J- J 1. I en, de. I Nummer 30. Zondag 15 April 1900. 23e Jaargang. Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. Eerste Blad. De Deserteur PASCHEN. Is, ANTOON TIELEN, i K 1 lit nummer bestaat uit twee bladen. INDUS! B1ËELEN. Bekendmaking. FEUILLETON. h <c aagf 003 343 U I T G E V JE R WAALWIJK. n len ;rd sir-; ei nde :hts' Mk 100. Mk :en agt 000 4e lk., tot van (ici- 4' se* de^ )laP 'Ve. .nle ia -<4e aan] iin-fi perl idigjf uo RG .tste» ij de jaai> Waalwijksclie Courant, Dit Blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond. A b o n n e m e n t s j) r ij s per 3 maanden f 0.75. Franco per post door het geheele rijk f 0.90. Brieveningezonden stukken gelden enz., franco te zenden aan den Uitgever. Advkrtëntjën 1'7 regels f C.60 daarboven 8 cent per regel, groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën Smaal ter plaatsing opgegeven worden 2maal berekend. Voor plaatsing van een groot aantal regels en advertenties bij abonnement worden speciale, zeer voordcelige contracten gesloten. Reclames 15 cent per regel. De kamer van koophandel en fabrieken Waalwijk houdt zich onledig met het Ipmaken van bet verslag over 1899. Heeren Industriëelen worden verzocht i'unne opgaven voor het verslag zoo spoedig (mogelijk aan den voorzitter in te zenden. De kamer van koophandel en fabrieken voornoemd. Burgemeester en Wethouders van Waalwijk «aken bekend dat de gasprijzen zijn verhoogd jn vastgesteld als volgt: I Voor particulier gebruik 9 ets per M3. Voor muntmeters 10 ets. y y i Voor industrieel gebruik (kracht- gebruik 8 ets. v j Do nieuw vastgestelde prijzen zijn verschuldigd voor alle gasgebruik na 31 Maart j. 1. Waalwijk, 13 April 1900. Burgemeester en Wethouders voornoemd, K. DE VAN DER SCHUEREN. De Secietari9, F. W. VAN LIEMPT. Burgemeester en Wethouders van Waalwijk ma ken bekend, dat ter Secretarie voor belangheb benden ter lezing is neergelegd de lijst van deir. 1900 goedgekeurde dekhengsten, van de premie- dekhengsten en van de bekroonde merriëo. Waalwijk, 9 April 1900. Burgemeester en Wethouders voornd., K. DE VAN DER SCHUEREN. De Secretaris, F. W. VAN LIEMPT. De Burgemeester der gemeente Waalwijk maakt bekend, dat de Provinciale Commissie voor de ondersteuning van Rijkswege van de veevok- berij in Noord-Brabant in deze gemeente op VRIJDAG 20 April aanstaande eene keuring zal doen houden a. van éénjarige stieren, waaronderzijn te ver staan, stieren, die de melktanden nog bezitten en voldoende zijn ontwikkeld. b. van stieren met breede tanden, en c. van stieren, behoorende aan veefokvereeni- gingen. De keuring zal plaats hebben op de markt al- bier en aanvangen des voormiddags om elf uur. De aangifte van de dieren, waarmede men aan de keuring werischt deel te nemen, moet pluals hebben op het keuringsterrein één uur voor den aanvang der keuring. 38. Dit signaal werd dadelijk op gelijke wijze uit de nabijheid beantwoord, en twaalf met karabij nen gewapende Ulanen, die om niet in hunne beweging gehinderd te worden, de mantels had den afgelegd, en zelf9 om zich niet door het gekletter te verraden hunne sabels hadden ach tergelaten, volgden Rothmann, die her. dadelijk in de wachtkamer bracht, waar nu de verraste vrouw, die juist met de flesschen wijn uit de keuken kwam, werd gevangen genomen. Twee mannen waren bij de paarden der Ulanen achter gelaten en zes man vatten post bij het hui9, om te beletten, dat er iemand in- of uitging. De drie bewusteloozen werden uit de wachtkamer naar dj slaapkamer van den waard gebracht ec daar met de vrouw door vier Ula nen bewaakt. Rothmann opende de valdeur en vond den ingang in de gang, die naar beneden, naar de houten deur leidde. Deze gang was nauwelijks breed genoeg om te vergunnen, dat drie mannen naast elkander liepen. In het eerste gelid liepen Rothmann, Werkner en Wolf, daarep volgden twee gelederen van zes Ulanen en achter deze nog twee Ulanen, die bevel hadden op een gege ven wenk de medegebrachte lampen aan te ste ken. Met de meest mogelijke voorzichtigheid werd in de richting naar de deur geloopen, want ze.fs het gerinkel van de sporen der Ulanen kon het opzet verraden. Hoe nader intusschen de bincendringenden bij de deur kwamen, des te duidelijker hoorden zij den klank der stemmen, van een luid dooreenspreken, want inderdaad had er eene zeer opgewonden vergadering der valsclie munters plaats. Sommigen toch beweerden, dat het plotseling verdwijnen, zoowel van Peiser als van Koppenhagen verraad beteekende; terwijl dit door anderen werd wedersproken. Voorwaarts, wij moeten ons haasten, riep Rothmann zacht zijne metgezellen toe, en met kracht liep men tegen de deur, zoodat deze open dat volgens de voorschriften van art. 5 van hel voor onze Commissie vastgesteld reglement van 21 Maart 1899, opgenomen in het provinciaal bij blad van 1899 no 68, alleen zulke stieren tot de keu ringen worden toegelaten, die volgens het pro vinciaal reglement van 17 November 1898 (prov. blad van 1899, No. 2) gewijzigd bij besluit van 1 December 1899 (provinciaal bijblad van 1900 No. 2) zijn goedgekeurd en wier eigenaars voorzien zijn van een certificaat, afgege.ven door het bestuur der gemeente, waar de stieren gehouden worden, waaruit blijkt, dat de dieren, waarmee aan de keuring zal worden deelgenomen, gedurende een maand in het district aanwezig zijn gewèest, op een gezonden stal staan en voor liet gebruik als fokstieren bestemd zijn. dat voor het district Waalwijk zijn uitgeloofd de volgende onderhoudsbijdragen als a. voor éénjarige stieren f120. b. voor tweejarige- of oudere stieren f 120.—, en eene van flOÖ. Waalwijk, 5 April 1900. De Burgemeester voornoemd., K. DE VAN DER SCHUEREN. Pasohen Klankvol klinken allerwegen harmonieuze klok ken-accoorilen, zwaar rondgalmend, schel blij juichend Hij is verrezen gelijk hij gezegd heeft En daverend door de hooge luchten dreunt de kreetwaar is, o Dood, uw prikkel, waar, Hel, uw zegepraal? Resurrexit Hij is verrezen Paschen. O, onsterfelijk woord als de. grootste gebeurtenis. O woord der opstan ding, der herleving. Herinnering aan 't gioote drama gevolgd door de verheerlijking ten derden dage, waardoor het menschdom verlost werd. Telken jare komen deze herinneringen, die wij eigenlijk altijd bij ons moeten be waren, wedt-r versch in ons geheugen, en vol verrukking wordt overal met dankbaarheid de vreugdekreet Halelujah aangeheven. O, Paschen, zinnebeeld der herleving, de vreugdewoorden thans geuit, vertoonen zich in alles en allen. Alles is in feestelijke stemming, het leven, de natuur, alles herleeft, is j. ugdig. Het leven is toch schoon, in de open baringen van zijn jeugdige krachtRondom ons heen zien wij het afnemen en ver dwijnen vermoeide hoofden nijgen meer en meer tot de aarde en worden eindelijk ver borgen in haar schoot bevende handen tasten naar het onvindbare, totdat het oogeublik der bewegingloosheid is aange komen alles spreekt van scheiden, van vloog. Als verlamd van schrik bleven de valsche munters staan, toen zij in de gang uniformen en aangelegde karabijnen zagen schitteren en Werk- ner's krachtige stem hun toeriep: Geeft u over i Ge zijt gevangenen De Ulanen hadden de karabijnen aangelegd, het tweede gelid mikte tusschen het eerste door, en ieder had zijn man met groote nauwkeurig heid op den korrel genomen. Rothmann en Werkner beletten intusschen het schieten door de eigenlijke werkplaats binnen te dringen en het bevel tot overgave te herhalen. Do verraste mannen durfden geen tegenstand bieden zij moesten het geduldig toelaten, dat Rothmann en Werkner zich in de eerste plaats van alle werktuigen verzekerden, en lieten zich daarna gewillig wegbrengen, hoewel een twin tigtal vertwijfelde mannen, als in het bergwerk aanwezig waren, een geduchten tegenstand had den kunnen bieden. Doch het ineerendecl van hen was zoo verschrikt dat zij weenden en als kinderen om genade baden. Nadat de gevangenen één voor één uit hel oude bergwerk naar buiteD gebracht waren, werden ook de machines daar uit elkunder ge nomen, in gedeelten naar boven gebracht, en onder bewaking van een Ulanen-afdeeling onder bevel van een onderofficier achtergelaten. In de morgenschemering bewoog zich een zonder linge stoet op den straatweg naar Gleichwitz, bestaande uit eenige gerequireerde wagens, op den eersten waarvan zich Koppenhagen en de nog altijd bewustelooze Rukowski, zoomede de beide wachters bevonden. Op den anderen wa gen lagen alleen de deelen der machines en het aungemunte geld, terwijl de overige gevangen genomen valsche munters, ten getale van onge veer twintig, te voet volgden. De geheele trein was omgeven door Ulanen te paard, de geladen karabijnen in den aanslag. XVIII. In het bovenkamertje van Peiser'a huis brandde licht. Ia de benedenkamer, waarin Elize zoo vaak met Walewski den avond had doorgebracht, zat zij thans met zijne moeder en wachtte op de komst van den geliefde, wien het afgesproken teeken met het licht zou te kennen geven, dat hij zonder gevaar het huis kon betreden. heengaan, van een einde waar niets achter ligt, en toch... Ziet, in die woning, waaruit gij nog zoo kort geleden een medestrijder hebt zien wegdragen, besloten in zijn huisje van zes planken, is weer nieuw leven de stilte en de somberheid komen vervangen er klin ken vroolijke kinderstemmen in dartel spel dat niets weet van de smart, op dezelfde plek geleden. Ziet gij ook die mooie vlakte, zich uit breidend tot aan den horizon, bedekt met bevallige huizen en tuinen, waar de akker zich tooit met het sappige groen der ont spruitende granen en het weil wul trilt onder de streelingen van een koeltje Eens waren hier vele duizenden gewapenden bijeengQ- komen, ten bloedige kamp om de heer schappij de donder van het geschut over stemde de kreten der slachtoffers en het woest triomfgeroep der overwinnaars kruit dampen en rookwolken spreiden een floers aan den hemel, dat het zonlicht niet kon doorboren de dood waarde rond in tooine- looze vaart, en gaarde een rijken oogst, bestemd om straks te worden bijeengezameld, vriend en vijand dooreengemengd, in groote kuilen, voor onderaardsche gedenkteekenen van onmenschelijke razernij.... Daar, waar eenmaal de gevallenen, ver van hun ge boorteland, in wanhoop den laatsten blik opwaarts sloegen, waar een ontzettend moord- tooneel het gevoel gaf van het einde aller dingen, dartelt nu liet vee in onbezorgde blijdschap, plukken stoeiende kinderen de veldbloempjes langs de wegen, berst het leven los naar alle richtingen, gelijk aan den knop die haar omhulsel heeft ver broken. En zoo blijft de lerens-volheid zich aan kondigen, overal, waar de dood zijn slagen heeft toegebracht. Elke plek, die ledig was gelaten, wordt wederom bezet, ieder punt van het heelal is als een diorama, waar de geslachten elkander opvolgen, waar de stroom van het zijn voortruischt, waar de gnanden en komenden elkander naloopen, waar elk sterven door leven wordt afgewisseld. Het verrukkelijke der herleving spiegelt zich af in ieder winter-afscheid terwijl nog kilheid van het barre jaargetijde ons huiverend doet ineenkrimpen en de naakte takken der hoornen in angstig wringen zich ten hemel schijnen uit te strekken, aanschouwt reeds het opmerkzaam oog op de plaats, waar liet verstervend blad meedoogenloos van de twijg werd afgerukt, het knopje waarin een nieuwe rijkdom van loover ligt opgesloten, schier Elize bad uit den aard der zaak, gravin Wa lewski niet alles kunnen mededeelen, wat in de laatste dagen was voorgevallen zij had er zich mede moeten vergenoegen haar te berichten, dat Walewski in het belang zijner veiligheid eenigen tijd afwezig had moeten zijn, maar dat hij dien avond zou terugkomen. Daar het jonge meisje slechts uit korte aanduidingen, die Walewski haar dien morgen in de bewuste lint gedaan had, wist, om welke reden hem gevaar uit Rusland dreigde, verheugde het haar, toen de gravin haar verhaalde op welke wijze /ij haar zoon bij zijn vlucht was behulpzaam geweest. Als steken in het hart, waren Elize echter de lofspraken op haren vader, die, naar de gravin meende, haar zoon had gered. Reiser's dochter immers wist thans, hoe en waarom haar vader Walewski aan Koppenhagen had overgeleverd en daardoor aan het vreeselijkste gevaar bloot gesteld. Eerst nu zag zij duidelijk in, dat Wa lewski zelfs met Baruch's hulp niet had kunnen ontkomen, indien de gevangenneming van Kop penhagen als gelukkige omstandigheid niet had medegewerkt, waardoor deze verhinderd werd aan Walewski te denken of zijne bende bevelen hem betreffende te geven. Indien Kop penhagen op vrije voeten gebleven was, zou de ontsnapping van Walewski in ieder geval ontdekt zijn, de ontkomene in het bergwerk zijn opge spoord en zonder eenigen twijfel ook vermoord geworden zijn. Elize huiverde, wanneer zij aan al deze om standigheden dacht, maar huiverde ook bij de herinnering aan haar vader en de gedachte, waar deze zich thans wel mocht bevinden. Daar zat voor haar de vrouw, de gravin, wier zoon zij beminde, zijde dochter van den valschen munter Wat kon de toekomst haar brengen Maar Elize wilde niet aan zich zeiven denken haareenige wensch was.datWalewski gered sn met zijne moeder zou vereenigd worden, daarna wilde zij zelf weggaan, om in eenzaamheid en rouw de schande te dragen, die haar vader over haar gebracht had. De smart te ondergaan, die het noodlot voor haar beschikt had. Zij dacht zoo weinig aan zich zelve, zij was zoo tot ieder offer bereid, dat zij niet eens aan de mogelijkheid dacht, Walewski's vrouw te worden, ook al zou alles zich nog ten goede keeren, al werden alle zwarigheden opgelost. onzichtbaar klein nog, maar slechts wachtende op de eerste kussen van de lentezon, die het oosenblik van ontwaken zullen komen O melden. Dan begint weer die geheimzinnige wer king der natuurkrachten. De stilstaande, sappen in de aderen der gewassen komen in beweging; zij stijgen op en bereiken de uitersten einden der tukken. De zwellende knop krijgt kleur en vorm hij opent zich schuchter, als hielden de verscholen bladen de deur nog vast, met het doel die weer te sluiten als het blijken mocht dut de lokstem der zon de verleiding is tot een daad van onvoorzichtigheid. En zeker, er is eenige reden tot behoedzaamheidvele jonge levens zijn verloren gegaan door zich te vroeg bloot te stellen, en het is vaak niet dan na harden strijd, dat de r.oordsche tyran, die winter heet., zich gewonnen geeft. (Jok hij trekt zich soms terug om later met kans van goed gevolg den aanval te her vatten. Maar eindelijk geeft hij den ongc- lijken kamp op, en vlucht voor den blond- gelokten Engel, wiens heerschappij die des vredes en der vreugd is, wiens lichtende fakkel den heinel doet gloeien van goud en van purper. De stemmen, die zoolang ge zwegen hebben, doen zich met frisch geluid hooren er klinken tonen over het veld en in de bosschen, die we zoo bijzonder goed kennen, maar naar wélke wij luisteren als zongen zij een geheel nieuw lied. De symphonic der zee is een smeltend adagio geworden van onbeschrijfelijke schoonheid het is alsof een nieuwe hemel zich weer kaatst in haar golven, gelijk in het algemeen alles wat het oog aanschouwt een glans vertoont, als ware liet zooeven uit de hand des Scheppers gekomen. Wat moed schenkt in den donkersten nacht, dat is de zekerheid, dat te zijner lijd de dag moet komen. De eenzame lijder, op zijn sponde uitgestrekt, wien geen slaap verlichting komt brengen, meent wel dat de levenswekker zich laat wachten, maar de poorten van het Oosten worden toch op de vastgestelde minuut geopend. Niet met dezelfde regelmaat van dag en nacht wisselen de seizoenen elkander af. Het kan somtijds erg lang winteren. Niet zelden ook zijn, wat men gewoon is als lenteboden aan te merken, onverfrouwbaar of liever voorbarig: menige zwaluw of eiber, die de groote reis naar onze dreve, het ge boorteland, had ondernomen op grond van zekere ons onbekende aanduidingen, moest Toen zij hem dien morgen zoo plotseling, on verwacht had teruggezien, was de liefde haar te machtig geworden en had zij aan de borst van den geliefde gelegen, zonder dat zij zelf wist hoe, zonder ééne eigenlijke gedachte. Als onbewust had zij een zalig uur doorleefd, inuar daarmede wilde zij zich dan ook tevreden stellen. Het lot had haar nog zoo weinig waar geluk geschonken. Hoe later het werd, hoe minder er tusschen de beide vrouwen gesproken werd. Beiden luis terden met inspanning naar ieder geluid, dat zich deed hooren en midden in een zin hield nu do ééne, dan de andere op, om te luisteren en eerst na een korte poos verder te spreken. Zoo zaten beide vrouwen, ofschoon middernacht reeds voorbij was, en dachten er toch niet aan. ter rust te gaat). Wel tienmaal was Elize naar het bovenkamertje gesneld, om er zich van te oveituigen, dat het licht in het venster toch nog wérkelijk wel brandde, had zij de kaars zelfs vernieuwd, maar Walewski kwam nog altijd niet. Toen de morgen van een mistigen November dag aanbrak vond deze twee, hare tranen in het geheim afdrogende vrouwen die te vergeefs op de komst vau den zoon en van den gelieide had den gewacht. De gravin legde zich thans op aanhoudend aandringen van Elize op een sofa neder, en Eli ze zelve werd door moeheid en de vreeselijke overspanning der laatste dagen zóó overweldigd, dat zij op een stoel zittend in een slattp van meerdere uren viel. Zij ontwaakte eerst tegen den middag en vernam toen, dat dc giavin, die door de dienstmeisjes niet anders dan de oude dame genoemd werd, naar haar hotel was terug gekeerd en des avonds zou terugkeeren. Van Baruch had men niets gezien noch gehoord. Elize werd thans door een angst overvallen, die steeds toenam en die zij ten laatste onmogelijk meet beheerschen kon. Te vergeefs, dat zij zich- zelve trachtte wijs te maken, dat haar angst wellicht ongegrond was, dat de komst van Wa lewski waarschijnlijk door ééne of andere gerin- fe omstandigheid was verhinderd geworden, zij esloot zichzelve zekerheid te verschaffen, het kostte dan. wat het wilde. Zij liet een wagen komen en keerde terug naar de plaats, waar zij den vorigen dag een onder komen had gevonden en Walewski had terugge- op de plaats van aankomst nog het vecge lijf trachten te bergen voor verwoede aan vallen van sneeuw en hagel. Lachende zonneweclde heeft ons reeds verkwikt, als ploiseling een reactie ons naar het kachel- vuur terugdrijft, terwijl misschien de lente- steinraiug zich reeds van ons meester heeft gemaakt. Pessimistisch aangelegde inenschen zouden dan geneigd zijn, de natuur te be tichten van dezelfde valschheid, die zij bij hun medeschepselen ontwarenwij, niet alzoo, zijn dankbaar voor den genoten voor smaak, die hetgeen volgen zal hooger zal doen waardeeren. Want al komt zij laat, en al stelt zij sommige verwachtingen teleur, komen moet zijte midden van de hef tigste beroeringen der elementen, of ook wel te midden van een schijnbare afwezigheid van het leven, van den toestand die aan den dood gelijk is, weten wij, dat de lente in aantocht is. Nog enkele dagen geduld, en zij is er Was zij eigenlijk wel een oogenblik van ons verwijderd, al voelden wij haar werking niet Wie met aandacht de natuur gade slaat, weet dat het leven niet wordt afge broken, al vertoont het niet altijd dezelfde uitwendige kracht. De glimmende knoppen van den kastanjeboom zijn er al, nog vóór de herfstwind de laatste bladeren heeft doen vallen, en daar binnen wordt dc nieuwe tooi gereedgemaakten als in onzen tuin de heesters hun onbruikbaar geworden kleed afwerpen, behoeft men niet diep in den grond te dringen, om de werkplaats te vinden waar de samenstelling van het ge waad des volgenden jaars zichtbaar is. Maar het is zoo, men moet zijn oogen gebruiken om dat te ontdekker. Ook in dit opzicht is het leven in de natuur een beeld van ons eigen bestaan. Dat heeft gelijk het andere, zijn getijden. Zij zijn niet voor allen evenredig verdeeld, evenmin als alle plekken op aarde dezelfde verhouding der seizoenen genieten. Voor vele menschen is de winter dikwijls'lang en streng. Toch, als zij waarnemen en na denken, vinden zij, in het tijdperk van de gure vlagen, de voorboden, en de belofte van betere tijden, zien zij, die met het oog des geloofs en met de volharding der hoop dieper doordringen dan tot des levens oppervlakte, de kiemen der herleving, de voorbereiding van den dag, waarop licht en warmte de somberheid en de koude zullen verdrijven, en verder de dag waarop het hemelsche begint. Eu och, wat zou het dor zijn en een- De vrouw was niet weinig verwonderd, toen zij de daiue van den vorigen dag weder zag biunen treden en verklaarde op hare navraag, dat de heer zich na hare verwijdering een poos had te slapen gelegd, daar hij zeer vermoeid was. Tot laat in den avond had hij geslapen en was toeu weggegaan. De vrouw was than9zeer nieuwsgierig gewor den en wilde gaarne weten, wat er toch eigenlijk was voorgevallen, maar zij kreeg natuurlijk geen bericht daarover en Elize reed zoo spoedig als haar mogelijk was r.aar Neustadt terug. Waarom was Walewski niet gekomen, als hij toch gezond en onverhinderd van de bewuste plaats vertrokken was? Had hij misschieu on derweg hindernis ontmoet? Elize kon onmogelijk eene verklaring van zijn wegblijven vinden, daardoor echter werd zij juist nog meer ongerust. Toer. zij te huis kwam vond zij daar een brief van hare vriendin uit Myslowitz. Deze schreef haar, dat Peiser zijn rijtuig een paar dagen te voren bij hen had ge bracht, met de medcdeeling, dat hij een zuak in Oostenrijk te doen had, maar tot nu toe niet was teruggekeerd. Elize behoefde daarom niot or,geru9t te zijn, maar zij mocht eeus met het verblijf van haar vader onbekend zijn. Voorts vroeg zij, of paaid en rijtuig niet liever naar Neustadt zouden teruggezonden worden. Elize besloot op dezen brief voorloopig niet Ie antwoorden, die haar als eenslormvogel voorkwam welk een onheil aankondigt. Dut de vuleche munters ontdekt waren, was haar bekend, maar zou men ook reeds met de medeplichtigheid haars valers bekend zijn? Dat wist zij niet, in ieder geval echter was het goed dat hij gevlucht was? zoo ontging hij ten minste de schande van in de gevangenis te komen. Met welke gevoelens echter dacht zij aan haar vader! Zij beefde voor zich zelf terug, voor de tegenstrijdige gevoelens, die in haar hart gewekt werden, wanneer zij aan haar vader dacht, dien zij trouwens nooit had bemind maar steeds ge vreesd. (Wordt vervolgd).

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1900 | | pagina 1