Nummer 94. Zondag* 27 November 1898. 21e Jaargang. Eerste Blad. Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen, ANTOON TIELEN, Dit nummer bestaat uit twee bladen. Vrouwenbeweging FEUILLETON. UITGEVER: Waalwijk. Sinds de Nationale Tentoonstelling van Vrouwenarbeid, dit jaar te 's Gravenhage gehouden, is er een storm van „feminisme" over ons dierbaar vaderland opgestoken. Met de gewone voortvarendheid, de vrouw eigen, tracht zij ook in deze haar doel te bereiken, en ontziet moeite nooh opoffering, om zoo spoedig mogelijk te komen, waar ze wezen wil Van alle kanten leest men berichten over vergaderingen van „vrije vrouwen" en over het ontstaan van nieuwe vereenigingen. Zij eischen gelijke rechten als de man in opvoeding en in alle maatschappelijke be trekkingen zij dulden niet langer de „ver drukking" waarin ze tot nog 'toe leefden zij willen op ééne lijn gesteld worden met den man. Het ligt niet op mijn weg, te beoordeelen, of de iniellectueele aanleg der vrouw haar minder geschikt maakt tot het bekleeden van maatschappelijke betrekkingen en tot 't beoefenen der wetenschap dan den man. Hieromtrent zullen we den uitslag moeten afwachten van den strijd, die op het oogen- blik tusschen de daartoe bevoegde mannen wordt gestreden. Wat we wel nu reeds kunnen nagaan, zijn de gevolgen, welke deze beweging nood zakelijk na zich sleept, zoo zij haar doel bereikt. En, werkelijk, deze zijn niet gering. Op de eerste plaats zal de vrouw hare edelste en schoonste roeping vergetendie van huisvrouw, die van moeder. De weten- schappelijkee opleiding vordert hare geheele toewijding. De ernstige studie vordert den geheelen mensch. Er zal haar geen tijd overschieten om de kennis te verkrijgen van datgene, wat haar als huisvrouw onontbeer lijk is* Zij zal niet leeren, een huishouding wijselijk te besturen. En als het tot een huwelijk komt zal zij totaal niet berekend zijn voor hare taak als vrouw des huizes. En zelfs al had ze het ook geleerd, al was zp er voor in staat, dan nog zou ze er niet aan kunnen denken. Immers de wetenschap, hare betrekking zou het haar niet veroor loven. Zij eischen te veel tijd. Of weten we niet, dat eene huisvrouw, die ernstig hare taak opneemt, de handen reeds vol heeft, en geene andere bezigheden behoeft te zoeken Tijd en bekwaamheid dus, om naar be- hooren hare eerste plichten te vervullen, zullen haar ontbreken. Ook aan hare roe ping als moeder zal ze niet kunnen beant woorden. Ze zal zich zelf minder kunnen bemoeien met. de opvoeding barer kinderen, en deze moeten overlaten aan de zorg van anderen eene kwaal, die toch reeds zoo ver is doorgedrongen in onze hedendaagsche wereld. En wanend zich uit hare zoogenaam de „verdrukking* te verheffen, zal zij de achting en den eerbied, die haar als moeder wordt toegedragen, verliezen. Want, waar- lijk, wanneer boezemt ons eene vrouw meer vereering en sympathie in, dan wanneer zij zich aan onze oogen vertoont als moeder. Zij rukt zich zelve de schoonste kroon van het hoofd. Voor haren man is zoo'n geleerde vrouw ook niet alles. Wanneer hij anders des avonds, vermoeid van zijn dagwerk, in den gezelligen «ring der familie ontspanning zoekt voor zijn geest, zal hij dan met zijn goed heb Jeeren kennen begrijp ik ten volle beid orffdheid' ziJn kieschheid en voorzichtig- Ik werd dus gezonden naar het klooster der Ursulinen te Besanpon. geletterde wederhelft (zoo deze tenminste niet eene wetenschappelijke séance bijwoont) moeten praten en dispuleeren over alles, wat mevrouw dien dag heeft gestudeerd. O ideaal van een huwelijk Er is nog een ander noodzakelijk gevolg van de vrouwenbeweging, dat we niet dan niet bezorgdheid kunnen tegemoet zien. Waar zal het einde wezen, indien voortaan bij 't zoeken van eene betrekking voor den jongen man nog de concurrentie der vrouw zal zijn te duchten P Hoort men thans al niet dikwijls genoeg klagen, dat het toch reeds zoo moei lijk is om voor zijn jongens een geschikte betrekking te vinden dat alle markten overvol ziju Eu wat zal het dan geven, indien de vrouw nog op een groot gedeelte hiervan beslag legt? Zal de man zonder beroep moeten blijven, en nog langer een huwelijk moeten uitstellen, of er geheel van afzien of zullen de rollen omgekeerd wor den en de vrouw als kostwinner in hun onderhoud en dat hunner kinderen moeten voorzien, terwijl de man voor het huishouden zal zorgen Zal dan ook niet meer de man te dingen hebben naar de hand van het meisje, maar het meisje naar de hand van den man Gij beschuldigt mij misschien van overdrijving, en noemt mijn opvatting te 'pessimistisch. Ik hoop dat dc toekomst dit moge bevestigen. Maar de lezer zal mij toegeven, dat het slechts consequente gevolg trekkingen zijn, uit het streven der geëman cipeerde vrouw. Gelukkig echter/zijn we nog niet zoo verhet is te voorzien, dat de vrouw met haar naar „mannengelijkheid" strevende beginselen minder door den man zal worden begeerd, en dus verstoken zal blijven van nakomelingen, wien zij diezelfde principes kan overleveren. Meen echter niet, dat ik zou willen be twisten, dat er betrekkingen zijn, waarin mijzelve ken...O ja, er is nog die vreeslijke geschiedenis, die kapitein Barillet vanavond ver teld heeft. Miji. stiefmoeder had mij verteld, dat zij, behalve haar broeder Bernard nog een broe der had gehad van wien zij zeer veel had gehouden, maar dat die broeder dood was. Meer heb ik er niet van geweten. dikwijls de vrouw van meer nut kan wezen dan de man als onderwijs, ziekenverpleging enz. Dat zij die ongehuwd blijven, zich hier voor bekwamen. Maar dat de vrouwen, die geroepen zijn tot een huwelijk, zich hoofd zakelijk toeleggen op het verwerven van die eigenschappen, welke haar als huisvrouw kunnen te stade komen, en als moeder kun nen verheffen; orde, huiselijkheid, zindelijk heid, spaarzaamheid, gevoel voor alles, wat edel, goed en schoon is. Doch zij worde niet door het najagen van allerlei baantjes harer edelste roeping ontrouw. Zoools de lezer ziet, heb ik hier niet eens gesproken over de meer of mindere geschikt heid der vrouw, ook niet over de sexueele moeilijkheden, welke haar wellicht zouden belemmeren in het behoorlijk waarnemen harer betrekking. Ik heb alleen getracht u aan te toonen, welke heillooze gevolgen, deze eensklaps ontwaakte bewegingzou kun nen hebben, zoowel voor haar zelf, als voor den man. Mogen de vrouwen inzien, dat hare plaats niet is op den kantoorstoel, of achter de kadether, maar in het huishouden en aan de wiegdat zij als huisvrouw, als moeder niet is de „verdrukte", maar de geachte en ge- eerbiedigde. UITVOERINGEN. DEUNEN. Concert, op Maandag 28 November 1898, aanvang 6 uur, te geven door de harmonie »De Eendracht", ten huize van den heer C. G. van Huiten. (Zie programma's). LOONOPZAND. Concert, op Maandag 28 Nov. 1898, aan vang uur, te geven door de liedertafel „Echo der Duinen", in de zaal bij den heer Ih. Pijnenburg. (Zie programma's). De Echo van het Zuiden, Wiialwijltschf en Langstraaische Courant, Dit Blad verschijnt Woensdag en Zaterdagavond. Abonnementsprijs per 3 maanden f 1, Franco per post door het geheele rijk fl,]5. Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden aan den Uitgever Advertentiën 1 7 regels f0,60; daarboven 8 eent per regel, groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën 3maal ter plaatsing opgegeven worden 2maal berekend. Advertentiën voor Duitsch- land worden alleen aangenomen door het advertentiebureau van Adolf Steiner, Hamburg. Reclames 15 cent per regel. 18 IV. De verliefden. In tegenstelling met. haar schoonzuster, me vrouw De Prabert, die slechts één zorg had: haar toilet te maken en zich iederen dag in een nieuw, kostbaar gewaad te vertonnen, kleedde mejuffrouw Blanche zich eenvoudig, deed niet de minste moei te om iemand te behagen en hield zich bijna den geheelen dag met mij bezig. Wij wandelden in het park en in de bosschen en wij vermaakten ons op alle mogelijke wijzen. Zij kende allerlei spelen en deed in alles met mij mee om mij ge noegen te doen, hoewel zij den leeftijd voorbij was, dat men behagen in kinderspelen schept; me juffrouw De Prabert was vijf en-twintig jaar. Kortom zij was zoo goed,zoo opgewekt en zoo lief voor mij, dat ik haar weldra van ganscher harte liefkreeg en niet meer wilde dat zij zou heengaan. Mijn vader had ook alle goede hoedanigheden ▼an mijn groote vriendin opgemerkt en op zeke ren dag, tot mijn onbeschrijfelijke vreugde, werd zij mevrouw De Briais en mijn tweede moeder. Weder volgden vijf jaar van kalm en onverdeeld geluk, toen mij eensklaps kort na elkaar twee ontzettende rampen troffen. Een hartkwaal, die plotseling een gevaarlijk karakter aannam, sleepte ac tweede mevrouw Briais ten grave en nog geen jaar later stierf mijn vader, die toch zoo forsch, zoo gehard tegen vermoeienis was, aan de vliegende tering. O! wat heb ik geweend, in welk een staal van vertwijfeling verkeerde ik, want nu was ik oud genoeg om mijn ongeluk geheel te begrijpen. Ik was wees op vijftienjarigen leeftijd, ik had nu geen rechtstreeksche bloedverwanten meer, al leen op de wereld Mijnbeer De Prabert trok zich mijn lot aan en stond mij ter zijde in deze zware beproeving. Hij werd voogd over mij en beloofde voor mijn toe komst te zullen zorg dragen. In het eerst ver wonderde het mij eenigzins dat hij mij niet in zijn huis opnam, mij als een lid van zijn gezin beschouwen wilde, maar thans nu ik cle zijnen Ik werkte veel teBesancon, maar toch verveelde ■TM .er °olt' hel) nu eenmaal behoefte aan vrijheid, aan de open lucht, aan het ruime veld en daarom kon ik mij niet thuis gevoelen in die smalle gangen, donkere vertrekken en het bekrom pen door hooge muren omgeven tuintje van het Uisulinenklooster. Toen mijn studiën voltooid waren ongeveer in een jaar tijds wilde ik dan ook r.iet langer in het klooster blijven, doch waar zou ik anders heengaan dan naar mijnheer De Prabert? Hij kwam mij van Besanpon afhalen, vriendelijk, zorgzaam als altijd en zijn eerste woorden waren: Ik neem u mee naar huis, lief kind, maar op voorwaarde dat ge spoedig een echtgenoot zult vinden, hoe eer hoe beter. In de eerste zes maanden dat ik hier in huis was, deed men een onafzienbare rij van huwbare jongelui voor mij defileeren maar niet een was er bij die mijn aandacht trok. Zij zagen er alien, of bijna allen, zeer goed uit, maar geleken op dat vervelende, pronkerige en beuzelachtige type dat men noemt: zoons van goeden huize. Mijnheer De Prabert was wanhopig en spoorde mij telkens aan toch een keus te doen. Ik heb zoo'n haast niet, zeide ik lachend, voor- loopig bestaat er nog geen bezwaar dat ik een oude vrijster zal worden. Maar hij antwoordde ernstig: Daar heb ik ook geen zorg voor, lief kind, maar ik zou u zoo gaarne als meesteres teJau' conrt gevestigd zien en u onder bescherming van een goed, degelijk man weten. Na \erloop van zes maanden hield het defilee ren der pretendenten eensklaps op Aurélien begon mij het hof te maken en zijn moeder verwijderde eiken mededinger, waarbij zij onuitputtelijk was in het uitdenken van voorwendsels. Toch' is dat middel niet geslaagd en.... en ik ontmoette u, Filip. En het is de hemel zelf die mij naar dit ge deelte van de Alpen heeft gezonden, zeide de jonge man. Ik geloof dat ik nu alles heb verteld,hernam Marguérite, en gij kent mij, thans evengoed als ik Dikwijls heb ik van mevrouw De Prabert aan vallen van zenuwen bijgewoond even heftig als die van vana\ond; wat mijnheer De Prabert be treft. ik heb allang opgemerkt dat zijn karakter eenigzins somber, afgetrokken is, dat'hem een ge heim verdriet schijnt te kwellen, maar ik schreef dit toe aan de loszinnigheid van zijn vrouw, die voor ieder oogen en ooreu heeft, maar het minst voor hem, aan de doellnoze, verkwistende levens wijze van zijn zoon en aan de behoefte aan hui selijk geluk. Ziedaar alles wat ik wist en wat ik er uit heb afgeleid, en thans, thans heb ik u niets meer te zeggen. Thans begon Filip: Ik heb eigenlijk in het geheel geen geschie denis. De dood heeft ons gezin tot dusverre ge spaard en mijn brave ouders wonen gezond en welvarend in het mooie dorpje Bois-le-Roi aan den zoom van het bosch van Fontainebleau. Ik zal hen van ganscher harte lief hebben. Wat zijt gij toch goed cn eenvoudig. Mijn vader is boschwachter geweest en heeft nu een mager pensioentje. Hij heeft alles aan mijn opvoeding ten koste gelegd en thans is het mijn beurt om hem en moeder een rustigen, ouden dag te ver schaffen en het hun aan niets te doen ontbreken. Ik zal u met al mijn kracht bijstaan, Filip] dat zal een heilige en tevens aangename plicht voor mij zijn. 01 Marguérite, gij zijt een engel uit den he mel. Weineen, ik ben niet meer dan een vrij on beduidend schepseltje der aarde, dat trotsch zal zijn op haar echtgenoot. Marguérite, Marguérite, mijn leven lang zou ik u op de knieën willen aanbidden. Ik bemin u onuitsprekelijk! Hij greep haar beide handen, trok haar naar zich toe en keek haar in vervoering aan. Haar zuivere vormen, in een licht kleedje gehuld, tee- \tenden zich vrij duidelijk af tegen den donkeren achtergrond, het blonde haar was losgeraakt en viel nu in breede golven langs haar schouders en over haar borst. Zij bracht haar mond ain zijn oor en fluisterde: Ik bemin u. Hun lippen ontmoetten elkaar in een vurigen Een oogenblik hielden zij elkaar omstrengeld, toen maakte het meisje zich zacht los en zeide: Laten we nu spoedig naar het kasteel terug keeren. Zij nam den arm van Filip Dorraelles en beiden- wandelden langzaam naar het kasteel terug. Het terras was eenzaam en bijna geheel donker, alle lichten waren de een na de andere uitbegaan. Binnen was het daarentegen des te levendiger, het orkest speelde een wilden galop. In de vestibule nam Marguérite. met een hand druk afscheid van Filip en begaf zich naar haar kamer. In het voorbijgaan vroeg zij naar den toe stand van mevrouw De Prabert, die, wanneer zij aan haar zenuwen leed, niemand in haar kamer duldde dan haar echtgenoot en haar gezelschaps dame, mevrouw Leonore, die sedert lang in haar dienst was en zeer veel invloed had in huis. Aan den bediende, die Marguérite omtrent de ongesteldhoid van haar tante inlichtte, beval zij het bericht tevens over te brengen aan luitenant Dormelles. In afwachting van deze boodschap was Filip naar de danszaal gegaan. Het bal was buitengewoon geanimeerd en het gezelschap vermaakte zich kostelijk. Niemand dacht meer aan de onverkwikkelijke geschiede nis, door kapitein Barillet verteld en de paren sprongen lustig rond op de maat der luidruchtige en soms verre van zuivere muziek. Niet minder druk werd er van het buffet ge bruik gemaakt. Aurélien deed zijn best om zoo wel den dans als hetgebrui kvan wijn en likeuren levendig te houden en in mejuffrouw Valentine De la Reyr.ie vond hij een trouwe en onvermoeide bondgenoote. Filip trad de danszaal niet binnen hij bleef slechts aan den ingang staan en keek met ver strooiden blik naar de paren, die hem in woesten galop voorbij vlogen, Daar onder bevonde zich ook Aurélien met Valentine. Wordt vervolgd.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1898 | | pagina 3