Nummer 7. Zondag 22 Januari L899. Tweede Blad. flllipip, BINNENLAND. FEUILLETON. Vervolg Nieuwsberichten. De Eeho van het Zuiden. „Een WAALWIJK, 21 Jan. 1899. Kuadsvergaderiag. Openbare vergadering van den raad der gemeente Waalwijk op Dinsdag 24 Januari a. s. '8 avonds teil 7 ure. Aan de orde I. Verslag verpachting van het marktgeld en van de kasopueming. II. Bestek verbouwing openbare school (ter visie.) III. Af- en overschrijving begrooting 1898. IV. Reclames hoofdelijken omslag. Aanbesteding standplaats kermis. .Hedenmorgen had alhier ten raadhuize door B. en VV. de verpachting plaats van standplaats voor een stooincaroussel en hippo drome bij de aanstaande, kermis. Alleen gegund hippodrome voor f 400 aan Peters te Roermond; Stoomcaroussei opgehouden. Lezing Maatschappij tot Nut van't algemeen. Dinsdag 24 Januari 's avonds ten half acht zal de heer J. A. Rovers, Inspecteur van het Bureau „Veritas'7 te Amsterdam, in „Mnsis Sacrum" te Waalwijk optreden met het onderwerp „De regeling onzer levende strijdkrachten in verband met de opvoeding vau dn jeugd, van den inensch eu van den burger en de gevaren vau onze tegenwoordige weerloosheid. Toegang vrij! Concert „Liedertafel.'4 Naar men ons meldtzal de heer G Dorren boom directeur van Breda's Mannen koor en „Aurora'' te Oosterhout ook het Con cert der Liedertafel bijwonen. Genoemde heer zal de solisten De Hoog en van Rythoven op de piano accompagneeren. Waalwijksclie Gymnastiek—-Ycrceniging. De uitvoering, die de Waalwijksche Gym nastiekvereniging nog deze maand dacht te geven, is door omstandigheden buiten den wil der Vereeniging, uitgesteld tot begin Éebruari a.s. Concert Harmonie St Crispijn. Op Zondag 29 dezer zal de Harmonie „St. Crispijn" haar tweede wintercóncert geven. Behalve eenige schoone muzieknummers, zal worden opgevoerd het meermalen be- kroonde Tooneelspel in drie bedrijven, Amsterdamsche Jongen." In verschillende hoofdsteden van ons land is dit prachtige Tooneelspel met het grootste succes opgevoerd. Zoo als altijd zal ook dit concert weder druk bezocht worden. Benoemingen Z. D. LI. Mgr. W. Van de Ven, bisschop van 's Bosch, heeft benoemd tot pastoor te Meereveldhoven den Zeereerwr. hooggel. heer J. Pompen; tot proffessor aan het seniena- rie te Haaren den Weieerw. zoergel. heer Dr. G. E. P. van Heek; tot kapelaan te Oirschot den WelEerw. lieer W. M. Kluijt- maus, en tot kapelaan te Erp den WelEerw. heer C. A. J. M. Zijlmans. Onderwijs. De examens ter verkrijging van acten van bekwaamheid voor huis- en schoolonderwijs ia de nuttige en fraaie handwerken voor meisjes voor het jaar 1899 zullen aanvangen 15 Éebruari en de coramissiën, met het af nemen dezer examens belast, zullen zitting houden voor de nuttige handwerken te Breda, 's Graveuhage, Utrecht en Zwolle voor de fraaie handwerken te Breda, 's Gra- vënhage en Zwolle. Bij de Rijkskweekscholen voor onder wijzers te Nijmegen, Haarlem, Middelburg, Deventer, Groningen en Maastricht en bij de Rijkskweekschool voor onderwijzeressen te Apeldoorn, kunnen 1 Mei kwcekelingen worden geplaatst. Aanmelding voor 1 Maart. Zie voorts de Staats Ct. no. 15. Plan Cooleu De gemeenten in Noord Brabant waarvoor vrijwilligers bij de militie zijn opgetreden, zijn de volgende Almkerk contingent 7, vrijwilligers Bergeijk en LuiksgestH Berkcl u Erp Gilze n n Haaren ,r Hedikhuizen Heeze Helvoirt y Ravonsteiu Waal ré 9, 2, 6, 3, 6, 2, 3, 5, 3, In het geheel zijn thans 48 vrijwilligers toegelaten, terwijl van één vrijwilliger voor Gilze en van één voor Breda de uitspraak tot de nazitting van den militieraad is uitgesteld. (N. B. Ct.) Zonderling bericht. Aan Le Précurseur van Antwerpen schrijft men uit New-York het volgende vrij zon derlinge bericht, dd. 5 Januari „Men spreekt hier veel van een aanstaande ruil der N'ederl. kolonie Curasao tegen eèn der kleine Philippijnen of van een eeuvou- digen aankoop van de Nederlandsche bezit ting door de Vereenigde Staten, „Curasao heeft hoegenaamd geen beteeke- nis voor Nederland, welk land het eiland dientengevolge volslagen verwaarloost. De ellende is er ten top gestegen en de bevol king zou met vreugde een verandering van régime aanvaarden. Van den anderen kant gaat de Amerikaansche handel in die streken met groote schreden vooruit en onze onder nemende handelslui zouden gaarne op dat eiland een belangrijk entrepot voor hun handel vestigen. Curasao zou overigens een strategisch punt van den eersten rang voor ons zijn. Bedoelde ruil of verkoop kan gemakkelijk genoeg geschieden." Ja wel, wanneer de andere partij er ook zoo over dacht. Maar daar zal nog wel 't een en ander aan ontbreken. Ten minste onze Minister van Koloniën zal vermoedelijk vreemd opzien bij 't lezen van dat plannetje Slachtoffers van den storm. Ook op de Zuiderzee, nabij Huizen, heelt de storm van de vorige week een aantal slachtoffers geöischt. Het houten tjalkschip „Hendrika", schipper J. Kostersloeg lek en het mocht ondanks tiet aanhoudend pompen, niet gelukken, het schip voor zinken te behoeden. De bemanning, bestaande uit den schipper met vrouw, 2 zoons en 2 dochters, besloot daarom het vaartuig te verlaten, maar tot heden is niets omtrent hun lot bekend. Met zekerheid kan dus aangenomen worden, dat de boot, waaiin zij hun leven trachtten te redden, omgeslagen is en hel zestal den dood in de golven vond. Het schip van Amsterdam komend, was mei 60.UOO kilo maïs bevracht voor de firma H. Gerritsen, te Amersfoort. Aangaande het vaartuig van schipper P. van Roosmalen is bij nader ooderzoek gebleken, dat het gezonken is op ongeveer LOO meter uit den oever van den Ooijschen polder onder de gemeente Ubbergen, tegen een zandbank, tegenover het dorp Gent, aan den rechter Waaloever. Een paar vlaggeijes aan den boven hét water uitstekenden mast van het verongelukte schip, welke tot sein voor de scheepvaart zijn aangebracht, duiden de plek aan. waar de schipper met zijn gezin in eene roeiboot het zinkende vaartuig verliet, al hei geld en goed aan boord moetende achterlaten. Kort d-uuop tnoet de ranke roeiboot door de woedende golven zijn om geslagen, waardoor alle opv arenden den dood in den bruisenden stro »ni hebben gevonden. Het schip, genaamd Garibaldi", had een laadruimte van 105 last en had lot) 000 mei- selsteenen geladen van de steenfabriek van gehro^ders Terwindt, te Gent, voor 's Her togenbosch. VII. 34 Ken ochtendbezoek bij mevrouw De Prubert. Zeker, ik zal u niet verlaten, lieve Felicienne! riep de kapitein vol geestdrift uit, ik vertrek en ik heloot' u, dat ik al het mogelijk zal doen om u tevreden te stellen. Heb dank, heb dank, gij zijt een waar vriend. Zij zag hem met haar mooie oogen vriendelijk aan en drukte krachtig de ruwe handen van den kapitein. O! nog iets, hernam Felicienne, in uw verhaal hebt ge gesproken van een kind, dat Robert Du- hesme bij zich had er, dat niet teruggevonden is. Hebt gij later nog iets van dien armen kleine vernomen. Volstrekt niets, mevrouw, het kir.d is verdwe nen zonder eeni'g spoor na te laten. Dat is een van de geheimen, waardoor deze zonderlinge ge beurtenis is omgeven. Féjicienne boog het hoofd en keek peinzend voor oor zich uit, maar eensklaps brak zij den loop van haar gedachten af door te zeggen: Zoodra gij te Parijs aankomt, zult ge mij telegrafeeren, nietwaar Barillet? Zeker. Slechts een enkel wbord, dat ik omtrent uw behouden aankomst gerustgesteld ben; later, als ik te Parijs kom, zullen wij de zaak wel breed- voeiig bepraten. Afgesproken. Komaan, het is bijna tien uur en uw oogen- blikken zijn kostbaar, wanneer gij op tijd te Lus wilt zijn. Vaarwel, mijn waarde Edraond. Edmund was de doopnaam van kapitein Barillet en het was een kooge zeldzaamheid, wanneer me vrouw De Prabcrt hem met dien naam aansprak. De brave kapitein was gewoonlijk niet zulk een persoon van gewicht in het huis derPraberts. Sedert tien jaren nam hij er met onvermoeiden ijver allerlei baantjes waar. Als ollicier van de gen darmerie in den omtrek van Ghambéry, hsd hij aan mijnheer De Prabert eenige diensten bewezen door het bewaken en beschermen zijner fabrieken Pieter van Roosmalen, oud 32 jaar, was gehuwd met Elisabeth van der Laan, oud 26 jaar, beiden van 's Hertogen,bosch, waar ook beider ouders wonen. Nog waren aan boord Cornelia van der Laan, oud 15 jaar, en twee kinderen van Van Roosmalen, oud 5 en 7 jar' De omgeslagen roeiboot is op grootj b afstand van de plaats des onheils bij e! t zandbank teruggevonden waar ook het 1\ 1 van het reeds vermelde 5jarig meisje is aangetroffen. De familie uit 's Hertogenbosch heeft in het ziekenhuis te Nijmegen het lijkje '1 van het meisje herkend als VVilhelmina vau Roosmalen, oud 5 jaar, geboreu te 's Herto- l genbosch. Langs de heheele rivier is men vervuld van het treffend ongeluk. Noch de oeverbewoners, noch de op stroom liggende schippers hadden noodkreten gehoord, zoodat die zeker door het loeien van den wind en de opgezweep f golven zijn overstemd geworden. Liefde. Te Utrecht kreeg Zondagavond eet 18jarig diensimeisje tijdens de wandeling twj met haar beminde, omdat zij naar het schij t diens kameraad, met wien zij in gezelschip war^Mi geweest, met haar bruine oogen eei. beetje te lief had aangekeken. Hoewel de twist vrij he fig werd zoodat een oogenblik het afbreken der verkeering was te wachten, werd ten slotte de zaak toch weder bijgelegd en het overige van den avond, alsof er niets gebeurd warein de opgewekste stemming doorgebracht. Vreemd stond het meisje dan ook te kijken, toen zij Dinsdagmiddag aan haar dienst van haar beminde een brief ontving, waarin deze haar mededeelde, dat alles tusschen hen uif was en dat hii haar heur woord teruggaf. Dit was te veel voor haar van liefde klop pend hart. Zonder zich een oogenblik te bedenken rende zij bij haar meësteres de deur uit en de trappen af welke naar de werf leiden en sprong in de Oudegracht. Met veel moeite werd zij door een ooggetuige weder op der wal gehaald en vei volgens in bewusteloozei toestand zoover was zij al heen b' haar meesteres in huis gebracht, waar i liefderijk werd verpleegd en langzamerhao* weder bij kennis kwam. Daar het meis' echter nog altijd zeer opgewonden was, we\l de hulp van eeD geneeskundige ingeroepU die haar toestand geenszins buiten geval achtte. Moord te Berkel. De beide moordcuaars en inbrekers hebbel toch bHjkbaar met de sleutels, die zij in d zakken van den ouden Ripping vonden, d brandkast geopend. Er wordt een belangrijk hoeveelheid geldswaardige papieren vermist Behalve de contanten, die nog moeilijk t< begiooten zijn, werden uit de brandkast ont stolen de navolgende effecten, waarvan d justitie opsporing en inbeslagneming verzoekt Zuid-Italiaansche Spoorw. 3°/0 1 vaö 250 en bo88chen in het gebergte en tot belooning daar voor bracht hij geregeld zijn verlof door op Saint Colomban, te Grenoble of te Parijs al waar de grillige Felicienne zich vestigde. Natuurlijk had hij ook het hof gemaakt aan de bekoorlijke dame, maar met zeer weinig gevolg. Zijn wel wat plompe complimenten werden wel willend opgenomen, evenals de kleine dienstèn, die hij overal bewees, waar hij maar kon. Gaan deweg was dit een gewoonte geworden en Banllet werd door mevrouw De Prabert voor duizenderlei kleinigheden in beslag genomen, maar nooit was hij met eèn dergelijke opdracht vereerd, nooit wks hij zoo vriendelijk toegesproken, zoo gesmeekt geworden. Het was dus met zekere ontroering, dat hij den groet van mevrouw De Prabert plechtig be antwoordde Vaarwel, mijn lieve Félicienne, reken op miju toewijding. Daar reken ik op, mijn vriend. Ik zal het als een geluk beschouwen, wanneer ik slaag. Félicienne, die Barillet uitgeleide deed tot aan de deur van het salon, wilde nog iets zeggen, tóen er, van uit de gang, die langs haar vertrekken liep, een luid rumoer tot haar doordrong. Er werden kreten geslaakt, men riep elkaar aan, men snelde trappen op en trappen af. Mijn hemel, wat gebeurt er? mompelde Félicienne. Wil ik er eens naar gaan zien vroeg Barillet. Neen, neen, houd gij u maar niet op, ik zal wel bellen. Maar Félicienne behoefde die moeite niet te doen, Leonore snelde reeds toe. O! God, mevrouw riep zij uit, er is een ongeluk gebeurd, een groot ougeluk Met wien? Met Aurélien P Met mijn zoon? Neen, stel u gerust, mijnheer Aurélien deert niets. Wie dan Mijnheer Daniël heeft zich verwoüd met een revolver, die hij wilde schoonmuken. Mijn broeder? Ja, mevrouw, mijnheer Daniël meende dat het wapen ongeladen was, er zat nog één patroon op, het schot ging af en trof mijnheer in den schouder. Ik weet niet of de wond gevaarlijk is. Spoedig, Leonore, ga er eens naar vernemen. Ja, mevrouw. Laat tegelijkertijd aan Cyprien zeggen, dat hij hier moet komen. Toen de kamenier weg was, wendde Félicienne zich weer tot kapitein Barillet. Nu ziet ge, mijn vriend, hoe het ongeluk ons vervolgt, zeide zij. 0 1 wat ben ik u dankbaar dat gij ons in die rampen zoo trouw ter zijde staat. De kapitein vernieuwde zijn verzekeringen van gehechtheid en verwijderde zich met de belofte dat hij binnen een uur lot het vertrek gereed zou zijn. Mevrouw De Prabert keerde in haar salon terug en liet zich op de sofa neervallen. Zij huiverde en het klamme zweet parelde op haar voorhoofd. Mijn God 1 stamelde zij, ik heb allerlei akelige voorgevoelens. Ik ben koud ik beef, ik ben bevreesd. Zou na zooveel jaren de strat toch nog komen De terugkeer van Leonore maakte een einde aan hare sombere gedachten. Welnu? vroeg Félicienne. De kamenier antwoordde: Mijnheer Aurélien laat zeggen, dot hij zelf zal komen om mevrouw in te lichten. De dokter is nog niet gekomen, maar mijnheer Aurélien gelooft niet, dat de wond veel te beteekenen heelt. 't Is goed, zeide mevrouw De Prabert, eenigs- zin9 gerustgesteld, en Cyprien? Hij wacht reeds tot mevrouw hem kan ontvangen. Laat binnenkomen. Cyprien was de stalmeester van de familie De Prabert, een gewichtige persoonlijkheid, de op permachtige gebieder over veertien paarden, de acht rijtuigen en het stalpersoneel van Saint-Co- lomban. Hij had een hoog ernstig, gladgeschoren gezicht met 'kleine bakkebaardjes, zoogenaamde hoefijzers, en kleine, blauwe oogen, die door zware wenk- biauwen werden overschaduwd. Hij wa9 tamelijk zwaarlijvig, zooals het den chef-koetsier vaneen voorname familie betaamt en voor zijn meesters had hij den diepsten eerbied, want de dienst was goedhet loon hoog en men vroeg hem nooit verantwoording van zijn uitgaven. Met een statige buiging naderde hij de dame des huizes. Cyprien, begon mevrouw De Prabert ge moi kapitein Barillet naar het spoorwegstation va, Lus-la-Croix-Iiaute brengen. Dat is een heel eind, mevrouw, merkte hi op. Hij moet den trein van half acht halen. Dan moet er hard gereden worden, mevrouw en de weg is slecht, zooals trouwens alle weger, hier. Neem het beste span. Ja, mevrouw. 1 Nog iets, Cyprien. Tot uw dienst, mevrouw. Rijd zelf, dan ben ik meer gerust. Weder maakte de gewichtige man een buiging Mevrouw zal gehoorzaamd worden. 't Is goed, Cyprien, ik reken er op dat gij tijdig te Lus zult aankomen. Ik zal er zijn meviouw, voor half acht. Mevrouw De Prabert knikte hem toe ten teekei dat hij kon gaan. 'n Vervelend baantje, bromde de stalmeester terwijl hij zich verwijderde, maar enfinl Alleen gebleven zonk Félicienne in haar drot gepeins en geheimzinnige vrees terug, maar bijo terstond trad Aurélien binnen. Goeden morgen, mama! riep hij uit, wat n zoo vroeg in volle wapenrusting Ruwpendul van streek? Het is nauwelijks tien uur. Inderdaa het geheele huis staat hier overeind. Geen dwaashedenmijn jongen zeg ir eerst O! dat ongeluk van oom DaniëlHet he-' niets om het lijf, zoo foed als niet», schrainscho in den bovenarn dat met koud water alleen wi te genezen is, maar u weet hoe moedig oo Daniël is, hij stelt zich maar dadelijk voor di hij zal sterven en maakt een kabaal van de andei wereld, 1 Mijn arme broer, ik ga even naar hem zie Dat heeft volstrekt zoo'n haast niet, mam' geloof me, wij hebben nu wel ernstiger zaken bespreken. Ja, ja, den terugkeer naar Frankrijk v dien onwaardigen broeder van mijnheer De P bert, nietwaar J Wordt vervolgd.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1899 | | pagina 5