Nummer 62. Zondag 6 Augustus 1899. 22e Jaargang
Eerste Blad.
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
ANTOON TIELEN,
Levensverzekering.
Dit nummer bestaat uit
twee bladen.
Bekendmaking.
FEUILLETON.
BUITENLAND.
Spanje.
l
t
D
cj
i
V i
UITGEVER:
"Waalwijk.
Yan de Levensverzekering sprekende zei
den wij „De onzekerheid des levens, zie
daar haar motief, de reglemeoteering dier
onzekerheid, ziedaar haar fundament."
Wegens de onzekerheid van het leven van
den individueelen mensch, wijl hij niet weet
wanneer hij sterven zal, of dit zal zijn jong
of eerst op hoogeu ouderdom, mist hij alle
zekerheid of hij door jaarlijks een gedeelte
zijner inkomsten af te zonderen genoeg zal
kunnen besparen, opdat, als hij sterft, zijne
vrouw en kinderen door zijne voorzorg vol
doende gebaat zullen zijn. Wat hij
noodig heeft is een wissel aan hunne order,
betaalbaar bij zijn dood, dus met een ver
valdag, die zeer nabij maar ook nog zeer
ver af kan zijn.
Waar moet hij dien wissel koopen
Niet bij een gewoon bankier, die alleen
wissels geeft met een bepaalden vervaldag
en tegen contante betalingzulk een wis
sel, met alle faciliteiten in betaling, geeft
Falsaris.
alleen de Levensverzekering en heet dan
polis.
De polis eener verzekering bij overlijden
is een wissel betaalbaar bij overlijden van
den daarin genoemden persoon, die verze
kerd heet.
De Levensverzekering kan zulk een wissel
geven, omdat zij er een groot aantal ver
koopt. Zij weet niet wanneer deze of gene
wissel (polis) vertoond zal worden, maar wel
hoeveel stuks men jaarlijks ter betaling zal
aanbieden en dit is voor haar immers ge
noeg, want deze wetenschap geeft haar het
middel aan de hand om met genoegzame
juistheid ie berekenen, hoeveel zij foor
eiken wissel gemiddeld rekenen moet, ter
wijl de houder van den wissel daarin ook
de gewenschte garantie vindt, dat zijn wis
sel op den vervaldag gehonoreerd kan en
bij goed beheer gehonoreerd zal worden.
Hoeveel wissels er elk jaar zullen ver-
vervallen, met andere woorden, hoeveel
sterfgevallen er zullen plaats hebben weet
de Levensverzekering door de wetenschap
der statistiek, die ons leert, dat bij de groote
onzekerheid van het leven van den enkelen
mensch de grootste regelmaat waargenomen
wordt in de sterfte der massa, eene orde,
die zich in de gansche schepping zoo heer
lijk openbaart.
Men ga maar eens na of de sterfte in
eene eenigszins volkrijke gemeente in op
elkaar volgende jaren niet vrijwel in dezelfde
evenredigheid tot de bevolking blijft.
Hoe meer waarnemingen, hoe meer re
gelmaat.
De Levensverzekering heeft ter harer be
schikking sterftetafels, waarin als het ware
de sterftewet van den mensch is' neerge
legd.
Zulk eeue tafel geeft aan hoeveel van bijv.
10.000 gelijktijdig levend geborenen na elk
volgend jaar nog in leven zijn en dus ook
boe groot de sterfte gemiddeld op eiken
leeftijd is.
Uit de sterftetafels put de Levensverzeke
ring alle gegevens noodig ter berekening harer
tarieven, waarvan zij wet den aan te nemen
rentevoet de basis vormen.
De wijze van berekening der tarieven zal
ons de stof leveren voor het eerstvolgend
artikel.
De sterfte is niet overal dezelfdemen
heeft dan ook sterftetafels voor verschillende
landen, voor de steden, voor het platte land,
voor de geheele bevolking, voor vrouwen en
mannen afzonderlijk, enz.
Uit die tafels blijkt, dat de vrouw het in
levenskans van den man wint, ofschoon er
périoden in het leven der vrouw zijn, dat
hare sterftekans die van den man overtreft.
De sterftetafels leeren ons ook hoelang
gemiddeld iemand waarschijnlijk nog leven
zal.
Zoo ligt voor mij eene tafel, die aanwijst,
dat van 49805 40-jarigen na 30 jaar
nog 24699 (dus ruim de helft) in leven
zijn, waaruit volgt, dat voor een 40-jarige
de waarschijnlijke levenskans gemiddeld 30
jaar is. Naar diezeltde tafel is de waar
schijnlijke levenskans
van een lOjarige 55 jaar.
20 46
30 38
ir 4<0 u 30
50 21V*r
60 14
70 8VS
h 80 n 4
De vergelijking van vroegere en tegeu-
woordige sterftetafels leert ons, dat de le
venskans toeneemt, wat toegeschreven mag
worden aan de vorderingen der geneeskunde,
en der gezondheidsleer. C. O.
zijn oogen op en het was hem alsof alles om hem
heen draaide en hij den grond onder zijn voeten
voelde bezwijken.
De hooge raad van oorlog te Madrid houdt
zich nu bezig met de aansprakelijkheid van
de officieren die Santiago de Cuba verdedigd
en overgegeven hebben.
Generaal Pareja stelde in het licht dat de
stad in onvoldoenden staat van verdediging
was, dat men bij de gevechten in den om
trek reeds zware verliezen had geleden en
dat zoowel de levensmiddelen als de ver
bandmiddelen enz. voor de gekwetsten geheel
ontoereikend waren. Er zijn soldaten van
honger gestorven en in de hospitalen had
men gebrek aan het uoodigste. Aan den
moed van de soldaten en officieren kon niet
getwijfeld worden, zeide Pereja, maar in de
tegenwoordige oorlogeu was moed niet vol-
doeude.
Generaal Toral sprak in denzelfden geest.
Een telegram werd voorgelezen waarin Toral
Maarschalk Blanco om raad vroeg, en ook
het antwoord van Blanco, die de capitulatie
goedkeurde na er de regeering over geraad
pleegd te hebben.
Generaal Ordonnez was van meening dat
alle verdedigingsmiddelen van Santiago wel
is waar uitgeput waren, maar dat men had
kunnen beproeven, de capitulatie te vermij
den door een poging om door de Ameri-
kaansche gelederen heen te breken.
Onze lezers zullen nog niet vergeten zijn
dat de Amerikanen die de stad insloten,
over een geringer aantal troepen beschikten
dan Toral, die nog 11,000 man onder zijn
bevelen had, en waren de Spanjaarden ge
demoraliseerd, ook de Amerikanen waren in
alles behalve goede conditie.
Nieuwe ongeregeldheden te Barcelona.
Vierhonderd recruten zijn de stad doorge
trokken met bezems, wat kreten van verzet
uitlokte bij een deel der bevolking eu be
tuigingen van instemming bij een ander deel.
Eindelijk kwam de politie tusschenbeide
zij maakte van haar wapens gebruik en het
drie maanden, dat is de verloftijd en Zaterdag is
de dag van het huwelijk van kapitein Dormelles.
Dat sluit als een bus.
a
t
i
t
Langstraatsclie Courant,
Dit Blad verschijnt Woensdag en Zaterdagavond.
Abonnementsp r ij s per 3 maanden f 1,
Franco per post door liet geheele rijk f 1,25.
Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden
aan den Uitgever
Advertentién 1 7 regels t'0,60; daarboven 8 eent per regel,
groote letters naar plaatsruimte. Advertentién 3maal ter plaatsing
opgegeven worden 2maal berekend. Advertentién voor Duitsch-
land worden alleen aangenomen door het advertentieburea van
Adolk Steiner, Hamburg. Reclames 15 cent per regel
aoaMttnv tam
De Burgemeester der gemeente Waalwijk maakt
bekend dat hij ter afkondiging heeft ontvangen
het kohier voor de belasting op de paarden en
andere trekdieren, welk kohier van den 4en dezer
af, gedurende 8 dagen ter inzage der ingezetenen
ter secretarie alhier is nedergelegd.
Waalwijk, 3 Augustus 1899.
De Burgemeester voornoemd,
JUD. TIMMERMANS Wz. L.b.
IV.
74 Lias 11135.
Filip riep den koetsier toe
Rue Bonaparte 70
Onder den rit, die hoogstens tien minuten
duurde, werd geen woord gesproken.
Filip Dormelles had al zijn zelfbeheersching
herkregen, alleen de bleekheid van zijn gelaat
bewees, hoe hij leed onder deze vernedering.
Voor zijn huis gekomen, ging hij zijn gezel
schap kalm voor en schelde aan de deur van zijn
woning.
Martineau deed aanstonds open.
Het gelaat van den braven jongen straalde van
genoegen, want hij verkeerde nog geheel onder
den indruk van zijn heerlijk morgenbezoek bij
de bewoonster der tweede verdieping, mevrouw
Regnaut.
Zoodra hij de uniformen der officieren zag,
zette hij zich in postuur en bracht de hand aan
zijn politiemuts.
De officieren traden binnen, zonder den soldaat
met een blik te verwaardigen en deze vroeg zich
in gedachten af:
Verduiveld, wat zou dat vroegtijdige bezoek
te beteekenen hebben En wat kijken zij ernstig,
mijn kapitein ook. 't Is zonderling.
Filip wees kolonel Allovard en kapitein Mas-
sias den weg naar zijn kamer.
Hier heb ik een gedeelte van den nacht zit
ten werken, zeide Filip, terwijl hij naar de schrijf
bureau wees. De kladjes met berekeningen over
de Maasforten liggen er nog, ik heb ze gebruikt
voor het rapport, dat ik u vanmorgen heb gege
ven. Niets is hier afgesloten, behalve eene kleine
doos in een der laden, die eenige brieven en ge
dachtenissen bevat, welke alleen voor mij waarde
hebben, doch voor u van geen beteekenis zouden
zijn.
Kolonel Allevard werd vuurrood, de rol die
hij op het oogenblik speelde, kwam hem zelf
verre van eervol voor.
Wees zoo goed alles zelf te openenen, kapi
tein Dormelles, zeide bij, wij willen niet in per
soonlijke aangelegenheden dringen.
Goed.
Filip trok de eerste lade van zijn schrijfbureau
open en spreidde den inhoud op de tafel uit.
Het waren studiën, plans, teekeningen, eenige
technische brochures en brieven van geen betee
kenis.
Hij liet alles zien, stuk voor stuk, met de
meeste vrijmoedigheid.
Kolonel Allevard gevoelde, dat zijn overtuiging
aan het wankelen werd gebracht.
Hij vroeg zich af, of die anonieme brief niet
een handige zet was geweest om de aandacht van
den waren dief af te leiden.
De eerste lade was geheel doorzocht, Filip borg
de papieren er weer in en opende een tweede.
Eensklaps riep hij uit
Groote God I
Bovenop lag een groote enveloppe van zeer
zwaar papier eu die een lijvig epistel moest be
vatten.
Kolonel Allevard greep er naar met boosaar
dige vreugde.
- Aha, zeide hij, dat is iets buitengewoons I
Hij las overluid het adres, dat op de enveloppe
was geschreven
„Herm Ludwig Merz.
Rue du Goliseé 177."
Vervolgens keek hij Filip doordringend aan.
Nu, dat schijnt mij nogal duidelijk toe, zeide
hij, Ludwig Merz, die naam alleen zegt reeds
genoeg, want wij weten maar al te goed, met
welk doel deze heer te Parijs vertoeft. Het komt
me voor, kapitein Dormelles, dat dit adres door
uw haod geschreven is. Zie eens, kapitein Mas-
sias.
De artillerie-kapitein nam de enveloppe uit de
hand van zijn chef aan en bekeek het adres
Inderdaad, hij herkende de hand vnn Filip Dor
melles en durfde zijn oogen niet vertrouwen.
Ik ik zou liet niet kunnen zeggen, sta
melde hij.
De ongelukkige Filip stond als door den blik
sem getroffen en gevoelde zich alscf hij werkelijk
een op heeterdaad betrapte misdadiger was.
Eenige seconden bleef hij sprakeloos, zijn hart
klopte met geweldige slagen, een nevel trok voor
Intusschen onderzocht kolonel Allevard den
inhoud van de enveloppe, die niet gesloten was.
Dat is het, zeide hij, toen hij het document
te voorschijn had gehaald, de aanklacht is even
juist als nauwkeurig. Dit is lias B 135, die giste
ren op nuijn bureau werd gestolen. Aha, er is nog
meer.
Hier beb ik een brief, die er bij gevoegd is.
Die brief is ongeteekend, maar onloochenbaar
geschreven door dezelfde hand als het adres. Zie
maar, kapitein Massias.
Het kan zijn, kolonel maar wij moeten
eerst eens zien eerst goed onderzoeken.
Hahaha, gij zijt wel een ongeloovige Thomas,
naar het schijnt. Het is zoo klaar als de dag, geen
twijfel meer mogelijk, maar zoo ge wilt, dan zullen
wij eens zien, eens goed onderzoeken.
Kapitein Massias schudde het hoofd, als wilde
hij een verdenking, die ook bij hem rees, met
geweld van zich afwerpen, en riep uit
Maar dat is toch niet mogelijk I Daar moet
een geheim achter steken, de een of andere lage
valstrik.
Met vaste stem zeide Filip, die thans zijn ont
roering had bedwongen en eensklaps het gebeurde
overzag
Er is hier een afschuwelijke laagheid begaan.
Ik weet niet, kolonel, welke waarde gij hecht aan
he woord van een officier, wiens eer thans voor
de eerste maal in twijfel wordt getrokken, maar
ik zweer u, dat die papieren vanmorgen nog niet
hier waren, dat dit adres niet door mij geschreven
is, dat deze brief, waarvan ik den inhoud niet
ken
ül die inhoud is zeer kort en duidelijk, viel
kolonel Allevard hem in de rede, er staat alleen
dit, maar het is wel genoeg, denk ik:
,lk zend u hiernevens de beloolde stukken, die
van het hogsle gewicht zijn, maar vraag mij na
r'-ïts meer, dan over drie of vier maanden. Er
k) n verdenking tegen mij ontstaan en dan zou
lut mij niet langer mogelijk wezen, u den ge-
riugsten dienst te bewijzen. Vóór Zaterdag ontvang
ik het document terug, benevens de overeenge
komen 5000 francs, nietwaar
Geen onderteekening, maar die is ook tamelijk
overbodig, het geschrevene bewijst genoeg. Haha,
Kolonel Allevard gevoelde zich nu weer meester
van het terrein en gevoelloos voor de smart, die
Filip Dormelles met zooveel heldenmoed onder
drukte, genoot hij onbeschaamd van zijn over
winning.
Okolonel, gij zijt wreed in uw haat, riep
Filip uit, terwijl hij zich in wanhoop de lippen
aan bloed beet. Ik smeek u, denk eens een
oogenblik na en gij zult inzien hoe ongerijmd en
ongeloofelijk dat alles is. Men heeft doodeen
voudig gebruik gemaakt van omstandigheden, die
algemeen bekend zijn. Zaterdag zal mijn huwelijk
plaats hebben, mijn laffe vijanden willen dat
onmogelijk maken, het tot eiken prijs verhinderen.
In de Alpen hebben zij getracht mij om het leven
te brengen, hetgeen mislukte tot tweemaal toe,
te Parijs pogen zij mij mijn eer te ontrooven
hetgeen nog veel erger is maar ik ben moedig,
zij zullen han schandelijk doel niet bereiken,
zoolang er nog een droppel bloed in mijn aderen
is, ik zweer u, dat ik mij met de kracht der
wanhoop zal verdedigen, kolonel, en wee hun, die
zich tot hun medeplichtigen hebben gemaakt.
Zwijg, kapitein I riep kolonel Allevard heftig
uit, en geef acht op uw woorden. Het voegt u
niet, op zulk een hoogen toon te spreken en mij
lastig te vallen met persoonlijke aangelegenheden,
die hiermede niet in het minste verband staan.
Gij wordt beschuldigd van landverraad, en ik
vind hier de bewijzen, welke deze beschuldiging
bevestigen.
Wanneer gij onschuldig zijt hetgeen ik wensch
- tracht dan die bewijzen te weerleggen. Wat
mij betreft, als uw verantwoordelijke chef is het
mijn plicht u in arrest te nemen en u van het
oogenblik af nauwkeurig te doen bewaken, in
afwachting dat generaal Rolland, onze comman
dant, doen zal wat hij zijn plicht rekent. En nu
geen woord meer. Volg mij.
Filip boog het hoofd, als bezweek hij onder
zulk een vernedering. Steels gewijze wierp hij
een blik op kapitein Massias, maar deze beant
woordde zijn blik niet.
(Wordt vervolgd.)