Nummer 100. Zondag 18 December 1898. 21e Jaargang.
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen,
Eerste Blad.
Gemeenteraad van Waalwijk,
ANTOON TIELEN,
Bekendmaking*.
Dit nummer bestaat uit
twee bladen.
FEUILLETON.
UITGEVER
Waalwijk.
die zich voor
het volgend kwartaal
op dit blad abonneeren, ontvangen
de nog deze maand verschijnende
nummers GRATIS.
Heeren CORRESPONDENTEN
worden beleefd doch dringend ver
zocht hunne rekeningen vóór 1
Januari a. s. in te zenden.
'Ml' V" i I II II... rn Ml... ...JUL, j I.IL _J -n ju—p, I
De Echo van het Zuiden,
>Vult(jksrk ra Uifstrutsrhr Courant,
V
Dit Blad verschijnt Woensdag en Zaterdagavond.
Abonnementsprijs per 3 maanden f 1,
Franco per post door het geheele rijk f 1,15.
Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden
aan den Uitgever
Advertentiën 1 7 regels f0,60; daarboven 3 eent per regel,
groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën 3maal ter plaatsing
opgegeven worden 2maal berekend. Advertentiën voor Duitsoh-
land worden alleen aangenomen door het advertentiebureau vaa
Adolï Steiner, Hamburg. Reclames 15 cent per regel.
STAAT van brieven, geadresseerd aan onbe
kenden.
Verzonden gedurende de 2e van November
Van Waalwijk
1. v. d. Graaf Co.
De Burgemeester der gemeente Waalwijk maakt
bekend, dat ESSCHEN (station en dorp) op heden
weder geopend is voor den invoer van Neder-
landsch melkvee, doch dat wegens het uitbreken
van mond- en klauwzeer in de quarantaine bij
stallen Baarle-Hartog dien dag gesloten wordt.
Waalwijk, 15 December 1898.
De burgemeester voornoemd,
K. DE VAN DER 8CHUEREN
VI.
24 De schoone Félicienne.
Deze worstelstrijd had reed9 een tiental jaren
geduurd en nog verklaarde zij zich niet over
wonnen.
Zij had dan ook, meer dan eenige vrouw ter
wereld misschien, het genot leeren kennen aller
blik tot zich te trekkenuit ieders mond een
kreet van bewondering te ontlokken. Op haar
twintigste jaar was Felicienne de volmaaktste
schoonheid, het bekoorlijkste wezen, dat de natuur
bad voortgebracht. Zij was slank en rijzig, een
ware Juno-gestalte met de zuiverste lijnen, de
heerlijkste vormen en bekroond door een engelen
kopje, omgeven van weelderige, goudblonde lok
ken. Men zou gemeend hebben, dat een engel van
Rafaël uit haar lijst gestapt wa9 om te midden der
stervelingen rond te wandelen.
Aan deze onvergelijkelijke schoonheid dankte zij
haar huwelijk met mijnheer De Prabert.
Zes-en-twintig jaar geleden maakte Bernard De
Prabert, toen reeas eigenaar van belangrijke hout
zagerijen in de Alpen, een reis naar Groot-Britanje,
ten einde zich op de hoogte te stellen van den
vooruitgang van het fabriekswezen in het buiten
land en zijn machinerieën daarnaar te verbeteren.
Het toeval wilde, dat hij te Glasgow afstapte
in {een klein hotel, even buiten de stad aan den
zeekant. Bernard had dit hotel gekozen, omdat de
meeste schepen met hout uit Noorwegen dicht
bij dit hotel aankwamen en hij vandaar uit dus
gemakkelijk de geheele behandeling van het hout
kon volgen.
Dit hotel werd bijna uitsluitend bezocht door
handelaarshoutkoopers, scheepsbouwmeesters,
ingenieurs en machinisten.
Tegenover het hotel bevond zich een klein
buitenverblijf, een «cottage* zoóals men het daar
ginds noemt, bestaande uit een wit huisje van
eén verdieping en omgeven door een schaduwrij
ken boomgaard.
Het venster der kamer, welke Bernard betrokken
had, zag juist op dien boomgaard uit en op zekeren
OPENBARE VERGADERING
op Donderdag 15 Dec., nam. ten 7 ure.
Punten ter behandeling
I. Ingekomen stukken.
II. Verslag aanbestedingen.
III. Machtiging tot verpachting van 't
marktgeld 1899.
IV. Af- en overschrijving begrooting 1898.
V. Benoeming van een havenmeester.
VI. gasthuismeester.
VII. armmeester.
VIII. de commissie vcor de
gasfabriek.
IX. Reclames hoofdelijken omslag 1893.
Voorzitter: de burgemeester K. A. M.
ridder de van der Schueren.
Afwezig: de heer Jud. Timmermans Wz.
De secretaris leest de notulen der vorige
vergadering vooren nadat door den heer
Baijens eenige aanmerkingen hieromtrent zijn
gemaakt, worden ze vastgesteld.
Aan de orde
I. Ingekomen stukken.
a. Kennisgeving van den heer Timmer
mans Wz., dat hij verhinderd is, de vergade
ring bij te wonen.
b. Besluit van gedeputeerde staten, waarbij
de begrooting van 1899 wordt goedgekeurd.
c. Schrijven van provinciale staten, omtrent
de haven, 't welk reeds is bekend (wordt
door den secretaris voorgelezen).
d. Een adres van de firma Mijnssen en Co.,'
waarin zij hun voornemen te kennen geven,
om in Waalwijk een centraal station voor
electrisch licht en kracht-overbrenging Yoor
Waalwijk en omstreken te vestigen. Zij
vragen daarom voorloopige concessie, verder
mededeelende dat bij hen geen priucipieele
bezwaren bestaau, om de gasfabriek over te
nemen.
f. Verder ingekomen een schrijven van de
Mij. tot Exploitatie van de Laval Stoomturbine,
of ze iu concurrentie met een andere Mij.
ook crncessie zou kunnen aanvragen.
dag, toen de zomerzon uit een onbewolkte lucht
scheen, kon hij van uit zijn venster een heerlijk
schouwspel gadeslaan.
Aan twee kastanjeboomen, welke in vollen
bloei stonden, was een hangmat vastgemaakt en
in die hangmat lag, in bevallige houding, gekleed
in een eenvoudig wit zomerkleedje, de lange blonde
lokken slechts door een lint opgebonden, een
betooverend schoon meisje.
Bernard De Prabert was toen twee-en dertig
jaar oud, zijn geheele leven was aan den arbeid
en de studie gewijd geweest en slechts afgewis
seld door wreede beproevingen.
Met vrouwen had hij zich nooit ingelaten, hij
vreesde haar, hij vermeed haar, waar hij slechts
kon.
Was het niet een vrouw geweest, een verleidster,
een gevloekte, die zijn broeder in het verderf had
gestort?
Dat noodlottige familiedrama had van Bernard
een somber, in zichzelf gekeerd man gemaakt;
had zijn van nature zoo rondborstig, openhartig
karakter geheel doen veranderen, had hem de
vreugde van zijn leven ontstolen en het geluk
iets onbestaanbaars voor hem gemaakt.
Dit drama had een eerbiedig en liefheb
bend zoon den naam van zijn vader doen verwer
pen, want die naam werd thans gedragen door
een moordenaar, door een galeiboef.
De ware naam van mijnheer De Prabert was
Bernard Duhesme. Een beschikking van het mi
nisterie «an binnenlandsche zaken had hem toege
staan den naam van zijn moeder te voeren, geboren
Louise De Prabert.
Bernard had om deze gunst verzocht, nadat zijn
broeder, llobert Duhesme, door het hof van assises
te Riom, tot levenslangen dwangarbeid was ver
oordeeld.
Uit het verhaal van kapitein Barillet weet de
lezer, welke misdaad aan Robert ten laste werd
gelegd.
Deze verandering van naam had aan Bernard
heel wat verdriet gekost. Hoofdzakelijk had hij
het gedaan om zijn zuster Blanche, een edel en
zachtzinnig meisje, wier toekomst werd verwoest
door de misdaad van haar broeder Robert.
Wellicht zou door het verdwijnen van den naam
ook de misdaad spoedig vergeten worden.
Als hoofd der familie had Bernard wijs en
voorzichtig gehandeld, maar niettemin verweet
De voorzitter„daar de firma Mijnssen en
Co. de eercte is en een definitieve conces
sie vraagt en de andere niet, zou ik met hen
ook in bespreking treden. Wat de uitwerking
zal zijn zal later blijken; voor 't oogenblik
vragen zij alleen voorloopige concessie om
hunne plannen te maken.
Burgemeester en wethouders stellen voor 'i
volgende antwoord te geven
„Naar aanleiding van uw adres, berichten
wij u, dat u eene voorloopige concessie voor
4 maanden is toegestaan; om later nadat uwe
plannen zijn ingekomen te beslissen over
de gasfabriek en over de definitieve concessie."
De voorzitter„in dien tijd kunnen zij dan
plannen maken en ons toesturen; mochten die
dan niet aanneembaar blijken, dan kunnen
we met de andere Mij. onderhandelen.
De heer Van Schijndel„is door 't dag
bestuur ook aan de undere Mij. geantwoord?"
De voorzitter „we zullen de andere Mij
laten weten dat de firma Mijnssen eene voor
loopige concessie heeft gekregen, omdat ze de
eerste was.
De heer Timmermans van Turenhout „is
in dit schrijven ook gevraagd, wat de prijs
zal zijn?"
De voorzitter „hij moet eerst zijn bereke
ningen maken, dat weten we dan later."
De heer Van Schijndel: „de tijd van de
voorloopige concessie is 4 maanden; kon
dat niet wat korter?"
De voorzitter „ik meende eerst 6 maanden
te vragen maar de ingenieur zeide dat hel
wel korter kon. 't Is beter hen wat ruimer
tijd te geven."
De heer Van Schijndel: „'t was te wenschen
dat het zoo spoedig mogelijk ging; tegen
woordig is 't licht iets beter, vroeger zeer
slecht, juist gloeiende spijkers, en dan ieder
jaar dubbeltjes er bij leggen, maar als die
tijd noodig is, mij ook goed."
De voorloopige concessie, als door burge
meester en wethouders voorgesteld, werd ver
leend.
II. Verslag aanbestedingen.
Door 't dagelijksch bestuur zijn de volgende
hij zich zijn eigen zwakheid en schaamde hij zich
over het onrecht, dat hij der nagedachtenis zijns
vaders meende te hebben aangedaan.
Robert, die drie jaar jonger was dan Bernard,
verschilde hemelsbreed in karakter met hem hij
was heftig, opvliegend, weerspannig. Hij kon
zich dan ook niet goed onderwerpen aan het
soms wel wat ruwe gezag van zijn vader een
werkman, die dank zij zijn onverdroten werk
zaamheid en zijn vermetelen ondernemingsgeest
fabrikant geworden was en bracht het grootst
gedeelte van zijn jeugd eer9t te Lyon en daarna
13 Parijs door op kostscholen. Ook met de on
derwijzers leefde hij voortdurend in tweedracht,
maar ondanks dat was hij een goede leerling,
6teeds no. 1 van de klas en verbaasde zijn leeraren
door zijn helderheid van geest en zijn onverzade-
lijke weetgierigheid. In den grond van zijn hart
wa9 hij echter goed, edel en rechtschapen.
Robert was zeker tot groote daden besterad,
wanneer een vrouw hem niet in het verderf ge
stort had. Zijn noodlottig gesternte deed hem een
beeldschoon meisje ontmoeten, waar hij aanstonds
vurig verliefd op werd en dat een onbegrensde
macht over hem uitoefende.
Zij heette Georgette Lacassagne, had geen ver
mogen en was van zeer duistere afkomst.
Papa Duhesme wilde niets van dit meisje hooren
en weigerde beslist zijn toestemming tot het hu
welijk, dat Robert zich voorgenomen had. Deze
weigering verbrak voor altijd den vrede tusschen
vader en zoon.
In het volgende jaar kwam de vader om het
leven bij gelegenheid van een overstrooming, toen
hij zijn machinekamer tegen het water wilde be
veiligen. Zijn testament, dat volkomen in orde
werd bevonden, vermaakte zoo weinig mogelijk
aan den weerspannigen zoon.
Bernard was evenwel te edel om zich aan de
bepalingen van dit testament te houden; hij ver
deelde de vaderlijke nalatenschap in drie gelijke
deelen en bood Robert een daarvan aan. Op
koelen, bitsen toon weigerde deze en verklaarde
niets te zullen aannemen dan hetgeen de wet
hem toekende.
Bernard drong evenwel aan.
Kom, zeiae hij, laten wij tezamen werken
en de zaken van onzen vader uitbreiden. Er zijn
millioenen te verdienen zonder eenige risico, al
leen door de bosschen te exploiteeren en de fa-
aanbestedingen gedaan
a. Het waschhuis achter de marechaussées
kazerne moet verbouwd worden.
Gegund aan P. van Huiten voor f 396,85.
b. Kappen op de lampen der teekenschool
zetten.
Gegund aan Fr. van Oosterhout voor f 17.
c. Verder zijn aanbesteed de drukwerken,
bureau en schoolbehoeften.
Dit is verdeeld in 3 perceelen.
Perceel I, drukwerken en bureaubehoeften.
II, schoolbehoeften.
III, Schoolboeken.
Voor perceel 1 was ingeschreven:
Door de firma Tielen, tegen 5 pCt. onder
de prijslijst.
Door de firma Baijens tegen 4 pCt. onder
de prijslijst.
Voor perceel II en III door de firma Baijens
tegen 5 pCt. onder den lijst.
Nu hebben we dat vergeleken met de in
schrijvingen van 't vorig jaar; toen was in
geschreven voor perceel I door
firma Tielen, tegen 30 pCt.
Baijens, 40 pCt.
Voor Perceel II en III tegen 18 pCt. door
de firma Baijens.
Dit verschil vonden wij te groot en hebben
het niet gegundmaar hebben voor perceel
I gecontracteerd met de firma Tielen voor
20 pCt. en met de firma Baijens voor II tegen
5 pCt. en III tegen 10 pCt.
III. Machtiging tot verpachting van 't
marktgeld 1899.
De voorzitter: „evenals 't vorig jaar vraagt
het dagelijksch bestuur machtiging tot ver
pachting van 't marktgeld op dezelfde con
dities.
De heer Baijens: »u vraagt daar op dezelfde
conditiesmaar zou daar niet bij kunnen
gevoegd worden, de markt schoonmaken.»
De voorzitter„dat doeu de gemeente
arbeiders, maar ik zal er met 't dagelijksch
bestuur over spreken."
De heer Baijens: »het laat dikwijls veelte
wenschen over.c
De heer Gragtmans„met die vraag komt
brieken te drijven, die onze vader heeft nagelaten.
Robert antwoordde kortaf:
Neen.
Wat houdt u dan terug? hernam Bernard.
Waarom stemt ge niet toe in mijn voorstel? Ge
weet hoeveel onze zuster van u houdt, ge weet
ook hoeveel ik
Ja, ik weet het, zeide Robert, gij beiden zijt
goed en edel en wij zouden gelukkig met elkaar
zijn.
Neem het dan aan I
Robert schudde treurig het hoofd.
Neen.
Ik begrijp wat u er van weerhoudtuw
vrouw, die onze vader nooit heeft willen erkennen,
die wij nooit gezien hebben, en die uw hart heeft
ontstolen. Welnu, breng haar hier, wij zullen
haar beschouwen als onze schoonzuster, haar er
kennen als een lid der familie Duhesme en wie
ze ook zijn mag, ik beloof u dat Blanche en ik
haar zullen liefhebben, zooals wij u zelf liefhebben.
Een oogenblik voelde Robert zich verteederd.
Bernard, zoudt ge dat willen doen riep
hij uit.
Ja.
Robert drukte zijn broeder de hand, maar ter
stond daarop verzonk hij in diep gepeins, vervol
gens kwam er een bittere glimlach om zijn lippen
en op zijn koelen, eenigzins hooghartigen toon
hernam hij:
Ik dank u. Dit eentonige bestaan te midden
der fabrieksarbeiders in een uithoek van het land
kan mij niet bekoren, ik streef naar een woeliger
leven, zooal niet wiustgevender, dan toch, naar
ik hoop, met oneindig veel meer roem. Ge zult
het zien, Bernard, ik heb grootsche plannen in
portefeuille, prachtige uitvindingen, die de wereld
zullen verbazen, die binnenkort een geheele om
wenteling te weeg zullen breDgen. Behoud het
vermogen van onzen vader voor onze zuster en
voor u, beheer het verstandig, het kan aan geen
betere handen worden toevertrouwd, Ik zal mijn
eigen weg wel banen en ik zal de stamboom
worden van een nienwe familie.
Robert ge doet me verdriet.
01 wees maar niet ongerust, evenmin als ik.
Met een trotsche beweging tikte hij zich tegen
het voorhoofd.
Wordt vervolgd.