J-
J
1.
I
en,
de.
I
Nummer 30.
Zondag 15 April 1900.
23e Jaargang.
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
Eerste Blad.
De Deserteur
PASCHEN.
Is,
ANTOON TIELEN,
i
K
1
lit nummer bestaat uit
twee bladen.
INDUS! B1ËELEN.
Bekendmaking.
FEUILLETON.
h
<c
aagf
003
343
U I T G E V JE R
WAALWIJK.
n
len
;rd
sir-;
ei
nde
:hts'
Mk
100.
Mk
:en
agt
000
4e
lk.,
tot
van
(ici-
4'
se*
de^
)laP
'Ve.
.nle
ia
-<4e
aan]
iin-fi
perl
idigjf
uo
RG
.tste»
ij de
jaai>
Waalwijksclie
Courant,
Dit Blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond.
A b o n n e m e n t s j) r ij s per 3 maanden f 0.75.
Franco per post door het geheele rijk f 0.90.
Brieveningezonden stukken gelden enz., franco te zenden aan
den
Uitgever.
Advkrtëntjën 1'7 regels f C.60 daarboven 8 cent per regel, groote
letters naar plaatsruimte. Advertentiën Smaal ter plaatsing opgegeven
worden 2maal berekend. Voor plaatsing van een groot aantal regels en
advertenties bij abonnement worden speciale, zeer voordcelige contracten
gesloten. Reclames 15 cent per regel.
De kamer van koophandel en fabrieken
Waalwijk houdt zich onledig met het
Ipmaken van bet verslag over 1899.
Heeren Industriëelen worden verzocht
i'unne opgaven voor het verslag zoo spoedig
(mogelijk aan den voorzitter in te zenden.
De kamer van koophandel en fabrieken
voornoemd.
Burgemeester en Wethouders van Waalwijk
«aken bekend dat de gasprijzen zijn verhoogd
jn vastgesteld als volgt:
I Voor particulier gebruik 9 ets per M3.
Voor muntmeters 10 ets. y y
i Voor industrieel gebruik (kracht-
gebruik 8 ets. v
j Do nieuw vastgestelde prijzen zijn verschuldigd
voor alle gasgebruik na 31 Maart j. 1.
Waalwijk, 13 April 1900.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
K. DE VAN DER SCHUEREN.
De Secietari9,
F. W. VAN LIEMPT.
Burgemeester en Wethouders van Waalwijk ma
ken bekend, dat ter Secretarie voor belangheb
benden ter lezing is neergelegd de lijst van deir.
1900 goedgekeurde dekhengsten, van de premie-
dekhengsten en van de bekroonde merriëo.
Waalwijk, 9 April 1900.
Burgemeester en Wethouders voornd.,
K. DE VAN DER SCHUEREN.
De Secretaris,
F. W. VAN LIEMPT.
De Burgemeester der gemeente Waalwijk maakt
bekend, dat de Provinciale Commissie voor
de ondersteuning van Rijkswege van de veevok-
berij in Noord-Brabant in deze gemeente op
VRIJDAG 20 April aanstaande
eene keuring zal doen houden
a. van éénjarige stieren, waaronderzijn te ver
staan, stieren, die de melktanden nog bezitten en
voldoende zijn ontwikkeld.
b. van stieren met breede tanden, en
c. van stieren, behoorende aan veefokvereeni-
gingen.
De keuring zal plaats hebben op de markt al-
bier en aanvangen des voormiddags om elf uur.
De aangifte van de dieren, waarmede men aan
de keuring werischt deel te nemen, moet pluals
hebben op het keuringsterrein één uur voor den
aanvang der keuring.
38.
Dit signaal werd dadelijk op gelijke wijze uit
de nabijheid beantwoord, en twaalf met karabij
nen gewapende Ulanen, die om niet in hunne
beweging gehinderd te worden, de mantels had
den afgelegd, en zelf9 om zich niet door het
gekletter te verraden hunne sabels hadden ach
tergelaten, volgden Rothmann, die her. dadelijk
in de wachtkamer bracht, waar nu de verraste
vrouw, die juist met de flesschen wijn uit de
keuken kwam, werd gevangen genomen.
Twee mannen waren bij de paarden der
Ulanen achter gelaten en zes man vatten post bij
het hui9, om te beletten, dat er iemand in- of
uitging. De drie bewusteloozen werden uit de
wachtkamer naar dj slaapkamer van den waard
gebracht ec daar met de vrouw door vier Ula
nen bewaakt.
Rothmann opende de valdeur en vond den
ingang in de gang, die naar beneden, naar de
houten deur leidde. Deze gang was nauwelijks
breed genoeg om te vergunnen, dat drie mannen
naast elkander liepen. In het eerste gelid liepen
Rothmann, Werkner en Wolf, daarep volgden
twee gelederen van zes Ulanen en achter deze
nog twee Ulanen, die bevel hadden op een gege
ven wenk de medegebrachte lampen aan te ste
ken. Met de meest mogelijke voorzichtigheid
werd in de richting naar de deur geloopen, want
ze.fs het gerinkel van de sporen der Ulanen kon
het opzet verraden. Hoe nader intusschen de
bincendringenden bij de deur kwamen, des te
duidelijker hoorden zij den klank der stemmen,
van een luid dooreenspreken, want inderdaad had
er eene zeer opgewonden vergadering der valsclie
munters plaats. Sommigen toch beweerden, dat
het plotseling verdwijnen, zoowel van Peiser als
van Koppenhagen verraad beteekende; terwijl
dit door anderen werd wedersproken.
Voorwaarts, wij moeten ons haasten, riep
Rothmann zacht zijne metgezellen toe, en met
kracht liep men tegen de deur, zoodat deze open
dat volgens de voorschriften van art. 5 van hel
voor onze Commissie vastgesteld reglement van
21 Maart 1899, opgenomen in het provinciaal bij
blad van 1899 no 68, alleen zulke stieren tot de keu
ringen worden toegelaten, die volgens het pro
vinciaal reglement van 17 November 1898 (prov.
blad van 1899, No. 2) gewijzigd bij besluit van 1
December 1899 (provinciaal bijblad van 1900 No. 2)
zijn goedgekeurd en wier eigenaars voorzien zijn
van een certificaat, afgege.ven door het bestuur
der gemeente, waar de stieren gehouden worden,
waaruit blijkt, dat de dieren, waarmee aan de
keuring zal worden deelgenomen, gedurende een
maand in het district aanwezig zijn gewèest, op
een gezonden stal staan en voor liet gebruik als
fokstieren bestemd zijn.
dat voor het district Waalwijk zijn uitgeloofd
de volgende onderhoudsbijdragen als
a. voor éénjarige stieren f120.
b. voor tweejarige- of oudere stieren f 120.—,
en eene van flOÖ.
Waalwijk, 5 April 1900.
De Burgemeester voornoemd.,
K. DE VAN DER SCHUEREN.
Pasohen
Klankvol klinken allerwegen harmonieuze
klok ken-accoorilen, zwaar rondgalmend, schel
blij juichend Hij is verrezen gelijk hij
gezegd heeft
En daverend door de hooge luchten dreunt
de kreetwaar is, o Dood, uw prikkel,
waar, Hel, uw zegepraal? Resurrexit
Hij is verrezen
Paschen. O, onsterfelijk woord als de.
grootste gebeurtenis. O woord der opstan
ding, der herleving.
Herinnering aan 't gioote drama gevolgd
door de verheerlijking ten derden dage,
waardoor het menschdom verlost werd.
Telken jare komen deze herinneringen,
die wij eigenlijk altijd bij ons moeten be
waren, wedt-r versch in ons geheugen, en vol
verrukking wordt overal met dankbaarheid
de vreugdekreet Halelujah aangeheven.
O, Paschen, zinnebeeld der herleving,
de vreugdewoorden thans geuit, vertoonen
zich in alles en allen. Alles is in feestelijke
stemming, het leven, de natuur, alles herleeft,
is j. ugdig.
Het leven is toch schoon, in de open
baringen van zijn jeugdige krachtRondom
ons heen zien wij het afnemen en ver
dwijnen vermoeide hoofden nijgen meer en
meer tot de aarde en worden eindelijk ver
borgen in haar schoot bevende handen
tasten naar het onvindbare, totdat het
oogeublik der bewegingloosheid is aange
komen alles spreekt van scheiden, van
vloog.
Als verlamd van schrik bleven de valsche
munters staan, toen zij in de gang uniformen en
aangelegde karabijnen zagen schitteren en Werk-
ner's krachtige stem hun toeriep:
Geeft u over i Ge zijt gevangenen
De Ulanen hadden de karabijnen aangelegd,
het tweede gelid mikte tusschen het eerste door,
en ieder had zijn man met groote nauwkeurig
heid op den korrel genomen. Rothmann en
Werkner beletten intusschen het schieten door de
eigenlijke werkplaats binnen te dringen en het
bevel tot overgave te herhalen.
Do verraste mannen durfden geen tegenstand
bieden zij moesten het geduldig toelaten, dat
Rothmann en Werkner zich in de eerste plaats
van alle werktuigen verzekerden, en lieten zich
daarna gewillig wegbrengen, hoewel een twin
tigtal vertwijfelde mannen, als in het bergwerk
aanwezig waren, een geduchten tegenstand had
den kunnen bieden. Doch het ineerendecl van
hen was zoo verschrikt dat zij weenden en als
kinderen om genade baden.
Nadat de gevangenen één voor één uit hel
oude bergwerk naar buiteD gebracht waren,
werden ook de machines daar uit elkunder ge
nomen, in gedeelten naar boven gebracht, en
onder bewaking van een Ulanen-afdeeling onder
bevel van een onderofficier achtergelaten. In
de morgenschemering bewoog zich een zonder
linge stoet op den straatweg naar Gleichwitz,
bestaande uit eenige gerequireerde wagens, op
den eersten waarvan zich Koppenhagen en de
nog altijd bewustelooze Rukowski, zoomede de
beide wachters bevonden. Op den anderen wa
gen lagen alleen de deelen der machines en het
aungemunte geld, terwijl de overige gevangen
genomen valsche munters, ten getale van onge
veer twintig, te voet volgden. De geheele trein
was omgeven door Ulanen te paard, de geladen
karabijnen in den aanslag.
XVIII.
In het bovenkamertje van Peiser'a huis brandde
licht.
Ia de benedenkamer, waarin Elize zoo vaak
met Walewski den avond had doorgebracht, zat
zij thans met zijne moeder en wachtte op de
komst van den geliefde, wien het afgesproken
teeken met het licht zou te kennen geven, dat
hij zonder gevaar het huis kon betreden.
heengaan, van een einde waar niets achter
ligt, en toch...
Ziet, in die woning, waaruit gij nog zoo
kort geleden een medestrijder hebt zien
wegdragen, besloten in zijn huisje van zes
planken, is weer nieuw leven de stilte en
de somberheid komen vervangen er klin
ken vroolijke kinderstemmen in dartel spel
dat niets weet van de smart, op dezelfde
plek geleden.
Ziet gij ook die mooie vlakte, zich uit
breidend tot aan den horizon, bedekt met
bevallige huizen en tuinen, waar de akker
zich tooit met het sappige groen der ont
spruitende granen en het weil wul trilt onder
de streelingen van een koeltje Eens waren
hier vele duizenden gewapenden bijeengQ-
komen, ten bloedige kamp om de heer
schappij de donder van het geschut over
stemde de kreten der slachtoffers en het
woest triomfgeroep der overwinnaars kruit
dampen en rookwolken spreiden een floers
aan den hemel, dat het zonlicht niet kon
doorboren de dood waarde rond in tooine-
looze vaart, en gaarde een rijken oogst,
bestemd om straks te worden bijeengezameld,
vriend en vijand dooreengemengd, in groote
kuilen, voor onderaardsche gedenkteekenen
van onmenschelijke razernij.... Daar, waar
eenmaal de gevallenen, ver van hun ge
boorteland, in wanhoop den laatsten blik
opwaarts sloegen, waar een ontzettend moord-
tooneel het gevoel gaf van het einde aller
dingen, dartelt nu liet vee in onbezorgde
blijdschap, plukken stoeiende kinderen de
veldbloempjes langs de wegen, berst het
leven los naar alle richtingen, gelijk aan
den knop die haar omhulsel heeft ver
broken.
En zoo blijft de lerens-volheid zich aan
kondigen, overal, waar de dood zijn slagen
heeft toegebracht. Elke plek, die ledig was
gelaten, wordt wederom bezet, ieder punt
van het heelal is als een diorama, waar de
geslachten elkander opvolgen, waar de stroom
van het zijn voortruischt, waar de gnanden
en komenden elkander naloopen, waar elk
sterven door leven wordt afgewisseld. Het
verrukkelijke der herleving spiegelt zich af
in ieder winter-afscheid terwijl nog kilheid
van het barre jaargetijde ons huiverend doet
ineenkrimpen en de naakte takken der
hoornen in angstig wringen zich ten hemel
schijnen uit te strekken, aanschouwt reeds
het opmerkzaam oog op de plaats, waar liet
verstervend blad meedoogenloos van de twijg
werd afgerukt, het knopje waarin een nieuwe
rijkdom van loover ligt opgesloten, schier
Elize bad uit den aard der zaak, gravin Wa
lewski niet alles kunnen mededeelen, wat in de
laatste dagen was voorgevallen zij had er zich
mede moeten vergenoegen haar te berichten, dat
Walewski in het belang zijner veiligheid eenigen
tijd afwezig had moeten zijn, maar dat hij dien
avond zou terugkomen. Daar het jonge meisje
slechts uit korte aanduidingen, die Walewski
haar dien morgen in de bewuste lint gedaan had,
wist, om welke reden hem gevaar uit Rusland
dreigde, verheugde het haar, toen de gravin haar
verhaalde op welke wijze /ij haar zoon bij zijn
vlucht was behulpzaam geweest.
Als steken in het hart, waren Elize echter de
lofspraken op haren vader, die, naar de gravin
meende, haar zoon had gered. Reiser's dochter
immers wist thans, hoe en waarom haar vader
Walewski aan Koppenhagen had overgeleverd
en daardoor aan het vreeselijkste gevaar bloot
gesteld. Eerst nu zag zij duidelijk in, dat Wa
lewski zelfs met Baruch's hulp niet had kunnen
ontkomen, indien de gevangenneming van Kop
penhagen als gelukkige omstandigheid niet
had medegewerkt, waardoor deze verhinderd
werd aan Walewski te denken of zijne bende
bevelen hem betreffende te geven. Indien Kop
penhagen op vrije voeten gebleven was, zou de
ontsnapping van Walewski in ieder geval ontdekt
zijn, de ontkomene in het bergwerk zijn opge
spoord en zonder eenigen twijfel ook vermoord
geworden zijn.
Elize huiverde, wanneer zij aan al deze om
standigheden dacht, maar huiverde ook bij de
herinnering aan haar vader en de gedachte, waar
deze zich thans wel mocht bevinden.
Daar zat voor haar de vrouw, de gravin, wier
zoon zij beminde, zijde dochter van den
valschen munter Wat kon de toekomst haar
brengen
Maar Elize wilde niet aan zich zeiven denken
haareenige wensch was.datWalewski gered sn met
zijne moeder zou vereenigd worden, daarna
wilde zij zelf weggaan, om in eenzaamheid en
rouw de schande te dragen, die haar vader over
haar gebracht had. De smart te ondergaan, die
het noodlot voor haar beschikt had. Zij dacht
zoo weinig aan zich zelve, zij was zoo tot ieder
offer bereid, dat zij niet eens aan de mogelijkheid
dacht, Walewski's vrouw te worden, ook al zou
alles zich nog ten goede keeren, al werden alle
zwarigheden opgelost.
onzichtbaar klein nog, maar slechts wachtende
op de eerste kussen van de lentezon, die
het oosenblik van ontwaken zullen komen
O
melden.
Dan begint weer die geheimzinnige wer
king der natuurkrachten. De stilstaande,
sappen in de aderen der gewassen komen
in beweging; zij stijgen op en bereiken de
uitersten einden der tukken. De zwellende
knop krijgt kleur en vorm hij opent zich
schuchter, als hielden de verscholen bladen
de deur nog vast, met het doel die weer
te sluiten als het blijken mocht dut de
lokstem der zon de verleiding is tot een
daad van onvoorzichtigheid. En zeker, er
is eenige reden tot behoedzaamheidvele
jonge levens zijn verloren gegaan door zich
te vroeg bloot te stellen, en het is vaak
niet dan na harden strijd, dat de r.oordsche
tyran, die winter heet., zich gewonnen geeft.
(Jok hij trekt zich soms terug om later met
kans van goed gevolg den aanval te her
vatten. Maar eindelijk geeft hij den ongc-
lijken kamp op, en vlucht voor den blond-
gelokten Engel, wiens heerschappij die des
vredes en der vreugd is, wiens lichtende
fakkel den heinel doet gloeien van goud en
van purper. De stemmen, die zoolang ge
zwegen hebben, doen zich met frisch geluid
hooren er klinken tonen over het veld en
in de bosschen, die we zoo bijzonder goed
kennen, maar naar wélke wij luisteren als
zongen zij een geheel nieuw lied. De
symphonic der zee is een smeltend adagio
geworden van onbeschrijfelijke schoonheid
het is alsof een nieuwe hemel zich weer
kaatst in haar golven, gelijk in het algemeen
alles wat het oog aanschouwt een glans
vertoont, als ware liet zooeven uit de hand
des Scheppers gekomen.
Wat moed schenkt in den donkersten
nacht, dat is de zekerheid, dat te zijner
lijd de dag moet komen. De eenzame lijder,
op zijn sponde uitgestrekt, wien geen slaap
verlichting komt brengen, meent wel dat
de levenswekker zich laat wachten, maar
de poorten van het Oosten worden toch op
de vastgestelde minuut geopend.
Niet met dezelfde regelmaat van dag en
nacht wisselen de seizoenen elkander af.
Het kan somtijds erg lang winteren. Niet
zelden ook zijn, wat men gewoon is als
lenteboden aan te merken, onverfrouwbaar
of liever voorbarig: menige zwaluw of eiber,
die de groote reis naar onze dreve, het ge
boorteland, had ondernomen op grond van
zekere ons onbekende aanduidingen, moest
Toen zij hem dien morgen zoo plotseling, on
verwacht had teruggezien, was de liefde haar te
machtig geworden en had zij aan de borst van
den geliefde gelegen, zonder dat zij zelf wist hoe,
zonder ééne eigenlijke gedachte.
Als onbewust had zij een zalig uur doorleefd,
inuar daarmede wilde zij zich dan ook tevreden
stellen. Het lot had haar nog zoo weinig waar
geluk geschonken.
Hoe later het werd, hoe minder er tusschen
de beide vrouwen gesproken werd. Beiden luis
terden met inspanning naar ieder geluid, dat
zich deed hooren en midden in een zin hield nu
do ééne, dan de andere op, om te luisteren en
eerst na een korte poos verder te spreken.
Zoo zaten beide vrouwen, ofschoon middernacht
reeds voorbij was, en dachten er toch niet aan.
ter rust te gaat). Wel tienmaal was Elize naar
het bovenkamertje gesneld, om er zich van te
oveituigen, dat het licht in het venster toch nog
wérkelijk wel brandde, had zij de kaars zelfs
vernieuwd, maar Walewski kwam nog altijd
niet.
Toen de morgen van een mistigen November
dag aanbrak vond deze twee, hare tranen in het
geheim afdrogende vrouwen die te vergeefs op
de komst vau den zoon en van den gelieide had
den gewacht.
De gravin legde zich thans op aanhoudend
aandringen van Elize op een sofa neder, en Eli
ze zelve werd door moeheid en de vreeselijke
overspanning der laatste dagen zóó overweldigd,
dat zij op een stoel zittend in een slattp van
meerdere uren viel. Zij ontwaakte eerst tegen
den middag en vernam toen, dat dc giavin, die
door de dienstmeisjes niet anders dan de oude
dame genoemd werd, naar haar hotel was terug
gekeerd en des avonds zou terugkeeren. Van
Baruch had men niets gezien noch gehoord.
Elize werd thans door een angst overvallen, die
steeds toenam en die zij ten laatste onmogelijk
meet beheerschen kon. Te vergeefs, dat zij zich-
zelve trachtte wijs te maken, dat haar angst
wellicht ongegrond was, dat de komst van Wa
lewski waarschijnlijk door ééne of andere gerin-
fe omstandigheid was verhinderd geworden, zij
esloot zichzelve zekerheid te verschaffen, het
kostte dan. wat het wilde.
Zij liet een wagen komen en keerde terug naar
de plaats, waar zij den vorigen dag een onder
komen had gevonden en Walewski had terugge-
op de plaats van aankomst nog het vecge
lijf trachten te bergen voor verwoede aan
vallen van sneeuw en hagel. Lachende
zonneweclde heeft ons reeds verkwikt, als
ploiseling een reactie ons naar het kachel-
vuur terugdrijft, terwijl misschien de lente-
steinraiug zich reeds van ons meester heeft
gemaakt. Pessimistisch aangelegde inenschen
zouden dan geneigd zijn, de natuur te be
tichten van dezelfde valschheid, die zij bij
hun medeschepselen ontwarenwij, niet
alzoo, zijn dankbaar voor den genoten voor
smaak, die hetgeen volgen zal hooger zal
doen waardeeren. Want al komt zij laat,
en al stelt zij sommige verwachtingen teleur,
komen moet zijte midden van de hef
tigste beroeringen der elementen, of ook wel
te midden van een schijnbare afwezigheid
van het leven, van den toestand die aan
den dood gelijk is, weten wij, dat de lente
in aantocht is. Nog enkele dagen geduld,
en zij is er
Was zij eigenlijk wel een oogenblik van
ons verwijderd, al voelden wij haar werking
niet Wie met aandacht de natuur gade
slaat, weet dat het leven niet wordt afge
broken, al vertoont het niet altijd dezelfde
uitwendige kracht. De glimmende knoppen
van den kastanjeboom zijn er al, nog vóór
de herfstwind de laatste bladeren heeft doen
vallen, en daar binnen wordt dc nieuwe
tooi gereedgemaakten als in onzen tuin
de heesters hun onbruikbaar geworden kleed
afwerpen, behoeft men niet diep in den
grond te dringen, om de werkplaats te
vinden waar de samenstelling van het ge
waad des volgenden jaars zichtbaar is. Maar
het is zoo, men moet zijn oogen gebruiken
om dat te ontdekker.
Ook in dit opzicht is het leven in de
natuur een beeld van ons eigen bestaan.
Dat heeft gelijk het andere, zijn getijden.
Zij zijn niet voor allen evenredig verdeeld,
evenmin als alle plekken op aarde dezelfde
verhouding der seizoenen genieten. Voor
vele menschen is de winter dikwijls'lang en
streng. Toch, als zij waarnemen en na
denken, vinden zij, in het tijdperk van de
gure vlagen, de voorboden, en de belofte
van betere tijden, zien zij, die met het
oog des geloofs en met de volharding der
hoop dieper doordringen dan tot des levens
oppervlakte, de kiemen der herleving, de
voorbereiding van den dag, waarop licht en
warmte de somberheid en de koude zullen
verdrijven, en verder de dag waarop het
hemelsche begint.
Eu och, wat zou het dor zijn en een-
De vrouw was niet weinig verwonderd, toen zij
de daiue van den vorigen dag weder zag biunen
treden en verklaarde op hare navraag, dat de
heer zich na hare verwijdering een poos had te
slapen gelegd, daar hij zeer vermoeid was. Tot
laat in den avond had hij geslapen en was toeu
weggegaan.
De vrouw was than9zeer nieuwsgierig gewor
den en wilde gaarne weten, wat er toch eigenlijk
was voorgevallen, maar zij kreeg natuurlijk
geen bericht daarover en Elize reed zoo spoedig
als haar mogelijk was r.aar Neustadt terug.
Waarom was Walewski niet gekomen, als hij
toch gezond en onverhinderd van de bewuste
plaats vertrokken was? Had hij misschieu on
derweg hindernis ontmoet?
Elize kon onmogelijk eene verklaring van zijn
wegblijven vinden, daardoor echter werd zij
juist nog meer ongerust. Toer. zij te huis kwam
vond zij daar een brief van hare vriendin uit
Myslowitz. Deze schreef haar, dat Peiser zijn
rijtuig een paar dagen te voren bij hen had ge
bracht, met de medcdeeling, dat hij een zuak
in Oostenrijk te doen had, maar tot nu toe niet
was teruggekeerd. Elize behoefde daarom niot
or,geru9t te zijn, maar zij mocht eeus met het
verblijf van haar vader onbekend zijn. Voorts
vroeg zij, of paaid en rijtuig niet liever naar
Neustadt zouden teruggezonden worden.
Elize besloot op dezen brief voorloopig niet Ie
antwoorden, die haar als eenslormvogel voorkwam
welk een onheil aankondigt. Dut de vuleche
munters ontdekt waren, was haar bekend, maar
zou men ook reeds met de medeplichtigheid haars
valers bekend zijn? Dat wist zij niet, in ieder
geval echter was het goed dat hij gevlucht was?
zoo ontging hij ten minste de schande van in de
gevangenis te komen.
Met welke gevoelens echter dacht zij aan haar
vader! Zij beefde voor zich zelf terug, voor de
tegenstrijdige gevoelens, die in haar hart gewekt
werden, wanneer zij aan haar vader dacht, dien
zij trouwens nooit had bemind maar steeds ge
vreesd.
(Wordt vervolgd).