Nummer 76. Zondag 24 September 1899. 22" Jaargang.
Eerste Blad.
Geïllustreerd Zondagsblad
fEimsn«.
Toegewijd aan Handel, industrie en Gemeentebelangen»
ANTOON TIELEN,
Dit nummer bestaat uit
twee bladen.
FEUILLETON.
Staatkundig overzicht.
UITGEVER:
Waalwijk.
h Zij, die zich voor
het volgend kwartaal
op dit blad abonneeren, ontvangen
de nog deze maand verschijnende
nummers GRATIS.
Aan onze Abonnës.
Dr. N j c o 1 a.
De gehangene.
De Echo van het Zuiden,
WaalwijksclK1 ril LangstraalsÉe Courant
Dit Blud verschijnt Woensdag en Zaterdagavond
Abonnementsprijs per 3 maanden f 1,
Franco per post door het geheele rijk fl,15.
Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco t.e zenden
aan den Uitgever
Adaïertentiën 1 7 regels f0,60; daarboven 8 cent per regel,
groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën 3maal ter plaatsing
opgegeven worden 2naaal berekend. Advertentiën voor Duitsch-
land worden alleen aangenomen door het advertentioburea van
Adolf Steiner, Hamburg. Reclames 15 cent per regel
Wij wekken onze lezers op, om, zoo zij
nog niet mochten hebben ingeteekend op
het GEÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD,
hetwelk wij bij ouze Courant verkrijgbaar
stellen, alsnog hun verlangen daartoe aan
ons kenbaar te maken.
Deze dagen gaat een nieuw kwartaal in
en in het eerste nummer daarvan, wordt
het begin opgenomen van een grooten
roman, uit talrijke vervolgen bestaande,
rijk geïllustreerd en uitermate boeiend van
inhoud.
Het zal den inteekenaren natuurlijk aan
genaam zijn, het blad van dit nummer af te
ontvangen, om bedoeld verhaal van den
aanvang af te kunnen volgen.
Ook wijzen wij op de toenemende
fraaiheid van deze Illustratie, die een
waar sieraad wordt op de huistafel en een
schat van lectuur bevat, ook op het gebied
van den gezonden humor.
Aan het einde van den jaargang vormt
deze Illustratie een PRACHTWERK van
416 520 groot folio pagina's.
Men weet dat dezelve als Nederl. Illus
tratie in omslag f 5.per jaar kost.
Doch de abonnés op onze courant leveren
wij dezelve tot den spotprijs van 51) cent
per kwartaal of franco per post 37V2 cent.
Voorwaar voor onze lezers een premie
van niet geringe beteekenis.
Den inschrijvers wordt het geregeld elke
weekbij de courant bezorgd.
Voor hen die zich als abonné op het
Geïllustreerd Zondagsblad aanmelden, stellen
wij GRATIS beschikbaar een fraai boek
deel, inhoudende een der groote Geïllus
treerde Romans, welke in voorgaande num
mers verschenen. Een boekdeel van niet
minder dan 98 pagina's, groot 8° formaat
waarin tal van illustr^tiën, getiteld
Onderstaand inteekenbiljet gelieve men ten
allerspoedigste, ingevuld, toe te zenden aan
UE UITGEVERS.
De onclergeteekende verlangt geregeld
bij de Courant te ontoangen liet
tegen den prijs van 30 ets. per 3 maan
denfranco per post 371/2 ets.
WOONPLAATS: NAAM:
Falsaris.
VI.
88 liet wisselboekje.
Goed, dat is dus reeds een punt ran uitgang,
maar in welk opzicht waren de papieren, die hier
gevonden zijn, compromitteerend voor kapitein
DormellesP
Het waren plans, op het ministerie gestolen,
en daarbij bevond zich een brief, die met het
handschrift van kapitein Dormelles was geschre
ven. Kapitein Massias van de artillerie, een col
lega en vriend van mijn ongelukkigen kapitein,
die hem zooveel mogelijk te hulp tracht te komen,
heeftmij allerlei inlichtingen "gevraagd en mij
meegedeeld, dat deze brief in schijn door kapitein
Doimelles was geschreven, maar dat deze gezwo
ren had, dat het niet zoo was.
Die brieven, ik ben er var. overtuigd, zijn
geschreven door zekeren George Lacassagne, een
elleudeling, een gevaarlijken falsaris, dien ik in
zijn jeugd gekend heb, toen hij zijn eerste proeven
aflegde; door George Laccassagne, die zich thans
Daniël Hilson noemt, den schoonbroeder van
mijnheer Bernard Duhesme, De Prabert. O 1 God!
riep hij uit, daar moeten wij den misdadiger
zoeken, daar en nergens anders 1
Zoo, zeide Martineau, is die kleine oude
schelm nog een falsaris op den koop toe I Maar
dan ia de heele zaak ook voor mij zoo klaar als
de dag, men heeft dat alles gedaan om het huwe
lijk van kapitein Filip Dormelles met mejuffrouw
Marguerite De Briais te verhinderen, nu ben ik
er achter. O 1 die Aurélien De Prabert, de afge
wezen minnaar, is een gevaarlijk heerschap. Zij
hebben hun plan goed overlegd, hij en zijn waar
dige oom. Ditmaal is het erger dan een doorge
zaagde brug of een rotsblok.
Wat bedoelt ge?
Martineau stelde Robert Duhesme op de hoogte
van de beide moordaanslagen, die tegen Filip
gericht waren geweest en die aoor hem, Martineau,
verijdeld waren, terwijl hij van de eerste bijna
Uit Kaapstad verneemt de Times dat Mil-
ner aan Steyn getelegrafeerd heeft om hem
te waarschuwen dat de Engelsche regeering
het noodzakelijk vond op de grens van den
Oranje Vrijstaat troepen op te stellen. Daar
mede werd echter geen bedreiging tegen den
zelf het slachtoffer geworden was,
Odie schurken, die ellendelingen! riep hij
ten slotte uit, en niet alleen kapitein Dormelles
hebben zij aangevallen, maar ook zijn bruid,
mejuffrouw De Briais. Al die ongelukken tege
lijk
Mijn God, wat is er dan nog meer viel
Robert hem in de rede.
Mejuffrouw De Briais is spoorloos verdwenen.
Gisteravond tusschen zeven en acht uur.
Vertel het mij.
Omstreeks dat uur kwam Jeannine, de ka
menier van mejuffrouw De Briais in alle haast
hierheen, om naar kapitein Dormelles te vernemen.
Zij werd gezonden door haar meesteres, die de
arrestatie van haar verloofde van Aurélien De
Prabert vernomen had. Ge kunt u voorstellen hoe
doodelijk ongerust zij was.
Ga voort.
Jeannine had de opdracht om, zoo de kapitein
er niet was, mij terstond mee te nemen naar de
Champs Elysées. Wij snelden er heen.
Mejuffrouw De Briais was er niet meer. Zij was
eensklaps uitgegaan, nadat zij een brief had ont
vangen waar haast bij wa9. Ik wachtte. Um
twaalf uur was zij nog niet terue. Ik ging weer
naar huis, treurig en radeloos. Vanmorgen, zoo
dra de dag aanbrak, was ik weer aan het hotel.
Mejuffrouw De Briais was niet te voorschijn ge-
komeD. Is dat alles nu niet vreemd en raadsel
achtig?
Robert Duhesme wrong zich de handen in
wanhoop.
Die ellendelingen, die ellendelingen riep hij
uit. Zij hebben haar onder ik weet niet welke
leugen in een hinderlaag gelokt en daar houden
zij haar nu opgesloten.
Ja, zeide Martineau, zoo moet het wel zijn.
Mejuffrouw De Briais weet misschien iets, waar
mee zij de schelmen zou kunnen ontmaskeren en
daarom hebben zij haar onschadelijk gemaakt.
Hij balde de vuisten en zijn oogen fonkelden
var» toorn.
—O! die Aurélien De Prabert! riep hij dreigend
uit, wee zijn gebeente wanneer der bruid van den
kapitein een ongeluk is overkomen.
Robert, die op een stoel was neergevallen, zat
eenige oogenblikken met het hoold op de borst
gezonken, maar eensklaps hief hij dat op, greep
ae hand van Martineau en zeide:
Vrijstaat bedoeld, en het beteekende evenmin
dat Engeland den Vrijs aat niet vertrouwde,
maar het strekte eenvoudig om de verbindings
lijnen tusschen Kaapstad en de noordelijker
gelegen gewesten te beveiligen. Dë Britsche
regeeting, zoo gaat Milner's dépêche voort,
blijft nog steeds hopen op eene minnelijke
schikking van de geschillen met Transvaal.
Mocht die hoop helaas beschaamd worden,
dan rekent de Engelsche regeering er op dat
de regeering van den Oranje Vrijstaat strikte
onzijdigheid in acht zal nemen en verhinderen
zal dat Vrijstaatsche burgers aan de vijande
lijkheden deelnemen. Onder die voorwaarde
zal de Britsche regeering bereid zijn formeel
te verzekeren dat Engeland de zelfstandigheid
van den Oranje Vrijstaat zal eérbiedigeu.
Onder de bestaande omstandigheden weet de
Engelsche regeering niet, waarom de betrek
kingen met den Oraüje Vrijstaat rainder har
telijk zouden moeten zijn dan tot difsver. De
Engelsche regeering loochent de haar toege
dichte vijandelijke oogmerken tegen den
Oranje Vrijstaat.
President Steyn antwoordde met de ver
klaring dat hij de hoop der Engelsche
regeering op het behouden blijven van den
vrede deelde. Hij ziet geen enkele reden
voor oorlog. Maar hij betreurt het dat er
Engelsche troepen worden gezonden, waar
door de argwaan en de ourust onder de
burgers slechts versterkt worden. Als daaruit
naderhand andere verwikkelingen voortvloeien,
dan wijst de regeering van derf Oranje-
Vrijstaat alle verantwoordelijkheid daarvoor
af. Zij zou met het grootste leedwezen de
verstoring waarnemen van de vriendschappe
lijke betrekkingen tusschen Engeland en den
Vrijstaat; eu zij zal de dépêche v,an Milner
voorleggen aan den Volksraad.
De correspondent van de Times te Kaap
stad zegt dat alle burgers van den Oranje
Vrijstaat goed gewapend zijn en gêreed staan
op het eerste sein uit te trekken en voegt
er bij Het spoorwegdepartement brengt drie
maanden provisies bijeen. De toestand van
de Engelsche beambten in het departement,
Mijn vriend, ik zal alles doen wat vooreen
mensch mogelijk is om mejuffrouw De Briais en
door haar kapitein Dormelles te redden, wilt gij
mij daarbij helpen
Ja, zeker wil ik dat, antwoordde Martineau.
Ik ben maar een arme soldaat, die soms wel on
handig kan zijn en die al heel wat domme streken
op zijn rekening heeft, maar ik zou als 't zijn
moest zonder aarzelen mijn huid wagen om mijn
dwaasheid te herstellen en mijn besten kapitein
te helpen. Reken op mij.
Goed, ik dank u, gij zijt een brave kerel.
God moge ons beschermen en de Voorzienigheid
onze plannen steunen, maar wanneer de omstan
digheden er ons toe dwingen zelf gerechtigheid
uit te oefenen, dan kome de verantwoordelijkheid
daarvoor alleen op mij, begrijpt ge, alleen op mij,
een oud man, wiens eenige doel het is, voordat
hij de eeuwige rust van het graf zal genieten,
Filip Dormelles vrij, gelukkig en ontzet van zijn
laffe vijanden te zien.
Martineau zag den indrukwekkenden grijsaard,
die met zooveel onverzettelijke wilskracht en
sombere vastberadenheid had gesproken, verwon
derd aan en mompelde
Wie zijt gij toch?
Een oud man, antwoordde Robert, die er zijn
reden toe heeft om Filip Dormelles te beschermen
en om den man, dien gij oom Daniël noemt,
doodelijk te haten. Oom Daniël, ah 1 Kom, laat
óns gaan.
VII
Martineau gevoelde diep het overwicht dat
Robert Duhesme op hem had. De kalmte en
vastberadenheid van den grijsaard maakten een
machtigen indruk op de zenuwachtige besluite
loos heid van den jongen man. Hij liet zich
geleiden, bevelen en was reeds tevreden over zich
zelf als hij de bevelen stipt ten uitvoer bracht,
zonder na te denken of een opmerking te maken.
Het eerste bevel, dat Robert Duhesme hem gaf,
was eeu rijtuig te halen en toen zij daarmee naai
de Champs Elyseés reden, deelde Robert hem kort
eu duidelijk mede, wat zijn plan was.
Het eerste werk zou zijn, het spoor te zoeken
van Daniël Hilson, hem naar een eenzame plaats
te lokken en daar, onder vier oogen, zou Robert
er zich mee belasten, hem de waarheid te doen
die den eed van trouw aan de. republiek
hebben afgelegd, is pijnlijk zij zullen in
geval van oorlog tegen hun eigen landslieden
moeten rechten.
Op een vergadering van Belgen te Pretoria
is met groote geestdrift besloten om zich,
als men ten strijde trok, bij het Nederland-
sche corps aan te sluiten.
De Boeren gaan voort met hun artillerie
op te stellen langs de Natalsche grens. Te
Volksrust zijn veeitien stukken, te Fourteen
Streams en te Ottoshoop elk vier stukken.
Vei der worden verdedigingswerken gemaakt
bij de loodmijnen, dertig mijlen ten Zuid
oosten van Jacobsdal, voor het geval de co
lonne uit Mafeking denzelfdeu weg mocht
nemen als Jameson.
De Boeren verzamelen zich nog steeds te
Standerston, teneinde Majoeba, Lang's Nek
en Newcastle te kunnen bezetten, zoodra de
vijandelijkheden uitbrekea.
Europa's Marine.
Een statistisch overzicht der oorlogskrach
ten ter zee, zooals die in 1900 zullen samen
gesteld zijn, geeft de >TS.gliche Rundschau"
in een hater bijbladen.
Daarnaar zal Duitschland met zijn 179 oor
logsschepen nummer zeven in de rij der
zeemogendheden innemen.
Minder schepen dan Duitschland heeft dan
alleen Oostenrijk, nl. 64.
Ongeveer op denzelfde hoogte als Duitsch
land slaan Italië en Japan met 189, Noord-
Amerika met 195 oorlogsschepen, terwijl
Rusland met zijn getal van 280 reeds eeu
belangrijk overwicht zal hebben.
Engeland staat natuurlijk bovenaan en be
zit dan een vloot van 1001 schepen en alleen
Frankrijk komt Engeland het dichtst nabij
met zijn 466, wat dus zoowat de helft van
de Engelsche vloot uitmaakt. Verbindt men
deze getallen met elkaar, dan kan men daar
uit interessante gevolgtrekkingen met betrek
king tot de zeekrachteu maken, volgens den
legenwoordigen politicken toestand.
Volgens deze gevolgtrekking is alleen de
opbiechten. Hij had daartoe onfeilbare middelen.
Nog dezen nacht moest dat gesprek plaats
hebben.
Waar
Dat kwam er niet op aan, men zou daartoe
rekening houden met de omstandigheden. Daniël
was een nachtbraker, een habitué der clubs, hij
zou dus zeker wel een groot deel van den nacht
buitenshuis doorbrengen. Zij zouden hem be
spieden en hem volgen.
OI als, ondanks het vergevorde uur, eenige
minuten over elven, de ellendeling het hotel De
Prabert nog niet verlaten had.
Daar reden zij heen met alle snelheid van een
huurpaard, dat door den koetsier, in het vooruit
zicht op een goede fooi, meedoogenlóos wordt
voortgezweept.
Martineau deed het rijtuig midden in de Avenue
des Champs Elysées stilhouden.
De beide mannen stapten uit, Robert betaalde
ruimschoots voor den rit en begaf zich daarna
met Martineau onder de boomen tegenover het
hotel De Prabert.
Wat zoudtgeervan denken, mijnheer, vroeg
Martineau fluisterend, wanneer ik eens naar het
hotel ging om nogmaals te vragen of mejuffrouw
De Briais al thuis gekomen is en er tegelijk achter
zocht te komen of onze schelm nog thuis is?
Dat is goed, zeide Robert, ik zal hier op u
wachten, maar kom gauw terug.
Hij leunde met den rug tegen een boom en hield
de oogen onafgewend op den voorgevel van het
hotel gericht.
Na verloop van vijf minuten kwam Martineau
in groote haast terug.
Vooreerst, zeide hij, is die arme juffrouw
Marguérite nog altijd niet terug en ten tweede
hebben wij een onverwacht buitenkansje Auré
lien eD oom Daniël zijn nog thuis.
Ha!
Maar zij zullen onmiddellijk uitgaan, hun
rijtuig slaat reeds ingespannen op de binnenplaats
te wachten.
Wij moeten hen volgen.
Hen volgen, duivels, en ik ben dom genoeg
geweest om ons rijtuig weg te zenden. Misschien
komt er wel één voorbij dat wij nog kunnen
aanroepen.
(Wordt vervolgd.)