Nummer 38.
Zondag 13 Mei 1900.
23e Jaargang
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
Eerste Blad.
Gemeenteraad van Waalwijk
ANT00NTIELEN,
DE OPAALRING,
Uitgever:
Dit nummer bestaat uit
twee bladen,
FEUILLETON.
!:l
Dit Blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond.
Abonnementsprijs per 3 maanden f0.75.
Franco per post door liet geheele rijk f 0.90.
Brieveningezonden stukkengelden enz., franco te zenden aan den
Uitgever.
WAALWIJK.
Advkrtentiën 1* 7 regels f 0.60 daarboven 8 cent per regel, groote
letters naar plaatsruimte. Advertentiën .3maal ter plaatsing opgegeven,
worden 2maal berekend. Voor plaatsing van een groot aantal regels en
advertenties bij abonnement worden speciale, zeer voordeelige contracten
gesloten. Reclames 15 cent per regel.
OPENBARE VERGADERING
op Dinsdag 8 Mei 1900 's namiddags
6uur.
Aan de orde
I. Ingekomen stukken.
II. Benoeming eeuer commissie van on
derzoek van het kohier Hoofdei.
Omslag.
III. Verordening op de waag.
IV. Verbinding tramlijn 's-Bosch-Waal
wijk, en TilburgWaalwijk.
V. "Verbetering der haven.
VI. Reclames Hoofdelijkeu Omslag.
Voorzitterde Burgemeester K. A. M.
ridder de van der Schueren,
Tegenwoordig alle leden.
De Voorzitter opent de vergadering en
de ambtenaar ter Secretarie de heer A. van
Liempt leest de notulen voor (wegens on
gesteldheid van den secretaris), die onge
wijzigd worden vastgesteld.
Aan de orde
I. Ingekomen stukken.
a. Verslag teekenschool.
I. Idern van den toestand der gemeente.
c. Idem van 't Lager Onderwijs, welke
voor de leden ter visie zullen worden ge
legd.
d. Een schrijven van Ged. Staten, over
de bezoldiging van gemeente-ontvanger, zij
worden niet bezoldigd naar hun werk en
verantwoordelijkheid en daarom stellen Ged.
den Raad voor hem een vaste, onverander
lijke jaarwedde te gevenhier verdient hij
gemiddeld f600 en stellen Ged. Staten voor
hem f 660 vast te geven, zij vragen daar
omtrent T gevoelen van den raad.
De Voorzitter„naar aanleiding van dit
schrijven hebben we de zaak onderzocht.
In 1899 had hij 617, en dit jaar vermoedelijk
f 657 'tdoel van Gedeputeerde Staten is
hem een vaste bezoldiging te geven, waar
door z'ju toestand verbeterd wordt, dit zal
hier dan nog niet 't geval zijn.
Aangezien de Ontvanger door den voor-
Door Theresa.
uitgang onzer gemeente steeds meer werk
krijgt, stellen wc den raad voor otn f700
aan Gedeputeerde Staten in overweging te
geven.
De heer van Schijndel„ik zou voor-
loopig het voorstel van Ged. Staten niet te
boven gaan, zij schrijven dat hij gemiddeld
t 600 heeft en dat zou ik volgens hun voor
stel verhoogen."
De Voorzitter: /,zijn tracteinent is reeds
een paar jaar meer geweest, en als de ge
meente een of ander werk uitvoert, waarvoor
geleend moet worden dan wordt t van zelf
al hooger.*
De heer van Schijndel„op één jaar kan
men n;et af gaan, maar op verschillende
als men anders later maar weer niet terug
komt om meer.*
De Voorzitter: „neen, dat gaat niet, dan
wordt het een vast tractement, dat niet ver
hoogd kan worden, dan nadat dit aan den
raad en Ged. Staten is aangevraagd.*
De heer Hoffmans „de billijkheid in aan
merking genomen is f660 toch genoeg voor
een Ontvanger van Waalwijk. 't Is nu on
geveer f600. Ged. Staten vinden f GO ver
hooging goed; laat ons daar bij neerleggen.*
Daarna wordt 't voorstel van B. en W.
in omvraag gebracht en aangenomen met
6 tegen 5 stemmen.
De Voorzitter „in de vorige vergadering
hebben de stemmen gestaakt, over 't voor
stel van 't Dag. Best. om de 20 M. gas
buis te laten vervallen, die thans gratis bij
nieuwen aanleg aan particulieren door de
gemeente wordt gegeven, en, evenals op vele
andere plaatsen, de aankoppeling met den
gasmet' r alleen te geven.*
De heer van Schijndel„ik ben er nog
steeds tegenhet werkt wederom tegen 't
gasverbruik, daar het geheel en al op den
gasverbiuiker komt. Het gasfabriek behoeft
de gemeente geen winsten af te werpen. Ik
vind veel beter te behouden zooals 't altijd
geweest is.*
De heer Mombers „ik vind 't ook beter
voor de gemeente, bij het oude te blijven.
Voorstel B. en W. wordt aangenomen
met 6 tegen 5 stemmen.
II. Benoeming van eeue commissie van
onderzoek van het kohier van den Hoofd.
Omslag. Na 3 stemmingen werd als le
lid door 't lot aangewezen, de heer Quirijns,
2e lid de heer Mombers, 3e lid de heer
Timmermans van Turenhout.
III. Verordening op de waag.
Met 't oog op de op te richten waag, is
eeue verordening opgemaakt en die wordt
voorgelezei'. (Wij zullen die mededeelen als
ze is goedgekeurd. Red.)
De heer Mulders: „tot 8 uur 's avonds
is wel wat laat, ik zag graag 4 uur sluiten.*
De Voorzitter„dan is de gelegenheii
om er gebruik vau te Diaken veel grooter.*
De heer Mulders „en 's winters b. v.*
De Voorzitter ,/t is altijd in 't belang
der wegers tot 8 uur.*
De heer van Dooren „hoe wordt de
controle op de inning geregeld
De Voorzitter: „zooals u uit't reglement
hebt gezien, moet de beambte iedere week
een staat aan 't gemeentebestuur overleggen
maar hoe het precies met dc inning etc
zal gaan, moet later worden vastgesteld.*
Daarna wordt dit reglement zonder stem
raing goedgekeurd, en zal hier op de goed
keuring van H. M. worden gevraagd.
IV. Verbinding der tramlijnen 's-Bosch
Waalwijk en TilburgWaalwijk.
De Voorzitter„er is ingekomen eeu
schrijven van Ged. Staten, 't welk wordt
voorgelezen en ongeveer 't volgende bevat
„Het niet vergunnen aan de Mij om
hare lijnen door de straat te leggen, is
de oorzaak van 't gemis aan aansluiting
tusschen de 2 lijnen, treurig zoowel voor
de Mij. als voor 't publiek. Daardoor wordt
de verbinding gemist tusschen de 3 groote
plaatsen 's-Bosch-Waal wijk-Tilburg. 't Rij
en de provincie evenals Tilburg en 's Bosch
stellen hoogen prijs op den aanleg.
M aren er nu nog groote gevaren aan
verhouden, dan was 'tiels anders, maar
volgens 't rapport van den hoofdingenieur
van den Waterstaat in Noord-Brabant is de
straat even en bij de meeste plaatsen
vergeleken, veel beter geschikt voor den
aanleg als andere gemeenten b. v. Oos
terhout. Breda etc. Daar den raad der
gemeente Waalwijk steeds vooraan stond
waar het gold het behartigen van den voor
uitgang van verkeer, handel en nijverheid,
doen zij er nogmaals een beroep op, om
zich zulk een groot belang niet te laten
ontnemen uit overdreven vrees. De Mij
Vicinaux heeft daarom onze hulp ingeroe
pen en Staat en Provincie verleenen bij
dergelijke tramaangelegeulieden steeds hun
steun, verder kunt ge vele politie-rechterlijke
voorschriften geven en wij verzoeken u
dan wel alles eens goed te overwegen en
in aanmerking te nemen en dan als nog
van uw besluit terug te komen en de con
cessie aan genoemde Mij door de straat te
verleenen.*
Verder is hierbij gevoegd een schrijven
van den Hoofd-Ingenieur der Waterstaat, die
schrijft na onderzoek bevonden te hebben
(lat het gevaar dat de straat te smal Is,
geen bezwaar kan zijn, als men manr eens
andere plaatsen als Oosterhout bv. beziet.
De Voorzitter „naar aanleiding van dit
schrijven van Ged. Staten heb ik aan een
tiental gemeenten 't verzoek gericht mij in
lichtingen te verschaffen
1°. Of bij hen de tram rijdt met matige
snelheid, of zoo langzaam dat er een man
voorloopt..
2°. Of er veel ongelukken door den
tram gebeuren, of dit meer aan eigen on
voorzichtigheid is toe te schrijven.
3°. Of 'tis in T belang of nadeel der
neringdoenden, dat een tram door de ge
meente loopt.
Van alle plaatsen heb ik antwoord ge
kregen. Overal bijna wordt toch met matige
snelheid gereden en als men dan daaren
boven b. v. den Haag, Delft en Rotterdam
eens aan ziet, waar het verkeer toch zeker
wel drukker is en men daar ziet dat de
ongelukken, die zelden voorkomen meesta
door onvoorzichtigheid gebeuren, terwijl daar
nog met matige snelheid gereden wordt
dan geloof ik, als we hier de Mij. voor
schrijven dat een man voor de machine
moet loopen, dat het gevaar voor ongelukken
tot een minimum zal zijn teruggebracht.
Daarbij is men hier van kinds af gewoon
om voor karren en rijtuigen die toch etne
veel grootere vaart hebhen, op zij ie gaan.
Wat het voor of nadeel voor winkeldoenden
betreft, hierover zijn de opinies verschillen
op een plaats zonder invloed, op andere in
't voordeel, is men er zeer mede ingenomen,
nergens wordt gezegd dat het in 't nadeel
is als alleen in Princenhagen, dat vlak bij
Breda ligt, waar men dan heengaat een
bewijs dat men uit omliggende plaatsen ook
naar bier zal komen. Ged. Staten, die toch
zeker met tram- en dergelijke aangelegen
heden zeer goed op de hoogte zijn, zijn
van oordeel, dat het zeer zeker in T belang
van handel en nijverheid is. Omtrent de
breedte der straat, is het advies gevraagc
van den hoofdingenieur van den Waterstaat
in N.-B., die zeker op de hoogte is en die
verklaart dat zij breed is en daardoor geen
gevaar bestaatdaarenboven hebben nog
profiels ter visie gelegenin vele andere
gemeenten zijn de straten nog veel smaller
in de meeste niet breeder dan hier.
Ten slotte is mijns inziens aan deze ver
binding een zeer gewichtig punt verbonden
Naar aanleiding van gesprekken met ver
schillende autoriteiten, als den Commissaris
der Koningin, den hoofdingenieur, en leden
der staten, heb ik de vaste overtuiging ge-
kregen, dat de zienswijze deze is, dat, dat
Gedeputeerden gaarne publieke verkeerswe,
gen helpen en wij nu geen concessie ver
leenen, er ook in de Staten geen kans zo
zijn om een post op de begr. te krijgen tc
verbetering onztr haven, geen subsidie du
en dit is mijns inziens een zeer gewichti
punt.
Als we straks met een plan ter tafel kc
men voor de verbetering onzer haven, z;
dat, hoewel veel geringer dan het vorigi
tocli groole kosten aan de gemeente opleg
gen en nu is mijn vaste overtuiging, d<
wij, als wij concessie aan den tram weigerei
geen subsidie zullen krijgen. Dan nog ka
zich het geval voordoen, dat de hooge autc
riteiten zich de belangen aantrekken en bu
ten onze goedkeuring de tram door de strae
laten leggen en waar Gedeputeerden en Rij
dergelijke verkeerswegen beschermen, daa
veronderstel ik, dat *ij geene bezwarend
condities aan den tram zullen stellen. W
kunnen dan geen voordeelen meer bedinge
en een subsidie voor de haven acht ik alsdai
voor altijd verloren.
Deze punten overwegende, heeft het Dag
Bestuur gemeend U te moeten voorstellen
de concessie te verleenen op de volgend
voorwaarden, die nader zullen worden om
schreven
1. Gereden moet worden met gering'
snelheid, zoodat een man voorloopt.
2. fn de gemeente voortdurend signaa
laten klinken.
3. De Mij. geeft nieuwe keien over di
geheele lengte der straat en ter breedte var,
1.75 M. en de oude keien blijven eigendou;
der gemeente.
4. De gasbuizen moeten verlegd, er
verbindingen gelegd worden, op kosten dei
Maatschappij.
5. Met uitzondering van vorst en ijsgang
zal de tram nooit meer dan één gesloten
goederenwagon mogen vervoeren, van en
naar de haven van Heusden.
6. Door de Mij. wordt gegeven f 5000'
in de kosten van de verbetering der haven,
uit te betalen, zoodra 't eerste gedeelte be
taald wordtmaar als Provincie en rijk sub
sidie geven, behoeft de tram slechts V2
f 2500 bij te dragen.*
De heer Jud. Timmermans Wz.„nu
men de voorzitter de zaak hoort verdedigen,
met een vuur eene goede zaak waardig, zou
men tot de meening komen, dat 't werkelijk
waar is zooals Gedeputeerden schrijven zij
doen nl. uitkomen, dat de schuld, waardoor
de tramverbinding niet is tot stand geko
men gelegen was aan den onwil van den raad.
Wa#l\vyksclie fii Uisslrulsrkr Courant,
■■■■■INIMIM.gll»»
Hé, heb je een nieuwen ring? vroeg vriend
Laurens, nadat hij onder het biljartspel een heele
poos naar mijn hand getuurd had.
Ja hoe vind je 'm zei ik, hem mijn hand
met den ring voorhoudend. Mooi, hé? Dien
heb ik geërfd een fijn stuk.
De bleekblauwe steenen flikkerden in het gas
licht.
Hm! zeer fijn zelfs, knikte Laurens; maar
ik bespeurde eenige aarzeling in zijn stem.
Wat zeg je dat vreemd, Laurens. Ik kon
kiezen tusschen dezen opaalring en een robijn,
dien mijn broeder heeft genomen. Deze ring be
viel mij bizonder.
Ja, mooi is hij... Zeg, je bent toch niet bij-
geloovig
BijgeloovigP vroeg ik verbaasd. Dat ont
brak er maar aan Waarom vraag je dat?
Nu, zoo maar.Er wordt beweerd, dat
opalen ongeluk brongen.
Zoo o-o Och, maar dat is immers onzin I
Hoe kan jij aan zulke praatjes hechten La
ten we overgaan tot de orde van den dag. Jij
moet stooten.
Laurens maakte een sierlijke carambole en ik,
belachelijk genoeg, eenigszins uit mijn humeur
over zijn opmerking omtrent de opaleo, lette niet
op en stootte een gat in 't laken. Dat verschafte
mij het genoegen, onzen braven kastelein twintig
mark schadevergoeding te mogen aanbieden.
Hm! hm: bromde Laurens, met een veelzeg-
genden blik op den ring.
Bespottelijkriep ik boos en haalde de
schouders op. Mijn goede luim was echter bedor
ven. Ik hield spoedig op met spelen en ging heen.
Thuis was het vreeselijk ongezellig. Ik kwam
fewoonlijk later; daarom had de hospita mijn
achel nog niet aangemaakt, en ze was erg uit
haar humeur.
Was een klein, gezet vrouwtje, tusschen de
vijftig en zestig ze droeg den poëtischen naam
Ratte, maar leek meer op een goedaardig grijs
huismuisje dan op een grimmige rat. Als hospi
ta was ze Diet kwaad, uitgenomen hare herhaalde
aanvallen van duizeligheid, welke in nauw ver
band stonden met het slinken van mijn cognac-
voorraad. Overigens had zij geen andere gebre
ken dan een eigenaardige doofheid, welke zich
meestal openbaarde, wanneer ik iets verlangde,
dat niet in haar kraam te pas kwam.
Zij veischeen dus, zooals gezegd, erg uit haar
humeur, met de muts scheef en verdacht roode
wangen duizelig scheen ze ook weer een beetje.
Mijn klachten over den uitgedoofden haard hoorde
zij niet; in plechtig stilzwijgen knielde zij voor
het zwarte monster en maakte zoo'n kabaal met
schop, tang en pook, dat ik mijue eigene woor
den niet kon verstaan. Eindelijk rees ze op en
ging, met een mislukte poging om «uit de hoog
te* op mij neer te zien, vlak voor mij staan.
En nu wou ik u nog zeggen, meneer Ber
ger, dat u naar een ander logies dient om te zien;
want ik moet u de kamer opzeggen.
Och neen, dat is toch niet waar 1 riep ik
ongeloovig. Wat is er dan aan de hand?
ïuffrouw Ratte sloeg beschaamd de oogen neer.
't Is maar... ik ben geëngageerd, ziet u, en...
Geëngageerd I riep ik. Drommels, dat moet
een... Maar ik bedacht mij gelukkig bijtijds en
voltooide den zin: Wel gefeliciteerd, juffrouw!
Waar heeft u hem opgedaan
Zij lachte weer, beschroomd als een jonge
schoone van achttien jaar.
Hij is weduwnaar met drie kinderen
maar die zijn alle drie volwassen en hij is aan
de tram -— en 't hui;houden is geheel in orde
ik behoef voor niets te zorgen.
Nu, vooruit dan maar! zei ik; ik zal mij
schikken in miin lot en een nieuwe kamer zoe
ken... Hoe oud is u eigenlijk, juffrouw?
.?a'. z'et u» 'n de krant stond «niet boven
de vijftig' maar die paar jaar meer zal ik hem
langzamerhand aan zijn verstand brengen. Jkben
nu zes en vijftig, ziet ul Wat scheelt dat?
Juffrouw Ratte was verdwenen, en ik zuchtte
diep. Ach, wat een lastDie rat dronk wel mijn
cognac op en was eigenlijk afschuwelijk, maar
ik had mij aan haar gewend. En nu weer een
andere! Dat zwerven van de eene kamer naar
de andere werd toch erg vervelend, 't Allerbeste
zou zijn, zelf te trouwen.
Zoo'n Rattel Die trouwde nog op haar zes en
vijftigste jaarDe gelukkige bruigom moest wel
een geweldige ezel zijn.
Ik ging eens voor den spiegel staan en mon
sterde mijn eigen beeld. Hm een Adonis ben ik
niet; maar met mijne acht en veertig jaar mocht
ik er nog wezen.
Ik dacht aan de jonge weduwe, die mij altijd
zoo lief aanzag, 'n Beetje coquet was ze, dat viel
niet weg te cijferen; doch dat leert men haar wel
#f, als men eerst «lieer en meester* is. Geld moest
er ook wel zitten want hare toiletten war«i niet
van de goedkoopste. (Dat zou overigens ook wel
af te leeren zijn!)
Tegemoetkomend was ze steeds geweestze had
mij ai een paar keer uitgenoodigd, haar eens op
te zoeken... Zonder die malle kurer. van juffrouw
Ratte wu ik daar anders nooit aan gedacht heb-
beu... 't Was toch een waag... als je alles kalm
overlegde.
Doch een wijzer man dan ik heeft gezegdals
er steeds overlegd werd, kwam nooit een huwe
lijk tot stand. Dus maar den sprong in 't duister
gewaagd.
Ik (lus den volgenden morgen, behoorlijk in
8tatiekleeding, naar het verblijf der bekoorlijke
sirene. Ik constateerde dadelijk bij 't aanbellen,
dat ze een heel goede keukenmeid moest hebben;
want uit de vensters van het keukendepartement
steeg een lieflijke geur op d:e veel beloofde, 't
Kamermeisje, dat opendeed, een snoesje met
een muisje, dat haar keurig stond, en een
hagelwit schort, lachte schalks en trippelde naar
binnen roet mijn kaartje.
Ik stond eenige oogenblikken in de zijkamer op
heete kolen.
Of ik maar bij mevrouw in de tuinkamer
wou komen, verzocht de spoedig terugkeerende
kamermeid, en een oogenblik daarna stond ik
voor mijDe uitverkorene, die mij in een geraffi
neerd elegant costuum tegemoet zweefde. En
van de sofa verhief zich de lange gestalte van
mijn vriend Laurens, die mij spottend vriendelijk
toeknikte.
O, wat treft dat aardig, dat u juist komt!
zei de weduwe. Nietwaar, Laurens Ik
behoef de heeren niet aan elkaar voor te stellen,
hé?... Hoe had u zoo snel van onze verloving
gehoord?.En met een schalks dreigend gebaar
tot Laurens: Jij hebt zeker gebabbeld, ileug
niet
Laurens grijnsde, terwijl ik mijne gelukwen-
sehen stotterde.
In dankte den hemel, toen ik weer op straut
stond. Zooveel was zeker: als ik acht dagen
vroeger gekomen was, had zij mij genomen
Acht dagen vroegertoen had ik dien ver-
wenschten ring nog niet.
Och, malligheid! Er zijn toch meer viouwen.
Zij is rijkelijk coquet en zoo'n toilet, nis ze heden
aanhad, te betalen... Laurens mag blij zijn I En
of hij haar dat oogjes geven aan anderen zal
afwennen Op je ouden dag nog voor opvoeder
spelen is een zeer tfijfelacliiig geluk 1
Ik liet, voor de schrijftafel zittend, mijne vrou
welijke kennissen de revue passeeren. Die nieis
jes tegenwoordig! Een genotziek, pronkziek,
praatziek, oppervlakkig geslacht domme gan
zen of blauwkousen. Ach, waar vindt men een
vrouw, die goedheid, verstand en zachtmoedig
heid vereenigtdie huiselijk en eenvoudig is?
Ik draaide mijn ring, of het een tooverring
was en plotseling looverde hij mij een heerlijk
beeld voor. Ja, dot was de vrouw, die ik zocht;
reemd, dat ik er nooit aan gedocht had, haar
te trouwen de speelgenoote van mijn zusje,
van wie ik altijd zoo veel gehouden had. ilenha
Muller heette zij; ik hud haar verleden jaar nog
gezien; een flinke jonge vrouw was ze geworden.
Drie en-dertig jaren telde zij des te beter: wal
moest een man van acht-en-veertig uitvoeren
met een kind van driemaal zes
Dadelijk schreef ik een uitvoerigen brief aan
mijn goede, oude moeder; die was verstandig
en kon het terrein eerst eens voor mij verkennen.
Juffrouw Ratte werd gewoon onuitstaanbaar;
de liefdesroes, waarin het schepsel, verkeerde, was
naar mijn idee ruim voldoende geweest om haar
zoover te brengen dc complicatie van liet'de en
duizeligheid' was wat veel en zelfs niet te ver
dragen voor een aan ervaring rijken «geinen bi-
leerden heer*. Nu, aan alles komt een eind!
dacht ik, en verslikte voorloopig mijn boosheid.
Met groote blijdschap zag ik op een morgen
den brief van mijn moeder haastig brak ik het
couvert open maar miju gezicht werd lunger,
naarmate ik met de lectuur vorderde.
Hertha Muller was sinds eenigen tijd uit
logeeren en had lich elders verloofd. Mama
beknorde mij, dat ik niet eerder tot een besluit
was gekomenHertha had van kind-af altijd
zooveel van mij gehouden een betere vrouw
had ik nooit kunnen vinden. «Had ze maar een
ideelje hoop gehad, zoo besloot mama, ze had
zeker op jo gewacht.'
'Zwaar dreunde mijn vuist op 't zwakke tafel
blad ik deed mij erg zeer dat kwam van den
ring! Ach, die ongeluksring Woedend Irok ik
hem van mijn vinger en wierp hem ver van mij.
Dank-je-wel zei mijn vriend Gustaaf, die
n 't zelfde oogenblik de deur opende, en wien
de ring tegen 't hoofd vloog.
Een allerliefste ontvangst! Je bestrooit de
biünentredenden met goud en edelgesteenten I
Je rooogt hem houden schreeuwde ik boos i
als je wilt I
Drommels! zei Gustaaf, den ring om en om
raaiend dat is geen gekheid, 't Is een
prachtstuk
Prachtstuk of niet, houd hem maar als
jo niet bijgeloovig bent. 't Zijn opalen, en die
brengen ongeluk.
VVel, wat 'n idiote praat is dat nu I lachte
Gustaaf vergenoegd en stak den ring aan zijn
vinger, mot welgevallen er naar kijkend. Zeg,
k kom jo afhalen...
Laut mij met rust, bromde ik ik ben
iet in de stemming. Ga maar kneipeu zonder
mij 1
Gustaaf was weg. Mij scheen het leven bitter
Is gal. Die vrouwen I Kon die Hertha nu niet
geduldig op mij gewacht hebben? Als engelen
zouden wij geleefd hebben en daar kwam nu
een vreemde kerel onbeschaamd mijn schat
rooven1
Ratte was uit, en de kachel ook, terwijl de
lamp, die ze vergeten had te vullen, neiging ver
toonde, het voorbeeld te volgen.
Woedend liep ik nuar mijn café.
Daar kwam laat op den uvoud een jongmensch
naar mij vragen hij riekte afschuwelijk naar
carbol en deed iemand aan 't ergste denken.
Met een doodbidderssteiu overhandigde hij mij
een brief, waarin iets hards was gesloten. Dat
harde bleek tot mijn groote verbazing de
opaGring te zijn, en de brief, die mij nog meer
verbaasde, was van Gustaaf. Hij schreef, met
zwakke hand