Nummer 6. Donderdag 19 Januari 1899. 22e Jaargang.
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
Electrisch Station te Waalwijk.
ANTOON TIELEM,
Ï11IEIW,
FEUILLETON.
UITGEVER:
Waalwijk.
Het voorgestelde Centraal-Station.
VERSLAG der vergadering van de
XIV Afdeeling der Noord-Bra-
bantsche Maatschappij van Land
bouw.
urm nul jg» ■^iiiijii.ifML^yj .ii.ihim^. ji^iii 11 I ^■■_ijij_nr)iiMi»ype^MEB»gM^H'*''»1'—
ra knaslraalscbe Courant
Dit Blad verschijnt Woensdag; en Zaterdagavond.
Abonnementsprijs per 3 maanden 1' 1,
Franco per post door het geheele rijk f 1,25.
Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden
aan den Uitgever
Advertentiën 1 7 regels f0,60; daarboven 8 cent per rcftl,
groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën 3maal ter plaatsing
opgegeven worden 2maal berekend. Advertentiën voor Duitsch-
land worden alleen aangenomen door het advertentiebureau van
Adolf Steiner, Hamburg. Reclames 15 cent per regel.
STAAT van brieven, geadresseerd aan onbe
kenden.
Verzonden gedurende de 2e helft ran Dec.
Van Waalwijk:
Schellekens Zn. Dongen.
J. Verhulst Vlissingen.
(Vervolg.)
Bij de beschrijving der dynamomachines
hebben wij gezien, dat daarbij tweeerlei soor
ten van stroom kunnen worden opgewekt en
wel gelijkstroom en wisselstroomwaarbij wij
ten opzichte van dezen laatsten opmerkten,
dat hij in de practijk tot eenige moeilijkhe
den aanleiding gaf.
De wisselstroom is een heen en weer
schommelende stroom, en is ook in staat
daarbij behoorende electromotoren te bewegen
en hunne ankers een draaiende beweging
mede te deelen. Doch hierbij doet zich een
verschijnsel voor, dat wij ook kunnen waar
nemen bij stoommachines met één cylinder
of bij trapnaaimachines, dat men, om de heen
en weer schommelende beweging van den
zuiger of wel de op en neer gaande bewe
ging van den voet in een draaiende beweging
van de as om te zeiten, eerst die as in een
bepaalden stand moet zetten, zoodat de kruk
in een gunstige richting duwt of trekt, terwijl
dan een vliegwiel zorg draagt, dat die draai
ende beweging bestendigd wordt, en de kruk
door zijn zoogenaamde „doode punten"
heengaat. Het is toch duidelijk, dat in deze
punten de trekstang geen ronddraaiende
beweging kan mededeelen, zooals b.v. wanneer
een stang van de naaimachine Daar beneden
trekt, terwijl ook de kruk in zijn langsten
stand is.
Zoo is 't nu ook met de wisselstroom-motor
gesteld. Deze draait s'echts dau mede, als
haar standen ieder oogenblik overeenkomen
met de wisselingen van den electrischen
stroom.
VII.
33 Een ochtendbezoek bij mevrouw De Prabert.
Goed zoo, Leonore, goed zoo, mijn lieve, zoo
moet het worden; leg nog wat meer rood onder
mijn oogen, ik wil heden vooral niet bleek zien.
Het toilet vorderde langzaam maar zeker onder
de vaardige handen der kamenier, die de bejaarde
vrouw een kunstmatige jeugd en een kunstmatige
schoonheid verleenden.
Toen het toilet na >erloop van een groot uur
voltooid was eu Félicienne, in een sierlijk mor
gengewaad gehuld, zich in den spiegel vau alle
kanten bekeek, glimlachte ze en zeide:
Komaan, het kun er mee door.
Is mevrouw tevreden? vroeg Leonore veel-
beteekenend.
Ja, tamelijk.
Na een oogenblik bedenkens hernam Félicienne:
Leonore, geel' mij dien kleinen ring eens aan,
ge weet wel, met dien robijn, dien ge onlangs zoo
mooi vondt.
Ja, mevrouw.
De kamenier bracht het gevraagde, in een sierlijk
étui.
Dien ring moogt gij hebben, ik geef u hem.
Leonore putte zich uit in dankbetuigingen.
Ga nu aan kapitein Barillet zeggen, dat ik
hem moet speken, terstond, rk wacht hem in het
kleine salon, hernam mevrouw De Prabert. Ga,
Leonore, ge behoeft den bediende niet te zenden
doe het zelf.
Ja, mevrouw.
Terwijl de kamenier, aangemoedigd door het
rijke geschenk dat zij ontvangen had, zich haastte
om dit bevel harer meesteres len uitvoer te bren
gen, begaf mevrouw De Prabert zich naar het
kleine ontvangsalon, dat deel uitmaakte van haar
vertrekken. Zij vlijde zich op de sola neer en
verzonk in diep gepeins.
Een oogenblik later kwam Leonore terug.
Kapitein Barillet was nog niet opgestaan, me
vrouw, zeide hij. Hij vraagt een uitstel van vijf
iuuten om zich te kleeden.
Ten einde dit bezwaar bij stoommachines
te vermijden, maakt men de grootere met 2
cylinders en laat men de beide krukken van
de as een rechten hoek met elkander maken.
Als dan de eene kruk in zijn doode punt
staat, heeft de andere den gunstigsten stand,
en brengt de eerste door het doode punt
heen.
Hetzelfde zou men nu kunnen doen met
den wisselstroommotor, en op dezen motor
laten werken 2 wisselstrooraen, die precies
evenveel malen in de seconde wisselen, doch,
waarvan de eeue stroomsterkte het grootst is
op 't oogenblik, dat de andere op het punt
staat van richting te veranderen en dus 0 is.
Zulks doet men dan ook, doch in plaats
van twee dynamo's te nemen, die bedoelde
stroomen opwekken is 't mogelijk ze uit een
speciale machine op te wekken. Zulk een
combinatie van twee of meer wisselstroomen,
die maken dat de electromotor geen doode
punten heeft, noemt men draaistroom, ook
wel en juister meerphasigen stroom.. Zulk een
dynamo noemt men draaistroomdynamo en
de motor draaistroommotor.
Deze laatste heeft daarbij de bijzondere
eigenschap, dat daarbij geen borstels noodig
zijn, om den stroom op het anker over te
brengen, daar zulk een draaistroom een draai
end magnetisme opwekt in de magneten, en
zoo vati zelf het anker met zich medesleept.
Zulk een motor is uiterst eenvoudig in de
behandeling, vereischl weinig of geen toezicht
en kan geheel stofvrij in een kast worden
ingebouwd. Het is vooral met het oog op
deze voordeelen, dat het voorgestelde elec
trisch Centraal-Station zal wezen met draai
sfoom, want het is duidelijk, dat elk der
wisselstroomen er afzonderlijk weer gebruikt
kan worden, om ook gloeilampen en boog
lampen van stroom te voorzien. Doch er is
nog een andere reden, die de voorkeur voor
deze stroomsoort in het onderhavige geval
verklaart, en wel de gemakkelijkheid, waar
mede men haar spanning kan veranderen, en
dit is van groot belang, waar het geldt een
leidingnet te leggen over een zoo groote
't Is goed, ik dank u, Leonore, laat mij nu
alleen.
Leonore verwijderde zich en Félicienne verzonk
weder in haar gepeins.
Mijn Godl mijn Godl mompelde zij huiverend,
hoe kunnen wij zijn terugkeer beletten?
Ter eere van kapitein Barillet moet gezegd
worden, dat hij de kunst verstond zich vlug te
kleeden. Nauwelijks waren de vijf minuten
uitstel, die hij gevraagd hadverloopen of hij
vertoonde zich in complete uniform de haren
gladgestreken en den knevel met was opgedraaid,
aan de oogen van zijn gastvrouw.
Gij hebt mij laten roepen, lieve mevrouw,
sprak hij. Mag ik naar den staat van uw gezond
heid vernemen?
Niet te slecht. Barillet, antwoordde zij, niet al
te slecht.
Zij stak hem de hand toe, die de kapitein hof
felijk aan zijn lippen drukte.
Helaas, mevrouw, hernam hij, indien ge eens
wist hoe wanhopig, ontroostbaar ik ben over de
betreurenswaardige onhandigheid, waaraan ik mij
gisteren heb schuldig gemaakt.
V\'at kunnen we daaraan doen, Barillet, het
is eenmaal gebeurd.
O! als ik het maar geweten had. Ge begrijpt
dat ik er in de verste verte niets van vermoedde
Natuurlijk, Barillet. Wij zijn oude vrienden,
wij kennen elkaar al zeven of acht jaren lang en
elk jaar zijt gij onze gast.
Al langer, minstens tien jaar.
En ik begrijp zeer goed, dat gij niet met opzet
en met de bedoeling ons leed te berokkenen, die
ongelukkige geschiedenis hebt verteld.
O, ik zweer u
Zweer niet, mijn vriend, dat is onnoodig, ik
ben buiten dat toch wel overtuigd van uw goede
gevoelens omtrent ons. Trouwens, het gebeurde
hoe pijnlijk het ook voor ons was heeft ons de
oogen geopend voor een groot gevaar, dat ons
dreigt.
Een gevaar?
Zeker. Hebt ge niet meegedeeld, dat die Rob.
Duhesme, van wien ieder dacht dat hij dood was,
gereed stond om naar Frankrijk terug tekeeren?
Inderdaad.
Félicienne zweeg even en zag den kapitein smee-
kend aan; daarna hernam zij op smachtenden
toon:
uitgestrektheid als hier bedoeld wordt.
Wij hebben toch geziea, dat de stroom bij
het gaan door een metalen draad weerstand
ondervindt en dus arbeid moet verrichten, en
dat die arbeid in warmte omgezet in de
meeste gevallen veiloren gaat. Ook is ons
bekend, dat dit verlies grooter is naarmate
de stroom stprker en de draad dunner is. Om
dus dit verlies zoo klein mogelijk te maken
en toch dunne draden te gebruiken, hetgeen
noodzakelijk is met het oog op den hoogen
prijs van electrische geleidradeu, moet men
er wel toe overgaan de stroomsterkte zoo
gering mogelijk te maken. Daar nu het
arbeidsvermogen gelijk is aan het product van
de spanning en stroomsterkte is 'l duidelijk,
dat wij 't in onze macht hebbeu een zeker
aantal Watts of volt-ampères over te breugen
met een willekeurige stroomsterkte, mits men
een daarbij passende spanning kiest, b. v.
100 Watts 100 ampères X 1 volt 100
voltampères, maar ook zijn 100 Watts 1
ampère X 100 volts 100 voltampères. Door
dus de spanning zeer hoog te nemen, kan
men naar believeu de stroomsterkte gering
maken. Toch kunnen wij zulks niet onbeperkt
doorvoeren daar het heel moeilijk is zeer
hooge spanningen voldoende te isoleeren. In
Europa gaat men thans in enkele gevallen
zelfs tot 15,000 volts en uit Amerika komt
het bericht tot ons van een krachtsoverbren
ging van 40,000 volts spanning, doch waar
het mogelijk is, overschrijdt men liefst 6000
volts niet.
Men verandert de spanning op de gebruiks-
plaatsen tot 500 volts voor motoren en 110
volts of lager voor de lampen daar deze
laatste spanning als de grens moet worden
aangemerkt.
Een wisselstroom nu en ook een draaistroom
laat op zeer gemakkelijke wijze toe zijn
spanning te veranderen. Deze verandering of
transformatie berust op 't volgende beginsel.
Wanneer men om een ijzeren staaf een
dunnen geisoleerden draad windt b.v. 100 maal
en onafhankelijk daarvan ook een dikkeren
geisoleerden draad b. v. 10 maal, dan doet
Mijn waarde Barillet.
Lieve Félicienne?
Is het wel waar en volkomen zeker wat uw
vriend van de prefectuur van politie schrijft?
Ol geen twijfel aan, Verrier is een stipt en
nauwgezet ambtenaar.
Dus hangt het van hem af, of op het verzoek
van Robert Duhesme al dan niet gunstig zal wor
den beschikt?
Ja, misschien wel, ik weet niet vast hoe dat
op de bureaux gaat, maar zeker is het, dat indien
hij die akte eens vergat en ze in een lade liet
liggen, ze daar lang zou kunnen blijven voordat
iemand er navraag naar deed.
Barillet gij zijt toch mijn vriend, nietwaar?
Behoeft ge dat nog te vragen, Félicienne
Nu, dat verzoek van Robert Duhesme moet
dan in eer. lade geschoven worden en daar lang,
heel lang blijven liggen.
U wilt di
d us
Ja, mijn beste kapitein. Begrijp toch eens
welk een opzien het zou baren, wanneer die on
gelukkige eensklaps ten huize vau zijn broeder
verscheen. N^en, het zou vreeselijk, afschuwelijk
zijn. Ik wil hem niet zien, Barillet, ik wil hem
niet zien. O ik zou het besterven van schaamte.
Dank zij het kleursel bleef de blos op haar
wangen, maar de zenuwachtige beweging van haar
handen, de angst die in haor oogen blonk, en het
krampachtig samentrekken van haar lippen toon
den duidelijk aan hoe ontroerd zij was.
Kapitein Barillet knikte eenige malen met het
hoofd en zeide:
Ja, ja, dat begrijp ik zeer goed, lieve me
vrouw.
Zij hernam dringend bijna smeekend
Welnu dan, mijn vriend, van dat onheil moet
fij ons redden, gij moet den zwaren slag afwen
en, die mijnheer De Prabert bedreigt, die de
toekomst van mijn zoon zou verwoesten en die ons
allen diep rampzalig zou maken. Dat moet,
Barillet, ik verwacht van u onze redding.
Ik zal al het mogelijke doen om u van dienst
te zijn, al moest ik daarvoor ook duizend dooden
trolseeren I riep de kapitein uit en hij maakte een
beweging als wilde hij een denkbeeldigen vijand
nedervellen.
Neen, dat niet, hernam Félicienne, er bestaat
een veel eenvoudiger middel, luister slechts.
Barillet gaf een teeken, dat hij haar zijn volle
zich het verschijnsel voor, dat, wanneer wij
aan de uiteinden van den dunnen draad een
hooge spanning hebben met een geringe
stroomsterkte, bij wisselstroom er in den dik
ken draad ook een wisselstroom ontstaat met
groote stroomsterkte en geringe spanning, en
wel zoodanig, dat de stroomsterkte omgekeerd
evenredig is met het aantal windingen.
Hebben wij b. v. in bovenstaand geval in
den dunnen draad 1000 volts met 1 ampère,
dan zal in den dikken draad een stroom gaan
van 10 ampères bij een spanning van i00 volts.
Een instrument op dit principe vervaardigd,
noemt men een transformator, en is uit den
aard der zaak zeer eenvoudig en vereischt in
't geheel geen toezicht. Wij zien ook, dat
theoretisch daarbij geen arbeid verloren gaat;
want 1000 X 1 voltampère is natuurlijk gelijk
aan 10 X 100 voltampères. In werkelijkheid
echter gaat er in de transformator wel degelijk
arbeid verloren, doch slechts weinig (c. a. 2
5 °/0.) De redenen daarvan liggen buiten 't
bestek van deze beschouwing.
Op verzoek van eenige leden onzer af
deeling, liefhebbers van tuinen en fruitteelt,
trad de heer Catnman, rijkstuinbouwleeraar
voor Gelderland te Tiel, voor de afdeeling
op in het hotel Verwie], ter behandeling van:
*Practische wenken op het gebied van fruit
teelt, met eenige beschouwingen over plan
ten, snoeien, bemesten en onderhoudszorgen*.
Vele belangstellenden, ook uit naburige
gemeenten, de meeste tuinlieden uit deze
streek, alsmede geheel het bestuur der af
deeling, en de heer rijkstuinbouwleeraar voor
Noord-Brabant, waren aanwezig.
De Eere-voorzitter opende de vergadering,
stelde de heer Cam man voor, en verzocht
ZEd. om tot behandeling van het gekozen
onderwerp te willen overgaan.
aandacht schonk.
Gij moet onmiddelijk naar Parijs vertrekken.
Met de beste en vlugste paarden van onze stallen,
kunt gij vanavond nog aan het stationLus-la-Croix-
Haute zijn en met den laatsten trein naar Grenoble
vertrekken dan zijt gij morgenavond te Parijs.
Is dat te veel gevraagd, kapitein
Weineen, weineen, het is zoo goed als niets.
Dus kan ik voortgaan
Ik verzoek u er om.
Zonder een oogenblik te verliezen, brengt
gij een bezoek aan uw vriend Verrier, gij maakt
hem duidelijk welk een ramp voor on9 de terug-
keer in Frankrijk van dien Robert Duhesme zou
wezen en gij haalt hem over, dat vrijgeleide te
doen verdwijnen.
Barillet krabde zich bedenkelijk achter het oor.
Verduiveld, zeide hij, die Verrier is zoo
nauwgezet, zoo stipt op zijn dienst; daaraan heeft
hij zijn bevordering te danken.
Er is geen nauwgezetheid, die tegen zekere
argumenten bestand is, Barlilet. Ge weet, ik hecht
weinig waarde aan het geld en daaromtrent laat
ik u geheel vrijal zoudt ge twintig-, vijftig
duizend francs voor dien dienst moeten betalen.
Ol weiger niet, wat ik a bidden mag, het is ouze
eer, ons leven, dat ik aan u toevertrouw.
Dat begrijp ik, lieve mevrouw, ik begrijp
het zeer goed, maar die duivelsche Verrier, die
duivelsche Verrier, ik weet niet hoe ik het met
hem zal aanleggen.
Beproef hetmijn vriend, doe uw uiterste
best. Die man zal trouwens niet weigeren ons
voor 't minst een paar dagen uitstel toe te kennen.
Eenige dagen oponthoud en wij zijn gered, want
gij begrijpt wel, Barillet, dat wij intusschen hier
niet werkloos zullen blijven zittenwij zullen
vertrekken, u volgen, uw poging zal machtig on
dersteund worden, ik ken een van de ministers,
aanzienlijke personen, die mij met al hun kracht
zullen bijstaan. Ol ik zal hemel en aarde bewe
gen, de hoofdzaak is maar, dat ik intijds kom en
dat is het wat ik van u vraag. Barillet, voor bet
overige vertrouw ik op uw vriendschap. Zeg me,
dat gij dat doen wilt, dat ge mij niet zult ver*
laten. Zie, ik heb de koorts van ang9t.
Zij stak hem de handen toe, die inderdaad
koortsachtig gloeiden.
Wordt vervolgd.