Zondag 17 -Juni 1900. Ons Geïllustreerd Zondagsblad De Zuid-Afrikaansche ooilog VAN Bekendmaking. BUITENLAND. Frankrijk. Oostenrijk- Hongarije Britsch-lndie. China. BINNENLAND. UITVOERINGEN. Deze illustratie welke wekelijks in 8 a 10 pag. verschijnt, is voor de lezers van ons blad verkrijgbaar a 3772, franco per post 45 ets. per drie maanden. Wie baar nog niet bij de courant ontvangt, verzuime zulks aan te vragen. niet P. 11. Schoemans, 1.41.29 A. Jansen, 1.42.18 A. Jansen, 1.42.18 P. R. Schoemans, 1.42.29 lt. Ficq, 1.43 P. lt. Schoemans, 1.43.29 Jac. Sars, 1,44.17 R. Ficq. 1.45.10 j A. Jansen, 1.45.18 1.46.29 1 P. lt. Sclioermans, P. lt. Sclioermans, 1.46.29 Jac. Sars, 1.47.27 Jac. Sars, 1.47.57 Tweede Blad De Echo van het Zeiden WAALWIJK. Zondag 17 Juni zal door de Liedertafel „Oefening en Vermaakvan Waalwijk en Besoijen, op de zaal »Musis Sacrum te Waalwijk worden uitgevoerd Aü LIBITUM. Concert, te geven door de Harmonie //I Es- pcrance", in den tuin van den heer Stans van Dongen te Besoijen, op Zondag 17 Juni 1900, aanvang 6 uur precies. (Zie programma's Burgemeester en Wethouders van Waalwijk: Gezien art. 5, alinea 1 van het provinciaal re glement ter bevordering van de paardeiifokkertj vun 1 December 1899 (Provinciaal blad 1900 no. 6) ter kennis van eigenaars van hengstveulens dat zii die deze dieren ter keuring wenschen aan te bieden, verplicht zijn daarvan aangifte te doen ter secretarie dezer gemeente, uiterlijk voor der: ln Juli o. s., aangezien na dat tijdstip geene aan giften meer worden aangenomen. Waalwijk, II Juni 1900. Burgemeester en Wethouders voorn, De Burgemeester, K. DE VAN DER SCHUEItEN. De Secretaris, F. W. VAN LIE MPT. In liet nummer van deze week treffen we weer verscheidene fraaie gravures aan, deels betrekking hebbende op den Zuid-Afri- kaanschen oorlog, deels op de wereldexpo- itie te Parijs. De eerste stelt voor Een gezicht op het Trocadéro-paleis van den Ëiffeltoren. Weer een andere Het pavilliocn van dc zeepost op de l'arij— sehe Tentoonstelling. Een volgende biedt ons aan Een gezicht op Oud-Parijs aan de Seinckant. Van de platen, in verband gebracht met den oorlog, noemen wij o. m. die, voorstel lende De aankomst van 42 Engelschc officieren, die met 120 man gevangen genomen zijn hij den slag van Modderspruit- of cene, voorstellende net opladen van toestellen voor vcldtcle- graphic aan het station te Pretoria, enz. enz. Eene afbeelding, vervaardigd naar eene fo tografie, van Mr. Sprenger van Eijck, den onlangs benoemden Directeur-Generaal der Maatschappij tot Exploitatie van Staats spoorwegen, heeft eveneens een plaatsje ge vonden. Maar er zijn er nog veel meer, alle zon der onderscheid, duidelijk en fraai. Verzuimd mag niet worden, ter kennis onzer lezers te brengen, dat in dit nummer een begin is gemaakt met den beroemden Roman, van den Engelschen schrijver, GRANT ALLEN, getiteld HILDA WADE die stellig in den smaak zal vallen. Behalve mooie verhaaltjes, vinden wijder ook o.a. een keuze van pittige Anekdoten, zeer kostelijk geïllustreerd, zoodat dit tijd schrift een zeer aangename en welkome gast is ter leestafel van ieder huisgezin. Er is op 't oogenblik weinig belangrijk nieuws van 't oorlogsterrein we laten hier het voornaamste volgeu Aan het departement van oorlog in Londen is het volgende ofticieele telegram ontvangen van generaal-majoor Knox, afgezonden uit Kroonstad Dinsdagavond 11 uur 50. „Mij is verzocht, u te doen toekomen het volgen de telegram, door lord Roberts afgezonden uit zijn residentie Pretoria, hedenmorgen uur 8" Pretoria en Johannesburg zijn volkome rustig en verscheidene inwoners 'nebben hun dankbaarheid betuigd voor den vrede en de orden, die er heerschen. Nadat de stad Pre toria was overgegeven, trok generaal Louis Botha zich op 25 kil. in oostelijke richting op den weg naar Middelburg terug. Eerst had hij slechts een kleine strijdmacht bij zich doch in de laatste dagen is die toegenomen n sterkte, terwijl door zijn aanwezigheid nab-.j de stad, de opgewondenheid in het land aanhield en de Boeren verhinderd waren, hun apenen in te leveren en voorts ook de samenbrenging van levensmiddelen er door vertraagd werd. Het werd dus noodig de Boeren aan te vallen, waartoe ik gisteren ben overgegaan. De Boeren namen een zeer sterke stelling in, vvelke het bijna onmogelijk was, door een aanval in het front te vermeesteren en waar door zij in staat waren geweest, de hoofd macht in de flanken te plaatsen, de meest kwetsbare gedeelten. Ik zond generaal French met de brigades Porter en Dickson te zamen met de bereden infanteiie onder Hutton, op onze linkerflank, terwijl Ian Hamilton met de cavaleriebrigades onder Broadwood en Gordon, de bereden infanterie onder Ridley en de infanteriebrigade onder Bruce Haroil ton, onze rechterflank vormde. De beide colonnes ondervonden sterken tegenstand doch tegen 3 uur in den namiddag zag ik van Hamilton's infanteiiebataljon? opmar cheeren op een punt op de linker flank der Boeren, dat de sleutel van hun stelling be streek. Dit punt was bijna vermeeslerd, voor dat de duisternis inviel en ik gaf de strijd macht bevel een bivak op te slaan op den grond, dien zij had veroverd. Generaal Poh- Carew was met zijn divisie in ons centrum geplaatst. Zooals ik reeds heb uitgelegd, kon hij niet tot den aanval overgaan, doch gelei delijk weg avanceerde hij om Ian Hamilton te ondersteunen en toen ik het slagveld verliet, hield hij het terrein bezet, dat in den morgen de voorpostenlinie der Boeren vormde. Ik ging toen zoo spoedig mogelijk teiug, om nieuws in te winnen ten aanzien van de operation van lord Melhuen en toen ik ver nam, dat de Vrijstaters gebruik hadden ge maakt van de gelegenheid, hun geboden door onze beweging aan gene zijde van de Vaal, om omze communicatielijn af te breken, zond ik Kitchener met zooveel troepen als er ge mist konden worden, in zuidelijke richting, met het bevel, voeling te nemen met gene raal Methuen, die, uaar ik wist, zich met een colonne in de nabijheid van Heilbron be vond. Ik zond onmiddelijk een specialen boodschapper naar Methuen om met deu meest mogelijken spoed vooiwaartste rukken naar de spoorlijn. In den avond van Zon dag vereecigden beide officieren zich aan het station Vredcfort—Road en gisteren trokken zij op naar de Rhenosterrivier, waar generaal Meihuen een besliste overwinning behaalde op generaal De Wet, bezit nam van diens kamp en diens troepenmacht in alle richtin gen verstrooide. Methuen en Kitchener trek en heden op naar Kroonstad. Lord Roberts voegde hieraan toe „Harer Majesteils Regeering behoeft zich niet ongerust te maken over de veiligheid van het leger in Zuid Afrika. De vijand heeft enkel kleine successen behaald, die on gelukkig zijn, doch dit is in zeer korten tijd verhelpen het zal niet veel tijd kosten om de schade aan den spoorweg te herstel en. Ik kan nu de lijn tusschen Pretoria en de Rhenosterrivier sterk bezetten. Lord Methuen zal de lijn al voortrukkende be waken. Ik heb met sir Redvers Buller gecorres pondeerd, die zonder twijfel spoedig de te genwoordigheid van zijn legermacht voelbaar zal kunnen maken. „Ik hoop nog dat de verliezen op 11 Juni niet zwaar zullen zijn. De Earl of Airlie is onder de gesneuvelden. Kroonstad is volkomen veilig." Lord Roberts seiüt Lord Methuen gis gisteren naar Honingspiuit opgetrokken en vond er alles iu volkomen rust, terwijl Kroonstad sterk bezet wordt gehouden. Heden is Methuen naar de Rhen osterrivier teruggekeerd, waar het herstellings werk aan den spoorweg wordt voortgezet. Wij zijn gisteren den geheelen dag slaags geweest met de strijdmacht van generaal Botha. De Boeren vochten met groote be slistheid en hardnekkigheid en hielden stand tegenover de Engelsche cavalerie op de beide flanken. Generaal Ian Hamilton trok even wel, ondersteund door de garde brigade van Pole Carew's divisie, naar voren eu vermees terde den heuvel in het front, waardoor de Boeren genoodzaakt waren terug te trekken op een stelling, meer in Oostelijke richting, Deze stelling, die een weinig hooger ligt dan die, welke wij vermeesterd hebben, wordt door de Boeren op het oogenblik nog bezet gehouden. De grooie uitgestrektheid van het terrein, dat onder de moderne gevechts voorwaarden gedekt moet worden, is oorzaak dat wij slechts zeer langzaam vooruitkomen De verliezen aan onze zijde zijn mij nog niet in bijzonderheden bekend, doch ik geloof dat zij gering zijn." Te Londen is men weer heel en al op gemonterd door de breedsprakige talegrammen van lord Roberts uit Pretoria, die inderdaad zoo op het eerste gezicht wel geschikt lijken tot kalmeering der gemoederen min of meer verontrust door de jongste berichten aan gaande de gedurfde daden der Boeren in den Vrijstaat op de verbindingslinie van de Britsche hoofdmacht. Toch kan men, na bedachtzame doorlezing van het telegrammen in quaestie, tot geen ander resuhaat komen dan dat generaal Louis Bo'.ha zijn strijdmacht weer geheel en al heeft verzameld en geordenddat lord Roberts er alweer niet in geslaagd is deze stiijdmacht toen zij gedemoraliseerd en ver strooid was, onschadelijk te mxken en dus de naaste omgeving van Pietïria te Ik veiligen; dat de staat van ztken in d n voor ettelijke weken reeds gepacifieerd ge— heeten Vrijstaat, den Britsche opperbevel hebber hoogst ernstig heeft gebleken (reden waarom hij lord Kitchener met alle troepen- contingenten, die hij maar tc missen had. naar het zuiden heeft gedirigeerd) en dat de samenwerking tusschen Buller's strijdmacht en die van lord Roberts zeiven, feitelijk tot dusver nergens anders in heeft bestaan, dat de bezetting van Pretoiia voor een tiental dagen door Ruberts, dc Boeren in het noorden van Natal heeft genoopt zich gereed te maken voor de retirade, met medeneming van hun geschut, hun voorraden enz. met ongerept behoud van hun effectief! Eu daar blijkt zoowaar dat „de geweldige nederlaag*, den Boeren luidens het telegram van lord Roberts door Melhuen Dinsdag 11. toegebracht aan de Rhenosterrivier onder De Wet, hun geenszins belet heeft ettelijke kilomeleis ten noorden van de Rhenosterrivier het spelle'je te hervatten, met geen ander resultaat evenwel ditmaal, dan dat een der ijlings toegeschoten Britsche strijders gedood werd en een elftal anderen (onder wie twee officieren) gewond werden de Boeren trok ken af, zonder verlies ever el Een verslaggever van de Telegraaf heeft in Den Helder een gesprek gehad met een vau de officieren van de Koningin Emma, pas van St. Hcleua terug. Wij ontleenen aan zijn verhaal het volgende Wij gingen aldu-», begon de zegsman, den 25sten Februari van Olehleh en hadden bevel gekregen om niet Kaapstad, zooals gewoonlijk, maar St.-Helena aan te doen. U begrijpt, Kaapstad werd geacht het brand punt te zijn, en om dit te vermijden vond de regeering het beter, St. Helena aan te doen. Toen wij vei trokken, was niet bekend, dat de gevangenen naar St. Helena zouden wordeu gebracht. Op den morgen van 12 April kwamen wij te St. Helena aan en waren zeer verwonderd, bij onze aankomst op dc rcede te vernemen, dat er een tians- portschip met gevangenen Boeren juist was geairiveeid. Bij ons voorbij vaien werd van het transportschip, toen men de Nederland— sche driekleur zag wapperen, eu luid hoera aangeheven. Wij ankerden op geruimen afstand van de Milwaukee, u weet wel de schuit, die door midden is gebroken en waar later een stuk ingezet. Het Engelsche oo1 logsschip Niobe dat het transportschip begeleid had, kwam tusschen de Milwaukee en de Emma te liggen, waarschijnlijk opdat wij in geen ver binding zouden kunnen komen met de Boeren. Zoodra wij aangekomen waren, alleen om steenkolen, water en andere ververschingen te nemen en niet omdat er Boeren waren, zooals sommige Engelsche bladen wel nijdig hebben willen verklaren, (want wij wisten iu 't geheel niet, dat er Boereu waren), werd er door de Engelsche autorireiten bezwaar gemaakt, dat wij aan den wal gingen. De Engelsche officieren van de Niobe conft— eerden met den commandant op St. Helena en ten laatste werd als bijzondere gunst toe gestaan, dat alleen de officieren een dag aan de wal gingen. Het speet den hecren zeer, dat ze zoo moesten optreden, maar het moest wel, daar geen oilogsschip welke natie ook, zou worden toegestaan manschappen aan den wal te laten gaan Hebt u nog iets van de gevangen Boe ren gezien Om ze goed te zien lagen we te vei weg. Den eersten dag, dat wij er waren, werden de gevangenen, die ziek waren, aan den wal gezet. Ik moet zeggen, dat dit zeer humaan toeging, ofschoon alle En gelsche matrozen, die hierbij behulpzaam moesten zijn, stomdronken waren. De Boeren waren allen gekleed in 't grijs met een grooten flambard-hoed op. Hoe was de verstandhouding tusschen en de bemanning van het (Eugelsche) oorlogsschip O die liet niets te wenschen over. De officieren der Niobe brachten een beleefd heidsbezoek bij ons en den volgenden dag brachten wij een bezoek aan den Engelschen bodem. Surveilleerden de Engelschen nog Toen wij den eersten nacht er lagen, hoorden wij plotseling eenige schoten. Kort daarop werd een zoeklicht op ons schip ge richt en werd door het oorlogsschip brand— nacht gevaren. Verder bleef het rustig. Het zoeklicht genoten we vervolgens iederen nacht. Den volgenden morgen hoorden wij, dat eenige gevangenen beproefd hadden te ontvluchten, vandaar het schieten. Tot ons werd het verzoek gericht, *s avonds na acht uur geen sloepen over de ree te laten gaan. Weet u ook iets van een brief van kolonel Schiel Daar is ons niets van bekend. Wel werd gezegd, dat een brief, voor ons be stemd, onderschept en naar de Niobe ge bracht werd, maar met zekerheid weten we daar niets van. Kolonel Schiel had trouwens in Kaapstad gezegd, dat hij zou trachten te ontvluchten en hij werd scherp bewaakt. Wij hebben wel een brief ontvangen, maar hierin werd alleen om boeken gevraagd en die kwam dan ook langs Engelscheu wrg. Den laatsten dag, dat wij er waren, werd generaal Cronjé en diens echtgenoote gede- barqueerd. Zij gingen in een stoombarkas, bemand met „blue jackets" naar den wal. Hier stond een open rijtuig op hen te wachten en nadat zij ingestapt waren, werd het rijtuig door een escorte begeleid. De bediende van onzen consul te Jamestown heeft eenige photo's hiervan genomen en beloofde ons er eenige over te zenden. 's Maandagsraiddags verlieten wij alweer de ree. Wij waren er waarschijnlijk langer gebleven, maar in de gegeven omstandig heden vertrokken wij zoo spoedig mogelijk. Het bleek ons bij het vertrek, dat men ge wacht had op ons weggaan met het debar— queeren vau de overige krijgsgevangeneu. Een der Jantjes waarmede de verslaggever een praatje aanknoopte gaf openhartig als zijn meening het volgende ten besic Hei is be oerd, zei hij als je zoo'n lijd cp Olehleh, een ga' nog erger dan Anna Pr. - lowna, gezeten hebt en dan te hooren, dat je op St. Helena niet naar den wal mag. Er was een klein oproertje aan boord, toen hel ons verteld werd. Misschien was 't wel goed. want we waren natuurlijk aan 't kl p;>en gegaan. Wauneer we ergens mei een Du.tsch oorlogsschip liggen, dau drinken we altijd „broederschap", maar met den Engelschma» kunnen we 'i nooit vinden. Dan wordt er gevochten en je zoudt eens gezien hebben, hoe 't op St. Helena gegaan was. Allemaal wilden we ze op hun huid komen en hadden 't al afgesproken. De Boeren, dat zijn groote mannen met flambardhoeden op. Als je ze naast de En gelschen zag staan, staken ze er een kop boven uit. Ik geloof dan ook, dat als ze een Engeischman tusschen hun vingers hebben zij hem fijn knijpen als gemalen koffie. Woensdag bedroeg het aantal bezoekers der Tentoonstelling 189.146. Gisternacht is brand ontstaan in het gebouw, waarin spoor- wegwaggons uit DuUschland en Oostenrijk zijn geëxposeerd. Doordat de wakers het vuur spoedig bemerkten, konden de vlammen spoedig gedoofd .vorden en werd alleen de houten vloer beschadigd. Een met een licht outbrandbare vloeistof besproeide stapel hout, die in de nabijheid gevonden is, doet vermoeden, dat de brand gesticht is. De shah van Perzie zal eerst over drie weken de Tentoonstelling bezoeken: als zijn kuur te Contrexé/ille is afgeloopen. De Tentoonstelling is Maandag door 183 543 personen bezocht. Het gerucht, dat de koning, de kroonprins en de kroonprinses van Italië te Parijs zouden koruen, om een bezoek te brengen aan de Tentoonstelling, wordt van Rome uit officieus tegengesproken. Een ontploffing heeft gisteren plaatsgehad in een patronenfabriek te Erzebetralva nabij Budapest. Vijf werklieden werden gedood en één doodeltjk gewond. Ruim 6 millioen inboorlingen, slachtoffers van den hongersnood, worden van regeerings- wege gesteund. De uitzichten op een goeden oogst zijn gunstig. Dinsdag seinde een correspondent uit Tientsin Gisteren vertrok het internationale deta chement van 2000 man, meest Engelschen, onder bevel van admiraal Sir Edward Sey mour, uit Tientsin en trok vooit langs den spoorweg om de verbinding niet Peking te herstellen. Te Lofa vonden wij sporen van het optreden van generaal Nich dezer dagen, langs den spoorweg liggen, lijken zonder hoofd, kisten patronen her-en derwaarts ver strooid. Het hecle landschap zag er ver laten uit. Voorbij Lofa werden de tcekenen /au het werk der Boksers talrijker. Op ver scheiden punten was de lijn in stukken gehaald. De sporen waren opgetrokkeu en krom gebogen telegraafpalen omgerukt en de draden een eind weggedragen Van tijd tot tijd verschenen kleine troepjes Boksers en verdwenen dan weer. Een patroelje van zestien matrozen werd uitgezonden om een verkenning te doen. Twaalf kilometer voorbij Lofa, in de richting van Langtang, zagen wij plotseling een groo ten troep Boksers. Zij waren ongeveer twee duizend man sterk, enkelen reden te paard. Blijkbaar wilden zij ons den terugweg afsnijden De bereden manschappen stakeu de spoor over, teiwijl de hoofdmacht tegenover ons stelling nam. De meeste Boksers waren ge wapend met een sabel. Slechts enkelen hadden een geweer, hetgeen niet erg schrikaanjagend was. De matrozen openden snelvuur op 1200 M en doodden ongeveer twintig Boksers. De opstandelingen gingen echter voort met hun omtrekkende beweging om ons den terugweg af te snijden. Op het geluid van het schieten kwamen de matrozen van het detachement aangerend, een Maxim kanon met zich brengende en zoodra zij dicht genoeg in de buurt waren, openden zij een geweldig vuur op den vijand. Nu kregen de Boksers er genoeg van en zij sloegen haastig op de vlucht. Wij zaten hen dicht op de hielen en namen twee dorpen in bezit. Het verlies van de Boksers bedroeg ongeveer veertig aan dooden en gewonden, ons verlies was nul. Het heele laud krielt van Boksers, en als de les, die zij vanmiddag gekregen hebben hen niet afschrikt, zullen wij ernstig verzet ontmoeten voor wij in Peking zijn. De spoot- weg was in zoo sterke mate vernield, dat wij°in twee dagen slechts 54 KM. zijn opge schoten, en er i* alle reden om te vreezen dat verderop de spoorweg nog erger bescha digd zal wezen. De spoorwegverbinding tusschen Tientsin en de expeditie van buitenlandsche troepen onder admiraal Seymour is afgesneden drie mijlen boven Jangtsoen, dat maar het tweede station van Tientsin af is. Twee bruggen zijn vernield. Het gerucht loopt, dat de Boksers besloten zijn het station van Tientsin hedennacht aan te vallen en in brand te steken. Van het Duitsche eskader te Takoe zijn tot nu toe 22 officieren eu 550 manschappen geland. Den 19den zal te Tsingtau een transport marine-manschappen aankomen ter aflossing. De af te lossen twaalfhonderd tcan zullen op bevel des Keizers voorloopig niet naar huis terugkeeren, maar voor alle gebeur lijkheden ter beschikking vau den bevelheb ber van het eskader blijven. Fransche matrozen hebben gisteren beproefi een locomotief in beslag te nemen. Engelsche inspecteur verzette zich hiertegen waarop de matrozen trachtten hem aan hu bajonet te rijgen. De Engelsche troepet werden klaar gehouden, maar de Engclsch marine autoriteiten en de consulaire ambtena •en beweikten, gesteund door den Amerikaan schen consul, een minnelijke schikk n,r. Ziehier uog eenig nieuws uit c!e telegram men De Times verneemt uit Sjanghai, d. d. 1- Juni Heden is van hier een schip met wa penen en munitie, uit hel tuighuis van Kiaog nan op last van het Tsoeng-li-jamen naa Tientsin vertrokken Reuter verneemt uit Tientsin, d.d. 14 Jun: Men gelooft, dat Sir E Seymour van Lang- fang zijn tweede basis zal maken en zoo sne nogelijk de 64 K.M. afleggen die hem no van Peking scheiden. GLteren zijn twe Russitche en een Japansch oorlogsschip t Takoe gekomen. Het aantal schepen op de reede is nu 41 Reuter verneemt uit Sjanghai, d.d. 14 Jun Gisteren is een Russisch troepenschip d Sangtse opgevaren. De Russische ambtenare hier zeggen, dat het schip soldaten, wit diensttijd verstreken is, naar Odessa ga; brengen en te Hankou proviand aan boor nemen. Het verluidt echter, dat de troepe te Hankou aan wal gezet zullen worden. De Norddeutsche Allgemeine Zeitungmeld dat het transport, dat me', troepen op we is naar Kiaotsjou ter aflossing van de bezet ling, op berel des keizers te Tsin-tou op gehouden zal worden. Gisterenavond zijn van Hongkong vit compagnieën Engelschc infanterie met ee bergbatteiij naar Tientsin vertrokken. WAALWIJK. 16 Juni 1900. Concert. Morgennainiddag ten 6 uur zal de har monie PEspérance een concert geven inde tuin van den heer Stans van Dongen Besoijen. Het programma belooft veel, t als 't weder een beetje wil meemerkei staat ons een gezellige middag te wachtei want de tuin van den heer van Dongt is zeker een van de, zoo niet het aangt naamste, lomraerijkste zitje uit den omtrel voegt daarbij een heerlijk stukje muziek 't lijdt geen twijfel of dit concert zal zeer dri worden bezocht. Wedvlucht. Donderdag 14 Juni hield de Postduive vereeniging *De Postduif" al ier eene we vlucht van Cliantily bij Parijs. De duiven werden geconstateerd als volg Frans ILilsfcesten te llunrlcni. i De onthulling van 't standbeeld van Fras Hals is te Haarlem, in tegenwoordigheid d" Koninginnen met grooten luister gevierd. De Voorzitter van 't comité hield voor i" onthulling van het beeld een rede en onmi delijk daarna trekt de Koningin aan het kooc en dadelijk zakt het omhulsel af langs 1 raamwerk, dat terstoud door eenige werl1 lieden wordt weggedragen. Nauw is het beeld ontbloot, of de Konf gin zelf neemt het woord, en met haar scho1 en klankvol geluid, dat verre draagt, sprei Hare Majesteit Het is Mij zeer aangenaam, gevolg geve= aan de uitnoodiging van uw comité, dit staix, beeld van Frans Hals te onthullen. Uit mij tegenwoordigheid alhier blijke Mijne belan' stelling in or.ze schilderschool, Mijne bewoi,1 dering en vereering voor onzen beroemq, landgenoot, en Mijne ingenomenheid met hulde, welke heden door kunstvrienden h ons Vaderland, dc koloniën en het buite* land aan Haarlems burger wordt gebrac Ik onthul dit monument, met den wens-, dat het moge bijdragen om de herinnert- aan dezeu meester bij het nageslacht step levendig te houden. Een luitl„Leve de Koningin volgde 1 deze woorden. Hare Majesteit eu h. Moeder, met haar gevolg, den Duitsch gezant en de feestcommissie begaven zl langs een looper naar het monument, w de Koningin een groote lauwerkrans f rood, wit en blauwe linteu neerlegde. Ti' verscheen de Duitsche gezant aan de trap^ van de kiosk, llij deelde Hare Majes* de keizerlijke boodschap mede, waarbij ff was opgedragen een hulde te brengen de Nederlandsche kunst in een zijner vt naamste representanten. De gezant bei zich onder luide hoera,s naar het monun£ en legde er een grooten lauwerkrans aan vo?t, met rood wit zwarte linten, waaj onder het wapen der Hohenzollerns, woorden stonden »Der Deutsche Kaiser, c( Andenken von Frans Hals." Nog tal van kransen werden aan den V vau het beeld neergelegd. Internationale privaatrecht. H. M. de Koningin en H. M. de Konin Moeder zullen Dinsdag 19 Juni op het l< tenverblijf Soestdijk in audiëntie ontvaff de gedelegeerden ter internationale con( rentie voor privaatrecht. Dc Ongevallenwet. Een gewijzigd wetsontwerp betreffende) verzekering tegen de geldelijke gevolgen

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1900 | | pagina 5