Nummer 9T. Donderdag* T December 1899. 22 -Taaigang.
ril
Leest allen!
:;l ECHO MN HEI ZUIDEN",
„DE ECHO MN HET ZUIDEN"
f 0,75
„Geloof en Wetenschap,"
be&ewiid nart Handel, Industrie en Gemeentebelangen,
ANTOON TIELEN,
of 6 cent per week.
Posterijen.
Bekendmaking.
T IT GEVER:
Waalwijk
Zij, die zich voor
het volgend kwartaal
opditblad abonneeren, ontvangen
de nog deze maand verschijnende
nummers GRATIS.
Wij kunnen onzen lezers en het
verder publiek uit Waalwijk,
Baardwijk, Besoijen en de Lang
straat etc. bij voorbaat twee me—
dedeelingen doen, die door allen
met vreugde zullen worden be—
Waal wij ksche en Langstraatsche
Courant,
zal met 1 Januari a.s. aanmerke-
lijk worden uitgebreid in M EEL
GROOTER FORMAAT verschij
nen, waardoor de inhoud natuur—
lijk in alle opzichten zal toenemen.
zal bij de belangrijke uitbreiding
die hij ondergaataanmerkelijk
in prijs worden verminderd, n.l.
in plaats van f 1 per kwartaal,
gesteld worden op
Franco per post f0.90.
Dus veel meer belangrijkedege-
lijke lectuur voor veel minder geld.
Dit Bind verschijnt Woensdag en Zaterdagavond.
Abonnementsprijs per 3 maanden f 1,—.
Franco per post door het geheele rijk f1,15.
Brieven, ingezondeu stukken, gelden enz., franco te zenden
aan den Uitgever
ADVERTENTIËN 1 7 regels f0,60; daarboven 8 cent per regel,
groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën 3maal ter plaatsing
opgegeven worden 2maal berekend. Advertentiën voor Duitsclv-
land worden alleen aangenomen door het advertentieburea van
Adolf Steiner, Hamborg. Reclames 15 cent per regel
Deze heeft ten doel de aanwijzing van allen die
te middernacht tusschen 31 Dec. 1899 en 1 Jan
1900 hunne werkelijke woonplaats binnen Ne
derland hebben.
Deze allen worden aangewezen,onverschillig of
zij op genoemd tijdstip in hunne woning al dan
niet aanwezig zijn.
Ook worden aangewezen zij die, zondpr wer
kelijke woonplaats binnen Nederland te hebben,
op genoemd tijdstip aldaar aanwezig zijn.
Omtrent deze allen moeten de opgaven verstrekt
worden, die gevraagd worden op kaarten, die
tusschen 26 December 1899 en 1 Januari 1900
zullen worden rondbezorgd en dadelijk na
Nieuwjaar zullen worden teruggehaald.
Door of voor ieder moet aan zijne woning
worden ingevuld
eene BLAUWE KAART (voor een man of jongen)
of eene WITTE KAART (voor eene vrouw
of meisje).
Bovendien moet door of voor ieder aan de wo
ning waar hij tijdelijk aanwezig is ingevuld worden
eene ORANJE KAART (voor een tijdelijk
aanwezigen man of jongen)
of eene ROSE KAART (voor eene tijdelijk
aanwezige vrouw of meisje.)
Het hoofd van ieder gezin of de bestuurder van
iedere instelling, gebouw, gesticht of schip, waar
de kaarten worden bezorgd, is verplicht voor
de behoorlijke invulling zorg te dragen.
Deze zorge er dus voor, dat aan den teller,
wanneer hij de kaarten bezorgt, worde opgegeven
hoeveel blauwe, witte oranje en rose kaarten er
in de woning noodig zijn.
Overtreding van de voorschriften betreffende de
volkstelling wordt krachtens artikel 20 der wet van
15 April 1886 (Staatsblad no. 64) gestraft met
hechtenis van ten hoogste veertien dagen of geld
boete van ten hoogste honderd gulden.
De nauwkeurige, door de volkstelling te ver
krijgen kennis der bevolking is eene zaak van
algemeen belang. Tot het verkrijgen dierkennis
is noodig, dat alle vragen op elke kaart met de
meest mogelijke nauwkeurigheid en volledigheid
worden beantwoord.
Op verzoek der Regeering noodigen Burge
meester en Wethouders allen met aandrang uit.
door nauwkeurige en volledige invulling der
kaarten tot het welslagen der volkstelling mede
te werken.
Waalwijk, 2 December 1899.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
K. DE VAN DER SCHUEREN,
De Secretaris,
F. W. VAN LIEMPT.
De ondergeteekende brengt ter kenuis van
het publiek dat frankeerzegels, briefkaarten
en briefomslagen van vroegere uitgiften dan
van 1898 99, met ingang van 1 Januari
1900 buiten gebruik zijn gesteld en dus, na
dien datum, waardeloos zijn voor de fran—
keering vati brieven en andere stukken.
Brieven en andere stukken, geheel of ge
deeltelijk met die zegels gefrankeerd en
op of na 1 Januari 1900 ter post bezorgd,
worden derhalve als ongefrankeerd ot onvol
doende gefrankeerd beschouwd en met het
verschuldigde port belast.
De bovenbedoelde frankeerzegels, brief
kaarten en briefomslagen worden na 1 De
cember niet meer uitgegeven en kunnen, na
1 Januari tot 1 Juli aanstaande tegen fran
keerzegels, respectievelijk briefkaarten en
omslagen van gelijke waarde der uitgiften
van 1898 en 1899 wordeu ingeruild.
De Directeur voornoemd,
JAGER.
mmm
Verleden Maandag avond vond in de
achterzaal van het Hotel Yerwiel eene
plechtigheid plaats, waarvan wij hieronder
het verslag doen volgen.
Het betrof de oprichting van eene katho
lieke vereeniging „Geloof en Wetenschap.
Wij willen het verslag niet beginnen al
vorens een krachtig en welgemeend „Wel
kom" aan die jeugdige vereeniging toe te
roepen.
Wij zijn er van overtuigd dat Waalwijk
in den loop der tijden hiervan de goede
vruchten zal plukken, wenschen den vol-
ijverigen oprichter den WelEerw. heer Suijs
liet zoo wèl verdiende succes toe, en ver
klaren ons hiermede volgaarne bereid de
vereeniging van dienst te ziju.
Menigmaal No. 1 op het gebied van
sport, altijd op de eerste plaats bij ge
paste vroolijkheid, zullen de flinke jonge
mannen, leden van „Geloof en Wetenschap",
bewijzen dat zij ook bij ernstige zaken aan
de spits kunnen staan.
8ste VOLKSTELLING.
(Wet van 22 April 1879, Staatsblad no. 63.)
(Koninklijk besluit van 2 Mei 1899, Staats
blad co. 113.)
Burgemeester en Wethouders van Waalwijk
brengen ter algemeene kennis, dat dit jaar zal
gehouden worden de 8ste algemeene tienjaarlijk
se volkstelling.
Vier en twintig Heeren, jongelui, waren
Maandagavond vergaderd in de achterzaal
bij Verwiel tot het stichten eener vereeni
ging „Geloof en Wetenschap."
De Directeur der toekomstige vereeniging
heette de Heeren welkom.
Dan begint de Directeur zijne lezing, waar
in hij zijn doel uit een zet.
Adolescens tibi dico surge
Jongeling, ik zeg u, sta op!
Wel voel ik mij door huivering bevangen,
loch m. H. die huivering wordt overwonnen
door liefde en heilige drift, die mij drijven
en dringen tot dezen schoonen arbeid.
Vrienden, gij allen zijt jong als ik.
Jonge harten laten zich zoo gemakkelijk
leiden tot wat groot, tdel, fier, belangeloos
is en losrukken van het lage egoïsme aller
tijden.
Kent gij die acht jonge mannen van de
groote wereldstad Parijs?
Een van hen, eene schaarschebloem, helaasin
de dorre, ondankbare gaande van Parijs niet
vergenoeg ontloken, de jonge Ozanam verhaalt
ons in eene zijner laatste redevoeringen met
eene stem stervend ja, maar altoos volgloed en
energie, het groote werk, dat uit hun klein
gezelschap geboren werd.
„In het veelbewogen Parijs rondom ons
„studenten wemelden allerlei leerstelsels. Wij
„voelden het Ons geloof had te midden der
„valsche aanvallen beschutting noodig.
„Onder de joogelui, die met ons studeerden,
„troffen wij er van allerlei soort materialisten,
„aanhangers van Saint-Simon, Fourrier, andere
„weer deïsten enz. enz. Wij'van onzen kant,
„Katholiek in merg en been, deden ons best
»de volle schoonheid van het Christendom
„weer voor hunne geestesoogen te doen
verrijzen.
„Hoe luidde hun antwoord „Te recht
„zeide zij, Gij spreekt immers van het ver
sleden, uw Christendom deed eertijds
wonderdaden, maar thans sluimert het den
„doodslaap. Gij. die u er op beroemt Katho
liek te zijn, waar toont ge uwe roemvolle
„werken, die uw geloof verraden, voor uw
„geloof eerbied afpersen en het ons opdrin-
»gen En zij hadden gelijk, gaat Ozanam
„voort. Hunne taal greep ons in hart en ziel,
„wat eene plotselinge gewaarwordingwij
„voelden een geweldigen schokwij ont
maakten
Ja, zij ontwaakten.
Daar gaan ze de acht jonge mannen door
de rotte, verpestende wijken van Parijs. Zij
klouteren naar die wolkenhooge, donkere
krotten, mesthopen, tot zetels verkozen door
armoede, vuilnis, lijden, lijden ontdaan van
wat lijden schoon en verheveD maakt.
Eenige jareu, en zij tellen 2000 broeders
en zij bezoeken 5.000 farailie's d. i. onge
veer 20.000 personen, een vierde van de
armen binnen de muren van Parijs, die on
metelijke stad.
Neen, zij wisten het niet, dat mannen van
Vincentius zich spoedig zouden bewegen over
een goed deel van Europa.
In jonge harte, zeg ik, sluimert eeu zucht
naar iets groots, iets schoons, iets edels, iets
fiers, iets belangeloos.
Die sluimerende zucht ontwaakt bij het
opgaau en schitteren van eeu groot doel, dat
valt na te streven.
Och als de edele jaren van het jonge
lingschap door den worm van hel egoïsme
ontdaan zijn van bloesem, wat kan er dan
op verdere leeftijd rijpen Op een leeftijd,
waarop nog dikwijls drukkende zorg het rid
derlijke, het belangelooze van het jongelings
hart doodt?
Vrienden, wij zijn niet velen, toch, z jn wij
meer dan met acht maar wij zijn jong.
Neen, wij dulden het verwijt niet: »het
Christendom van eertijds, uwe voorvaderen
deden wonderdaden
Ziet, een groot doel rijst op, als de zon
in het Oosten, en werpt de eerste blijde
stralen des schoonen dageraads.
Vrienden laten wij ons vereenigen, la
ten wij ons vereenigen in „Geloof eu We
tenschap," daar is het Oosten, waar op
gaat en straalt de dag des lichts 1
Waarom ons vereenigen?
waarom ons vereenigeu in „Geloof en We
tenschap,"wat willen wij door onze ver
eeniging bewerken, laat ons dat samen
eens bespreken.
Waarom klonk van Rome's heuvelen het
woord „vereenigt u Waarom zagen wij
onze broeders, toen dat woord van den paus-
selijken bazuin schalde en weerkaatste van
berg tot berg, van land tot land, van zee tot
zee, van den Noord- tot den Zuidpool, alom
tot geordende troepen zich rangschikken
Waarom uit zich ook in ons midden ge
heel spontaan die zucht tot vereeniging?
Zijn wij misschien bevreesd, dat de Katho
lieke Kerk, de bruid van Christus, stervend
zal neerzijgen onder de forsche slagen van
den verwoeden vijand
Zoo ja, één enkele vluchtige blik in de
geschiedboektn zal bij u die vrees voorgoed
afmaken. Waar zijn ze de stammen, die
aan den voet van het kruis op Golgotha, bij
den laatsten snik van den gehaten Christus,
dachten, dat dadr ook zijne leer stierf, zijne
stichting in een stortte?
Waar zijn ze, die gekroonde en aanbe
dene vorsten, die het gruwzame zwaard als
eene zeis medoogenloos sloegen door de
schoone golvende korenvelden, vruchtbaar
geworden van het bloed, dat van de
toppen van Calvarie stroomde, op welke
velden de eerste christenen bloeiden, als
gouden aren, rijp voor den hemel.
Waar zijn ze de barbaarsche volkeren met
hl hunne geweldigheid De ketterijen
met al hun hoogmoed en venijn?
De met lauweren gekroonde redenaars en
staatsmannen, de Napoleons, de Bismarcken,
die juichkreten slaakten over het gevallen
Vatikaan, als behoorende tot het verleden
Waar zijn ze?
Legt getuigenis af, gij die Christus gekrui
sigd hebt, „waarlijk, hij was de Zoon Gods!"
Legt getuigenis af, keizers van het machtige
Romeinsche rijk.
Verdwenen zijn zij op een feestmaal, als
Balthassar, de Persische koning. Zij hielden
in hunne handen nog bekers, overvloeiend
van Christen bloed, dat nooit hun dorst ver
zadigde.
Leg getuigenis af, gij Constantijn, die 't
eerst met het gesmade kruis uwe zegenvie-
rende banieren tooit.
Legt getuigenis af, gij barbaarsche volken.
Het juk, u door arme visschers opgelegd,
hebt gij gewillig gedragen, slangen en wol
ven gelijk, zijt gij herschapen in duiven eu
lammeren.
Legt getuigenis af, gij ketterijen.
Na eene doolbaan van chaotische verwar
ring gedurende hoogstens weinige eeuwen
zien wij ze ontbonden worden en spoorloos
verdwijnen en ja de onveranderlijkheid en
de onvergankelijkheid der godsstichting schit
tert in helderder licht door een nieuwen
triomf over dwaling en logen.
„Sie verschwanden, wie die Ströme der
Wtlste, wie der Schimmer des Nordlichts"
erkent zelf de Protestantsche schrijver Dr,
John Nevin.
„God heeft de vesting, die hem dorst
(braveeren.
Met sterken arm vernield tot puin en gruis;
In bouwval zagen wij door Hem verkeeren
De sterke stad, der vreemdelingen huis
„Dat zij geen stad meer zij en haar nimmer
„In eeuwigheid een hand hertimmer
Zoo ziugt de Profeet-dichter Isaias.
Leg eindelijk getuigenis af, gij eeuwige
menschelijke elleude, in uw hoogmoed door
eigene kracht strevende naar volmaaktheid.
Uit den hoogen Hemel, tot waar gij wilt
doordringen, aanschouwt God met medelijden
uw werk. Eén blik en het zinkt in 't uiet
Voor negentien eeuwen heeft de pro
fetie geklonken „zij zullen haar vervolgen
Maar ook heeft het geklonken .- »non praelva-
lebuntU maar ook: Ik heb de wereld over
wonnen
De bestemming der Kerk is dus om altijd
vervolgd te worden, om nooit overwonnen
te zijPj om jaar in jaar uit verachtende
sarcasme's en bespottingen te hooren, om die
goddelooze kreten te smoren onder zangen