Nummer 12. Donderdag* 9 Februari 1899. 22e Jaargang. Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen* VE&QBfc m TC. ANTOON TIELEN, Het vredesmanifest. FETJILL K Staatkundig overzicht. UITGEVER: W aal wif k l)e tekst van het vredesmanifest in de vergadering van het Comité vastgesteld luidt //Aan het Nederlandsche volk. yDe Keizer aller Russen, de opperbevel hebber van een der grootste strijdmachten heeft zijn stem voor den vrede onder de volkeren doen weerklinken en alle mogend heden opgeroepen om samen te beraadslagen over eene mogelijke vermindering van den krijgslast, waaronder alle natiën, en niet het minst de kleinere Statenzooals Ne derland gebukt gaan. „Aan afschaffing van legers en vloten valt in de naaste toekomst zeker niet te denkenen het blijft een schoone en dure plicht zijn leven voor de verdediging van vaderland en haardsteden veil te hebbeu. Niettemin zouden vele oorlogen vermeden kunnen wordenindien de Staten de be slechting hunner onderlinge geschillen on derwierpen aan de uitspraak van een scheids gerecht in plaats van tot het moordend staal hun toevlucht te nemen. z/En nu William Stead, Engeland's be kende journalistons uit Livadia de tijding brachtdat innerlijke overtuiging England's Keizer tot spreken drongen Hij niette genstaande alle bezwaren welke aan zijne plannen in den weg zouden staan, toch den hoogen moed gehad heeft om zijn keizerlijk woord tot alle regeeringen te doen uitgaan en ons dus het vooruitzicht geopend wordt dat vele millioenen op de oorlogsbudgetten uitgespaard en der vermeerdering der volks welvaart ten goede kunnen komen, is in ons de overtuiging gewekt, dat wij thans niet mogen zwijgenmaar dat er van uit den boezem der natie een woord in weerklank op de roepstem van den edelen monarch 39 Het huwelijksaanzoek. behoort uit te gaan. „Ook in het buitenland is dit gevoeld en onder Stead's leiding heeft men niet stil gezeten -maar aanstonds een weldoordacht plan gevormd om die manifestatie der vol keren zoo indrukwekkend mogelijk te doen zijd. //Afgevaardigden uit Engeland en Amerika zullen zich te Londen vereenigen en van daar zicli naar alle groote hoofdsteden van Europa begeven. Mannen en vrouwen uit verschillende landen zullen zich bij hen aan sluiten en zoo zal deze schare van strijders voor den vrede naar St. Petersburg gaan en voor den Tsaar verschijnen als de tolk van de uitgedrukte volksovertuiging aller natiën, dat vrede en recht heersohen moeten. „Zelve ging onze geliefde Vorstin voor in Hare eerste Troonrede door een woord van ingenomenheid met het denkbeeld van den Keizer van Rusland te doen hooren. Wat zou ons volk kunnen terughouden om met de woorden onzer Koningin in te stemmen? „Thans is het aan ons om te bewijzen dat het ons ernst is met den wensch naar vrede. Laat niemand den moed en de veerkracht missen om althans een kreet naar verlossing te doen hooren. „Welnudaartoe is het dat wij u de ge legenheid verschaffen. Adreslijsten zullen door ons in alle steden en dorpen ter tee- kening worden neergelegd. Een comité van mannen van verschillende richting vormde zich met dat doel en zal tevens voor Ne derland een woordvoerder aanwijzen, die de bewijzen uwer instemming met zich neemt om met de Delegatie uit alle landen Ne derland bij deze vredes-manifestatie te ver tegenwoordigen. „Laat ons dus niet alleen staan, maar teekent, het geheele land door, ons adres in groote getale ot zendt ons het bewijs uwer adhaesie per briefkaart of naamkaartje toe. Al werd als gevolg der Conferentie niets anders verkregen dan dat het denk beeld der internationalo arbitrage meer en meer in toepassing werd gebracht, dan ware toch reeds onnoemelijk veel gewonnen. „Doch we durven meerder hopen. Het zwaard moge een inacht zijp.aan ons oir te toonen de macht van het woord. Een bede om vrede en recht uit den boezem aller volkereu, tot de leiders en staatslieden der beschaafde staten kan haar uitwerking niet missen. „Eu wat hiervan ook zijn moge, het voegt de natiën in elk geval een woord van dank tot den Keizer van Rusland te richten, die toonde hun druk te verstaan, en met dien druk deernis te hebben. deden op Manilla dat het vuur om 9 uur geopend werd en J4 uren achtereen voort duurde dat de inboorlingen overal met groote verliezen werden afgeslagen; dat de kleine stad Sania Anna, nabij Manilla, door de Amerikanen werd geoomen, dat de Ame- rikaausche troepen een 50tal gewonden had den en tenige dooden dat de geestdrift onder de soldaten der Unie zeer groot was; dat de inboorlingen groote verliezen leden eu het vuren gestaakt werd, juist op 't oogenblik dat hij (de correspondent) zijn telegram uit Manilla afzond (dat was Zondagmiddag om 2 uur 20.) Te New York werd een telegram ontvan gen volgens hetwelk de Amerikaansche krui sers de opstandelingen ten Noorden en ten Zuiden van de siad beschoten; in de stad zelf moet het rustig zijn gebleven de Ame rikaansche vrouwen waren aan boord van de transportschepen gebracht en generaal Otis moet den toestand volkomen meester zijn. Een nader telegram van gisteren uit Ma nilla meldt„De Philippino's vielen gisteren avond om 10 uur Manilla aan. De Amerikanen beantwoordden hun hevig vuur en deden een uitval waarbij zij de Philippino's uit hun stellingen verdreven. Zij namen een aantal strijders gevangen en maakten een kanon buit. De Amerikanen hadden naar schatting twintig dooden en 125 gewonden. De verliezen der Philippino s zijn niet bekend. Den heelen dag duurde het vuren op verschillende punten voort. Het kan zijn, dat meu zich te Washington en te New Yoak verheugd in het voor de Amerikaansche troepen tot dusver schijnbaar gunstige verloop van het gevecht, dat afgaande op het betrekkelijk geringe aantal dooden en gewonden, feitelijk niet meer kan geweest zijn dan een aaneenschakeling van schermut selingen. Het feit evenwel, dat het tot een gewapend conflict is gekomen, dat de Philip pino's de rechtmatige bezitters van den archipel, openlijk een aanval hebben gedaan op de hoofdstad, verliest door die min of 1 "nmimmmmmmmmmunm m 1i i mmus De Echo van het Zuiden, Waalwpsche en Langstraatseïc Courant, Dit Blad verschijnt Woensdag en Zaterdagavond. Abonnementsprijs per 3 maanden f 1, Franco per post door liet geheele rijk f1,35. Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden aan den Uitgever Advertentién 1 7 regels f0,60; daarboven 8 eent per regel, groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën 3iuaal ter plaatsing opgegeven worden 2maal berekend. Advertentiën voor Duitsch- land worden alleen aangenomen door het advertentiebureau van Adolf Steiner, Hamburg. Reclames 15 cent per regel- ■■rii f an if i nt iê m i »g» VIII. Dat is niet volstrekt noodzakelijk, begon hij. Wel zeker, wel zeker, hernam Marguerite, het hangt eigenlijk in hoofdzaak van tante af, om den grooten dag te bepalen, met het oog op de toiletten. Komt, luten wij eens heel plechtstatig naar haar toe gaan om het haar te vragen. Zij is in haar kleinen ontvangsalon en reeds geheel hersteld van de ontroering, die gisteravond door het verhaal van dien lompen Barillet bij haar teweeg gebracht is, want zij was vanmorgen zelfs bijzonder vroeg gekleed. Niettemin ishetoogen- blik misschien thans niet zoo heel gunstig, wegens het ongeluk van oom Daniël gij we< t er nog niet van, Filip, ik zal het u straks wel vertellen maar wij zullen het er maar op wagen, wellicht brengt het haar wat afleiding. Dus afgesproken Ik ga voorop. Zij nam den arm van Bernard De Prabert en ging met hem naar den ingang van het kasteel. Wie mij liefheeft, volge me! riep zij Filip en Puybarrau toe, die zich dit geen tweemaal lieten zeggen. Onderweg schreef zij, fchertsenderwijs aan haar oom de gedragslijn voor, die hij tegenover zijn ▼rouw te volgen had, want zij wist, hoe zwak van karakter Bernard De Prabert was en welk een invloed Félicienne op hem uitoefende. Mevrouw De Prabert, hoewel volkomen voorbe reid op dit bezoek, toonde zich zeer verwondeid, toen zij haar echtgenoot, met Marguerite aan den arm en gevolgd door Filip Dormelles en Puybar rau, bij naar zag binnentreden en haar geveinsde verbazing nam nog toe, toen zij het huwelijks aanzoek van Filip vernam. Schertsend maakte zij er den jongen man een verwijt van, dat hij haar niet tot vertrouwde had genomen, maar innerlijk beefde zij van gramschap en was slechts met moeite in slaat haar tranen te weerhouden. Toen men het aan haar overliet den datum van huwelijk te bepalen, toonde zij zich zoo voor- komend mogelijk en meende, dat een maand wel voldoende zou zijn voor de toebereidselen. De zomer liep nu toch ten einde, men kon Sair-t- Colomban dit jaar wel een paar weken vroeger verlaten dan gewoonlijk en het seizoen te Parijs openen met de huwelijksplechtigheid. Bernard De Prabert stond verbaasd over zooveel inschikkelijkheid van de zijde van zijn vrouw Marguérite herkende haar tante bijna Diet en Filip was overgelukkig geen tegenstand te vinden, waar hij die het meest had geducht. Félicienne omhelsde Marguerite met meer har telijkheid dan zij haar ooit betoond had, drukte Filip de hand en wenschte het ionge paar geluk. Filip en Marguerite waren in de wolken, zij konden elkaar thans hardop zeggen dat zij elkaar liefhadden en behoefden hun neiging voor niemand meer te verbergen. Bernard deelde hun vreugde en het gezicht van dit gelukkige paar, zoo vol jeugd en vertrouwen op de toekomst, wekte hem voor een oogenblik op uit zijn sombere stemming. Zelfs Puybarrau, die anders van niets wist te praten dan van wis kunde, stoomkracht en electriciteit toonde zich nu een opgewekt babbelaar en wist door zijn grappen de stemming levendig te houden. Men ging weer naar het terras en bracht daar een aangenaam uurtje door. Het huwelijk zou dus tc'Parijs plaats hebben met al de plechtigheidmet al de weelde, die Félicienne gewoon was ten toon te 6preiden. Filip Dormelles, wiens werk in het gebergte geëindigd wa9, tou over drie dagen naar zijn garnizoen, Grenoble, vertrekken, daar het noodige verlof aanvragen en terstond naar zijn verloofde terugkeerec. Nu werden allerlei kleinigheden besproken zeer belangrijk voor Marguerite en mevrouw De Prabert, doch waarnaar de lieeren slechts met een hall oor luisterden. Tegen \ier uur nam de jonge officier afscheid. In de gang van het kasteel stond Martineau op hem te wachten. LuitenaDt, zeide hij, wanneer ge nu een hartig woordje met ootn Daniël wilt spreken, dan zal ik naar zijn kamer brengen, ik weet nu waar die schavuit zich ophoudt. Spoedig dan. - Er staat evenwel een groote lakei voor zijn deur, dien moet ik eerst verwijderen, want hij heeft van oom Daniël strenge orders gekregen, Gewapend eonlliet tusschen de Philippino's eu de Amerikanen. Gisteren Maandag heeft de Senaat van de Vereenigde Staten van Noord-Amerika een definitief besluit genomen met betrekking tot het Spaausch-Amerikaansche vredesverdrag en het met 3 stemmen meerderheid bekrach tigd. Zondag heelt admiraal Dewey van Ma nilla uit de regeering verrast met een tele gram, waardoor de booze verwachtingen der meestoveriuigde pessimisten verre zijn over troffen Volgens dit officieele document hebben de opstandelingen Zaterdagavond een algemeen gevecht geopend (dat eergisteren, Zondag werd voortgezet) en behielden de Amerikaan schc troepen de overhand (de opstandelingen werden teruggedreven, de Amerikanen trok ken voorwaarts.) l)e particuliere correspondent van de New York Herald te Manilla heeft aan zijn blad gemeld onder datum 5 Februari, dat de inboorlingen den vorigen avond een aanval niemand toe te laten. Parbleu, dat is lastig, want ik wil zelfs niet dat iemand mij bij oom Daniël zal zien binnen treden. Dat is geen bezwaar, luitenant, ik zal dien mosterdjongen welmeetroonen. Hebt ge nog iets naders vernomen, Marti neau Jawel, luitenant. Die oom Daniël is een leepe vos. Niemand heeft hem zien uitgaan of thuis komen, noch vannacht noch vanmorgen. Ditdrom- melsche kasteel, geheel naar de middeleeuwsche methode gebouwd, moet bepaald verscheidene ge heime uilgangen hebben. Het zou dus nog ver duiveld lastig zijn het bewijs te leveren, dat hij de twee moordaanslagen heeft gepleegd, al zijn wij daar ook nog zoo vast van overtuigd. Dat bewijs hebben wij voorloopig ook niet noodig en als wij er een wilden hebben, dan zou het horloge nog van dienst kunnen zijn. Jawel, jawel, dat is waar, luitenant, maar toch Wat bedoelt ge, Martineau? Dat ik eigenlijk lang niet op mijn gemak ben, luitenant, nu ik zie dat wij met zulk een uitge- rekenden schelm te doen hebben. Och kom, we zullen hem wel onschadelijk maken, zeide Filip op onverschilligen toon. Hij was zoo gelukkig, zoo vol vertrouwen in de toekomst, dat hij aan niets wilde gelooven dan aan zijn geluk en al het overige even lucht hartig opnam. tls goed, luitenant, maar laten we toch vooral de voorzichtigheid niet uit het oog verliezen, her nam Martioeau. Ik stel me niet veel goeds voor van het bezoek, dat gij oom Daniël wilt brengen. Waarom niet? Nu, ik weet het niet, luitenant, maar gij zijt driftig en hij een schurk die voor niets terugdeinst. Wees maar niet bang, mijn jongen, het is niet meer daD een beleefdheidsbezoek. Een beleefdheidsbezoek? Wel zeker, hij behoort tot het gezin van mijn heer De Prabert en ik dien hem toch wel kennis te geven van mijn verloving met mejuffrouw De Briais, die ook tot het gezin behoort. Zou het toch maar niet beter zijn als wij terugkeerden, luitenant? vroeg Martineau. Neen, zeker niet. Nu, zooals ge wilt, luitenant. Wees dan zoo goed hier even te wachten, dan zal ik den toegang tot zijn kamer vrij maken. Martineau ging een zijgang in, terwijl Filip achterbleef. Weldra ontmoette de soldaat een lakei, die daar op post stond en zich vreeselijk verveelde. Martineau zette een onnoozel geiicht, sloeg de hand aan zijn kepi en vertelde den knecht, dat hij iu de gangen van het kasteel ver dwaald was geraakt. Eerst wilde de bediende hem den weg beschrijven dien hij gaan moest, maar Martineau hield zich of hij er niets van be greep en verzocht of de lakei niet even met hem mee zou willen gaan. Breng mij maar naar mijnheer August, den bottelier, met wien ik zooeven heb kennis ge maakt, zeide Martineau, en die mij een glas wijn heeft ingeschonken, zoo lekker als ik het in mijn leven nog niet geproefd heb. Mijnheer August heeft nog een half volle flesch bij zich en wanneer ik nu een goed woordje bij hem doe, dan zal hij die zeker voor ons drieën wel uitschenken. De lakei, gestreeld door het vooruitzicht van een extra glas wijn en zonder vermoeden dat Martineau met ziin domme gezicht hem om den tuin leidde, stemde in het verzoek toe. Maar een paar minuten, mijn goede heer, zeide Martineau. Och, wel vijf als ge wilt, zeide de bediende onverschillig, ik sta hier toch maar voor doe-niet. Zij gingen heen en Martineau putte zich uit in dankbetuigingen en had geen woorden genoeg om zijn bewondering uit te drukken over de uitger strektheid van Saint-Colomban. Filip zag hem heengaan en snelde toe. In een paar seconden was hij aan de deur, die de bediende zooeven had verlaten, hij trad binnen ging door een antichambre en bereikte zoo de ka mer van oom Daniël. Deze lag te bed. Toen hij den jongen officier zoo onverwacht zag binnenkomen, sprong hQ verschrikt overeind, zijn gelaat werd doodsbleek, hij sloeg de oogen neer en sidderde van angst. Zijn lippen bewogen zich, maar hij kon geen woord uiten. Filip plaatste zich voor zijn bed, zag hem door dringend aan en zeide met gedempte stem Wordt vervolgd.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1899 | | pagina 1