Nummer 70.
Zondag 3 September 1899.
Tweede Blad.
Staatkundig overzicht.
v.
BUITENLAND.
lielgie.
Frankrijk.
Zwitserland.
Amerika.
BINNENLAND.
Dominica.
De Trans va alsckc Crisis.
Volgens Reuter bevat Chamberlain's ant
woord in hoofdzaak het volgende. De En-
gelsche regeering beschouwt het nieuwe voor
stel niet als een antwoord op haar telegram
betrtffende de gemengde commissie. Het
aanbod van vijfjaarskiesrecht enz. wordt er
kend als overeen te komen met Sir A. Mil-
ner's program. Ten aanzien van de suze—
reiuiteitskwestie verwijst de Engelsche regee
ring naar haar laatste telegram daarover,
waarin zij, haar opvatting volhoudende, ver
klaart dat zij over die zaak niet verder met
de Transvaalsche regeering wil twisten. Wat
de onthouding van inmenging in de toekomst
betreft, spreekt Chamberlain de hoop uit dat
daarvoor in 't vervolg geen aanleiding zal
zijn indien gelijke rechten op bevredigende
wijze toegekend worden maar Engeland kan
de rech.en die het als uitvloeisel van de beide
conventies bezit, niet prijsgeven. Ten slotte
wordt een nieuwe conferentie te Kaapstad
voorgesteld.
President Kruger heeft den Volksraad ver
zocht, Donderdagavond eene geheime ver-
gadeiing te houden om te beraadslagen over
Chamberlain's laatste dépêche. Staatssecre
taris Reitz legde uit, dat de Transvaalsche
tegenvoorstellen officiëus aan Chamberlain
waren meegedeeld door middel van den
Engelschen agent te Pretoria. Chamberlain
had geantwoord dat hij, indien de Zuid Afri-
kaansche Republiek de bedoelde voorstellen
werkelijk deed, den iuhoud ervan zou onder
zoeken.
In haar laatste kennisgeving aan de En
gelsche regeering doet de regeering van de
Zuid-Afrikaansche Republiek het voorstel, dat
zij, indien haar tegenvoorstellen worden aan
genomen, den Volksraad zal ontbinden, na
de nieuwe verkiezingen zal dan de nieuwe
wet binneti eenige weken van kracht zijn.
Haar bedoeling daarmee is een oorlog in
Zuid Afrika af te wenden, omdat deze ver
strekkende gevolgen zou hebben. Tevens
oppert de Transvaalsche regeering dat kies
recht na zeven jaar voldoende is om aan de
eischen van de nieuwen bevolkiug te voldoen.
LOURENgO MARQUES, 31 Augustus
De autorieiten hier hebben uil Lissabon in
structie outvaugen om de voor Transvaal
bestemde ammunitie door te laten.
Het stoomschip German is hier uit
Hamburg aangekomen met een groote bezen
ding Martini-Henry-patroonhulzen, kogels enz.
De gevangen genomen officiereu der
Transvaalsche politie zijn losgelateu.
Aan|een correspondentie uit Transvaal aan
Nieuwsbl v, H. ontleenen wij het volgende:
De stand van zaken is hier nog maar steeds
kritiek, en hoewel Engeland vreeselijk aan
't schreeuweu is tegen Transvaal, geloof ik
toch dat het meer bangmakerij is dan ernst,
want Engeland zal zich nog wel 100 maal
bedenken alvorens oorlog met Transvaal te
maken, daar het lang niet zeker is dat zij
winnen zullen en ingeval van verliezen, zal
Engeland niet allee) voorgoed uit Transvaal
verdreven worden, maar geheel Zuid-Afrika
verliezen, hetgeen een nationale ramp zou zijn,
die gevolgen na zich zou kunnen sleepen,
welke Engeland niet meer te boven komt.
Doch wil Engeland den oorlog, welnu, hier
is men klaar eu zal men de Engelsche soldaten
ontvangen en zullen de boeren aan de ge-
heele wereld toonen, dat op 't oogenblik allen
als een onwankelbare rots bij elkaar staan
en bereid zijn tot den laatsteu man te sterven.
Indien u soms denkt, dat wij hier in on-
onrust zitten, o, neen, volstrekt niet, alles gaat
kalm zijn gang en er wordt weiuig meer over
de oorlog gesproken want dat schreeuwen
van Engeland kennen we hier, dat draait in
den regel op niets uit. Iedereen wenscht nu
öf dirert vrede öf anders oorloghet wordt
hoog tijd, dat aan dezen toestand een einde
komt, welke niets anders is als het werk van
gewetenlooze Engelsche ministers eu kapita
listen.
BRUSSEL, 31 Aug. De Kamer heeft met
59 tegen 31 stemmen en 4 blanco's besloten,
het socialistische wetsontwerp tot herziening
van artikel 47 van de grondwet, dat strekte
om de indiening van een wetsontwerp tot
invoering van het algemeen stemrecht moge
lijk te maken niet in behandeling te nemen.
Dreyfus voor den Krijgsraad.
Woensdag werd de zitting voortgezet met
het verhoor van Paul Meyer, die verklaarde,
na grondige studie tot de slotsom geraakt te
zijn, dat het borderel van Esterhazy was;
Molinier getuigt in gelijken geest.
Giry bevestigt de getuigenis van beide
voorgaande getuigen.
Picot, vertelt het gesprek, dat hij gehad
heeft met den Oostenrijkschei) militairen at
taché, die er zijns inziens op uit was, de
onschuld van Dreyfus luide te verkondigen.
Hij beschouwt Esterhazy als een bedrieger,
en vertelt, dat hij in betrekking had gestaan
tot den agent A. (Schwartskoppen).
Generaal Deloye brengt in herinneriug dal
hem in het begin van 1899 opgedragen werd,
het Hof van Cassatie voor te lichten over 't
nieuwe materieel van de artillerie. Hij her
haalt de verklaringen, die hij voor het Hof
van Cassatie heeft afgelegd. Het is onmogelijk
dat in 1894- een officier van den troep wat
ook over het ko^e kanon 120 heeft kunnen
mededeelen. Deloye herinnert zich niet nauw
keurig in welk jaar het reglement op het
kor.e kanon 120 iu den handel is gebracht.
In elk geval was er in 1894 geen reglement
op dit kanon in den handel. Bijzonderheden
over de hydraulische rem konden op dat tijd
stip slechts eeu klein aantal officiereu bekend
zijn.
Dreyfus zegt: Het korte kanon 120 heb ik
tweemaal gezien, maar ik heb nooit zien
hanteeren of schieten. De bij den staf gede-
tacheerden hebben nooit de schietschool
gevolgd. De shrapnels heb ik slechts vluchtig
bestudeerd.
Zitting van Donderdag.
Lebrun-Renault komt voor.
De president zegt: U is den 5en Januari
1895, bij de degradatie van den beschuldigde
belast geweest, met hem le gaan halen aan
de Cherche Midi en hem te brengen in de
krijgsschool, waar hij eenige oogeubiikken
gebleven is. Vertel den krijgsraad wat er
gebeurd is.
Lebrun-Renault vertelt dan. Hij kreeg last,
Dreyfus tot zijn degradatie te bewaken. Deze
begon met zijn onschuld te betuigen. Met
zijn vermogen, zeide hij, had hij geen belang
om het land te verraden. En hij zeide »Ik
ben onschuldig. In drie jaar zal men mijn
onschuld erkennen. De minister weet het. Hij
heeft het mij een paar dagen geleden it) mijn
cel door du Paty laten zeggen. Hij weet dat,
als ik aan Duitschland stukken heb geleverd,
het was om er andere van meer belang voor
te krijgen."
Kapitein Attel, vervolgt de getuige, .vas er
bij toen hem die verklaring gedaan werd
Zoodra men Dreyfus voor de executie-parade
kwam halen, bracht hij (Lebrun-Renault) die
woorden van Dreyfus aan andere officieren
over.
Het is mijn taak niet de tegenstrijdigheid
van de bekeuteuis met de betuiging „Ik ben
onschuldig, binnen drie jaren zal mijn
onschuld aau den dag komei in overeen
stemming te brengen. Dat moet de verdedi
ging maar doen en Dreyfus moet zich maar
verklaren, elk heb deze zinsnede gehoord en
daar is het mee uit. Ik heb haar herhaald
zonder commentaar."
Dreyfus herinnert dat hij reeds aan den
krijgsraad verklaring heeft gegeven van de
woorden, door hem gesproken. Hij geeft uiting
aan de aandoening, die hij na vijf jaar
gevoelt, als hij ziet dat een getuige, die
woorden heeft gehoord, welke beginnen met
een betuiging van onschuld, deze woorden
aan zijn chefs overbrengt zonder den belang
hebbende zeiven verklaring van die woorden
te vragen. Dat zijn manieren waarvoor recht
schapen lieden slechts verontwaardiging kun
nen gevoelen."
Guérin verklaart, dat Lebrun-Renault direct
de bekentenis van Dreyfus aan de officieren
bij de degradatie tegenwoordig, is komen
vertellen, en zegt „Hij liep met automatischen
pas heen en weer en herhaalde voor de
officieren „Over dtie jaar zal mij gerechtig
heid geschiedenEnkele getuigen verklaren
nog in gelijken geest.
Op een vraag van den voorzitter verklaart
Dreyfus, nooit gezegd te hebben dat over
drie jaar zijn proces herzien zou worden. Hij
begrijpt die woorden trouwens niet. Hij
verzoekt den voorzitter, in het belang van de
waarheid de brieven voor te laten lezen die
hij aan den chef van den generale» staf van
het leger heeft geschreven. „Dan zal men
zien", zegt hij, „in welke bewoordingen ik
verzocht dat men een onderzoek zou in
stellen."
De voorzitter vraagt„Waarom juist drie
jaar?"
Dreyfus antwoordt «Omdat, gelijk ik aan
du Paty had gezegd, de regeeriug beschikte
over middelen tot nasporing, en omdat zij
tijd behoefde om zich ervan te bedienen. Ik
zei daarom dat men over twee of drie jaar
mijn onschuld zou inzien, maar ik verzeker
dat ik geen enkele kwade bedoeling had."
Forzinctii zegt dat hij Dreyfus altoos voor
onschuldig heeft gehouden, en dat deze trou
wens altijd zijn onschuld betuigde. Nooit heeft
Lebrun-Renault Forzinetti over een bekente
nis of over d'Attel gesproken. Forzinetti
bevestigt dat du Paly hem aanried, zekere
middelen te bezigen om Dreyfus in de war
te brengen, en gewaagt van de zelfmoord
plannen van Dreyfus.
Dreyfus erkent dat hij besloten had zich
het leven te benemen, en alleen zijn marte
lingen heeft kunneu verdragen, omdat zijn
vrouw hem tot het bewustziju van zijn plicht
bracht.
Zitting van Vrijdag.
Germain legt getuigenis af. Hij was in
1886 te Mühlhausen en verschafte aau Drey
fus een paard, dat deze besteeg om de
Duitsche manoeuvres, die toen in den Elzas
werden gehouden, te volgen. Germain zegt,
Dreytus te herkennen.
Dreyfus erkent dat hij omstreeks 1886 en
1887 elk jaar zijn verlof te Mühlhausen ging
doorbrengen en onderwijl studeerde. „Ik
verklaar dat. ik nooit officieus noch officieel
tegenwoordig ben geweest bij Duitsche ma
noeuvres. Ik ben er nooit toe uitgenoodigd.
Op al mijn reizen ben ik mij gaan aanmelden
bij den commandant van Mühlhausen met
mijn gewonen verlofpas" Hij geeft bijzon
derheden over het kleine Duitsche manoeuvre-
veld, in de nabijheid gelegen, van waar men
de manoeuvreerende regimenten kon waarne
men. „Ik verklaar, vervolgt Dreyfus, dat ik
nooit met Duitsche officieren gegeten heb.«
Hij zegt dat hij versche paarden placht te
berijden. Kulmann, een paardenkoopman en
de pa'roon van Germain, is nooit met hem
(Drevfus) le paard gestegen noch met hem
manoeuvres gaan bijwonen. „Ik logenstraf
besluit Dreyfus, al de praatjes dienaangaande
formeel,"
De generaal Sébert verklaart dat het borde
rel niet door een artillerie—officier is ge
schreven. Hij zegt dat hij in dat getuigenis
wordt gesteuud door de stellige overtuiging
die hij heeft van Dreyfus' volkomen onschuld.
Hei eerherstel dat men Dreyfus zal verleenen
zal eet) werk vau bevrediging zijn, dat de
eendracht herstellen zal.
De correspondent van de Figaro te Reunes
meldt dat Jouaust voornemens is, zich met 'i
verhoor der laatste getuigen zoo te haasteu
dat dc uitspraak Donderdag kan vallen.
De Figaro zegt dat het verhoor van du
Paty buitengewone dingen aan het licht zal
brengen. Volgens de Matin hebben Mornard
en Picquart verklaard, zeker te zijn van
Dreyfus' vrijspraak.
De Figaro deelt een gesprek mede, dat
Monod, lid van het Ins'ituut, met Frëycinet
gehad heeft, na diens verhoor door den
krijgsraad. Toen Monod Freycinet geluk—
weuschte met zijn rede, maar zijn leedwezen
erover uitsprak, dat hij, een revisionist, het
niet noodig had geacht, ziin geloof aan de
onschuld van Dreyfus uit te spreken, ant
woordde de oud-minister Ik kon noch
behoefde dat te doeu. Ik had den krijgsraad
zijn uitspraak niet voor te schrijven. Maar
iedereen moet vrijspraak weuschcn een
veroordeeling zou beteekenen: tweedracht teo
eeuwigen dage.
Bij de bestijging van den Dent Blanche
nabij Zermatt is een Engelsche tourist met
drie gidsen in den afgrond gestort. De vier
mannen werdeu verpletterd.
De Fransche gezant te Washington heeft be
kend gemaakt, dat de erfgeuameu van een rij
ken Amerikaan, die bij de ramp van de „Bour
gogne" in Juli 1898 is omgekomen, een prijs
van 100.000 francs hebben uitgeloofd voor
dengene, die het best uitvoerbare advies tot
redding van menschen bij een scheepsramp
in volle zee geeft. De ingekomen antwoorden
zullen door een commissie van de Parijsche
Wereldtentoonstelling vvordeu onderzocht. Ie
der mag mededingen.
Patina zou naar de opstandelingen zijn over-
geloopen.
Naar de Herald meldt, is de militaire be
velhebber te San Cristobal vermoord. De
opstandelingen hebben de telegraafdraden in
het binuenland doorgesneden. Op de hoofd
plaatsen aangekomen vluchtelingen melden
dat de opstand zich in het binnenland steeds
uitbreidt.
Naar het schijnt liggen een Fransche kruiser
(de Cécille) en een Amerikaansche (de New-
Orleans) gereed om troepen aau wal te zetten
als het noodig wordt ter bescherming van de
vreemdelingen. En de bevolking die met de
opstandelingen niet meedoet, wordt gezegd,
op hulp van de Amerikaansche regeering te
rekenen.
De jongste berichten, alle via New York,
melden dat de opstandelingen zegepralen; zij
hebben, als een door hunnen vertegenwoordi
ger in de Unie, senor Grullon, uit Santiago
de Cuba ontvangen telegram waar is, de
hoofdstad reeds ingenomen, en volgens een
ander telegram (uit Cape Haïtien) generaal
Pexpin verslagen en gedwongen zich naar
Moute Cristi terug te trekken. Generaal
WAALWIJK, 2 Sept. 1899.
Raadsvergadering.
Vergadering van den raad op Dinsdag 5
September des voormiddags ten elf ure.
Onderwerpen ter behandeling
1. Ingekomen stukken.
2. Installatie van de op 6 Juli 1899 ge
kozen leden van den raad.
3. Benoeming van 2 wethouders.
Koningi une—Verjaardag.
Donderdag ter gelegenheid van den l9den
verjaardag onzer geëerbiedigde Koningin
Wilhelmina, wapperde van enkele gebouweu
de nationale driekleur.
Ziedaar de wijze waarop in Waalwijk,
dat zoo dikwijls schitterende bewijzen van
Oranje-gezindheid heeft gegeven den 19den
geboortedag en tevens de verjaardag van de
troonsbestijging onzer geliefde Vorstin is
gevierd. Geen kinderfeest, geene muziek
uitvoering, niets om dezen dag te herdenken.
Bij zulke gelegenheden treedt het gemis
aan eene geschikte muziekkiosk zoo duidelijk
op den voorgrond. Onze flinke muziekge
zelschappen zouden anders niet gedraald
hebben, eenige vaderlandsche liederen ten
gehoore te brengen om alzoo uiting te geven
aan de gezindheid van het Waalwijksche volk,
en eene vroolijke, feestelijke stemming ODder
de bevolking op te wekken.
In alle plaatsen van Nederland bijna, in
dorpen veel kleiner dau het onze, is feest
gevierd, wordt van dezen nationaleu dag een
feestdag gemaakt, maar Waalwijkanders
steeds vooraan, blijft hierin ten achter.
Hadden we dan maar alleen op zoo'n
heerlijken zomeravond als Donderdag van eene
uitvoering kunnen genietendit ware reeds
iets, een begiu geweest.
Wanneer zullen we daar toch eens toe in
de gelegenheid worden gesteld.
Vergadering der Lnngstraatscüe administra
tieve vereeniging.
Hedennamiddag ten 2V2 ure zal de „Lang-
straatsche Administratieve Vereeniging eene
vergadering houden in hel hotel Verwiel.
Punten van behandeling
1. Rekening en verantwoording door den
penningmeester.
2. Contributie.
3. Kindserkenning (artt. 335 344 B.W
4. Belastingverordeningen.
5. Verrekening van het nadeelig saldo in
de gemeenterekening,
net Hotel „De Twee Kolommen", Waalwijk.
Wij bezichtigden bovengenoemd hotel en
daar wij meenen, dat onze lezers er zeker
belang in stellen, deelen wij hier de volgende
bijzonderheden mede.
Aan den Heer H. Meulkens, architect
alhier, werd opgedragen het ontwerpen van
een plan voor een gebouw, dat aan de eischen
des tijds zou voldoen. Met bekwamen spoed
voldeed hij aan deze opdracht en leverde een
plan en bestek, dat aller goedkeuring weg
droeg.
Donderdag 23 Februari 1.'. had de aanbe
steding plaats, waarvan de uitslag was, dat
de uitvoering werd opgedragen aan de heeren
van Dommelen en vaD Eggelen, die onmid-
delijk een aanvang maakten en het werk met
zoo prijzenswaardigen ijver hebben voortgezet,
dat het gebouw thans maand na de aanbe
steding gereed is. Een eere-saluut voor der
gelijke flinke aaunemers is hier zeker op zijn
plaats voor hunne vlugge, accurate afwerking
en voor de schikkelijke wijze, waarop zij zich
van die taak kweten. Meteen mag een woord
van lof hier niet onthouden worden aan den
aannemer van het metselwerk, den heer Wil
lem van Hees, die door het daarstellen van
zoo'n gebouw met zulk een gevel, een
grooten naam maakt als zeer bekwaam
vakman. Dank de voortvarendheid van boven
genoemde personen en de uitstekende leiding
van den architect, staat het hotel daar als
een monumentaal gebouw, ais een waar sieraad
voor onze gemeente.