Nummer 20.
Zondag 11 Maart'1900.
23e Jaargang.
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
Eerste blad.
De Deserteur
ANTOON TIE L EN,
Volksweerbaarheid.
De Zuid-Afiikaansche oorlog,
Uitgever:
Dit nummer bestaat uit
twee bladen.
Wereïdhulde
FEUILLETON.
nrmiTi'iutff
Zij, die zich voor
het volgend kwartaal
op dit blad abonneeren, ontvangen
de nog deze maand verschijnende
nummers GRATIS.
<^-~J i'j/)
De Echo van het Zuiden.
Waahvijksclie en Lanfslraatsche Courant,
Dit Blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond.
Abonnementspr ij s per 3 maanden f 0.75.
Franco per post door liet geheele rijk f 0.90.
Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden aan den
Uitgever.
WAALWIJK.
Advertentiën 1'7 regels fü.60; daarboven 8 cent per regel, groote
letters naar plaatsruimte. Advertentiën Smaal ter plaatsing opgegeven
worden 2maal berekend. Voor plaatsing van een groot aantal regels en
advertenties bij abonnement worden speciale, zeer voordeelige contracten
gesloten. Reclames 15 cent per regel.
AAN Z. PI. DEN PAUS.
Aan ons bureau ontvangen
Uit Waalwijk
f 2.50.
I.
Een schoon woord voor een schoone zaak!
Volksweerbaarheid, de weerbaarheid van
het volk, van het Nederlandsche volk, een
woord tot voor korten tijd V3n onbekenden
klank, dat thans vol geestdrift van veler
lippen vloeit.
Volksweerbaarheid, de kreet, waarmede 't
Nederlandsche volk uit een langdurigen
slaap is ontwaakt
Ja lang, laten wij hopen niet te lang,
hebben wij geslapen. En wel zoo vast, dat
het moeite heeft gekost dat slapende volk,
dat slapende leger wakker te schudden.
De Volksvertegenwoordiging stelde jaar
lijks, zij het dan ook dikwijls met eenig
tegenstribbelen, de noo lige millioenen ter
beschikking van de Regeering en meende
daarmede het hare in zake 's lands defensie
te hebben gedaan. Plet leger vormde een
onder-onsje, waar de „adoration mutuelle"
in sommige kringen geducht werd beoefend,
waar elke inmenging van buitenaf streng
werd geweerd, elke stem tegen de bestaande
sleur, in eigen boezem geuit, onmiddellijk
werd gesmoord, opdat zij niet tot de buiten
wereld zou doordringen, en waar eenieder,
telken jare opnieuw gerustgesteld door de
verklaring van de Itegeering „dat Land
en Zeemacht naar behooren hun plicht de-
•28.
Hij had om hulp geroepen toen hij bemerkte,
dat het schip zich in beweging zette, wijl hij
aan land en naar Elise wilde, maar hij bezat
wel zooveel verstand, dat hij zich hoedde op de
vragen van Peiser eenig antwoord te geven, dat
hem zou kunnen verraden. Toen Peiser hem
echter op zoo brutale wijze mishandeld had,
leefde er in de borst van den ongelukkige slechte
een gevoel n. 1. dat van wraak tegen zijn pij-
niger. Hij verlangde er naar Peiser met zijn
lange nagels en tanden te kunnen verscheuren,
als deze het mocht wagen weder bij hem te ko
men.
Wilde hij dit wraakzuchtig plan echter kun
nen volvoeren dan moest hij eerst trachten zich
van de banden te ontdoen, die zijn handen en
voeten te zamen snoerden. Bij de schemering
van den aanbrekenden dag ontdekte hij het
ijzeren uiteinde van een moer, waarmede de
planken van het scheepsboord bevestigd waren.
Hij kroop daarheen en begon de touwen langs
de scherpe kanten van deze moer krachtig heen
en weer te vijlen.
In de halt zittende half liggende houding,
waarin hij zich bevond, door de pijn aan zijn
met bloed onderloopen armen scheen het hem
bijna onmogelijk zijn weik voort te zetten, te
meer daar het slechts weig kans tot slagen aan-
bood. Maar de wraakzucht verleende hem kracht
en al was er reeds een uur verloopen, toch be
merkte hij eindelijk dat de draden allengs door-
gevijld werden en de touwen dus weldra zouden
breken.
Balmach had dien nacht slechts weinig gesla
pt n. Toen hij des morgens opstond en door het
gat in den zijwand keek, zag hij dat Peiser juist
bezig was het morgengebed te verrichten
Een hooner.d lachen vloog over Balmachs gelaat
Hij zocht daarna eenigen tijd in de kajuit rond
en haalde eindelijk uit de kast een sterk touw
den", zich in een goedige zelfgenoegzaam
heid bleef koesteren.
Daar verscheen een lOtal jaren geleden,
de „Landsverdediging", een maandschrift
voor mifilairen en voor allen, die in de
weerbaarheid en onafhankelijkheid van Ne
derland belang stellen. Op ruwe wijze werd
het leger in zijn rustige rust gestoord, met
forsche stem en in krachtige bewoordingen
werd op de talrijke gebreken gewezen. Een
harden strijd had het nieuwe tijdschrift te
gen do zoo machtige conservatieve partij te.
voeren, maar ondanks de vele moeilijkheden,
van alle, zijden opgeworpen, schreed het
kraohlig voorwaarts Talrijker werden de
aanhangers, een groot deel van het officiers-
korps werden de oogen geopend, en men
kwam tot de overtuiging, dat wij in zake
legertoestanden achterlijk, zeer achterlijk
waren.
Generale staf, krijgsschool, „Spectator" en
vereeniging tot beoefening van de krijgswe
tenschappen, alle troepen werden door de
conservatieve partij in het vuur gebracht
tegen dezen indringer, die het waagde haar
liet monopolie van militaire wijsheid te ko
men betwisten.
Maar het hielp niet, de steen was nu
eenmaal aan liet rollen.
Daar kwam de proef met- den verkorten
oefeuingstijd. Opnieuw een lievig verzet der
behouders, die liever den diensttijd zagen
verlengd. Ook ditmaal zonder succes. De
aanhangers van verkorten diensttijd namen
voortdurend in getalsterkte toe, getuige de
gewijzigde opinies der korps-commandanten
in hunne hierover uitgebrachte rapporten.
In de ingediende legerorganisatie werd de
verkorte oefeuingstijd als beginsel aange
nomen.
De behoudende partij, met den Generalen
Staf aan liet, hoofd, heeft het verouderde
standpunt blijven behouden in plaats van,
met lii't verloopen van het getij, de bakens
te verzetten. In plaats van den krachtig
zwellenden stroom te leiden, beeft zij getracht
hem teg°n te houden en is daaibij omver
geworpen.
De nieuwe richting had zich ondanks
al liet verzet, een weg gebaand.
Zoo is de toestand in het leger-zelf.
En daarbuiten Ook hier is in den kaat
sten tijd veel meer belangstelling in leger-
aangelegeiiheden waar te nemen. Plet groote
publiek is meer belangheb'oender geworden,
eensdeels door de invoering van den per
soonlijken dienstplicht, aan de andere zijde
door de indiening van het nieuwe organisa-
te voorschijn, waarin hij met kunstvaardige
schippershand een loopenden strik legde. Het
zelfde duivclsche giijnzen plooide weder zijn ot-
stuitende trekken toen hij den strik probeerde,
of deze wel zeker en snel genoeg dichttrok,
waarna hij hem ia den wijden zak van zijn
kamerrok verborg.
Toen hij op hot dek kwam, vond hij zijn bei
de scheepsgezellen reeds aan den oever bezig
met koffie zetten. Spoedig na hem kwam ook
Peiser boven. Hij zag bleek en scheen slecht ge
luimd.
Waarom varen wij niet verder vroeg hij
aan Balmach. De zon staal hoog aan den hemel
liet is acht uur, en wij konden ten minste ul een
half uur onderweg zijn. Hoe verder wij ons van
de grerzen verwijderen hoe beter
Dat denk ik niet, antwoordde Balmach, ik
wil hier blijven liggen, want hier in liet vlakke
veld, waarop mijlen in de rondte geen dorp ol
huis te zien is, waar men zijn vervolgers in
alle lichtingen kan zien naderen, zijn wij veili
ger dan in een siad of dorp. Gij zult zelf inzien
dat het verstandiger is, hier te blijven. Mijn
beide knechts zullen dan nnar het naastbij ge
legen dorp gaan, om proviand te halen.
Waarom wilt gij hen beiden wegzenden,
vroeg Peiser wantrouwend Het is toch voldoende
als een van hen gaat.
Ge praat naar ge versland hebt I
Wij moeten zooveel proviand hebben, dat wij
in de eerste dagen onze reis niet hoeven te on
derbreken om ergens aan te leggen. Een vat
hen kan dien voorraad onmogelijk dragen,
daarom moeten zij beiden gaan. Als ge klaar
zijt, begeef u dan op weg, dus wende hij zich tot
zijn knechts, en vervolgde dan spottend lachend
tot Peiser: Gij zijt toch Diet bang om met mij
alleen te blijven? Peiser keek hem bij deze
vraag loerend en uitvorschend aan, doch ant
woordde zoo onverschillig mogelijk: Bang
zijn? En toch was hij bang de ellendige,
gemeene ziel beefde van angst, zooals iedere
schurk altijd vreest. Peiser had gehoopt dat hij
hij den aanzienlijken voorraad zilver, dien hij
niet zich droeg, in Myslowitz tegen papieren
geld had kunnen verwisselen, nu hem dit niet
gelukt was,sleepte hij zich vol angst met den gevul-
den buidel rond, die hij onder zijn tot de knieën
reikende rok droeg. Hij wantrouwde Balmach
tic-ontwerp. Getuigen de aan dit onderwerp
gewijde geschriften en het in de Kamer
gedane verzoek tot het zenden van eene
commissie naar Zwitserland om het daar
bestaande legerstelsel te bestudeeren.
En terwijl nu, zoowel in als buiten het
leger, nieuwe, frissche denkbeelden zich op
den voorgrond drongen, werd onder den ge
weldigen indruk van den moeilijken, maar
dapperen strijd, met zooveel moed en hard
nekkigheid door onze stamverwanten in
Zuid-Afrika gestreden, de vereeniging Volks
weerbaarheid geboren.
Uit den worstelstrijd van de Zuid-Afri-
kaanschc Republieken tegen het trotsche,
Albion is voor ons veel leering te trekken.
Maar laten we er vooral dit uit leeren,
dat niet de getalsterkte in den oorlog be
slist, maar dat de zedelijke kracht den
doorslag geeft. Wij zien daar dat dappere
kleine volk, gehard door den voortdurenden
strijd tegen wilde beesten, de Kaffers en
de Engelschen, uitstekend geoefend in paard
rijden en schieten, bestand tegen zware
vermoeienissen, diep doordrongen van hun
goed recht en sterk in hun geloof op de
rechtvaardigheid van het Opperwezen, kam
pen tegen de overmachtige Engelsche leger
scharen.
Uit dien strijd leeren wij, wat een weer
baar volk vermag.
En op de tweede plaats valt uit dezen
krijg te leeren, hoe verkeerd liet is op
hulp van vrienden te rekenen. De geheele
beschaafde wereld is vol bewondering voor
de heldhaftige Boeren iedereen is overtuigd,
dat het recht aan hunne zijde isvan alle
kanten stroomen den Boeren bewijzen van
sympathie toe, maar nog steeds laat een
krachtig protest tegen deze Engelsche schand
daad op zich wachten.
In de ure des ge vaars valt alleen op ei
gen kracht te rekenen.
Laten wij toch begrijpen, dat het land
niet te verdedigen is met geld en goede
woorden, dat het niet voldoende is in tijde
van gevaar te kunnen beschikken over een
volk, vol geestdrift voor de heilige zaak
der onafhankelijkheid, vol liefde voor het
Vaderland, maar dat dan slechts bruikbaar
is een geoefend volk, gehard tegen ver
moeienissen en ontberingen, dat in staat is
de wapenen te hanteeren.
Laten we dat alles toch inzien, voor dat
het te laat is. Laten we de handen ineen
slaan en gezamenlijk en met kracht gaan
werken aan de zaak van ons onafhankelijk
dien hij naar zich zeiven beoordeelde, en vrees
de dat het geld diens hebzucht en die van zijn
metgezellen zou opwekken. Vandaar dat hij
zijn last zorgvuldig verborg.
De vraag die Balmach tot Peiser gericht had,
kwam deze zeer verdacht voorevenals het weg
zenden dei beide knechts. Peiser bleef daarom aan
den oever, op welken hij heen en weer liep;
lang oogde hij de knechts na, die over de wijd
uitgestrekte velden zon lang zichtbnar waren
tot zij achter een boschje verdwenen.
Balmach had zijn korte pijp aangestoken en
zich op de voorplecht gezet. Hij keek onver
schillig naar Peiser, die altijd nog op den oever
heen en weer ging en zich zclvcn had voorge
nomen gedurende de afwezigheid van de schip
persknechts niet met Balmach binnen de schuit
ie gaan. Daarom vermeed hij ook Baruch op te
zotken om deze verder te mishandelen.
Zijt ge haast met uwe wandeling klaar?
vroeg Balmach eindelijk, daar Peiser nog maar
niet ophield. Of wordt ge misschien per mijl
betaald
Dat niet antwoordde Peiser, maar ik wil
wat beweging hebben.
l)an zult ge toch nu wel genoeg hebben ge
had, zeide Balmach. Het zou heel wat beter
zijn, indien ge thans aan boord kwaamt, want
naar ik meen hebben wij genoeg met elkander
te beraadslagen
Deze I latste bewering was juist. Er was nog
veel betreffen de de voortzetting der vlucht te be
spreken, en Peiser durfde dus niet aarzelen over
de loopplank het dek te betreden. Hij zette zich
een eind van Balmach verwijderd, en wachtte
tot Balmach hem aansprak.
Balmach scheen thans tot een gesprek even
weinig lust te hebben. Hij stond op, ging eenige
oogenblikken naar het achterdek van het schip,
waar hij iets aan het stuurrad scheen te verricli-
ten to hebben en keerde daarna langzaam tot in
de nabijheid vau Peiser terug.
Plotseling kreeg deze een stoot, die hem on
getwijfeld op den grond zou geworpen hebben,
indien zijn wantrouwen hem niet gedreven had
iedaie beweging van Balmach gade te slaan.
Daardoor sprong Peiser wankelend op
en zag met een enkelen blik dc moordgierig fon
kelende oogen van Buimach en den in de lucht
zweveuden strik, dien hem zijn tegenstander be-
volksbestaan, aan de verdediging van liet
dierbaar Vaderland.
Laten we ons maken tot een weerbaar
volk.
Tot dit doel heeft zich de vereeniging
Volksweerbaarheid" gevormd. Op 13 Jan.
j 1. te Utrecht opgericht, telt zij nu reeds
10 plaatselijke afdeelingen, terwijl in 36
gemeenten de oprichting van een afdeeling
in voorbereiding is.
Ongetwijfeld verdient de nieuwe Vereeni
ging ons aller sympathie en steun, en het
is te hopen, dat spoedig over geheel Ne
derland de vereeniging „Volksweerbaarheid"
hare banier zal hebben ontrold, en dat liet
geheele Nederlandsche Volk zich eendrach
tig onder die banier zal scharen. Alleen
door algemeene deelneming kan de Vereeni
ging aan haar doel beantwoorden, omschre
ven in art. 1 van de bij koninklijk be
sluit van 12 Febr. jl. goedgekeurde statu
ten de weerbaarheid van het Nederlandsche
volk te ontwikkelen.
„Patriot" zegt dan ook in een vlugschrift
dezer dagen verschenen
„Op U, Nederlandsche jongeling, is thans,
„nu er gelukkig alom stemmen zijn opge-
„gaan van wanne Vaderlanders, mannen
„van elke richting, om onze weerbaarheid
„te verhoogen, de hoop, meer dan ooit ge
vestigd. De roepstem van de nieuwe ver
eeniging Volksweerbaarheid" geldt U
„allen, Nederlandsche jongelingen de ver-
„eeniging zal U den weg wijzen, hoe gij
„kunt medewerken aan het schoone doel
„dat zij beoogt. Op U rust thans de plicht
„om U bij de vereeniging aan te sluiten,
„zoodra zich daaraan in of nabij de plaats
„Uwer inwoning eene afdeeli g heeft ge
vestigd."
C. X.
Tot recht begrip van den staat van zaken
op het oogenblik is het noodig een blik ie
werpen op het jongst verleden, óók ter ver
krijging van een verklaring waarom generaal
Roberts niet onmiddellijk in aansluiting aan
de capitulatie van Cronjé, met zijn gansche
legermacht is opgerukt in oostelijke richting
naar de hoofdstad Bloemfontein.
Natuurlijk heeft de opperbevelhebber zich
niet bepaald tol lust en kalmte om de Boeren
gelegenheid te geven weer wat op hun ver
haal te komen en om de detachementen, die
-Natal en hei noorden van Kaapkolonie ver-
hendig over het hoofd had trachten te werpen.
Peiser hief den urm op en greep den strik.
In het volgende oogenblik hadden de beide
mannen elkander aangegrepen en nu ontstond
een stomme worsteling op leven en dood. Balmochs
was woedend dat het hem niet gelukt was, Pei
ser te overrompelen. Peiser wist dat het bij de
ze verdediging zijn leven gold en was eveneens
vol van wraakzucht tegen zijn vroegeren deel
genoot, thans zijn moorddadigen aanvaller.
In wilde woede trachtte ieder den andere op
het dek neder te werpen, wat iutusrehen onmo
gelijk schee.", wijl de hartstocht den strijdenden
gelijke krachten verleende.
Geen woord werd gewisseld, niets werd ver
nomen, dan de snuivende ademhaling der wor
stelenden en het wilde stampen hunner laarzen
op het dek. BHmach stiet het eerst eene soort
vreugdekreet uit toen hij Peiser terzijde getrok
ken en half over den kant van het schip gedron
gen had.
Inderdaad viel Peiser en sloeg over het boord,
in zijn val echter Buimach, dien hij vast om
klemd hield meetrekkend.
Een hevige plomp in het water en de vast
als in elkander gewonden tegenstanders, zonken
neder op den bodem der rivier.
Wel duidde een beweging aan de oppervlakte
van het water aan, dut de strijd onder water
nog werd voortgezet, maar in minder dan esne
minuut lag de eerst rimpelende watervlakte
spiegelglud en glanzend in den zonneschijn.
Baruch had zich van zijn boeien bevrijd en
zijn pijnlijke ledematen waren na eenigen tijd
weder beweegbaar geworden Ook hij hooide
het gestamp boven zijn hoofd zonder te
kunnen begrijpen, wat er gebeurde, maar zijne
wraakzucht tegen Peiser verlevendigde zich en
hij verlangde hem te zien.
Daar scheen het hem toe, alsof hij op het dek
Peiser een vertwijfelenden sclmeuw hoorde goyen
Baruch verliet ijlings bet ruim en spoedde
zich op het dek. Dit was ledig en in het water
bespeurde hij niets dan eenige telkens grooter
wordende kringen.
Een oogenblik keek Baruch rond, daarna snel
de hij over de loopplank nnar den oever, en
liep zoo spoedig weg als pijnlijke voeten hem
dragen wilde zonder zich te bekommeren om de
lieten (waardoor een aanlal Engelsche gene
raals gelegenheid vonden naar Londen te
berichten van „groote overwinningen") in staat
te stellen zich saam te trekken daar waar
zij dit het meest noodig en nuttig oor
deelden.
Lord Roberts moest bedacht wezen op de
verzorging van zijn legermacht in het vij
andelijke land gedurende veertien dagen zijn
de Britsche krijgers op half rantsoen gesteld
in Oranje Vrijstaat doordien men meer be
dacht moet wezen op een snellen opmarsch
dan op taktisch en strategisch overleg en
eerst sinds een drietal dagen hebben de
manschappen weer drie vierden rantsoen,
zoodat aan een opmarsch in de richting van
Bloemfontein niets meer in de weg stond
dan de strijdmacht der Boeren, welke
volgens traditioneele goede bron, onder per
soonlijk bevel zou staan van generaal Joubert
en welke, naar het heette, van oogenblik tot
oogenblik versterkt werd door terugtrekkende
detachementen uit andere deelen van het
oorlogsterrein.
Doel van de Britten in deze moest dus
weer zijn het legertje der Boeren te over
vleugelen en te verslaan, al ware het alleen
ter verkrijging van een geweldig moreel
effect.
Is de opperbevelhebber daarin geslaagd
Uit zijn eigen woorden is het niet bepaald
op te maken, zooals wel blijkt uit de vol
gende telegrammen, gisteren in den namid
dag achtereenvolgens afgezouden uit Os-
fontein.
„Heden viel ik den vijand aan, die een
stelling bezet had vier mijlen ten noorden
en elf mijlen ten zuiden van de Modderri-
vier. De cavalerie-divisie slaagde er in de
linkerflank om te trekken de vijand is nu
(middag) in vollen terugtocht naar het noor
den en het oosten, dicht achtervolgd door
cavalerie, rijdende artillerie en bereden in-
fanteiie. Middelerwijl is de infanterie bij
Populierendrift de Modderrivier overgetrokken.
Ik denk daar hedenavond mijn hoofdkwar
tier op te slaan. Ik hoop dat de verliezen
gering zullen zijn, daar de vijand geheel on
voorbereid was op een flankaanval. Ik be
dreig zijn gemeenschap met Bloemfontein."
Later seinde lord Roberts nog
„Het is heden een zeer succèsvolle dag
geweest. De vijand werd volkomen terugge
slagen eu is thaus in vollen aftocht. Zijn
stelling was uitermate sterk een rechtstreek-
sche aanval zou zware verliezen hebben te
weeggebracht. De omtrekkende beweging
moest noodzakelijk in een grooten boog ge
schieden. De strijd bepaalde zich hoofdza
kelijk tot een cavalerie gevecht.
„De paarden zijn zeer uitgeput. Generaal
French meldt dat de rijdende batterijen den
vijand vele verliezen toebrachten. Onze ver
liezen zijn ongeveer vijftig.*
richting die hij insloeg.
XIII.
Elisc ontwaakte uit hare bewusteloosheid, toen
zij zich een trap voelde opdragen. Zij hoorde
een deur openen, daarna werd zij neer gezet en
de zak van haar hoofd getrokken.
Zij zag dat zij zich in een lange kamer bevond
waarvan de vensters dicht gesloten waren, ter
wijl op de tafel een licht stond. Zij ontdekte in
deze ruimte ook twee personen, een haar vreem
de vrouw en Koppenhagen.
Wat beteekent deze geweldadigde wegvoering?
vroeg Elisc verschrikt.
Waar is mijn vader?
Uw vader is gezond naar ik geloof: ik heb
slechts om u gezonden, om u hier een verblijf
plaats aan te wijzen. Daar gij wel niet vrijwil
lig zoudt gegaan zijn, ,vas ik genoodzaakt ge
weld te gebruiken.
Wat wil men dan van mij? vroeg Elise
ontzet.
an u persoonlijk niets. Maar uw vader,
die tot heden mijn vriend was, heeft zich ver
dacht gemaakt, en ik houd hem voor zoo'u ver
vloekte schurk, dat ik hem voor geen enkel ver
raad te goed acht. Om hem dit te beletten, blijft
gij hier als gijzelaarster hier. Als uw vader ver
standig is zul u geen leed geschieden, en ik hoop
dat uw vader verstandig zul zijn en wel zooveel
belang in zijne eenige dochter zal stellen, om u
niet in mijn handen te laien. Voorloopig is er
dus voor u geen gevaar. Ik waarschuw u ech
ter, dat gij u zeifin ongelegenheid brengt indien
gij mocht willen schreeuwen en u niet geduldig
onderwerpt op uw roepen om hulp zou ook
niet worden gelet. Deze vrouw zal u alles geven
wat gij noodig hebt.
Denk daarom niet dat zij alleen is. Op haar
eerste roepen komen mijne lieden, die beneden
zijn, onuiiddelijk bovon en dan zonclt gij voor
mishandelingen, zelfs van den ergsten aard niet
veilig zijn.
Hij verliet de kamer en ging de trap af.
Hier in de benedenverdieping klopte hij krach
tig aan een deur en trad in een kamer, die
geen andere dan de woonkamer van Wolf was,
want in liet bovenkamerije van dit huis in
liudow had Koppenhagen zijne gevangene onder,
gebracht. (Wordt vervolgd.)