Nummer 9. Zondag 29 Januari 1899. 22e J aargang. Eerste Blad. Gemeenteraad van Waalwijk. Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. ANTOON TIELEN, FEUILLETON. UITGEVER: iinlw(jks(tif cd liangslraalschc (ouranl, Dit Blad verschijnt Woensdag en Zaterdagavond Abonnementsprijs per 3 maanden f 1,—. r ran co per post door het geheele rijk f 1,25. Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden aan den Uitgever Waalwijk. OPENBARE VERGADERING op Dinsdag 24 Januari 1.1, 's avonds ten 7 ure. Aan de orde I. Verslag verpachting van het marktgeld en van de kasopnemmg. II. Bestek verbouwing openbare school (ter visie.) v III. Af- en overschrijving begrooting 1898. IV. Reclames hoofdelijken omslag, Voorzitter de burgemeester K. A. M. rid der de van der Schuereu. Afwezig: de heer Verbunt. De voorzitter opent de vergadering en verzoekt den secretaris de notulen voor te lezen, die ongewijzigd worden vastgesteld. I. Verslag verpachting van het marktgeld en van de kasopneming. De Voorzitter: „het marktgeld is gegund aan den hoogsten inschrijver den heer H. van Poppel voor f750. De kas bij den gemeenteontvanger is op genomen en in orde bevonden met eeu be drag van f3861.93. II. Bestek verbouwing openbare school (ter visie.) De Voorzitter: „teekeuing en bestek heb ben ter visie gelegen voor de leden en ook de begrooting, en ik veronderstel dat alle leden ze hebben ingezien. Ik moet echter eene opmerking maken nl. deze Er is een post van memorie van f 1500 uitgetrokken voor de warmwaterleiding, dit meenden wij dat het zou kosten, specifiek uitgerekend moet dit echter zijn f 1700. Ik geloof wel dat de .^iDiErNT™ 1T7 regels f0'6°; daarbova. eent pirrifil, groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën 3maal tar plaatsing PPg.eg®JeiV wor^en 2maal berekend. Advertentiën voor Dui tick le nm* .aanf»en®raeri door hetadvertentiabur.au van Adolf Steiner, Hamburg. Reclames 15 cent per regel. VII. 36 hen oeütcndbezoek bij mevrouw De Prabert zing. j°ngC man maakte zi<* los uit haar orahel- tussche^n "ons Z,eide hij* het verbond is ons drWn wa 1 gesloten, of liever tusschen hn zHl ltnw 7 00m )ftniël i8 er ook nog en "J zal lang de minste niet zijn. Wij zullen dien wëff'le^e^dS6!1"8 zoovee' hindernissen in den moet, meer'zeg ik^niet. S'°"e T°llen VIII. Het huwelijksaanzoek. va^terHUce °Vfr denk' lu5ten™t. hoe een rntshinJ i be,n dat ik den kerel> die u m n hÏÏw °kP h°°fd wilde lHten vallen, Miin ,0.0n ln, zijn karka8 heb gejaagd, ah ik hp? raakte wel niet goed, niet zoo goed nl 1 &e,7enscht had, maar toch geloof ik was tocl? vp J.ln®au voltooide zijn zin niet, het die Tg f m0e,te' waritzÜ« luitenant, nlQ t l 10 'iet tentwagentje zat, op wee wooëd 'LÏm Saint-9.ol°mban, verstond geen H U Wa hlJ Zeide- paard warP^ndcaar0m m*?r raet zi.i« zweep, om het lu?wal 8P°ren'dat vanraiddflg een weinig -- Allons, vooruit, Bruintje. niethl'^n^f-6 een.»taPje óp, maar het duurde drafie\r?r11J Ve,;V,e weer in zi-in oude sukkel- J. Martineau het hem maar begaan hij hield er met van een dier noodeloos te. k'wellén. den^Vo Wa9 het 'eodechap, waar zij doorre- h?kiik Vg?n°fg 0m het eens °P hun gemak te metmn!' bnksde rotsen, grillig gevormd, begroeid hën d? v? I ?h.n&erPlanten; rechts, diep beneden de vprfp 5 1 9 Vl,,ard8 en in de verte, heel in ihiïÏÏS' be.9neeuw,de kruinen der Alpen, die •chitterden in het zonlicht. hi"'-tf,nant FiliP zaS al even weinig van dit Mar^^Lna8prUBrk'afereel al9Mj h°°rde Van heeren zich hiermede kunnen vereenigen. Burgemeester en Wethouders stellen voor het bestek dusdanig aan te nemen. De gemeente reserveert waterleiding en bliksemafleiders.* De heer Timmermans van Turenhout „voor dien post verwarming, kunnen daar ook gegevens bij gegeven worden omtren' onder houd of het goedkooper is dan kachels." De voorzitter „Burgemeester en Wethou ders vinden het veel beter, dan hebben we geen schoorsteenen meer noodiganders moesten we 9 nieuwe kachels aanschaffen. De tegenwoordige kachels verbruikeu 31/s mud cokes, dus kan men voor de 9 nieuwe kachels gerust aannemen 7 mud. Deze verwarming heeft maar 3y2 mud cokes noodig, dus dat is eeu verschil van 3*/» mud. Mijnheer Gragtmaus is ze wezen zien in Tilburg, s Bosch en Rotterdam en ze bevieleu hem zeer goed." De heer Gragtmans „tegenwoordig wordt hier in de school gebruikt ongeveer 200 mud cokes, na de vergrooting der school 300 mud cokes. 100 mud cokes kosten f 40. De begrooting voor deze verwarming is f 1710, subsidie 5%. Dus voor de gemeente f1200. Rente f 42. Hel gebruik der cokes is hier de winsten daarbij komt nog dat er geen kos ten zijn aan onderhoud, en dat het stoken hier geregeld kan gebeuren. Ik durf het de gemeente gerust aan te raden 't is waar de aanleg kost in 't begin wat geld, maar de rente wiut men uit door de kolen. Ik heb ze gezieu o. a. in 't Kinderhuis te Rotterdam, voor de verwarming vau 18 loka len, die lokalen waren nog veel grooter, en het werkt daar zeer goed mij dunkt dat het wel aanbevelenswaardig is" De heer van Schijndel„ik wenschte aan het bestek nog wel een slotbepaling te zien joegevoegd, nl. dat de gemeentearchitect, in t geheel niets, direct noch indirect, eenige levering voor dit gebouw mag doen want hij is handelaar in die artikeleu en het is veel beter als hij daaraan niet mag leveren." Hij was in gepeins verdiept. Hij, wiens leven altijd zoo kalm voorbijgegaan was, die zich, sedert hij de jaren des onderscheids had bereikt, nooit met iets anders had beziggehou den dan met zijn studie en zich slechts gewijd had aan het volbrengen van zijn plicht, hij was eensklaps het onderwerp gewoiden van twee vu rige en tegenstrijdige hartstochten, liefde en haat. Hij beminde M uguérite en Marguerite beminde, dat was de hemel die hem tegenlachte. Aurélien De Prabert haatte hem en had van den verraderlijken en laaghartigen Daniël Hilson het werktuig, den slaatschen handlanger van zijn eer- looze plannen gemaakt, dat was het ocweer.dat zich dreigend boven zijn hoofd samenpakte. De gedachte daaraan slingerde den jongen of ficier tusschen hoop eu vrees, maakte hem gelukkig en droefgeestig tevens. Doch wanneer men negen-en-twir.tig jaar is laat men zich niet zoo spoedig terneerdrukken. Filip Dorraelles schudde dan ook weldra die sombere denkbeelden van zich af, zijn oog werd weer le vendig, hij beschouwde vol verrukking het heer- ".)kei vergezicht, dat zich voor hem ontrolde en wendde zich ten slotte tot zijn oppasser, die even eens opging in bewondering voorde schoone na tuur Martineau 1 Luitenant Weet ge waar wij heengaan Zeker, luitenant, dat hebt ge mij immers ge zegd, naar het kasteel Saint Colomban. Ja maar weet ge ook wat wij daar gaan doen? Neen dat hebt ge me niet gezegd, luitenant. Goed, dan zal ik het u zeggen, wantgezijt voortaan mijn vriend, wien ik mijn vertrouwen schenk. Wij gaan een jonge dame ten huwelijk vragen. Hij sprak op vroolijken, luchthartigen toon en klopte zijn oppasser gemeenzaam op den schouder. Is 't waar, luitenant? riep Martineau uit. Natuurlijk. Om u de waarheid te zeggen, heb ik al ge dacht, dat er wat buitengewoons op til was. Hoe dat? Wel, ge hebt uw dolman no. t aangetrok ken, ge hebt uw paradedegen omgehangen en nieuwe handschoenen aangetrokken. Weet ge wie de jonge dame is, Martineau? No, luitenant, daar behoef ik niet lang naar De voorzitter: „er is bezwaar tegen, want men kan toch tegen den aannemer niet zeg gen, daar en daar moogt ge niets koopen.» De heer van Schijndel: „u hebt mij ver kcerd verstaan ik stelde voor deü gemeente architect te verbieden levering er aan te doen." De voorzitter: „dat staat niet in zijn in structie, daarom kau men dat in dit geval niet doen." De heer van Schijndel„als dat een besluit is van den raad, dan is dit geen bezwaar voor den aannemer, dat weet ik zeker. Bij de vorige verbouwing vau de boiermiju en veld wachters woning, was van Dijck leveran cier van verschillende artikelen en het heeft meermalen alle schijn en blijk gegeven, dat hij ook tegelijk mee aannemer was. Burgemeester en een lid van den raad hebben hem zelf moeten gaan zeggen, geeu verkeerde steenen, die (f21/,) goedkooper, waren dan in 't bestek stond te gebruiken en er uit te laten breken, anders hadden ze er nog ingezeten, en om zoo iets te voorkomen zou ik voorstellen de volgende slotbepaling cr aan toe te voegen, (welke door den secre taris wordt voorgezen)»Het is den gemeente- bouwkundige verboden, middellijk of onmid dellijk eenige levering van bouwmaterialen van welken aard ook te doen ten behoeve van de te verbouwen school alhier en mid dellijk of onmiddellijk deel te nemen aan de aanneming van genoemd werk, op eene boete van een en ander van f 1000, of ontslag uit zijne betrekking als gemeentebouwkundige en als directeur der gasfabriek." De heer Mombers „als ik het wel voorheb, behoeven we daar niet over te stemmen, want dat kan men toch niet nagaan, dat kan hij zijn broer of wie dan ook laten doen." De heer van Schijndel„daarom zeg ik ook direct of indirect." De voorzitter: „wil de heer van Schijndel zijn voorstel in omvraag hebben.» De heer van Schijndel«ja zeker, de leden van den raad moeten maar weten wat ze doen.» De heer Tiramcrra. v. Tur.„mij dunkt, te raden, mejuffrouw Marguérite De Briais, en ik haast me er bij te voeger.dat ik ran ganscher harte wensch, dat niets uw plannen zal dwarsboo- men, want. Hij hield even op, maar Filip zeide: Ga voort. Neem mij niet kwalijk, luitenant, het is mis schien ongepast wat ik zeggen wilde, maar het is daarom toch oprecht gemeend. Zeg het dan, mijn jongen. Mejuffrouw De Briais is de mooiste en liefste jonge damt, die ik ooit gezien heb, en toch heb ik heel wat nichtjes die ook lang niet leelijk zijn. Filip moest glimlachen toen hij Martineau aoo onder bedekte termen op zijn liefdesavonturen hoorde snoeven. Dus ge vindt haar mooi? zeide hij Als een engel, luitenant, ik zou niet weten waar ik haar beter bij moest vergelijken. Juist, als een engel, Martineau, en niet alleen dat zij zoo schoon is als een engel, maar zij is ook even lief, even goed, even edel, zachtzinnig. Telkens als Filip, met klimmende geesdrift, een der hoedanigheden van zijn aangebedene opnoemde knikte Martineau goedkeurend met het hoofd. 't Is waar, luitenant, 't is allemaal waar, zeide hij, een ding is echter maar jammer. Wat dan? vroeg Filip eenigszins ongerust. Dat zij tot zulk een zonderlinge familie be- hoordt als die der Praberts. Maar mejuffrouw De Briais behoort volstrekt niet tot de Praberts? riep de luitenant uit. Toen haar moeder gestorven was, is mijnheer De Briais hertrouwd met een zuster van mijnheer De Pra bert, mejuffrouw Blanche, een voortreffelijke vrouw, maar die nu ook reeds eenige jaren dood is. Mijnheer De Briais overleefde zijn tweede vrouw niet lang en op die wijze kwam mejuffrouw De Briais, nu geheel wees geworden, onder voog dijschap van mijnheer Bernard De Prabert en weid in zijn gezin opgenomen. Mejuffrouw l)e Briais is dus bijna niet verwant aan de familie De Prabert en zij zal dat gezin ook zonder eenig leedwezen verlaten, hoewel zij zeer veel eerbied en achting heeft voor het hoofd er van, haar voogd. 01 des te beter, des te beter, zeide Martineau want gij zoudt niet kunnen gelooven luitenant hoe ongelukkig ik het vinden zou, wanneer mejuf lrouw De Briais maar in eenige betrekking stond tot den leelijken gluiperddien zij oom Daniël dat we daar niet het recht hebben over te stemmen, of wij zouden zijn instructie als gemeentearchitect moeten wijzigen, dan is 't mij goed, anders druischt het tegen de wet iu.» De heer van Schijndel„het druischt zeker niet tegen de wet in, als 't een raadsbesluit is." De voorzitter: „'t staat niet in zijne in structie en ik voor mij ben er tegen, maar t mag wel in stemming gebracht worden, geloof ik." De heer Timaerm. v. Tur.„we hebben hier een architect en kunnen diens instructie niet verzwaren, of ze moet gewijzigd worden." De heer vau Schijndel.- „dus u zoudt ver onderstellen, dat de raad dat niet kan." De voorzitter„er schijnt verschil van meening te bestaan, of dat voorstel in stem ming mag gebracht worden of niet. Dan moet er eerst besloten worden, of er over gestemd mag worden." De heer Timmermans Wz.>na hetgeen daar gezegd is, zal de heer Timmermans van Turenhout zijn voorstel wel willen in trekken, en kunnen we over 't eerste voorstel stemmen.» De heer van Schijndel„ik weet dat het noodig is, al stemmen ze er allen tegen, ik wil het in omvraag hebben." De heer Timmermans Wz,ik zal het nog eens zeggenAls de heer Timmermans van Turenhout van zijn voorstel afziet, dan kun nen we het eerste, uw voorstel behandelen.» De heer van Schijndel: „dan is *t goed, ik had u verkeerd verstaan." De heer Timmermans van Turenhout„om verdere discussies te voorkomen, wil ik dat wel doen." Het voorstel vaa Schijndel werd daarna verworpen met 9 tegen 1 stem. De heer van Dooren>is er ook een post uitgetrokken voor iemand die toezicht houdt.» De voorzitter: „de directie van 't werk ie aan Burgemeester en Wethouders en den architect." De heer Bayens: »zou het niét kunnen de noemen. Oom Daniël! herhaalde Filip op een toon waart uit de diepste afkeer sprak. Ja, Daniël Hilson, D. H. Duizend duivels, luitenant, wat zegt ge daar? riep Martineau uit, terwijl hij opsprong eu zulk een ruk aau de teugels gaf, dat het paard begon te steigeren. Daniël HilsoD, D. H. dat zijn de letters die in de kast gegraveerd staan van het horloge j daarboven op de rotsen gevonden heb, op dezelfde plaats waar. Helaas ja, mijn brave Martineau, de ellende ling, dien ik verdenk de balken van den vlonder te hebben doorgezaagd, die mij van morgen onder een rotsblok heeft willen verpletteren, die ellen deling is Daniël Hilson. Maar luitenant, dan hebben wij heml riep Martineau. Hoe meer ik er over nadenk, hoe vaster ik overtuigd ben dat miin kogel dien schelm getroffen heeft. Hij is geteekeud en zoodra wij op Saint-Colomban komen, zullen wij hem kunnen aanwijzen. Inderdaad, gij hebt gelijk, Martineau, het zou een overtuigend bewijs zijn. 01 die schurk, die schavuit I Maar wat heeft hij dan toch tegen u, luitenant? Dat is doodeenvoudig. Zijn neef, Aurélien De Prabert, bemint mejuffrouw Marguérite De Briais en nu wil men in mij een begunstigden medeminnaar uit den weg ruimen. Het eerlijke gezicht van Martineau werd vuur rood van verontwaardiging. Ol wat schelmenwat valsch canaille schreeuwde hij. Neen maar, wacht eens dat gaat zoo niet, ik zal dien Daniël straks den hals om draaien. Geduld, mijn vriend, wij moeten onzen tijd afwachten en zorgvuldig elk schandaal vermijden. Wij komen heden nog niet als wiekers op Saint- Golomban en behalve een paar woorden, die ik Daniël Hilson in het geheim zal toefluisteren, doen wij of wij of wij van niets weten. Later zullen wij wel verder zien. Begrepen, luitenantmaar wees verzekerd dat ik over u zal waken alsof ge een kruitmaga zijn waart. Vooral dien Daniël Hilson zal ik niet uit het oog verliezen, maar intusschen houd ik mij van de doramen. Moeder Natuur heeft me nogal een onnoozel gezicht gegeven en dat zal me hier uitmuntend bij te pas komen. Wordt vervolgd.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1899 | | pagina 1