Nummer 99. Donderdag 15 December 1898. 21e Jaargang Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. ANTOON TIELEN, FEUILLETON. UITGEVER: Waalwijk.. ^ij die zich voor het volgend kwartaal op dit blad abonneeren, ontvangen de nog deze maand verschijnende nummers GRATIS. Werken aan den nieuwen Maas mond onder Waalwijk. Aplomb, geen Argumenten. Een vredes—kruistocht. «ahvijlische en Langstraalsche Courant, Dit Blad verschijnt Woensdag en Zaterdagavond. Abonnementsprijs per 3 maanden f 1, Franco per post door het geheele rijk f 1,15. Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden aan den Uitgever Advertentiën 1 7 regels f0,60; daarboven 8 eent per rerel, groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën 3maal ter plaatsing opgegeven, worden 2maal berekend. Advertentiën voor Duitsok- land worden alleen aangenomen door het advertentiebureau vaa Adolï Steiner, Hamburg. Reclames 15 cent per regel ii m wik i iigg1"» it—wnwiiiifnr WaDneer men het laatste anderhalf jaar in onze gemeente, in de richting van den nieu wen Maasmond de drukke werkzaamheden heeft gadegeslagen bij den bouw der sluizen enz heeft menigeen zich afgevraagd, waartoe ei genlijk zal dat bouwwerk dienen. Eene kleine uitlegging zal door velen niet ongaarne gelezen worden. Welnu dan, die sluizenbouw heeft een dubbel doeleinde: ten eerste om het water van het bedijkte Maasje op een bepaald peil te houden en ten tweede om het overtollige water van Dommel en Aa te kunnen loozen in den nieuwen Maasmond. Om hieraan te kunnen voldoen zijn voor de afwatering van het Maasje vier grond- duikers of riolen gebouwd, deze zijn van het buitenwater aan het benedeneinde afge sloten door eb- en vloeddeuren. Achter de buiten- of vloeddeuren is ge legenheid aangebracht om wanneer het water op het oude Maasje te hoog is, en het bui tenwater te hoog blijft, zoodat geen vrije afvoer van water meer kan plaats hebben, dat waler alsdan kunstmatig wordt verwij derd, d. w. z.er is een stoomwatermoleu gebouwd die zulks alsdan verricht. Deze stoom watermolen werkt met een ro- teerende pomp, de eerste van dien aard in ons land geplaatst. Rechthoekig over bovengenoemde grond- duikers zijn de sluizen voor de afwatering V. 23 De ontdekkingen van Martineau. Om dit te verwijderen, zou weder melinite gebruikt moeten worden. Om dit blok te bereiken, moest men in een vrij smalle rotskloof afdalen, waarboven zich een steile bergwand hoog in de lucht verhief. Filip liet spoedig de reveille blazen en begaf zich met zijn manschappen op weg. Zij daalden in de rotskloof af, de iuitenant deed opmetingen en wees de plaatsen aan, waar het melinite moest worden aangebracht. Sedert Martineau door de gebeurtenissen van den afgeloopen nacht ontdekt had, dat een geheim zinnige vijand den officier beloerde en verraderlijke aanslagen op diens leven pleegde, besloot hij Filip overal te bewaken. Ook nu, terwijl de jonge man beneden in de rotskloof was, had Martineau zich tegenover den steilen bergwand geplaatst op een punt, waar hij geheel den omtrek kon overzien. Om op alles voorbereid te zijn, had hij zijn geweer meegeno men. Het bleek weldra, dat die voorzorgsmaatregel lang niet overbodig was, want terwijl Martineau goed overal ronkeek, zag hij een man, die met gluiperigen tred heel in de verte naderde. De duivel haal me, als dat niet de kerel van vannacht is, mompelde Martineau, dezelfde gang, ja, ja, hij is het wel. Wat voert hij nu weer in zijn schild? Het antwoord op die vraag bleef niet lang uit. De man beklom den bergrug, die zich juist boven de kloof verhief, waarin Filip Dormelles met zijn manschappen aan het werk was. Hij kon Martineau niet zien, deze daarentegen verloor geen zijner bewegingen uit het oog. Eerst tuurde de man voorzichtig naar beneden, toen keerde hij terug en rolde met inspanning een zwaren steen naar de plaats waar Filip zich recht onder bevond. Martineau begreep zijn bedoeling. Hel en duivel, bromde hij, nu lijdt hetgeen van Dommel eu Aa, later te verbinden door een kanaal tot 's Hertogenbosch, en aan de buitenzijde met de nieuwe Maasmond. Deze sluizen zijn aldus saamgesteld een middeu- opening waarin geplaatst eb- en vloeddeu ren, aan beide zijden dezer opening twee openingen, die aan de binnenzijde zijn afge sloten door sluisdeuren en aan de buitenzijde door beweegbare schuiven Zoowel de groote ebdeuren als de vier kleine deuren liggen met den bovenregel op die hoogte, dat het water in het kanaal op een bepaald peil moet blijven. De schuiven dienen om bij te lagen waterstand in het kanaal, water te kunnen inlaten. Ten einde in de afgesneden gemeenschap tusschen de Putsteeg en Doeveren, een ge volg van de verlegging van den nieuwen Maas mond, te kunnen voorzien, is over de sluis een brug gebouwd, en zijn verschillende toe gangswegen hiertoe in aanbouw. Bij het debat in de Tweede Kamer over hoofdstuk III (Buitenlandsche Zaken) bracht de lieer Van Kol het bekende optreden van den Czaar ter sprake en waarschuwde hij tegen het militairisme, een waarschuwing die zeker ook buiten socialistische kringen bijval zal vinden. In het antwoord van den minister troffen ons vooral de volgende zinsneden „Eene zaak is er waartoe ik nimmer zou kunnen medewerken, n.l. de neutraliteit der kleine Staten. Indien de geachte afgevaar digde daarmede althans bedoelt, dat Neder land gelijk België, Zwitserland en Luxemburg door de groote Mogendheden neutraal zou moeten worden verklaard, kan ik hem ver zekeren dat ik daarop nimmer zou aan dringen omdat de geschiedenis mij heeft twijfel meer of de schavuit wil hem onder dien steen verpletteren Wacht, kameraad, ik zal u helpen. Hij legde aan en gaf vuur. Of hij geraakt had, wist hij niet, de man was als door een tooverslag verdwenen. Het schot deed alle manschappen van hun werk opzien. Martineau daalde het steile pad af naar de rotskloof, waarin men aan het werk was. Wat gebeurde daar? vroeg Filip aan zijn oppasser. Niets, luitenant, ik zag daar een haas en ik meende dat ge dien wel voor het ontbijt zoudt kunnen gebruiken, maar het behoefde niet, langoor is mij ontsnapt. Martineau had dit antwoord luid genoeg gegeven om door alle soldaten verstaan te worden, maar tegelijkertijd had hij zijn luitenant veelbeteekenend aangezien. Deze begreep hem en, onder den schijn hem een verwijt te maken van zijn poging tot wilddieverij, nam hij hem terzijde en vroeg: Welnu? Haastig antwoordde Martineau: Luitenant, dezelfde kerel van vannacht daarboven op de rotshij wilde een zwaren steen op uw hoofd werpen ge zoudt bepaald verpletterd zijn geworden... ik schoot... of ik hem geraakt heb, weet ik niet... hij verdween... misschien is hij gevallenmisschien verborg hij zichik ga eeos zien of ik hem vinden kan. Tegelijk snelde Martineau weg. Hij moest even wel een grooten omweg maken om den top van de rots te bereiken. Filip keerde na-xr zijn werkzaamheden terug, eerst na den middag begaf hij zich naar het kamp en wachtte daar vol ongeduld op zijn trouwen Martineau. Het werk was naar wensch geslaagd, de bergstroom was van de rotsblokken gezuiverd en had zijn gewonen loop weer aangenomen. Eindelijk kwam Martineau terug. Welnu vroeg de luitenant zoodra hij hem zag. De soldaat antwoordde: Ik ben een slecht schutter, mijn schot heeft niet goed geraakt en de vogel is gevlogen, maar toch was hij aangeschoten, dat kon ik zien aan eeuige bloeddroppels op de rots. De schurk heeft mijn kogel hier of daar in het lichaam gekregen geleerddat de neutraliteitsverklaring den kleinen Staten meer last dan voordeel be zorgt, daar zij hunne vrijheid van alliantie wegneemt en hun niet waarborgt de zeker heid van nooit in een oorlog te zullen worden meegesleept. Voor Nederland met zijn groot koloniaal bezit zou eene dergelijke neutra- liteits-verklaring trouwens zeer bezwaarlijk, zoo niet onmogelijk zijn.* Hoe beslist de minister ook moge hebben gesproken, toch zullen velen door zijne ver klaring geenszins zijn overtuigd. Immersdie beslistheid van toon wordt niet gesteund door kracht van argumenten. En daartegenover staat, dat van de andere zijde wèl argumenten kuunen worden aan gevoerd, welke ten gunste eener neutraal verklaring der kleine Staten pleiten. Of meent de minister, dat deze Staten eventueel tegen een groote mogendheid zou den kunnen optreden Hebben de Deensche oorlog van 1864 en de Turksch-Grieksche van 1897 niet duidelijk genoeg getoond, dat daaraan in onzen tijd niet meer te denken valt En waarom zou ons koloniaal bezit een overwegend bezwaar opleveren voor onze neutraliteits verklaring Ziedaar vragen welke de minister zich o. i. had dienen te stellen en waarop hij een antwoord had moeten geven. Wij gelooven, dat zijne verklaring tegen „deze* neutraliteit, dan veel van haar be slistheid en „aplomb* zou hebben verloren. De eigen krachten der kleine Staten zullen bij het tegenwoordig geldend stelsel van algemeenen dienstplicht steeds onvoldoende zijn. Bij eene alliantie betalen zij uit den aard het gelag, omdat zulk een alliantie slechts „bescherming* door een groote mo gendheid ten doel kan hebben. Wat blijft hun dan anders over dan neutraliteits verklaring en is gemerkt, zoodat we hem wel zullen Tinden. Tevens heb ik iets gevonden wat nog beter is en wat als een overtuigend bewijs voor de justitie zou kunnen gelden, wanneer gij haar van dezen dubbelen aanslag in kennis zoudt willen stellen. Met deze woorden haalde Martineau uit zijn zak een goud horloge, waaraan nog een gedeelte ketting zat. Dit lag op dezelfde plaats waar ik de bloed vlekken zag, ging hij voort, de man moet daar gevallen zijn en het verloren hebben. Filip bekeek het horloge aandachtig. Aan den binnenkant van de kast vond liij twee letters gegraveerd: een D en een H, in elkaar geslingerd. Ontzet stamelde hij: Daniël Hilson. Zijn vermoeden was dus maar al te gegrond geweest. Hij voegde er bij: Marguérite had dan wel gelijk. Nog is het of ik haar stem hoor, die mij zegt: Filip, neem u in acht voor oom Daniël, met blinde gehoor zaamheid en duivelachtige behendigheid zal hij de plannen van Aurélien jegens u ten uitvoer brengen en die twee vereenigd zijn in staat tot de afschuwelijkste daden. Hij liep met groote stappen heen en weer en ging in gedachte voort: Maar Marguérite kan niet langer bij zulk een afschuwelijke familie blijven. Zij is mijn verloofde, en ik moet haar tegen die lieden be schermen, dat is mijn recht, dat is mijn plicht. Trouwens, ik heb met haar afgesproken dat ik heden een beslissend onderhoud met mijnheer De Prabert zou hebben. Ik ben nu door toeval en door mijn trouwen Martineau tot tweemaal toe aan hun listen ontkomen, maar wie weet wat zij tegen dat lieve kind nog zullen ondernemen. Terwijl hij zoo in alleenspraak heen en weer liep, stond Martineau geleund op de tromp vau zijn geweer en bewoog zich niet, uit vrees de de overpeinzingen van zijn luitenant te zullen storen. Ten slotte zeide deze: Martineaul LuitenantP Over een uur gaan wij samen naar Saint Colomban. Goed luitenant. Onderweg zullen wij wel praten. Ja, luitenant. De Review of Reviews spant zich voor een groote internationale beweging tot on dersteuning der voorstellen van den Tsaar. i-Na veel woorden is eindelijk de tijd voor daden gekotnen*, zegt de oproeping die in het December-nummer van Stead's tijdschrift zal verschijnen. Er moet dadelijk een groote kruistocht georganiseerd worden over de geheele wereldte beginnen in San Francisco, en eindigend in Petersburg. Door het proclameeren van den Heiligen Oorlog tegen den Oorlog, door alle regeeringen op te roepen tot een conferentie om de gevaren te bestrijden waarmede de moderne krijgs toerustingen den modernen staat bedreigen, heeft de Keizer van Rusland een zaak aan gevat die, hoe edel ze ook moge zijn, on vermijdelijk moet mislukken, tenzij onder de volkeren zelf een kruistocht gepredikt wordt, en een hartelijk en eenstemmig antwoord uit de verschillende lagen der samenleving de roepstem, die van boven komt, begroet.* Men stelt zich dezen Vredes-kruistocht aldus voor. De Engelsch sprekende natiën zouden beginnen met zich te vereenigen in dit werk des vredes. Amerikaansche gede legeerden zouden zich naar Londen begeven, om daar met de gedelegeerden uit Engeland een Anglo-Amerikaansche nationale commis sie te vormen van bijv 20 leden (15 man nen en 5 vrouwen), waarvan tien Engelschen en tien Amerikanen en Canadeezen. Na propaganda gemaakt te hebben in Engeland zou die commissie, zoo mogelijk verstrekt door gedelegeerden uit de kleine staten van Europa, Zweden, Noorwegen, Denemar ken, Nederland, België, Zwitserland en Por tugal den grooten kruistocht aanvaarden door het vasteland van Europa, over Parijs, Berlijn, Weenen, Boedapest en Rome naar Petersburg, overal het volk opwekkend, om i Zorg dat het tentwagentje ingespannen wordt en wacht mij op den driesprong. Ik neem verder niemand mee. Begrepen, luitenant, over een uur waoht ik u aan den driesprong. Tot straks, Martineau, Tot uwe orders, luitenant. Filip trad zijn keet binnen. Den tentwagen ingespannen, mompelde Mar tineau, en er mee naar den driesprong rijden, dan heb ik nog juist een paar minuten over om den inwendigen inensch wat te versterken, dat is wel noodig na zoo'n klauterpartij over de rotsen. Ik weet niet of de luitenant ontbeten heeft, maar ik rammel van den honger. Hij begaf zich naar de cantine en gebruikte daar in alle haast een keteltje soep. Vervolgens haalde hij het paard, zette het voor den wagen en reed in flinken draf naar het af gesproken punt. VI. De schoone Félicienne. De vertrekken van mevrouw De Prabert op het kasteel Sain-Calomban waren met ongeëvenaarde pracht gestoffeerd. Overal was met kwistige hand het goud, satijn, zijde, spiegels en borduurwerk aangebracht. Vooral de slaapkamer geleek een vertrek uit een feeënpaleis, zooveel kunstvoort brengselen waren hier aangebracht; het blauw, een weinig gen uanceerd, voerde hier den hoofdtoon, het heerlijk blauw van een lentelucht. Ondanks de groote weelde,die er in de vertrekken van mevrouw De Prabert heerschte, verrieden zij overal een fijnen smaak, nergens was overdaad, nergens disharmonie in de kleuren, alles bracht hulde aan een schoonheid der meesteres van dit verblijfof liever aan hetgeen er van die schoonheid overbleef. Maar de onverbiddelijke tand des tijds werd toch hevig bestreden met alle middelen welke de groote toiletkunstenaren hebben uitgevonden. Schoon te blijven, den vernielenden tijd streep voor streep zijn grondgebied te bestrijden, de frischheid der nuid, de zuiverheid der lijnen, deu glans der lokken te behouden, dat was het eenige levensdoel van Féliciene De Prabert. Wordt vervolgd.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1898 | | pagina 1