer Van Kamebeek wil ter verbetering
van den financiennood staking van staats-
spoorwegaauleg en meer belasting op groote
cultures.
De heer Verhey ondersteunt de maatregelen
op Atjeh, maar ontraadt troepenvermindering
en inkrimping van legerformatie. De heer
Van der Zwaag acht het rechtvaardige van
den Atjeh-ooilog door de feiten weersproken.
Dc Koningin.
De Haagsche correspondent der N. Gr. Ct.
schrijft:
De onverantwoordelijke lichtvaardigheid,
waarmee de correspondent van een der Am-
sterdamsche bladen de canard in de wereld
zond dat H. M. de Koningin op Het Loo
niet met een bijzonder escorte uitrijdt, met het
oog op de vele vreemdelingen, die er rond
zwerven, heeft menigeen angstige oogenblikken
veroorzaakt, en de tegenspraak van dat zotte
verhaal gaf hen, die zich over 't feit terecht
veroutrusten, eene ware verademing. Ik wil
gaarne de goede bedoelingen van den bericht
gever aannemen, maar toch kan niet met
genoeg ernst tegen zulke sensationeele mede-
deelingen worden gewaarschuwd, omdat ze
allicht aanleiding geven tot meerdere valsche
geruchten, die dan, voortgeplant in de vreemde
pers, niet zonder bedeukelijke zijde zijn. Men
heeft meermalen gezien, dat misdadigers,
vooral van het soort der reclamemakende
anarchisten, door verhalen in de bladen tot
effectvolle daden werden verleid. Daarenboven
schijnen zulke berichten ook niet zoo geheel
zonder gevaar voor de gelukkig en terecht
nog ongestoorde gemoedsrust van onze jonge
Vorstin.
En er is, bovenal, geen grond voor zulke
alarmeerende verhaaltjes, want de Koningin
der Nederlanden is overal onder haar trouw
volk veiligwij mogen, bij alle verschil van
politieke en sociale opvattingen, in dit opzicht
ons met trots op onzen toestand beroemen
en het kan, tegenover het buitenland, niet
genoeg worden herhaald. Daarom laden zij,
die een andere voorstelling van zaken geven
al is het, door dwaling en te goeder trouw
een zware verantwoordelijkheid op zich en
de redacties onzer dagbladen zullen wel doen
met niet zonder nader onderzoek berichten,
als waarvan hier sprake is, op te nemen of
te leproduceeren. Nu is er een excuus voor.
De justitie heeft m. i. zelf een slecht voorbeeld
gegeven, een fout begaan, door onlangs eenige
malen te laten bekend maken, dat een troep
vreemdelingen over de Zvviisersche en Itali-
aansche grenzen was gezet, met opgaaf van
de namen en signalementen van deze „anar
chisten" eu met de bijvoeging dat ze zich
wellicht hier te lande ophouden. Dat zulke
opgaven aan de politie worden verstrekt, is
zeker nuttig en goed, maar er moest m. i.
geen algemeene publiciteit aan gegeven wor
den. Deze wekt slechts onrust, wantrouwen
in eiken vreemdeling en looze alarmberichten.
Onze jonge Koningin volgt geheel de werk
wijze van haar verstandige Moeder met op
zicht tot de afdoening der Regeeringszaken.
Zij is, als alle Oranjes, matineus, en besteed
de morgenuren gewoonlijk aan het bestudee-
ren van de stukkeD, die Haar ter teekening
worden toegezonden. Geen enkel stuk wordt
van haar handteekening voorzien zonder dat
zij van den inhoud ter dege kennis genomen
heeft eu wanneer haar het een en ander niet
duidelijk is, teekent zij dat aan en vraagt
de Ministers, bij die afwisseling op het Loo
komen om de zaken te bespreken, de ge—
wenschte opheldering. Ook naar aanleiding
van de begrootings verslagen, die H. M. met
onverdeelde aandacht leest gelijk zij alle
budgetstukken heeft doorgeworsteld, moeten
bijzondere rapporten zijn gevraagd over een
paar aangelegenheden, die ik nu, om bijzon
dere redenen, niet nader aanduiden zal dan
met de uitdrukking brandende kwesties.
Nederland op het Congres tegen
het Anarchisme.
Als Nederlandsche gedelegeerden op het
internationale congres tegen het anarchisme
te Rome zijn aangewezen de heeren mr. B.
O. T. H. Westenberg, onze gezant te Rome,
en mr. H. J. Kist, procureur-generaal bij het
gerechtshof te Amsterdam.
Kasteel Hecswijk.
In het „Bouwkundig Weekblad" is door
den heer Leliman een en ander geschreven
over het kasteel Heeswijk. naar aanleiding
van een uitstapje, door de studenten der
Politechnische school onder leiding van den
leeraar K. Sluijteiman naar Den Bosch en
Heeswijk ondernomen. De schrijver meent,
dat de f 20.000, door de regeering aange
vraagd om van de vele kunstschatten, die
onder den hamer zullen komen, een en ander
voor ons land te behouden, eeu droppel in
den emmer zullen zijn. „Men voert er in
verhouding niet meer voor uit dan met een
ton gouds op de Rcinbrandttentoonstelling."
Uit de beschrijving, die hij daarna van de
schatten geeft blijkt dat er werkelijk een
zeldzame hoeveelheid is. De wapenkamer is
eenig.
Aanranding; twee meisjes gewond!
Uit Amsterdam wordt gemeld:
De waanzinnige, die in den vorigen winter
de stille stadsgrachten en buitenwijken dezer
stad onveilig maakte voor vrouwen en meisjes,
heett hedenavond weder tusschen half zes en
half zeven twee meisjes met een mes in den
schouder gestoken.