li
1
I
De Zuid-Afrikaansche oorlog,
Voor de Toekomst.
i1
H
ft 1
China.
BUITENLAND.
België.
Frankrijk.
Italië.
L 1 -
i'
:1
I I
I .i,t:
j. ,1
n
.1 1
I
I I'
I
i
j
W 1 i
I
'(f
1 I c
I I"
I;:
1
I; I
I!I)
.'li l'[»
il(j
i
i
I "r
I
I 5-
"l
I ;I
,i i
M
leder belast zoo gaan we sterk achteruit.
De Voorzitter: „er zijn niet veel artikelen
die verhoogd zijn de meesten zijn gebleven.
Als nu onze bond zich nog niet met deze
zaak bemoeit en zich tot de regeering wendt,
zal men in de Kamer zeggen, ze geven er
zelf niets om.
En hoe beter het de schoenindustrie gaat,
zooveel te beter ook voor de looier», des te
meer wordt er gebruikt."
De heer Piersoti de grootste vrijhande
laar heeft 't zelf voorgesteld, voornamelijk
tot si ij ving der staatskas. We weten dus
wat de regeering wil, en daar kunnen we
niet mee uit, dus middelen beramen om 't
ten goede verbeterd te krijgen.
Van andere zijde werd ook beweerd, dat
H/aVo op de schoenen niets scheelt en dat
invoer van buiten daar niet door za! ver
minderen, van andere zijde of niet 10 °/o
zou zijn te krijgen."
De Voorzitter: //Mijn voorstel is: over
leer vrij en V/i°/0 op de schoenen. Als
de heele wereld vrij was, was ik ook geheel
en al vrij handelaar, thans niet.
Ik wil de vraag in tweeën splitsen
1. We weten wat de regeering wil,
moeten we daarop requestreeren
Allen voor.
2. Hoe moet dit gebeuren
Waarop 't voorstel van den Voorzitter
met algemeene steramen wordt aangenomen.
De Voorzitter //Thans zou ik wel willen
hoorcn of onze bond iets zal doen tot 't ver
krijgen van de oprichting van Kamers van
Arbeid voor Schoen- en Lederindustrie in
de Langstraat.
In Waalwijk heeft men die reed:» aange
vraagd en de minister heeft advies gevraagd
aan de K. v. K. aldaar; dit advies"is nog
niet bekend. Ik geloof wel dat het zeer
nuttig zou zijn, maar daar deze Kamers nog
zoo in wording zijn, zou ik 't aan willen
houden tot de volgende vergadering, we
kunnen ook de plaatsen bepalen waar en ons
verstaan met den Looiersbond
Aangenomen.
Dan doet de Voorzitter nog ecnige me-
dedeelingen omtrent den invoer van schoe
nen in ons land, nl. 21/3 millioen ongeveer
dat met een verhooging van l1/2 °/0 f i37.000
meer aan de schatkist zal opbrengen.
Leder wordt ingevoerd voor 5 millioen.
Niemand meer het woord verlangend,
verzoekt de voorzitter, zoo spoedig mogelijk
de leden van 't Hoofdbestuur op te geven
en deelt mede dat de statuten zoo spoedig
mogelijk zullen worden toegezonden hij ver
zoekt allen de leden wat aan te sporen,
opdat de vergaderingen wat voltalligor zul
len zijn en sluit met een woord van dank
de vergadering.
Een woord van hulde, mag hier wel ge
bracht worden aan den Voorzitter, den heer
W. Travaglino, dat bij ondanks zijn eerste
weigering nog de benoeming als voorzitter
aannam, want hij is hier de rechte man op
de rechte plaats" zeker is zijn besluit tot
heil van den Bond. [Red].
1 i
Met geen mogelijkheid valt nog te over
zien, wat de gebeurtenissen in China zul
len brengen. Men kan alleen constateeren,
dat de zonen van het Hemelsche ltijk zich
krachtiger toonen in liet hanteeren der wa
penen, dan algemeen werd verwacht. Zij
beschikken over goed scbietinateriaal, hun
geschutvuur is telkens uitstekend gericht",
en zij geven ook blijk, dat de Europeesche
tactiek voor hen geen streng bewaard ge
heim meer is. Omstreeks veertig jaren ge
leden namen enkele duizenden Franschen
en Engelschen Peking in bezit. Thans zien
meerdere duizenden Europeanen, Amerika
nen en Japanners daartoe geen kans en
hebben zij de handen vol, om zich op be
trekkelijk korten afstand van de kust te
handhaven.
De Chineezen zijn dus wel vooruitgegaan
als oorlogvoerende mogendheid. Mi.ar zij
hebben dan ook Duitsche instructeurs ge
lnul, en Engeland voorziet hen van het
allernieuwste, wat op het gebied van Krijgs-
materieel wordt uitgevonden. Die brave
Engelsche handelaars beleven inderdaad gul
den tijden. Zij hebben wapencu, kruit en
lood geleverd aan de Boeren en daar
mede goede zaken gemaakt. Zelfs personen,
die in zeer nauwe verwantschap staan tot
den nobelen Chamberlain, wisten door le
verantie aan de Transvalers menig pond
sterling te verdienen". En thans komt
daar weer de opstand in China, een opstand
van reusachtige afmeting, waarvoor reeds
veel benoodigd was en nog zeer veel bc-
noodigd kan zijn. Wat maakt het den En
gelschen handelsman, of de soldaten van
zijn eigen land worden gewond en gedood
door middel van het wapentuig, dat hij le
verde i/Busi?iess vóór alles." De kunst,
om zijne zaken te doen floreeren, is de hoog
ste kunst, de voordeeligsle.
Er is inderdaad een maar al te innig
verband tusschen het commercialisme en de
bloedige, fooneelen*, waarvan wij sindseenige
jaren telkens getuigen zijn. Het commer
cialisme, dat de handen wapent van een
ieder, mits hij slechts betaalt. Het com
mercialisme, dat alleen afnemen zoekt, dat
geen vrienden van vijanden onderscheidt en
zich om geen andere, dan financieele ge
volgen bekommert. In Groot-Brittanië
heerscht de geest van dit commercialisme
oppermachtig. Maar men zou zeer onvol
ledig en zeer onbillijk zijn, wanneer men
niet erkende, dat liet land van Rhodes
daarvan toch geenszins het monopolie vooral
steeds meer en meer verloopt in een
soort van gewapende handel, waarbij de
zucht naar geld ue eenige drijfveer is en
het zwaard de machtige, die beslist.
Dat er aldus voor het Recht een uiterst
kleine, of zelfs in 't geheel geen plaats
overblijft, laat zich gemakkelijk beseften
En voor de Staten, die over geen groote
kracht hebben te beschikken, vertoonen zich
donkere stippen in de toekomst. Meer in
't bizonder kunnen de Zuid-Afrikaansche en
Chineesche verwikkelingen ons stof tot na
denken en bezorgdheid geven. Dat Enge
land, gelijk de heer Bronsveld in zijn
jongste Kroniek zegt, zijn euvelen moed
aan Nederland zal koelen en ons zal be-
rooven, gelijk het Zuid-Afrika beroofd heeft,
mogen een overdreven voorstelling zijn,
één land met zoo rijke koloniën als het
onze, heefl onder de tegenwoordige omstan
digheden dubbele reden tot waakzaamheid.
Het zou niet de eerste maal zijn, dat de
vreemde mogendheid, en met name Engeland,
zich op onze overzeesche bezittingen wierp
Voorwendsels waren altoos gemakkelijk te
vinden. Zij zijn liet nog gemakkelijker in
onzen tijd Men bedenke slechts boe Spanje
in een enkelen oorlog om Cuba be
gonnen al zijn koloniën verloor, en hoe
het kiesrecht van een handvol uitlanders
Engeland tot motief dient, om de Zuid-
Afrikaansche republieken te annexoeren.
Daarenboven schijnt juist liet verre Oosten,
waarin onze gordel van smaragd" gelegen
is, bestemd te zijn om in de toekomst
groote dingen te zien gebeuren. Japan heeft
zich in korten tijd tot den rang van een
groote mogendheid opgewerkt, en de veel
vuldige pogingen om China, althans de kust
van China, te verdeelen, kunnen nog menig
ernstig gevolg na zich sleepen Ook moet
men niet vergeten, dat de zonen van liet
Hemelsche Rijk ruim zijn vertegenwoordigd
in onze koloniën, en dat het //gele gevaar"
juist geen denkbeeldig gevaar is
Bevestiging en versterking van onze po
sitie in den Archipel is daarom een eisch
van actualiteit Versterking niet alleen door
een verstandig en rechtvaardig bestuur, ge
steund door den heilzonen invloed van het
Christendom, maar ook door list nemen van
zulke maatregelen, dat wij, in 't ergste ge
val, geweld met geweld kunnen keeren. Dat
men ten vorige jare een generaal tot land
voogd heeft aaugesteld, kan daarom zijn
nut hebben maar hiermede is niet genoeg
gedaan. De tijd dringt, en de gebeurtenissen
.'olgen elkander snel op. Noodzakelijker
dan uitbreiding der strijdkrachten in het
moederland, dunkt ons versterking van liet
militaire element, van de marine vooral, in
de koloniën.
En moge het dan eindelijk eens ophouden
zooveel kracht en zooveel geld te moeten ver
spillen in het bloedige en langdurige avon
tuur op Sumatra's westkust.' De tijd kan
wellicht komen, dat wij dat geld en die
kracht beter kunnen besteden niet alleen,
maar ook dringend noodig hebben in ver
wikkelingen, die onze positie als tweede
koloniale mogendheid bedreigen.
Hoe de Chineezen in slaat gesteld zijn,
schreef dezer dagen een onzer bladen, de Euro
peanen die geweld wilden gebruiken, op zijn
Westersch te ontvangen, blijkt uit een ollicieele
opgave van den ondersecretaris Wyndhaiu in het
Lagerhuis, op een vraag van kolonel Pilkington
Wyndhaui xeide, dat sedert April 1895 door
Engelsche fnma's aan China geleverd waren 71
zware kanonnen met 11,740 projectielen, 123
stukken veldgeschut met 49,300 granaten en 287
niachinekanoiinen uit Duitschland zijn verleden
jaar door een Duitsche firma 450,GOÖ Mauserge
weren en 3,000,0110 patronen geleverd.
DE TOESTAND.
Nil de overgave van Cronjé te Paardeberg
is er aan de zaak der republieken nog niet
zoo harde slag toegebracht als door de on
derwerping van generaal Prinsloo met, naar
het beet, 5000 Boeren bij Foutiesburg op
de grens van Basoetoland. In het telegram
van Lord Roberts staat dat, volgens rapport
van generaal Hunter, de boodschapper van
generaal Prinsloo, die de onvoorwaardelijke
onderwerping kwam aanbieden, zelf gezegd
had, dat de Boeren-macht vijfduizend telt.
Ofschoon cr gesproken wordt van Boeren-
macht (Boer force) laten wij nog de moge
lijkheid open, dat ook vrouwen en kinderen
er bij getekend zijn wij herinneren aan
her bericht uit de Daily Mail, dat van een
vrouwenlager van 300 gezinnen gewaagde
maar toch, er is geen twijfel meer mogelijk,
dat zich een groote burgermacht heeft over
gegeven.
Voor wij aan deze gebeurtenis eenige op
merkingen vastkuoopen. geven wij eerst het
telegram van Lord Roberts, gedagteekend
Pretoiia 29 Juli. Het luidt aldus .-
„Den 26en leverde Macdonald (brigade
Hooglanders) in de heuvelen van Bethlehem
14 K. M. buiten Nauwpooit. met den vijand
een achterhoedegevecht van 's morgens vroeg
tot den donker. De uitkomst was, dat hij
dcu Nauwpoottnek afdoende voor het verkeer
van Boerenwagens sloot.
„Hunter meldt, dat de vijand gisteren
zijn opmarsch tweemaal stuitte door twee
sterke stellingeu op twee nekken te bezetten.
Een van beide werd voor donker genomen
door de Schotsche garde en de Iersche,
Wiltshire en Leinster-regirnenten.^ Onze ver
liezen bedroegen slechts vijf of zes man. De
tweede nek werd 's nacht zonder tegenstand
genomen door de Schotsche garde de vijand
trok onderwijl dichter op Naauwpoort terug.
„Een paar Boeren, die gevangen geuomen
waren zeiden dat 1200 burgers zich wilden
onderwerpen, als zij den waarborg hadden
dat zij als krijgsgevangenen en niet als op
siandelingen zouden worden beh tndeld. Daarin
had ik toegestemd.
„Als een gevolg van deze welgeslaagde
operaties vroeg generaal Prinsloo, die liet
bevel voerde over de krijgsmacht der Boeren
door een parlementair, vier dagen wapen
stilstand om in vredesonderhandelingen te
treden. Hunter antwoordde, gelijk behoorde,
dat de eenige voorwaarde die hij kon aan
nemen, onvoorwaardelijke overgave, was en
dat zoolang dat niet gebeurde de vijandelijk
heden niet zouden ophouden. Ik betuigde
mijn instemming, en droeg hem op onder
geen voorwaarde in onderhandelingen te
treden.
„Terwijl ik zat te schrijven, is er een
nieuw telegram van Hunter gekomen, mij
meldende, dat Piimloo een tweeden brief
geschreven heeft, zich bereid veiklarende
zich zelf met zijn mannen, geweren, munitie
en andere vuurwapenen over te geven, onder
voorwaarde dat hun paaiden, zadels, teugels
en andere bezittingen gewaarborgd worden
en dat de burgers naar hun huis mochten
gaan.
»Ik heb geantwoord, dat Piinsloo's onder
werping volstrekt onvoorwaardelijk moet we
zen dat geweren, munitie van alle soort,
paarden en. andere bezittingen overgegeven
en de burgers beschou vd moeten worden als
krijgsgevangenen. Ik voegde er bii, dat
Priusloo's pogingen lot onderhandelen op
gcenerlei wijze Hunter's operaties mochten
ophouden deze moesten voortgezet worden
totdat de vijand verslagen zou zijn of zich
hebben overgegeven."
Een paar uur later seinde Lord Roberts
de overgave.
Aan het verzet in den Vrijstaat is dus nu
een einde. Wij kunnen het althans op het
oogenbhk niet anders inzien.
Maar nu weer naar Prinsloo teruggekeerd
om hem de onderwerping gemakkelijk te ma
ken heeft Lord Roberts dus zijn proclamatie,
naar luid waarvan Vrijsfaters, na den 15en
Juli door vechtende, als rebellen zouden
worden behandeld, herroepen, althans wat
hun personen betreft zij zullen als krijgsge
vangenen worden behandeld. Trouwens het
zou wat lastig wezen, die vijfduizend man
aangenomen dat 't er zooveel waren, in de
gevangenis le zetten en tot gevangenisstraf
te veroordeelen. De aanleiding, die Lord
Rober's door die proclamatie heeft, om de
eigendommen dier Vrijstaters te benaderen,
zal hij wel niet zoo spoedig loslaten. Maat
schande reeds over Engeland, dat die dap
pere mannen, na zoo lang en zoo heldhafi/
voor de Vrijheid van hun eigen vrij land
gevochten te hebben, als gunst moeten vra
gen, om niet als rebellen, maar als kiiigsge
vangenen te worden behandeld. Arme Kaap
sche rebellen echter, die bij het leger van
Prinsloo mógen zijn! Wel v\ aarschijnlijk ech
ter, dat zij met de Wets zich er door heen
hebben geslagen. Blijkbaar zag Christiaan de
Wet de kataslrofe aankomen of misschien
kon hij alreeds niet meer op al zijn mannen
rekenen en werkte hij er zich met de keur—
beude nog intijds uit.
En nu iu het ZW. en W. van Transvaal.'
Daar staan de zaken vooi de Boeren wcer
goed. Baden—Powell wordt te Rustenburg,
niettegenstaande Methuen de Boeren daar in
de buurt pas weer geheel verslagen en ver
strooid heeft, weer of nog belegerd. Kolonel
Hickman, die met ruiterij uit Pietoria te
hulp was gezonden, kwam Zaterdag met den
kous op den kop terug. Verder naar het
W. en NW. zijn de Engelschen evenmin
meester van den toestand. Nog dezer da
gen werd er in de buurt van Mafeking ge
vochten.
E.i ten O. vau Pretoria is het de Engel
schen ook al niet voor den wind gegaan.
De correspondenten klagen, dat Botha alweer
ontsnapt is. Men dacht hem dus te vangen.
Bulier zou van het Zuiden opiukken en diens
terugtocht afsnijden, maar wij hadden al zien
aankomen, dat dat mislukken zou. Cleiy,
uit Greylingstad opgerukt, moest al spoe
dig terug. Zijn trekbeesten legden het at,
heette het. Maar de Boeren zullen er ook
wel iels toe bijgedragen hebben. De sterfte
aan paarden, ossen en muilezels van het
Engelsche leger onder Hamilton, Pole-Garew
en French moet, naar beschrijvingen van de
correspondenten, enorm zijn geweest. Lord
Roberts keerde Donderdagavond alweer naar
Pretoria terug. Te Middelburg wordt dus
voorloopig rust gehouden. Eu weer is de
verbindingslijn, die hij te verdedigen heeft,
langer geworden.
Dat Prinsloo zich juist nu overgegeven
heelt
Met lot der vreemdelingen.
Twee belangrijke berichten zijn nu uit
Peking ontvangenrechtstreeks van leden
van gezantschappen. Het eene van den
Duitschen gezantschapssecretaris, is van 21
Juli, het andere blijkbaar van den Japanschen
gezant afkomstig, is van den I9en. De in
houd van die twee berichten, waardoor de
vertrouwbare inlichtingen over de vreemde
lingen te Peking in eens twee weken over
springen, komt goed overeen. Er schijnt
geen twijfel te zijn aan de echtheid van deze
missives, want al had ook de Chineesche re
geering het cijferschrift van de gezanten
kunnen uabootsen, gelijk zij bij het telegram
van Conger schijnt gedaan te hebben, zij
zou toch wel niet aandringen op bespoediging
van de expeditie tot ontzet, terwijl zij aan
den auderen kant alle moeite doet om het
vertrek van de expeditie te vertragen.
Of de verzekering van den Russischen
generaal Alexejef, dat de berichten omtrent
het behoud der gezanten bevestigd worden,
op nog een andere depeche uit Peking be
rusten, of enkel op de twee bovengenoemde,
die den geueraalwel spoedig bekend zullen
geweest zijn, weten wij nog niet.
De toestand van twee gezantschappen, het
Duitsche en het Japansche, was dus een of
twee weken geleden nog bevredigend, en
daar er geen melding gemaakt wordt van de
overige Europeanen, mag men wel aannemen
laatste berichten,
sche regeering,
dat ook zij voor het tneerendeel nog in leven
waren. Dat is dan alleen zoo te verklaren
.lat het Britsche gezanttchap niet alleen niet
ineer aangevallen was sedert den Uien, gelijk
de Duitsche berichtgever meldt, maar dat
ook de aanvallen na den Gen, op welken
dag dc laatste wanhopige berichten van M te
Donald verzonden waren, aanmerkelijk zijn
verfl luwd. Misschien is het wel waar, dat
de Chineesche regeering de vreem lelingen
eten heeft laten brengen; zij zou zich dan
overtuigd hou-len, de vreemdelingen zóó in
haar macht te hebben dat zij bi; de eerste
ernstige poging de legatie kon overmeesteren,
zoo noodig, om de gezanten als gijzelaars
weg te voeren.
E' is dan nog wel veel zonderlings in de
Waarom heeft de Cninee-
Is de meeste Europeanen
inderdaad nog behouden zijn, niet het een
of andere onomstootelijk bewijs daarvan aan
de vreemde regeeringen geleverd Waarom
is er een cijfertelegram dat van Conger heette
te konen, valschelijk opgesteld op zijn minst
vervalscht, wat den datum betreft?
Men zou dat misschien aldus kunnen ver
klaren. Er zijn te Peking twee partijen. Die
van Toean, welke liefst maar alle vreemde
lingen zoo spoedig mogelijk zou vermoorden,
houdt alle toegangen tot de stad bezet, zoo-
dat de partij van Tsjing met den Keizer en
de Regentes feitelijk oolc belegerd zou zijn
alleen boden, als Boksers ve:tnomd, zouden
dan berichten van de reg eiing en van de
gezantschappen naar Tsi-nan, Sjanghai, Tient
sin enz kunnen overbrengen, maar geen
vreemdelingen en geen officieele stukken
zouden doorgelaten worden. In haar ijver
om te bewijzen dat de gezanten nog leefden,
zou dan de paitij van Tsjing tot het opzen
den van een valsch of vervalscht bericht van
Conger haar toevlucht genomen hebben dat
zij ecu poging heeft gedaan om door haar
eigen bemiddeling de gezanten met hun re
geeringen in betrekking te stellen, kan wel
zijn reden hebben in de vrees dat die ge
zanten dan ook over de regeering en de
regeeringspartij, die ongetvvij'eld óók heel
wat op haar kerfstok heeft, een leelijk boekje
zouden opendoen, en in de eerste plaats op
het zenden van een expeditie aandringen,
Deze onderstelling schijnt eenigen steun te
krijgen door het feit dat Li-hoeng-'sjang gelijk
al vroeger medegedeeld is, aan den Italiaan-
schen consul te Hongkong geweigerd heeft
een boodschap aan den Italiaanschen gezant
te Peking over te brengen, aangezien, zoo
zeide de onderkoning, de regeering te Peking
haar edicten en berichten langs geheime ka
nalen naar de provinciën zond.
Li schijnt er overigens niets onbehoorlijks
in te vinden dat de gezanteu door zijn re
geering als gijzelaais worden gehouden, om
de mogendheden gunstige voorwaarden af te
persen. Hij zeide nog, zeer verheugd te zijn
over de vriendschappelijke houding, door de
regeeiing te Washington aangenomen. Een
minnelijke schikking tusschen de mogendhe
den en China was heel goed mogelijk, zijns
inziens. Dat hij nog niet op reis was ge
gaan naar het noorden, dat lag aan tie druk
kende warmte.
Het telegram, door den Japanschen consul
te Tientsin uit Peking ontvangen, luidt als
volgt „Wij verdedigen ons zeer goed tegen
de Chineezen, maar de aanvallen zijn nu
gestaakt. Wij zullen het uithouden tot hei
iaatst van de maand, hoewel dat geen ge
makkelijke taak zal zijn. Van tic Japanners
zijn gedoodde attaché Kozima, kapitein
Ando, een student, en enkele mariniers, ge
wond zijn er vijf of zeg, licht gewond velen
Het bericht is den I9en uit Peking afge
zonden. De ondertecking vinden wij niet
vermeld.
De correspondent van de New York He
rald te Tientsin geeft een beffchrijving der
gevechten op 13 en 14 dezer, die geëindigd
zijn met de verovering der inlandsche stad
van Tientsin
De aanval begon om drie uur, in den
vroegen ochtend van den 13e», toen de
verbonden troepen tegen de ommuurde stad
optrokken. De Russen vielen de Chineesche
stellingen van het oosten aan, en na vier
uren gevochten hebben, hadden zij heel wat
terrein gewonnen, toen er, tegen zeven uur,
een zeer hevige ontploffing plaats had, die
een rookkolom duizend voet hoog in de
lucht wierp, te midden van de Russische en
Duitsche troepen. De ontploffing gebeurde
in een paar gebouwen, waarvan niemand
gedacht had dat het magazijnen waren. Zoo
wel de Russen als de Duitschers leden zware
verliezen, maar zij dreven dc Chineezen
langzaam térug,
De andere legerafdeeling bestaande
uit Japansche ruiterij, jagers uit Wales, en
Indische troepen onder Engelsche officieren,
Engelsche, Oostenrijksch Hongaarsche en
Amerikaansche mariniers en het 9e regiment
Amerikaansche infanterie maakte een aan
vang in westelijke richting en viel de stad
toen uit het noorden aan, zij maakte zich
meester van het noordelijke tuighuis en van
een langen aarden muur. De artillerie en
infanterie gingen door de poort in dien
muur naar binnen, bezette het arsenaal cn
dreven de Chineezen terug tot in de eigen
lijke stad. Maar de troepen die tusschen
het arsenaal en de ommuurde stad oprukten,
bevonden zich onder een overstelpend vuur
en kwamen niet vooruit. Japansche genie
soldaten deden verscheiden pogingen om de
poort van de stad door dynamiet ie laten
springen, maar het gelukte hun niet, en de
verbonden troepen, die hun positie behield. n,
lagen den geheelen dag onder een hevig
vuur, vrijwel onbewegelijk. Het zware ge
schut dat over hen heen vuurde, stichtte
brand in de pagode bij de poort, maar de
Chineezen doofden het vuur uit.
Den geheelen nacht bleven de verbonden
troepen waar zij waren, en den volgenden
ochtend (14 Juli) om drie uur slaagden de
Japanners er in, eeu bres te maken in den
muurzoo drongen zij de eigenlijke stad
binnen, 's Nachts hadden zij een brug gelegd
over de gracht, en toen die klaar was, lieten
zij de poort met dynamiet springen. De
verbonden troepen besto'raden nu de stad
en er had een hevig straatgevecht plaats.
De Engelscheu begaven zich naar het midden
van de stad en van daar naar het kanaal,
waar zij een stoomboot en honderd jonken
in beslag namen De Franschen bezetten het
westelijke gedeelte van de stad. De Chi.
neesche tioepen waren in westelijke en noor-
delijke rich ing weggetrokken, e om vijl
uur hadden de geallieerden de stad geheel
m hun macht.
Het Europeesche geschutvuur had op vele
plaatsen de s'ad in brand gestoken, en daar
de plundering reeds begonnen was, lagen
overal zaken van waarde verspreid. De lijken
der Cnineczen lagen bij hoopen op straa',
li de stad werd een bezetting gelegd van
Engelschen, Japanners, Amerikanen en
Franschen.
Dezelfde correspondent schrijf: over de
moeilijkheden, die de verbonden troepen
ondervinden
Het betrekkelijk geiinge aantal troepen,
de beperkte hoeveelheid veld-artilleric en
het gemis van cavaletie, maken het de ver
bonden troepen onmogelijk, met succes tegen
de Chineezen te vtl le te tiekkeu en Tien
tsin te veria'en.
De Chineezen hebben tot dusver geen
poging gedaan om de verbindingslijn tusschen
Tientsin en Takoe af te snijden, hoewel dat
hun zeer goed mogelijk zou zijn, indien zij
zoo talrijk zijn als men hier gelooft.
De samenstelling van de vreemde troepen
maakt eenheid van doel en uitvoering on
denkbaar. De bevelhebbers der verschillende
contingenten moeten elkaar boodschappen
zenden, in diplomatieke bewoordingen ver
vat, waarin plannen ter overweging aanbe
volen worden. Daarmede gaat veel tijd ver
loren. De wil van één man zou zelfs met
de weinige hier aanwezige troepen veel meer
tot stand kunnen brengen. De geallieerden
bepalen zich thans tot een verdedigende
houding, en tenzij de Chineesche troepen
macht verloopt, zullen zij alvorens naar Peking
te kunnen oprukken, moeten wachten op de
komst van nog 3(J of 40,000 man. De
voorraad, te Tientsin voor de aanwezige
troepen beschikbaar, zou reeds te gering
zijn voor een expeditie, ook al was de weg
bruikbaarder dan hij is.
De vier burgemeesters die het manifest
hebben getcekend, waarbij het Belgisch volk
wordt opgeroepen, om een bataljon vrijwilli-
gers voor China te vormen, hebben heden
vergaderd bij den bui gemeester van Brussel,
om een definitief comiié te vormen. Het
comité is samengesteld uit den B.usselschen
burgemeester De Mot en een groot aantal
der voornaamste mannen van handel, nijver
heid, financiën, leger, burgerwacht enz. Het
comité kan later aangevuld worden. Uit
alle deelen van het land zijn reeds een groot
aantal betuigingen van instemming, giften
en persoonlijke aanbiedingen ontvangen. De
vier burgemeesters hebben de verklaring
geteekend, dat voor zoover hen betreft het
doel bereikt is en zij aan de commissie de
zorg overdragen voor de organisatie en de
uitvoering van het vadedandsche werk, waar
toe zij het initiatief hebben genomen.
De Parijsche Tentoonstelling werd Vrijdag
door 143.898, Zaterdag door 143.898 Zater
dag door 147 962, Zondag door 250.000
personen bezocht.
De Tentoonstelling, die 6 maanden duren
zal, is thans 3 maanden geopend geweest,
gedurende welke tijd er 13.658.959 tickets
genomen zijn. Het gemiddeld aantal bezoekers
bedroeg op gewone dagen 150.000 160.000,
op Zondagen 300.000400 000, dat is aan
zienlijk meer dan op de expositie van 1889.
Den 15 of den 20 Augustus zullen de
bekroningeu op de Parijsche Tentoonstelling,
door de inzenders behaald, worden bekend
gemaakt.
Du moord op Koning Humbert.
Weer heeft een vermetele het gewaagd
zijne woede te koelen aan een der gekroonde
hoofden. Ditmaal is het de koning van Italië
die als slachtoffer van waanzinnige denkbeel
den moest vallen. En helaas, de poging is
geluktde moordenaar heeft zijn doel bereikt.
Koning Humberto van Italië is niet meer,
Zondagavond toen de Koning te Monza waar
hij in zijn zomerverblijf vertoefde, na afloop van
een door hem bijgewoonde prijsuitdeeling
onder toejuichingen van zijn volk, het ge
bouw verliet en met ziju adjudant in 't rijtuig
stapte, loste een anarchist, zekere Angelo
Bressi, drie revolverschoten op hem, die hem
doodelijk troffen. Eenige oogenblikken daarna
overleed hij.
Reinier Karei Emanuel Johan Ferdinand
Eugène Humbert werd den 14deu Maart
1844 te Turijn geboren hij werd in Janu
ari 1878 koning van Italië.
Humbeit wis de eenige zoon van Victor
Emanuel, de eerste koning van Italië. Hij
genoot een zorgvuldige opvoeding en kon
zich reeds als jongeling voor den troon en
zijn land onderscheiden. Als geoeraal maakte j
hij den veldtocht van 1859 mee en als lui
tenant-generaal voerde hij in 1866 de 16de i
divisie bij Villa Franca aan.
Op 9 Januari 1878 volgde hij zijn vader
op. Reeds kort na zijn troonsbestijging, toen i
hij met zijn vrouw en zijn zoontje een reis
door het land maakte, werd eeu aanslag op
den koning gewaagd. Het was op 17 No
vember 1878, te Napels. Een gewezen kok,
Passavantes, schoot op den koning zonder j
hem te raken en in 1897 geschiedde de
tweede aanslag op zijn leven.
Aan het publieke leven nam koniug Hum-
bertus weinig deel voor alles was hij con
stitutioneel vorst en zijn eigen wil door te
drijven lag niet in zijn aard.
In de Buitenlandsche politiek sloot koning
Humbertus zich gaarne aan bij de traditien
van zijn geslacht zich voegen bij de sterkste
partij. Zoo moet ook, niettegenstaande de
persoonlijke sympathie die de koning voor