Nummer SI. Donderdtm 12 October 1S09. 2 2
Nededand en Duitschiand.
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen,
ANTOON TIELEET,
ÏEROELOJSilG.
Bekendmaking.
FHülLLETOy.
ITGElVER:
Waalwijk.
Een vergelijking.
De Echo ran het Zuiden,
Wulf(jksrbe en Langslraalsche Courant,
Dit Bind verschijnt Woensdag en Zaterdagavond.
A bonneraen'tsp r ij s per 3 maanden f 1,
Franco per post door liet gelieele rijk f 1,15.
Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden
aan den Uitgever
Advertentie» 17 regels f0,60; daarboven 8 eent per regel,
grootc letters naar plaatsruimte. Advertentiën 3maal ter plaatsing
opgegeven worden 2maal berekend. Advertentiën voor Duitsch-
land worden alleen aangenomen door het advertentieburea van
A dole Steiner, Harabnrg. Reclames 15 cent per regel
Burgemeester en Wethouders van Waalwijk:
Gelet op art. 10 van het algemeen reglement
voor de Kamers van Koophar.del en Fabrieken.
Maken bekend
dat op Woensdag den Ssten November 1899,
van des voormiddags 9 tot 12 uur de verkiezing
zal plaats hebben van 2 leden der Kamer van
Koophandel en Fabrieken alhier en zulks ter ver
vulling der plaatsen van hen die op ultimo De
cember a. s. aan de beurt van aftreding zijn.
Waalwijk, 7 October 1899.
Burgemeester en Wethouders voornd.,
K. DE VAN DER SCHUEREN.
De Secretaris,
F. W. VAN LIE MPT.
Het bezoek der Koninginnen aan Pots
dam, waar zij op bizonder hartelijke wijze
ziju begroet, doet onwillekeurig de aandacht
vestigen op de betrekkingen tusschen het
groote Duitsche Rijk en het kleine Neder
land. En dit vooral, omdat het koninklijk
bezoek samenvalt met het opwerpen eener
quaestie voor beide landen van groote betee-
kenis liet sluiten eener tol-unie. Of men
bier louter aan toeval te denken he-ft
Wij weten het nietmaar de mogelijkheid
lijkt ons geenszins uitgesloten, dat tusschen
beide leiten eenig verband bestaat. In dien
zin wel te verstaan, dat zij, van wie dit
denkbeeld thans weer is uitgegaan, daartoe
juist het tijdstip van de reis der Koningin
nen naar Potsdam hebben gekozen.
Wat echter hiervan ook moge zijn, zeker
is, dat het plan weinig instemming heeft
gevonden. Er is wel veel over geschreven
en geredeneerd, maar tot dusver met gering
succes. De Nederlander doet zich in vraag
stukken als deze altijd kennen van zijn voor-
zichtigen kant. Hij rekent, hij cijfeit, hij
Falsaris.
VII.
92 De gehangene.
Aurélien en oom Daniël brachten een gedeelte
van der. ditg door met het bepalen van hun ant
woorden, waar zij de laag9te verdachtmakingen
zouden invlechten. Zij zouden die antwoorden
zeer bereidwillig geven,maar op luchthartigen toon
alsof zij er in het minst geen belang bij hadden
en dan zou men er zeker niet op aandringen.
Maar niettemin was het een onaangenaam ge
sprek, waaraan zij zich eens zouden blootstellen,
maar niet voor een tweede maal.
De medeplichtigen hadden er zelfs al een enke
len keer over gesproken, of hes niet beter ge
weest was, indien zij het Fransche grondgebied
verlaten hadden en den winter te Nizza waren
gaan doorbrengen.
üp zoo grootcn afstand zou men hen zeker wel
met rust laten, maar zij konden het nog doen,
wanneer zij maar eerst zoo spoedig mogelijk met
die onhandelbare Marguerite De Briais tot een
einde waren gekomen en dat moest dan maarzoo
spoedig mogelijk gebeuren.
Aurólien nad reeds een plan gemaakt., een plan,
dat door oom Daniël met geestdrift was toege
juicht en als dat plan eenmaal geslaagd was. dan
zou hij gewroken zijn en dan kon hij Marguerite
gerust de vrijheid teruggeven.
Wat zou het arme kind, eenmaal in vrijheid,
ook tegen hem kunnen doen
Een aanklacht indienen bij de justitie?
Maar dat zou zij niet kunnen doen zonder er
bij te erkennen, dat zij eenige dagen en nachten
had doorgebracht in een huis, dat door Aurólien
gehuurd was en waartoe hij alleen den toegang
had.
Op die wijze zou haar naam geschandvlekt zijn
eu zij was te hooghartig om zulk een middel aan
te wenden, dus zij zou zwijgen.
Dat Filip Dor mei les zich zou weten te redden
overweegt- en eindigt doorgaans met ;/neen^
te zeggen.
Op het eerste gehoor klinkt het niet
kwaadhet aangaan van een tol-unie met
den grooten buurstaat. Duitschiand ontwik
kelt zich steeds meer en meer. Het heeft
Frankrijk verdrongen en bedreigt Engeland
Daarenboven is het zeker voor ons land een
niet gering nadeel, dat door allerlei hooge
invoerrechten de Duitsche grens zooal niet
hermetisch, dan toch vrij stevig gesloten is.
De openstelling dier grens zou ons zeer goed
te stade komen. Maar eenieder begrijpt ter
stond, dat, hoe groot ook de sympathie dei-
Germanen voor het stamverwante Nederland-
sche volk moge zijn, zij ons niet voor niets
vrij entree in hun rijk zouden verleeneu
Politiek, ook tarievenpolitiek, is een zaak
van belangen, en nu zijn er verschillende
omstandigheden, die het idee der tol-unie
bedenkelijk doen worden.
De grootste en voornaamste, de overwe
gende omstandigheid kan men wel zeggen,
is deze, dat bij een zoo nauwe aansluiting
altijd het kleine land min of meer aan het
groote ondergeschikt zal worden. De partijen
zijn te ongelijk. Duitschland's bevolking en
Duitschiand's oppervlakte overtreffen die van
Nederlaud verre. De belangen dier zooveel
machtiger mogendheid zouden dus eventueel
den doorslag moeten geven en de unie be-
heerscken. En dit zou te meer klemmen,
daar er een aanmerkelijk onderscheid bestaat
tusschen Duitschiand en Nederland, wat de
verhouding betreft tusschen handel en indus
trie. Ware Germanje nu ongeveer van onze
grootte en beteekenis, dan kouden wij el
kander op dit punt aanvullen. Thans valt
het overwicht van-zelf en terstond naar den
kant van het //grosse Va ter land".
Dat daardoor onze staatkundige onafhan
kelijkheid onmiddellijk gevaar zou loopen
uit den strik, waarin hij verward was, beschouw
den de medeplichtigen als ten eenenmale onmo
gelijk. Alle bewijzen waren immers tegen hem
en al zouden invloedrijke vrienden liet geval nog
willen verbergen, daD kou dat nu niet meer, daal
de pers er zich mee bemoeid had en geheel Parijs
op het oogenblik bekend was met het verraad van
kapitein Filip Dormelles. Het kon dus niet anders
ot hij zou voor den krijgsraad gebracht, gedegra
deerd en naar Nieuw-Caledonië gezonden worden,
zoo hij ten minste niet vóóraf een einde aan zijn
leven had gemaakt. Marguérite was dus voor al
tijd van hem gescheiden en met den tijd met
veel overleg wie weet alle9 is mogelijk.
Oom en neef besloten zich dien nacht naar het
paviljoen in de rue Saint Maur-Popincourt te be
geven.
Zij zouden samen gaan. Aurólien was niet moe
dig, ooin Daniel evenmin, vooral niet bij nacht,
in een onbewoond huis.
Het is opmerkelijk, dat misdadigers altijd be
vreesd zijn voor audere misdadigers.
Twee is altijd meer dan één, de een zou bij den
ander moed levendig houden, dus, zij besloten
samen tc gaan. Tegen elf verlieten zij het hotel
in de avenue des Champs-Elysóes en met een
grooten omweg bereikten zij het paviljoen.
Geen van beiden dacht er aan, dat zij door
vriend Martineau c,p den voet gevolgd werden en
evenmin hadden zij opgemerkt, dat een huurrij
tuig het hunne van de Champs-El-ys-ées naar de
rue Saiut-Maur-Popincuurl was gevolgd.
Nadat zij de tuindeur geopend en weer zorg
vuldig achter zich gesloten hadden, gingen zij
behoedzaam den tuin door en begaven zich zon
der eenig geraas te maken naar de kamer waar
de ongelukkig.; Marguérite was opgesloten.
Z j gingen de eetzaal door eu Aurólien schoof
vooizichtig de grendels van de deur, terwijl hij
fluisterde
Zij heeft waarschijnlijk de deur weer gebar
ricadeerd.
Opzij zetten barricade zeide oom
Daniël.
Hij maakte zich gereed zijn neel te helpen.
Stil, hernam Aurólien, die de deur een hand
breed opende, zoodat hij halverwege in de kamer
kon zien, stil, ik geloof dat zij slaapt.
Hè hè niet wakker maken.
Wij zullen de stoelen zacht verschuiven.
gelooven wij niet. Maar een zoo nauwe
verbinding met de Duitschers zou ons toch
licht in moeilijkheden kunnen brengen.
Tarieven-oorlogen zijn geen uitzondering,
gelijk men weet. Duitschiand heeft vele
benijders. Het zal nog veel te «trijden
hebben. En den afstand van commercieele
en industrieele belangen tot politieke, is,
in onzen tijd vooral, niet zeer groot.
Om deze redenen voornamelijk zal bij de
meerderheid van ons volk het idee eener
tol-unie met den oostelijken nabuur wel niet
spoedig populair worden, gesteld al dat zij
het ooit worden mocht. Maar iets anders
en beters zou het zijnwanneer men de
Duitschers kon bewegenzij 'i dan ook
door eenige concessies onzerzijds, de schroef
van hun protectionistisch stelsel wat losser
te draaien tegenover ons. Bij gelegenheid
van het bezoek der koninginnen hebben tal
van Duitsche bladen ook die, welke
dikwijls worden geïnspireerd den nadruk
gelegd op de wenschelijkheid van goede be
trekkingen met Nederland. Met veel warmte
hebben zij verzekerddat zij niets liever
wenschen, dan een druk handelsverkeer en
hartelijke vriendschap.
Welnu, hiertoe staat de gelegenheid open,
zonder dat een tol-unie ons met al te knel
lende banden tezamen bindt. En zeker zal
Nederland op de vriendschap der Duitschers
grooten prijs stellen. Wij kunnen niet an
ders verlangen, dan met die machtige buren,
op velerlei wijze aan ons verwant, in vrede
en eendracht te leven. Wij willen gaarne
geloovendat zij onze zelfstandigheid te
allen tijde wenschen te eerbiedigen, maar
daarom ook moeten wij alles vermijden, wat
op dit punt eenige bekoring zou kunnen
doen rijzen.
Rationeeler en minder gevaarlijk, dan een
tol-unie met Duitschiandzonden wij de
Door langzaam en voorzichtig tegen de deur te
duwen, schoven zij de stoelen, die Marguérite er
tegen geplaatst had, achteruit, zonder dat er een
omgeworpen werd.
Zoodra de opening groot ger.oeg was, kroop
Aurólien erdoor de kamer in.
Marguérite De Briais was van de fauteuil ge
gleden, waarin zij eenige uren te voren, door de
vermoeienis overmand, was neergevallen en zij
sliep vast, half op den grond uitgestrekt, met 't
hoofd op de zitting geleund, de beide handen
tegen de borst gedrukt.
Aurélien snelde eensklaps toe. De blik, dien hij
op dit beweginglooze lichaam wierp, op dat be
koorlijke kopje, waar onrust en koortsachtige op
gewondenheid haar kenteeken op hadden afge
drukt, deed hem het bloed naar de wangen
stijgen.
Zij is in mijn macht, mompelde hij.
Plotseling wierp hij zich op haar, sloeg zijn ar
men om haar heen en drukte zijn lippen op de
hare.
Aan de deur stond oom Daniël te lachen.
Hè hè, goed zoo, Aurélien, goed zoo, mijn
jougen!
Marguérite werd met schrik wakker en zij tril
de van afschuw, toen zij de lippen van den ge-
haten man haar gelant voelde aanraken.
Zij stootte haar laffen aanrander met kracht van
zich af en luide kreten klonken van baarlippen.
Hulp I Hulp 1
Ja, schreeuw maar zooveel ge wilt, zeide
Aurólien, niemand kan u hooren, niemand kan u
te hulp komen, ge zijt de mijne!
Weer greep hij haar aan, maar zij bood een
wanhopigen weerstand, terwijl zij voortdurend
uit alle macht om hulp riep.
Zwijg, zwijg I zeide Aurélien. Wat kan die
tegenstand u nog baten Ge zijt in mijn macht
Niets kan u meer tegen mij beschermen. Wees
verstandig, ik bemin u.
Maar steeds luider klonk haar stem
Hulp Hulp
Vervloekt, zult ge zwijgen?
Dol van woede, zonder meer te weten wat. hij
deed, sloeg de ellendeling haar met de vuist in
het gelaat, trachtte haar kreten te versmoren, haar
het schreeuwen te beletten, haar heldhaftigen te
genstand te breken.
Eensklaps deed een hevige schok liet geheele
uitvoering achten van het denkbeeld, door
den heer A. L. H. Obreen in het weekblad
z/De Amsterdammer'" ontwikkeldnl. het
sluiten van een zoodanig verbond met België.
Hier zijn de partijen gelijk en heeft men
dus over en weer geen suprematie, die de
zelfstandigheid van een der contrncteerenden
geheel of gedeeltelijk zou bedreigente
duchten.
De heer Obreen berekent, dat bij zulk een
unie ons douanen-tarief viermaal zoo hoog
zou moeten worden als het nu is. Maat
wij zouden daarvoor verschillende accijnzen
kunnen opheffen, zoodat het volk, de Ne—
derlandsche verbruiker, feitelijk geen schade
zou lijden. Althans geen directe schade.
Want indirect zou men toch dit nadeel
hebben, dat thans door afschaffing der ac
cijnzen van eenige althans meerdere
verlichting van druk voor den consument
kan worden verkregen.
Evenwel, waar er sprake is van het aan
gaan eener tol-unie geven wij, gelijk gezegd,
de voorkeur aan België boven Duitschiand,
welks straf-protectionistisch stelsel voor ons
Nederlanders ook wel wat zwaar te verduwen
zou zijn. C.
Er is niets wat meer treft bij het lezen der
berichten uit Zuid-Afrika, dan de bizonderhe-
den omtrent de krijgstoerustingen der Boeren,
Alle mannen, jong en oud, worden ten
strijde geroepen en niemand, die aan dezen
oproep geen gehoor geeft.
Zonen, echtgenooten, vaders trekken naar
de bedreigde grenzen. Er zijn gezinnen, die
zes, zeven mannen in 't veld hebben, gezinnen,
waarvan enkel de vrouwen thuis blijven
Het is dus wel degelijk een volks-oorlog,
die van de zijde der Transvalers zal worden
gevoerd.
Eeti oorlog, dien men, door den nood ge
dwongen, aanvaardt, waarvoor men de groot
huis dreunen en Aurélien wendde verschrikt het
hoofd om.
Toen zag hij oom Daniël, die de kamer bin
nensnelde en de deur argstig achter zich sloot.
Het gelaat van den schurk was doodsbleek, het
angstzweet parelde hem op het voorhoofd, hij
beefde over al zijn ledematen.
Wat i9 er? Wat gebeurt er? vroeg Aurélien
zelf ook door verschrikking aangegrepen.
Mannen mannen zeide oom Daniël
met hijgende stem, daar komen hier.
zijn verloren.
Aurélien sprong op.
Mannen, herhaalde hij, wij moeten vluchtenl
Hij snelde naar de deur, die op de gang uit
komt, maar kon ze niet openen.
Hij zelf had ze den vorigen dag van buiten ge
sloten, om zijn slachtoffer elke kans tot ontvluch
ten te ontnemen en nu keerden zijn maatregelen
zich tegen hem.
Oom Daniël en Aurélien liepen de kamer rond
als dieren, die door de jagers ingesloten zijn.
Marguérite De Briais was opgestaan, haar gelaat
blonk weer van hoop en in spanning keek zij naar
de deur, zonder zich te kunnen begrijpen, wie
haar zoo onverwacht te hulp kwam.
Weer dreunde er een forsche slag door't huia
de deur sprong open en Robert Duhesme en de
soldaat Martineau drongen de kamer binnen.
Martineau snelde naar Mejuffrouw De Briais en
plaatste zich voor haar, met zijn lange armen
wijd uitgestrekt, terwijl hij riep:
Laat hen nu maar komen, die gemeene
schurken. 01 mejuffrouw, vrees nu maar niet*
meer, het is bijna zoo goed alsof de kapitein zelf
hier was.
Twee schoten knalden.
Aurélien had een revolver te voorschijn gehaald
en afgeschoten op Robert en op het meisje.
De eerste kogel trot' Robert niet en de tweede
schramde het hoofd van Martineau, die de ver
loofde van zijn kapitein met zijn lichaam beschut
te, en verbrijzelde vervolgens de leuning van een
stoel.
Robert sprong op Aurélien toe, greep hem met
reuzenkracht aan en slingerde hem tegen den
muur, zoodat hij kermde van pijn, terwijl zijn
wapeD viel.
(Wordt tervoJgd.)