Nummer 13. Donderdag- 15 Februari 1900. '23e Jaargang I Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. De Deserteur De Zuid-Affikaansche oorlog. ANTOON TIELEN, Bekendmaking. FEUILLETON. Gevangenisarbeid. Dit Blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond. A b o ii n e tn e ii t s p r ij s per 3 maanden f O 75. Bianco per post door liet gehcele rijk f 0.90. Brieveningezonden stukken gelden enz., franco te zenden aan den ritgever. U I T G R V K H WAALWIJK. Advkrtentibn 1—7 regels f 0.60 daarboven 8 cent per regel, groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën 3maal ter plaatsing opgegeven worden 2maal berekend Voor plaatsing van een groot aantal regels en advertenties bij abonnement worden speciale, zeer voordeelige contracten gesloten. Reclaims 15 cent per regel. kennisgeving. Do minister van oorlog deed een flink werk. 't Is een eerste poging om te beletten dat de staatsinstellingen nog langer de ver diensten van particulieren inslokken. Vakvereenigingen te Nijmegen hadden in een adres aan den minister van oorlog het verrichten van arbeid door manschappen der koloniale reserve ten behoeve van par ticulieren gewraakt. De minister van oorlog nu heeft aan adressanten te kennen gegeven, dut het wer ken voor particulieren in de werkplaatsen der koloniale reserve voortaan zal ophouden. Wanneer zal de minister van justitie het voorbeeld van den heer Eland volgen Onze strafgevangenissen iuitners concur- reeren nog steeds met particulieren. Groote confectiemagazijnen worden bijv. gevuld door ar reid uit «le gevangenissen. En als 't nu nog noodzakelijk ware om dat er anders geen werk is voor de b ieren Maar bunder aan bunder heidegrond lig gen in ons vaderland te wachten op ontgin- ning. /Zendt de kaerels de heide in", schreven we alreeds 't vorig jaar, naar aanleiding van een berichtje, dat de Duitsche gevan genen onder toezicht van militairen, bezig worden gehouden met 't graven van kanalen. We herhalen dit thans met klem te meer De minister van oorlog heeft door zijn besluit erkend, dat concurrentie van den staat met particulieren onbillijk is. Die van justitie moge volgen. D. v. N. Waalwijk,sclif ri Courant ingevolge arlt. 11, 12 en 13 der Kieswet. De Burgemeester van Waalwijk noodigt de mannelijke inwoners dezer gemeente, waaronder ook zii, die den leeftijd van vijf en twintig jaren vóór 'of op den 15 Mei van dit jaar hebben be- leikt, uit, ten einde op de eerlang op te maken lijst van kiezers *oor leden van de Tweede Ka mer der Stalen-Generat, I, van de Provinciale Sta ten en van den Gemeenteraad te worden ge plaatst. om vóór den 15 Februari a. s., ter ge meente-secretarie te doen blijken I. Voor het geval zij in eenc andere gemeente zijn aangeslagen, van hun aansLg over liet volle laatstverloopen dienstjaar in eenc der Rijks di- lecte belastingen, genoemd bij art. 1, letter a der kieswet, wat de grondbelasting betreft, in ééue andere gemeente of in meer gemeenten tezamen, tot een bedrag van ten minste één gulder., dooi overlegging der voor voldaan geteekende aanslag biljetten. Hierbij wordt opgemerkt, dat de aanslag der vrouw geldt voor haren man, die van mirdeija- rige kinderen, wegens goederen, wa rvan hun vader het vruchtgebruik heeft, voor hunnen vader. II. Voor het geval zij zijn medeëigenaren ecner onverdeelde nalatenschap, wier namen niet bij den aanslag in het koliier zijn vermeld, van hun betaalden aanslag in de grondbelasting, over hel volle laatstverloopen dienstjaar, mits hun aandeel in dien aanslag ten minste een gulden bedraagt. Bij de schriftelijke aanvruge, waaruit hun aan deel in den aanslag moet blijken, moeten worden overgelegd het aanslagbiljet of door den ontvan ger gewaai meikl duplicaat daarvan en de noodige bescheidcn ten bewijze van het gemeenschappelijk bezit. Onder aanslagen in de grondbelasting rub 1 on 2 worden verstaan de hoofdsom en de Kijks op centen. III. Indien zij niet in deze gemeen'e overeen komstig het bepaalde sub a van art. 1 der wet zijn aangeslagen, namelijk over het volle laatst verloopen dienstjaar in de grondbelasting voor een bedrug van ten minste één gulden (hoofdsom en Rijks-opcenten), in de vermogensbelasting, in de belasting op bed rij fs- en andere inkomsten of in de personeele belasting, door eene schriftelijke langil'te, dat zij voldoen aan eene der volgende voorwaarden lo. dat zij alu hoofden van gezinnen of als al leen wonende persoren op den 31sten Januari se dert den lsten Augustus van het vorige jaar heb ben bewoond, krachtens huur, achtereenvolgens in dezelfde gemeente niet meer dan twee huizen of gedeelten van huizen, voor elk waarvan, met of zonder bij behoorende grond of lokalen en bijgebouwen, niet ter bewoning bestemd, de werkelijke huurprijs, per week berekend, ten minste heeft bedragen de som, voor de gemeente oi het gedeelte der ge meente, waar het huis gelegen is, vermeld in de bij de kieswet gevoegde tabel of, krachtens eigendom, vruchtgebruik of huur eenzelfde vaartuig van ten minste 24 kubieke meter 2o. dat zij op den 31sten Januari sedert den lsten Januari van het laatstverloopen jaar bij dczelftie per soon, onderneming, openbare of bijzondere instel ling in dienstbetrekking of als inwonende zoon in het bedrijf of beroep der ouders werkzaam zijn en als zoodanig over dat jaar een inkomen heb ben genoten als voor de gemeente of het gedeelte 21. Ge vergist u, antwoordde Koppenhagen. Ik geloof ook niet, dat hij ons bedriegt. Het komt mij voor, dat hij naar Rusland wil vertrekken, natuurlijk in alle stibe. Gij vyeet dat hij altijd groote geldsommen van ons in bewaring heeft en al onze zaken behartigt. Het wordt hem dus nog al gemakkelijk gemaakt ons voor duizenden te bedriegen. Thans mengde zich nog een vierde stem in net gesprek en Rothmann bemerkte daardoor del hier in de kamer van den herbergier eene geheime vergadering der valsche munters plaats vond. Deze vierde stem verklaarde: Ik geloof niet, dat Peiser ooit tot een der- blijken stap zou overgaan, tenminste niet, zoo- Jang zijne dochter bij hem is. Hij zou haar zeker nooit alleen achterlaten en haar met zich nemen, zou hem moeielijk gelukken. Ik weet dut hij zijne dochter hartelijk liet' heeft. Zoo, zool zeide Koppenhagen, daar zullen we dan mae.r rekening mede houden, maar zijt ge zeker van uwe z-ak Volkomen zekerverklaarde dezelfde stem, ik geloof, dat Peiser geheel buiten zichzelven zou geraken, indien zijne dochter eenig leed mocht overkomen. Ik woon in zijne nabijheid en ken de verhoudingen in zijn gezin zeer nauwkeurig. Van de dienstboden kan men veel te weten ko men en door de verschillende berichten, die ik heb ingewonnen ben ik vast overtuigd, dat Pei ser zijne dochter boven alle6 bemint. Zooals gezegd, zullen wij dan daarmede rekening houden verklaarde Koppenhagen nog maals. Daarbij scheen hij op te staan, terwijl de anderen zijn voorbeeld schenen te volgen. Roth mann hoorde ten minste stoelen verschuiven en vond het derhalve geraden, zich zoo spoedig mo gelijk van de deur te verwijderen er. in de gelag kamer terug te keeren. Dadelijk achter hem trad Koppenhagen binnen, die blijkbaar met de bedoeling kwam Rothmann der gemeente, waar zij wonen, is vernield in de bij de kieswet gevoegde tabel of dat zij op den lsten Februari in liet genot zijn vun een door eene openbare instelling ver leend pensioen van gelijk bedrag met dien verstande dat voor hen, die in beide gevallen verkeeren, zoo noodig ter bereiking van het vereischte bedrag, het inkomen en het pensi oen worden samengesteld 3o dut zij op den lsten Februri sedert een jaar den eigendom met recht van recht vnn vrije be schikking hebben van ten minste N00.(nomi naal) ingeschreven in de Grootboeken der natio nale soliii 1 d of van ten minste f50.ingelegd in de Rijkspostspaarbank 4o. dat zij hebben voldaan aan de eischen van bekwaamheid, door of krachtens de wet gesteld voor do benoembaai lieid tot eenig ambt, voorde vervulling van eei.ige betrekking of voorde uit oefening van eenig bedrijf of beroep Vo r hen, die krachtens vroeger gedane aan gifte op de loopende kiezerslijst voorkomen, is hernieuwde aangifte onnoodig, indien de plaat sing op die lijst berustte op: lo bewoning van een huis of gedeelte van een huis of van een vaartuig, mits zij op 31 Januari alsnog hetzelfde huis of een gedeelte van hetzelfde huis of hetzelfde vaartuig bewonen 2o. genot vun pensioen 3a. bezit van eene inschrijving in de Grootboe ken der Nationale Schuld of van een inleg io de rijksj ostspaarbnnk 4o. allegging van een examen. Daarentegen is hernieuwde aangifte wol noodig voor hen wier plaatsing op de lijst berustte op lo. bewoning van een huis of gedeelte van een huis of van een vaartuig, indien zij niet meer op 31 Januari hetzelfde huis of een gedeelte vaneen hetzelfde huis of heizelfde bewonen; of 2o. op genot van inkomen in dienstbetrekking, of als inwonende zoon, in het bedrijf of beroep der ouders werkzaam, hetzij met of zonder genot van pensioen. Vooits wordt opgemerkt, dat zij die vallen on der eene der r.ommers 14 van No. III, om be voegd te zijn tot het kiezen vun leden van den gemeenteraad, over het volle laatstverloopen dienstjaar in deze gemeente moeten zijn aange slagen in de plaatselijke directe belasting op het inkomen en dien aanslag op den 1 Maart ten vol le hebben betaald. Ten slotte wordt aan belanghebbenden mede gedeeld, dat voor het doen der aangiften vat. lie den af ter secretarie verkrijgbaar zijn blanco for mulieren. Waalwijk, den 4en Februari 1990, De Burgemeestei voornoemd, K. DE VAN DER SCHUEREN. op te zoeken. Ik hoop, dat u de tijd niet al le lang valt, zeide hij. Ik heb daarbinnen nog iets te doen, maar wilde intusschen eens zien hoe gij het maakt. Rothmann vertelde hem, dat hij zich verveelde en deelde hem ook mede, dat hij buiten bij den blauwrok geweest was. Lachend voegde hij er bij, dat hij zich gedurende de afwezigheid van den herbergier zelf had bediend en zijn eigen bier van het vat had getapt. Koppenhagen lachte, beloofde spoedig te zullen terugkomen en verdween weder achter de deur om waarschijnlijk met zijne deelgenooten de beraadslaging te vervolger. Roth man n schreef in zijn notitieboekje den naam Peiser, daar dize hem gewichtig gec.oeg voorkwam. Ook krabbel de hij, angstig om zich heen ziende, eei e kl.ine teekening van de herberg en hare ligging Kr hij plotseling builen een rijtuig hoorde. Eerst meende hij, dat de blauwrok wegreed, maar spoe dig bemerkte hij, dat er een tweede tijtuig «as aangekomen, hetwelk eveneens voor de herberg stilhield. Eenige oogenblikken later werd de deur gei pend en trad een tamelijk net gekleed man de herberg binnen, die dadelijk met luide slem om den herbergier riep. Deze verscheen dan ook, «nar sellijnlijk omdat hijzelf wilde zien, wie de nieuw aangekomene was. Rothoiann was bepaald van meening, dat llians weder tusschen den nieuwen gast en den kaste lein eene vertrouwelijke begroeting zou plaats vinden, toch was dit ditmaal niet het geval. De vreemdeling bestelde een ela9 bier, dat hij op éénmaal uitdronk en liet het daarna opnieuw vullen. Rothmann merkte intusschen op, dat de kastelein den gast met wantrouwige blikken achtervolgde. Gij schijnt mij niet te kennen? vroeg de vreemdeling, die deze blikken eveneens scheen opgemerkt te hebben. Gij komt mij wel bekend voor, antwoordde de kastelein, maar ik weet niet, wuar ik u thuis brengen moet. Dan hebt ge een slecht geheugen 1 antwooi d- de de vreemdeling. Hij voegde er nog iets op fluisterenden toon tegen den kastelein bij, wat Rothmann niet verstaan kon, doch de herbergier zette een bevredigend gezicht en zeide: juist, nu herken ik u weder I Ik hoop dat de tijd u niet 0,j het oogenblik, dat we dil schrijven, ziet het er voor het Vcreenigde Koninkrijk wel ongunstiger uit dan immer vóór dezen in dezen heilloozen krijg, tegen andeier vrij heid en onafhankelijkheid ondernomen door het machtige rijk van John Buil aan alle zijden is er misrekening en tegenslag waar men ziet, niets dan teleurstelling en des ondanks of juister als een direct gevolg er van, neemt het bescheiden groepje van voor standers van een spoedigen eervollen vrede met de beide Zuidairikaausche republieken eer af dan toe men gelooft niet aan een bepaalden tegenslag voor het oppermachtige Angelsaksische tijk, men wil niets weten van erkenning van ongelijk en wie er maar een toespeling op waagt, moet een vijand van land en volk zijn Hoelang dat nog zoo duren zal, hoelang men zich nog zal in slaap wiegen met de hoop op een besliste kentering ten goede, op revanche in Afiika's zuidelijk deel, hoe lang men nog zal droomen aan gene zijde van het Kanaal van knechting der Boeren met handhaving van hel prestige tegenover de gansche beschaafde weield, tegenover Europa in de allereerste plaats hoeveel bloed er nog zal gestort, hoeveel millioeneu er nog zullen vergooid moeten, eer er bij de Engel- sche natie zal zijn waar te nemen een eerste teeken, een bewijsje van terugkeer van het gezond verstand, eer dc patriottische nevel zal zijn weggetrokken voor John Buli's oogen lang zal vallen, want ik heb in mijne woonka mer nog iets te doen ik moet daar eene drin gende z»ak afhandelen met den heer, wiens rij tuig voor de deur staat. Hij begaf zich daarna weder naar zijn eigen vertrek en Rothmann bleef met den vreemdeling alleen. Deze had aan een tegenoverstaand tafeltje plaats genomen en toen Rothmann opkeek, krui sten zich zijne blikken met die van den vreem deling, welke zich in eene zeer opgewekte stem ming scheen te verheugen, want hij neuriede eene melodie en ledigde zijn glas met opmerke lijke vaardigheid. Toen Rothmann eenige oogen blikken later weder naar hem keek, bemerkte hij, dut de vjcemdeling hem onafgebroken zat op te nemen. Uit den aard der zaak trachtte hij den onver schillige te spelen, toch gevoelde hij zich eenigs- zins ongerust, toen hij bespeurde, dat de vreem deling hem onafgebroken bleel aanstaren, alsof hij een bekende moest zijn, dien deze echter nog niet durfde aanspreken. Dat deze houding iets zeer pijnlijks had vuor den gerechts-ambtenaar is gemakkelijk te begrij pen. Hij bevond zich in een lokaal, welks eige naar tot de valecliemuntersbende behoorde, in een huis, waurin een groot aantal dezer bende verecnigd was. Welk gevaar bedreigde hem, indien zijne verkleeding, indien zijn werkelijke stand hier bekend werden. Hij besloot den lusti- gen vreemdeling bevreesd te maken, door hem een dreigenden blik toe te werpen, maar deze die blijkbaar in eenigszins opgewonden stemming verkeerde, liet zich daardoor niet afschrikken, doch keelt Rothmann lachend aan, en sloeg ein delijk met de vlakke hand op de tafel, als iemand die eene gewichtige ontdekking gedaan heeft. Daarna stond hij plotseling op, trad op Roth mann toe, stak hem lachend en begroetend de handen toe en zeide: Goeden avond, mijnheer de gerechts commissaris! Rothmann was in het eerste oogenblik zoo ver schrikt, dat hij nauwelijks waagde te antwoor den. Dat men hem hier, in deze voor hem zoo uiterst levensgevaarlijke stelling, in deze afgele gen herberg kon herkennen, scheen hem bijna ongeloofelijk. Nadat hij zich eenigermate hersteld had, antwoordde hij Gij vergist a zekerIk ben een eeuvoudig handelsman eu geen gerechtsbe- ambte. om plaats te maken voor een helder inzicht der dingen of juister wellicht voor den eer lijken wensch om te zien wat elkeen ziel, die zien wil en ziet zonder voorooideel wie kan 't gissen Tot op hel oogenblik heeft de oorlog van Engeland reeds een uitgave gcCischt ten be drage van drie-en-twintig tnillioen pond sterling of tweehonderd zes-en-zeventig mil lioen gulden en wel kan men zeggen dat John Buil zich zoo iets gemakkelijks kan veroorloven; wel kan men ten overvloede relereeren het feit, dat Engeland sinds de laatste twintig jaar lelkenjare zijn schuldenlast heeft kunnen verminderen door amortisatie (/.oodat sinds 1879 de Britsche schuld is ver- mindeid met meer dan vijf en negentig mil- lioen pond sterling) doch aan tlie spaarduit jes komt ten slotte toch ook een eii.de en wie zegt wanneer het einde van den oor log zijn zal? En niet alletn draagt elke nieuwe legen- slag voor Groot-Biittanie er toe bij den geest in het koninkrijk nog te doen toenemen, niet alleen is men te Londen en allerwegen elders in Engeland op het oogenblik s'.eiker geporteerd voor volharding tot het einde voo< doorzetiing met verdubbelde, met vervier voudige kracht, dan vroeger, doch men blijlt even rooskleurig gestemd tevens, men vol hardt bij een optimisme, dat lijnrecht slaat tegenover den efLciievcn loop van zaken. Loopt het in Natal dan weer eens mis, geen nood generaal Roberts is naar hei legerkamp aan de Mo lderrivier vertrokken, om daar eens poolshoogte te nemen moclu het eventueel eens niet komen tot ontzet van Kimberk-y, de diamantstad tengevolge van een nieuwe actie aan dezen kant na een ge dwongen rusttijd van twee maanden, daarom niet getreurd de opmarsch van het noo den van Kaapkolonie uit in de richting van de hoofdstad van Oranje-Viijstaat, Bloemfontein, moet leiden tot een ommekeer en bij slot van rekening maakt het dan ook zoo'n enor m verschil niet of men Ke>stmis van 1899 ot Paschen van 1900 viert te Pretoria het Vereenigde Koninkrijk kan zich zoo'n uitstel wel veroorloven zonder er eenige schade van te ondervinden, materieel noch moreel Redeneer daar nu maar eens tegen, bepleit tegenover een dergelijke verblinding nu maar eens inkeer en ommekeer er val' niet te praten met de massa der Engelsche natie en de lui, met wie wel een veislandig wooid valt te wisselen, verdwijnen in het niet door hun gering aantal Siaan we nu weer aan den vooravond van een langdurige peiiode van rust en voo. be reiding of kan werkelijk verwacht worden een hervatting der krijgsverrichtingen in Natal, aan de Tugularivier, ten westen van Oranje Vrijstaat aau de Moddërrivier en in het noor Dj vreemdeling lachte, en antwoordde daarna vroolijk Ik heb een te goed geheugen voor ge laulstrekken, dan dat ik die éénmaal gezien niet zou herkennen. Wij zijn wel eens rui er met el kander in aanraking geweest, herkent gij mij nu niet Rothmann was opgestaan en keek den nog al tijd lachenden man als een spook aan. Hij was reeds met hem in aanraking geweest? Dan toch zeker in zijne ambtelijke betrekking en moest ook dus deze man ongetwijfeld een misdadiger zijn Immers had deze ook met den herbergier gefluisterd, en zou dus eveneens wel tot de val sche muntersbende behooren Voor een oogenblik beefde Rothmann van schrik en ontzetting. Als in dit oogenblik Kop je.hagen eens met den herbergier uit de andeie kamer terugkwamen en zich deze onbekende een onbedacht woord liet ontvallen, dan kon Roth mann er wel verzekerd van zijn, dat zijn laut9te uurlje geslagen had. Met de snelheid der gedachte overlegde hij, of het niet het beste zou zijn, den man, die voor hein stond, een stoot toe te brengen en dan te vluchten. Buiten zou hem de blauwrok wel niet ophouden, daar deze niet kon weten wat er ge beurd was. Misschien zou het hem dus gelukken in de dui-teinis te ontkomen, maar dun wus al het nioeielijke weik, dut hij lot nu toe tot ont dekking der val che luuiiteisbende verricht had, verloren, en niet alleen dit maar ook zou hem de mogelijkheid ontgaan hen ooit weer op het spoor te komen, of hunne werkplaats te ontdek ken. Zoodra Koppenhagen gewaarschuwd was, zou hij de gansche bende opbellen en alle verdachte werktuigen verduisteren. Rothmann wus een te goede en te ijverige politie beambte, dan dat hem niet de mislukking zijner zending meer zorg gaf dan de vrees voor persoonlijk gevaar. Daar hij, met zijne eigene gedachten vervuld, nog altijd aarzelde te antwoorden, zeide nu de vreemdeling: Ja, ik begrijp wel, dut gij er re den voor hebt, om niet bekend te wo.ilen, gij hebt zeker met uw ronddwalen in deze streek en in deze verkleeding iets bijzonders op het oog; is het niet zoo vroeg hij lachend. Rothmann herademde en vroeg daarop fluiste rend Mensch, wie zijt ge, en waarom wilt ge mij in het verderf storten Dacht ge, dat ik u in het verderf zou wil den der Kaapkolonie dit laatste in voor bereiding tot den grooten opmarsch naa Bloemfontein Generaal Red vers Bnller was, zoo mcend men (en zoo meenden wij tot Zateidagmid dag in onze naïviteit ook voor de derd maal teruggeslagen bij zijn hernieuwde pogin tot ontzet van Ladysmith 't Mocht wat, we hebben heel nederig on gelijk te erkennen generaal Redvers Bul Ier heeft een achterwaartschc concentrati uitgevoerd en is daarin volkomen geslaagd de opperbevelhebber der Engelsche legermach heeft Ladysmith den rug toegekeerd om ge neraal White en diens mannen des te spcr diger te kunuen bereiken zijn nieuw verblij ten zuiden van de Tugelarivicr zal maar va heel korten duur zijn, als een direct gevol van verandering van tactiek zijnerzijds spoedig zal de geheelc troepenmacht wede in actie zijn en deze strategische zet, die lie slechts enkelen begenadigden is gegeven t begrijpen heeft slechts tot heel geiinge ve liezen geleid aan Britsche zijde. Aldus valt te lezen, niet in een of ande orgaan van Anti-Engelschgezinden of in he kran je van een Briisch krank/innigengestich doch deze en meer dergelijke wijsheid val te putten uit de voorstellingen in hoogst ern stige Londensche bladen, welker redacteure om den dood niet voor mal of ontoereken baar gehouden zouden willen worden Het gaat volgens deze rrenschen den En gelschen alles voor den windde Boere verliezen manschappen bij honderdtallen, wa Bulier evenwel niet belet nadrukkelijk aan t houden om versterkingen 't Grappigst misschien is het relaas vai den oorlogscorrespondent der Central New te Spearmanskamp. Die oolijkert spreekt te aanzien van de opstelling der kannonnen aa de zijde der Boeren op .Doori kloof, als var een buitengewone list der Boeren ter bestrij king van de rechterflank der Biitten en d man dankt den hemel dat men er niet in i geloopen Enfin, het is dan ook al te dol di Boeren halen allerlei gekheid uit daar wi generaal Bulier nu met bekwamen spoed naa zijn vriend en collega generaal White, di met de zijnen honger en andere narighei heeft door te maken en also! hel spel spreekt worden er precies op den weg naar de bc narde veste (op eeu hoogte nogvvel) van di leelijke kannonnen geplaatst 't is zoowaa een geluk, dat men terrechter tijd kenni heeft gekregen van den boozen toeleg ei aldus veilig en wel zich buiten schot heef kunnen stellen Terwijl men in Engeland zich laat paaie en bedriegen met dergelijke malligheden e zotternijen zijn de Boeren over hun nieu" succes dauig in hun schik en men dicht hu het voornemen toe nu de rollen te verwisse selen zij zouden met zesduizend man ee len storten zeide de vreemdeling. Spreek er nic van; ik denk er niet aan ik ben zelfs een uwe beste vrienden. Aan u liet) ik liet te danken ge had, dat ik vroeger mijn geld terugkreeg. Her innert ge u dat dan niet meer, mijnheer de ge rechts commissaris Rothmann greep met kracht den arm van den nog altijd op luiden toon sprekenden vrvemdelin en beet hem toe Als gij wilt, dat ik dadelijk of over eenig oogenblikken vermoord wordt, dan moei ge zo hard blijven uitschreeuwen, als ge nu doet, wi ik ben. De man verschrikte merkbaar bij deze woorden en zeide dan zachter dan vroegerlk den er niet aan I Maur van waar dreigt u dan zulk een groot gevaar Spreek daar niet verder over, antwoordde Rothmann ik verklaar u, dot gij de medeplich tigheid aan een moord op uw ziel zult laden, als ge nog eens spreekt als daar straks, door te zeg- en, wie ik ben. Maar nu verzoek ik u ook mij te zeggen, wie gij eigenlijk zijt. De vreemdeling noemde zijn naam. Eduanl Göpfert, en voegde er bij: Twee jaar geleden whs ik voor plezier op reis naar Berlijn en viel daar in de handen van kwartjesvinders. Ik kwam toen op het politiebureau, om mij te beklagen. Men stelde belang in mijn lot en vroeg mij een nauwkeurige beschrijving der oplichters te geven. Daarna bra ht men mij een hal ven dng lang in alleilei lokalen, waardoor het mij gelukte, de ke rels, die mij opgelicht hadden, aan te wijzen. Ik kreeg al mijn geld terug, en dut heb ik alleen aan u te danken. Ik had u dadelijk herkend, ai hebt ge ook uw baard doen alVcheren en uwe kleerer. veranderd. Woont ge dun hier in de buui t vroeg Roth mann merkbaar verlicht. Zeker, ik woon in Neusladt, waar ik eene groote bakkerij heb. Ik lever het brood voor de werklieden in verschillende bergstreken. Ik ben er werkelijk blij om, dut ik u nog eens ontmoet heb, want ik ben u nog veel dunk verplicht. (Wordt vervolgd.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1900 | | pagina 1