BUITENLAND.
Frankrijk.
Rusland.
BINNENLAND.
Engeland.
Joubert zal, als het tot een oorlog komt,
de Transvaalsche troepen aanvoeren.
Worden er van Engelsche zijde groote toe
bereidselen gemaakt tot een oorlog in Zuid-
Atrika door het zenden van troepen en oor
logsmateriaal, ook de Transvaler bereidt zich
voor.
De groots'e sterkste van zijn leger zal de
generaal Joubert samentrekken om Pretoiia,
de hoofdstad.
Johannesburg, het broeinest der kuiperijeu
tegen de Transvaalsche regeering, wordt
minder sterk verdedigd. Komt het tot een
oorlog, dan zal wellicht bij een samentreffen
van de beide legermachten Johannesburg het
allereerst de oorlogsschade lijden.
Om Pretoria worden forten op de bergen
aangelegd eu zeer sterke verdedigingswerken
worden gevestigd overal op den weg tus-
schen Pretoria en Johannesburg.
Nader meldt men
KAAPSTAD, 28 Aug. In antwoord op
Chamberlain's laatste telegram heeft de re
geering der Zuid-Afrikaausche Republiek den
Engelsehen agent doen weten, dat ze zich
houdt aan haar laatste voorstel en geen ver
dere conccssien doen zal.
Wat nu
Dreyfus voor den Krijgsraad.
In de zitting van 1.1. Zaterdag zet Ber—
tillou zijne getuigenis voort, en verzekert ten
slotte b j zijn eer et» geweien, dat zijn over-
tuiging dat het borderel van den beklaagde
Drcytus is, even uuwrikbaar vaststaat als in
189 i.
Nu omspint zich een woordenwisseling
tussciien Berulion en Labo:die hein talrijke
vragen stelde. Laöori zegt dat het onmoge
lijk is toe te geven dat Esierha/y een stioo-
pop is, daar hij vei klaar heeft de maker te
zijn vau het borderel. De argumentatie van
Üertillon valt dus, doordat de grondslag
wegzinkt, in duigen.
ureyfus maakt eeuige opmerkingen. Hij
ve.klaart het gebiuik van het woord ellende
ling Pij het proces 1894. „Bertillon, zeide hij,
wendde zich gedurig tot mij en noemde mij
den schuldige. Toen heb ik hem hei woord
„ellendeling-' toegeroepen. Ik heb niets te
autwoordeu op de verklaringen van den
getuige, maar waarvan ik volmaakt zeker ben
is dat ik niet de schrijver van het borderel
ben.
Hij doet een verklaring aangaande zijne
minuten, die op het ministerie van oorlog
gevonden en vervolgeus aan de chefs van de
afdeelingen zijn ter hand gesteld ea die niet
vervalscnt konden zijn, omdat de chefs er
aanleekeningeu op hadden gemaakt. De
zoogenaamde „brief van het vloeiboek" is
volmaakt echt. Mevrouw Dreyfus zou dit
kunnen getuigen en niemand hier zou haar
woord in twijlel trekken.
Valéne legt dezelfde getuigenis af als
Beriillou. Dreylus roept uil„Alle middeltjes
van Bertillon zijn valsch".
Freystütter herinnert, dat hij in 1894 lid
van den kiijgsiaad was. Zijn overtuiging werd
gevestigd door het getuigenis der schriftkun
digen en van Henry en du Paty. Zij werd
bevestigd door de lezing van de geheime
stukken, die ons in raadkamer werden over
gelegd. Het geheime dossier bevaite een
levensschets, waarin Dreyfus beschuldigd werd
op de school te Bourgcs verraad te hebben
gepleegd, ook op de krijgsschool en aan den
geueralcn siat. In dat geheime dossier waren:
het siuk, Bekend onder den naam ,,Le ca
naille de D." een brief die door gelijkheid
van schrift de echtheid van dat s.uk moest
bewijzen en bekend onder den naam van
brief van Davignon een telegram van een
vreemden militairen attaché dat zeer duidelijk
de schu'd van den beschuldigde uitsprak.
Het getuigenis van majoor Freystaelter was
iu strijd niet het door Maurel verklaarde.
Deze antwoordde, onder een kreet van
afschuw van het publiek: „Ik heb gezegd dat
ikééusiuk heb gelezen, en dat handhaaf ik;
maar ik heb niet gezegd dal er slechts één
stuk gelezen was. Na het eene stuk gelezen
te hebben, heb ik het dossier doorgegeven
aan de leden van den krijgsraad.
Uit die rnededeelingen van Freystatter
blijkt verder, tlat de vervalschte tekst van de
dépêche van Panizzardi onder de ter inzage
gegeven stukken geweest is, en dat dus, als
liet commentaar dat de stukkeu begeleidde
door Mercier vernietigd is, dit zal gedaan zijn
om het gruwelijke feit van de niededeeling
van een erkende valschheid te verbergen.
Maurei, de juistheid van de toelichtingen
van Freys'.aiter ei kennend, zegt dat deze iu
zijn brief sp^ak van den twijfel die er iu zijn
geest gerezen was door het faux-Henry, en
gewaagde van de folteiing van zijn geweten.
Maurel zegt voorts „ik heb niet geantwoord,
omdat het mijne gewoonte is aan iedereen
de vrijheid zijner meening te laten. Ik begrijp
dat een ieder zijn booije s:uurl waarheen hij
het hebben wil."
Er komen incidenten. FreysiiLter, Mer
cier en Maurel staao op de estradehet
publiek zit in ademlooze stilte te luisteren.
Freysi&tier, zeer kalm, noodigt hein uit,
nog eens zijn geheugen na te gaan niet al
leen heb ik de stukken gezien, zegt hij, maar
ik verklaar dat Maurel ze in zijn hand had,
en ik voeg er bij dat hij elk van de stukken
toegelicht heeft.
Libori verzoekt den Raad te onthouden
dat Freysttater niet tegengesproken is ten
aanzien der .nededeeling in raadkamer, aan
de rechters van '94, van het telegram van 2
November.
Parat, bevestigt dat het schrift niet van
Dreyfus kan zijn, evenzoo een andere getuige
Bernard eerstgenoemde z.eg', dat eigenwaan
Bertillon belet te erkennen dat hij zich heeft
vergist.
Treysonnieres deelt de overtuiging van
Bertillon, dat het schrift van 't borderel en
dat van Dreyfus hetzelfde zijn.
De schriftkundige Charavey getuigt daarna:
„Mijn geweten noodzaakt mij, vervolgt hij, te
verklaren dat ik in 1894 in de war ben
gebracht door een gelijkenis van schrift. Het
is voor mij een groole verlichting van mijn
geweten, om ie kunnen verklaren voor u,
voor hein die het slachtoffer is geweest van
mijne dwaling, dat het borderel niet van
Dreyfus maar het werk van Esterhazy is."
Op een vraag van den president, zegt de
getuige dat een eenvoudig onderzoek vol
doende is om iemand te overtuigen dat het
borderel niet van Dreyfus is.
Lepelletier zegt dat het borderel niet aan
Dreyfus kan worden roegeschreven, maar het
werk van Esterhazy is.
Couard verzekert met nadruk dat het bor
derel niet van Esterhazy is, maar weigert iets
te zeggen met betrekking tot Dreyfus, wiens
schrift hij nooit onderzocht heeft.
Zitting van Dinsdag.
Cordier, van ambtsgeheim onslagen zegt
De inlichtingen langs den gewouen weg, wer
den ontvangen door tusschenkomst van een
dame, die zich van haar taak kweet in een
keik. Met betrekking tot de verduistering
van stukken te Bourges, verklaart getuige,
dat deze niet kan worden len laste gelegd
aan Dreyfus. Ten aanzien van de agenten
Cuers en Lajoux, deelde getuige mede, dat
hel doel dier relation was, Duitsche agenten
aan te werven die van groot nut zouden
zijn ingeval van oorlog.
Cordier, zijn getuigenis voortzettend, ver
klaart, dat zich op het oogenblik van de ai-
restatie van Dreyfus slechts één enkele ver
duistering had voorgedaan en hij heet het
getuigenis van generaal Roget valsch van
het begin tot aan het einde.
De getuige verklaart aan de schuld van
Dreyfus te hebben geloofd op grond van het
me' algemeene stemmen gevelde vonnis, doch
er is een twijfel bij hem ontstaan, toen hij
kwam te weten, dat het borderel was gesteld
op Mei in plaa'.s van op September en deze
twijfel is versterkt door hel feit, dat Picquart,
Esterhazy en Henry te zamen deel uitmaak
ten van den informatiedienst. Mei betrek
king tot het dictée van Dreyfus verklaart
getuige, dat beschuldigde in een spiegel kon
zien, dat er iemand verborgen was achter
een portière, die hem gadesloeg.
Na heropening der zitting verklaart gene
raal Roget op de hoogte geweest te zijn van
de onbescheidenheid met betrekking tot Ro
bin van 1896/98 in tegenspraak met het
getuigenis van kapitein Freys'.Stter. Getuige
verklaart het voor onjuist dat de verduiste
ringen aanhielden na de veroordeeling van
Dreyfus. De inlichtingen verstrekt aan Duitsch-
land vóór de inhechtenisneming van Dreylus,
waren juist, na dien tijd waren ze valsch.
De oudminister van oorlog De Freycinet
weidt in den breide ui' over de gevolgen
van de campagne tegen het leger, waardoor
er vrees ontstond, dat de soldaten he' ver
trouwen in hun chefs zouden ve:liezen.
Guérin heerscht nog altijd a's bevelhebber
in zijn <vesting" in de Rue de C .ab'ol. Het
hijschen van de zwarte vlag bete-.kent, vol
geus zijn zeggen, dat Frankrijk in „-nöreelen"
rouw gedompeld is Doodeu zijn er niet,
zooals aanvankelijk gevreesd werd, doch de
Libre Parole spreekt van twee aan lyphus
lijdende belegerden, die de geheele wiik met
besmetting dreigen. Wegens het schieten
met scherpe revolverpatronen op een agent
van politie is een instructie (wegens poging tot
moord) tegen Guérin geopend door den rechter
Fabre. Het heet, dat er nog voor 14 dagen
mondvoorraad in de vesting is.
Nabij Saint-Etieune zijn 16 mijnwerkers,
die in een bak in een mijn afdaalden, door
het breken van een touw van een hoogte van
350 meters naar beneden gestort. Allen
bleven op de plaats dood.
PARIJS, 29 Aug. De correspondent te
Rennes van de „Petit Bleu" zegt, dat de
brieven, door Esterhazy aan generaal Roget
gezonden, aanbiedingen zijn van geld, aan
Es'erhazy gedaan, wanneer hij wilde beken
nen, dat hij rle schrijver is van het borderel,
een brief waarin zijn aanstaande zelfmoord
wordt voorspeld en eenige geheime stukken.
RENNES, 29 Augustus. Tengevolge van de
vele dreigbrieven, gericht tot kolonel Jouaust
en andere personen, die in het proces be
trokken zijn, is men er toe overgegaan bij 't
binnenkomen de kleederen van het staande
pubdek oppervlakkig te onderzoeken. Tot
overmaat van voorzorg heeft men de kelder
luiken, die de ouderverdieping van het Lycée
verlichten, afgesloten met ijzeren platen.
allerlei aard en 10 sterfgevallen tengevolge
van de hi'te voorgekomen. De hoogste tem
peratuur bedroeg 95 graden Fahrenheit in de
schaduw. In 1852 was hoogste temperalunr
93 graden, het record voor deze eeuw, dat
Vrijdag geslagen is. 25 Augustus 1899 is
dan ook de warms'e dag voor Londen in de
19.ie eeuw geweest.
LONDEN 28 Augustus. De Daily Mail
maakt melding van een aanslag op den sultan
van Marokko le Fez, waarbij twee adjudanten
gedood zijn, terwijl de sulten zelf ongedeerd
bleef.
Volgens hetzelfde blad heeft de generaal
der opstandelingen op Haiti generaal Tacho
een overwinning behaald aan het hoofd van
400 man. In drie dagen tijd verloren rie
regeeringstroepen 150 man en drie kanonnen.
Een hevige orkaan heeft te Taganrog vreese-
lijke verwoestingen aangericht. De daken
werden van de huizen geslingerd en ver
scheidene huizen stortten in, terwijl een 15-tal
schepen in de haven zonken waarbij een
18-tal personen omkwamen.
Bij een ontploffing in een kolenmijn te
Solejewskohe zijn een groot aantal personen
omgekomen. Reeds zijn 28 lijken gevonden,
terwijl nog 40 personen als vermist zijn op
gegeven.
De pest.
Tot 25 Augustus jl. zijn te Oporto officieel
51 gevallen van pest geconstateerd, waarvan
18 met doodelijken afloop. Zondag kwam
geen enkel nieuw geval voor.
Eetbge winkels zijn gesloten uit vrees voor
besmetting. Men acht de maatregelen der
overheid onvoldoende. In de nabijheid der
stad zijn twee gevallen geconstateerd, 1 te
Zambuja en 1 te Atalayabeide plaatsen
liggen aan den Oporto—Lissabon. De „Nord
deutsche Lloyd» heeft besloten, haar stoom
schepen geen Porlugeesche haven te laten
aandoen zoolang gevaar voor pest blijft
bestaan.
Te Tama'ave op Madagascar is een geval
van pest geconstaieeid. De aangetaste, eeu
creool, is overleden.
In verband met het uitbreken van de pest
te Astrakan zijn door de Rumeensche regee
ring strenge maatregelen genomen tegen
eventueele besmetting. Hel heetdat te
Reni in Rumenië, reeds een geval van pest
is voorgenomen.
Te Alexandria komen gemiddeld 1 2
gevallen om de 10 of 12 dagen voor. Men
meentdat de ziekte is aangebracht door
ratten van Indische schepen.
•■vctra*.' rfrwirr—flTO
WAALWIJK, 30 Aug. 1899.
Cursus voor hoofdonderwijzers
Op herhaald en dringend verzoek van
verschillende onderwijzers hebben de heeren
Spijkerman, directeur, Van Oudenhoven en
Goossens, onderwijzers van de rijks normaal
lessen te Waalwijk, besloten Zaterdag a s. een
cursus te openen voor hen, die voor de acte
van hoofdonderwijzer studeeren. Voorloops
zal er onderwijs gegeven worden in Ned"
Taal en Letterkunde, Lezen, Wiskunde eu
Rekenen.
Stoom leerlooierij.
Naar men ons meldt zal deze week nog
een begin gemaakt worden met het in werking
stellen der groote Stoomlooierij van de heeren
Witlox van Ierse! Co. Moge het beste
succes het weik dezer nijvere industrieëlen
bekronen.
Uitvoering „Volharding iu den Strijd".
In October hoopt de Vei eeniging „Volhar
ding in tien S'rijd" op le voeren: „De Zoon
van den Veroordeelde", groo' drama in vijf
bedrijven, waarvoor een geheel nieuw déco
ratief zal vervaardigd worden. Voor liefheb
bers van comedie is dus eeQ schoone avond
aanstaande.
Vrijdag zijn te Londen 200 gevallen van
zonnesteek, een duizendtal ongelukken van
Wedvlucht.
Zondag 27 Augustus hield de postduiven
vereniging „De Postduil" alhier een veree-
nigingswedvlucht van uit Gouvy.
Losgelaten met N.O. wind 6 uur.
De prijzen werden behaald als volgt
J. Sars 8.49.47
A. Jansen 8.59.53
J. Sars 8.53.17
R. Ficq 8.55.45
A. van der Lee 8.56.01
M. Hartog Goudsmit 8.56.03
8.58.10
P. R. Schoemans 9. 3.59
R. Ficq 9. 4.10
De eerste duif behaalde eene snelheid van
1051 meter per minuut.
Verloting.
De trekkingslijst var. de door de vereeniging
voor Landbouw, Handel en Nijverheid te Am
sterdam, op 14 Aug. en volgende dagen,
plaats gehad hebbende verloting ligt aan
ons bureau ter inzage.
Tot zoover vrij weten, zijn er in onze
gemeente een 3tal prijzen gevallen.
Mgr. Van de Ven.
Mgr. Van de Ven, bisschop van 's Bosch
hoopt 2 Juni 1900 den dag te herdenken,
waarop Z. D. H. voor 40 jaren de H. Pries
terwijding ontving.
Koning Leopold in ons land.
He koning van België heeft op zijn jacht
Alberta een uilstapje naar en door ons land
gemaakt. Dit jacht kocht de koning verleden
jaar van den Amerikaan A. Drexel. Het is
een schoepertuig-stoomjacht, 300 voet lang
metende 1400 ton, voorzier. van een tweel
lingschroef. en met een paar kanonnetjes be
wapend. Het staat onder commando van den
Engelschen kapitein I. Collens, en het is
bemand met een Engelsche equipage van 54
koppen. De inrichtichting van het jacht is
zeer vorstelijk een drijvend paleis. De ko-
ning gebruikie nu twee salons en suite en
een rooksalon, behalve zijn slaapvertrekken.
Bovendien zijn er acht kamers voor gasten.
Aan het dek is een bibliotheek. Alle salons
zijn met een antiek eiken betimmering ver
sierd.
De koning was uitsluitend vergezeld van
zijn intendant den Cte. du Chastel.
Zaterdagmiddag te 12 uur kwam het jacht
uit Ostende ie Amsterdam aan. Toen kreeg
de jeugdige Bernard de Haas de opdracht
den Koning a's tolk te dienen en hem hier
en daar den weg ts wijzen, 's Middags
maakte korting Leopold al dadelijk in een
stoomsloep een tochtje naar Marken. Doch
in het vermaarde Broek in Waterland ging
hij aan wal om de boerderij van den heer
Wiltenburg te bezoeken. De koning vond dat
wel merkwaardig, liet zich alles uitleggen en
sprak zeer amicaal rnet de menschen. Hij
kocht er een Edammer kaasje.
1 oen ging het via Monnikendam naar
Marken. Dat schilderachtig eiland viel al-
zeer in den smaak van den Vorstde aarts
vaderlijke dracht der bewoners, en vooral de
blozende blonde meiskes met de lange gul
den krullen uit de kap, en het mooi-kleurig
jakje op de wijd uitstaande rokken schenen
den koning bijzonder 'e bekoren. En ook in
die grappig ouwelijk gekleede kinderen had
hij veel plezier. Z. M. ging binnen in twee
huisjes, natuurlijk ook in dat van den kloe
ken botterschipper De Waart Weer was de
Vorst vriendelijk „als een gewoon mensch",
tegen de visschers en de visscherinnetjes.
Na een half uurtje ging het over de Zui
derzee terug naar Amsterdam, waar de Ko
ning om zes uur op zijn jacht het middag
maal gebruikte. Na tafel wees de tolk Zijne
Majesteit en diens intendant weer den weg
op een wandeling van een uur door de voor
naamste straten van de hoofdstad. Zoo nu
en dan herkende eeu voorbijganger den Ko
ning, groetie, waarop Zijne Majesteit steeds
zeer diep den hoed afnam.
Zondag morgen reeds te half ze
ven kwam de tolk weer met een landauer
opzij van het jacht, en toeu maakte de Ko
ning eeu rij loer van ongeveer zes uur door de
stad. Eeist woonde Z. M. den dienst bij in
de Eenhoornkerk in de Haarlemmerstraat.
Niemand wist er wat voornaam man zich
onder hel gehoor bevond. Voorts bezocht de
Koning onder meer het museum jhr. Six, dat
anders op Zondag nooit open is hij reed
door de Jodenbuurt, waarvan het levendig
Oostersch karakter hem bijzonder trof, be
zocht de Portugeesche kerk, en uit de drukte
van de Kalverstraat wandelde de Koning
het stille Bagijnenhof in, onder den indruk
van het schilderachtige dier ouderwetsche
trapjesgevels met de stemmige tuintjes, door
hier en daar een Bagijn'je in haar stemmige
kleedij gestoffeerd. Voorts liep de Koning
door Artis, steeds ongehinderd door officieel
geleidehij reed het Vondelpark door, en
eindigde met een bezoek aan het Rijksmu
seum.
Aan boord werd de lunch gebruikt. Dade
lijk daarna ging de koning per spoor naar
Haarlem, en toen hij daarop de markteven
wachtte op een rijiijuig, dat hem over
Bloemendaal naar IJmuiden zou brengen,
herkenden enke'e wandelaars hem en brach
ten hem met een Vive te Roi een kleine
ovatie.
In IJmuiden lag het jacht, uit Amsterdam
opgestoomd, in de nieuwe sluis, waar de
Alberta, door beleefdheid vau de betreffende
ambtenaren, onmiddellijk kon doorvaren. En
nu werd het jacht door den loods Simon Baak
naar Rotterdam gebracht. Het vertrok ora
61/2 uur en kwam 's avonds te lD/é uur hier
aan de Paikkade.
De koning kwam herhaaldelijk op de brug
om met den kapitein en den Hollandschen
loods een praatje te maken.
Bij aankomst hier trok de Vorst zich on-
middelijk in zijn slaapvertrek terug. Maar
om half zeven reed koning Leopold alweer
uit. steeds begeleid door den tolk De Haas.
In een fliuken plasregen bezichtigde hij onze
havens en een deel van de stad. Te 7 uur
26 ging Z. M. in esn gewoon le klasse—rij.
tuig naar Den Haag, waar de Koning met
intendant en tolk zich door een alleronooge-
lijkst snordertje naar het Oranje—hoteHu
Scheveningen liet brengen, om daar zijn
dochter, de aartshertogin weduwe Stephanie
en haar kinderen te bezoeken. De ontvangst
was er zeer hartelijk
Na een half uur bracht het verweerde
suordertje den Koning door de Boschjes naar
het station terug. De Vorst kwam juist op
het nippertje voor den trein van 10 uur 2,
en in der haast gelukte het den tolk nog
twee leege plaatsen voor Koning en inten
dant in een eerste-klasse rijtuig te vinden.
Koning Leopold wandelde hier de stad
door tot aan den Eeudrachtsweg, stapte daar
op de tram naar het Park, en te half twaalf