li 1 I De Zuid-Afrikaansche oorlog, Voor de Toekomst. i1 H ft 1 China. BUITENLAND. België. Frankrijk. Italië. L 1 - i' :1 I I I .i,t: j. ,1 n .1 1 I I I' I i j W 1 i I '(f 1 I c I I" I;: 1 I; I I!I) .'li l'[» il(j i i I "r I I 5- "l I ;I ,i i M leder belast zoo gaan we sterk achteruit. De Voorzitter: „er zijn niet veel artikelen die verhoogd zijn de meesten zijn gebleven. Als nu onze bond zich nog niet met deze zaak bemoeit en zich tot de regeering wendt, zal men in de Kamer zeggen, ze geven er zelf niets om. En hoe beter het de schoenindustrie gaat, zooveel te beter ook voor de looier», des te meer wordt er gebruikt." De heer Piersoti de grootste vrijhande laar heeft 't zelf voorgesteld, voornamelijk tot si ij ving der staatskas. We weten dus wat de regeering wil, en daar kunnen we niet mee uit, dus middelen beramen om 't ten goede verbeterd te krijgen. Van andere zijde werd ook beweerd, dat H/aVo op de schoenen niets scheelt en dat invoer van buiten daar niet door za! ver minderen, van andere zijde of niet 10 °/o zou zijn te krijgen." De Voorzitter: //Mijn voorstel is: over leer vrij en V/i°/0 op de schoenen. Als de heele wereld vrij was, was ik ook geheel en al vrij handelaar, thans niet. Ik wil de vraag in tweeën splitsen 1. We weten wat de regeering wil, moeten we daarop requestreeren Allen voor. 2. Hoe moet dit gebeuren Waarop 't voorstel van den Voorzitter met algemeene steramen wordt aangenomen. De Voorzitter //Thans zou ik wel willen hoorcn of onze bond iets zal doen tot 't ver krijgen van de oprichting van Kamers van Arbeid voor Schoen- en Lederindustrie in de Langstraat. In Waalwijk heeft men die reed:» aange vraagd en de minister heeft advies gevraagd aan de K. v. K. aldaar; dit advies"is nog niet bekend. Ik geloof wel dat het zeer nuttig zou zijn, maar daar deze Kamers nog zoo in wording zijn, zou ik 't aan willen houden tot de volgende vergadering, we kunnen ook de plaatsen bepalen waar en ons verstaan met den Looiersbond Aangenomen. Dan doet de Voorzitter nog ecnige me- dedeelingen omtrent den invoer van schoe nen in ons land, nl. 21/3 millioen ongeveer dat met een verhooging van l1/2 °/0 f i37.000 meer aan de schatkist zal opbrengen. Leder wordt ingevoerd voor 5 millioen. Niemand meer het woord verlangend, verzoekt de voorzitter, zoo spoedig mogelijk de leden van 't Hoofdbestuur op te geven en deelt mede dat de statuten zoo spoedig mogelijk zullen worden toegezonden hij ver zoekt allen de leden wat aan te sporen, opdat de vergaderingen wat voltalligor zul len zijn en sluit met een woord van dank de vergadering. Een woord van hulde, mag hier wel ge bracht worden aan den Voorzitter, den heer W. Travaglino, dat bij ondanks zijn eerste weigering nog de benoeming als voorzitter aannam, want hij is hier de rechte man op de rechte plaats" zeker is zijn besluit tot heil van den Bond. [Red]. 1 i Met geen mogelijkheid valt nog te over zien, wat de gebeurtenissen in China zul len brengen. Men kan alleen constateeren, dat de zonen van het Hemelsche ltijk zich krachtiger toonen in liet hanteeren der wa penen, dan algemeen werd verwacht. Zij beschikken over goed scbietinateriaal, hun geschutvuur is telkens uitstekend gericht", en zij geven ook blijk, dat de Europeesche tactiek voor hen geen streng bewaard ge heim meer is. Omstreeks veertig jaren ge leden namen enkele duizenden Franschen en Engelschen Peking in bezit. Thans zien meerdere duizenden Europeanen, Amerika nen en Japanners daartoe geen kans en hebben zij de handen vol, om zich op be trekkelijk korten afstand van de kust te handhaven. De Chineezen zijn dus wel vooruitgegaan als oorlogvoerende mogendheid. Mi.ar zij hebben dan ook Duitsche instructeurs ge lnul, en Engeland voorziet hen van het allernieuwste, wat op het gebied van Krijgs- materieel wordt uitgevonden. Die brave Engelsche handelaars beleven inderdaad gul den tijden. Zij hebben wapencu, kruit en lood geleverd aan de Boeren en daar mede goede zaken gemaakt. Zelfs personen, die in zeer nauwe verwantschap staan tot den nobelen Chamberlain, wisten door le verantie aan de Transvalers menig pond sterling te verdienen". En thans komt daar weer de opstand in China, een opstand van reusachtige afmeting, waarvoor reeds veel benoodigd was en nog zeer veel bc- noodigd kan zijn. Wat maakt het den En gelschen handelsman, of de soldaten van zijn eigen land worden gewond en gedood door middel van het wapentuig, dat hij le verde i/Busi?iess vóór alles." De kunst, om zijne zaken te doen floreeren, is de hoog ste kunst, de voordeeligsle. Er is inderdaad een maar al te innig verband tusschen het commercialisme en de bloedige, fooneelen*, waarvan wij sindseenige jaren telkens getuigen zijn. Het commer cialisme, dat de handen wapent van een ieder, mits hij slechts betaalt. Het com mercialisme, dat alleen afnemen zoekt, dat geen vrienden van vijanden onderscheidt en zich om geen andere, dan financieele ge volgen bekommert. In Groot-Brittanië heerscht de geest van dit commercialisme oppermachtig. Maar men zou zeer onvol ledig en zeer onbillijk zijn, wanneer men niet erkende, dat liet land van Rhodes daarvan toch geenszins het monopolie vooral steeds meer en meer verloopt in een soort van gewapende handel, waarbij de zucht naar geld ue eenige drijfveer is en het zwaard de machtige, die beslist. Dat er aldus voor het Recht een uiterst kleine, of zelfs in 't geheel geen plaats overblijft, laat zich gemakkelijk beseften En voor de Staten, die over geen groote kracht hebben te beschikken, vertoonen zich donkere stippen in de toekomst. Meer in 't bizonder kunnen de Zuid-Afrikaansche en Chineesche verwikkelingen ons stof tot na denken en bezorgdheid geven. Dat Enge land, gelijk de heer Bronsveld in zijn jongste Kroniek zegt, zijn euvelen moed aan Nederland zal koelen en ons zal be- rooven, gelijk het Zuid-Afrika beroofd heeft, mogen een overdreven voorstelling zijn, één land met zoo rijke koloniën als het onze, heefl onder de tegenwoordige omstan digheden dubbele reden tot waakzaamheid. Het zou niet de eerste maal zijn, dat de vreemde mogendheid, en met name Engeland, zich op onze overzeesche bezittingen wierp Voorwendsels waren altoos gemakkelijk te vinden. Zij zijn liet nog gemakkelijker in onzen tijd Men bedenke slechts boe Spanje in een enkelen oorlog om Cuba be gonnen al zijn koloniën verloor, en hoe het kiesrecht van een handvol uitlanders Engeland tot motief dient, om de Zuid- Afrikaansche republieken te annexoeren. Daarenboven schijnt juist liet verre Oosten, waarin onze gordel van smaragd" gelegen is, bestemd te zijn om in de toekomst groote dingen te zien gebeuren. Japan heeft zich in korten tijd tot den rang van een groote mogendheid opgewerkt, en de veel vuldige pogingen om China, althans de kust van China, te verdeelen, kunnen nog menig ernstig gevolg na zich sleepen Ook moet men niet vergeten, dat de zonen van liet Hemelsche Rijk ruim zijn vertegenwoordigd in onze koloniën, en dat het //gele gevaar" juist geen denkbeeldig gevaar is Bevestiging en versterking van onze po sitie in den Archipel is daarom een eisch van actualiteit Versterking niet alleen door een verstandig en rechtvaardig bestuur, ge steund door den heilzonen invloed van het Christendom, maar ook door list nemen van zulke maatregelen, dat wij, in 't ergste ge val, geweld met geweld kunnen keeren. Dat men ten vorige jare een generaal tot land voogd heeft aaugesteld, kan daarom zijn nut hebben maar hiermede is niet genoeg gedaan. De tijd dringt, en de gebeurtenissen .'olgen elkander snel op. Noodzakelijker dan uitbreiding der strijdkrachten in het moederland, dunkt ons versterking van liet militaire element, van de marine vooral, in de koloniën. En moge het dan eindelijk eens ophouden zooveel kracht en zooveel geld te moeten ver spillen in het bloedige en langdurige avon tuur op Sumatra's westkust.' De tijd kan wellicht komen, dat wij dat geld en die kracht beter kunnen besteden niet alleen, maar ook dringend noodig hebben in ver wikkelingen, die onze positie als tweede koloniale mogendheid bedreigen. Hoe de Chineezen in slaat gesteld zijn, schreef dezer dagen een onzer bladen, de Euro peanen die geweld wilden gebruiken, op zijn Westersch te ontvangen, blijkt uit een ollicieele opgave van den ondersecretaris Wyndhaiu in het Lagerhuis, op een vraag van kolonel Pilkington Wyndhaui xeide, dat sedert April 1895 door Engelsche fnma's aan China geleverd waren 71 zware kanonnen met 11,740 projectielen, 123 stukken veldgeschut met 49,300 granaten en 287 niachinekanoiinen uit Duitschland zijn verleden jaar door een Duitsche firma 450,GOÖ Mauserge weren en 3,000,0110 patronen geleverd. DE TOESTAND. Nil de overgave van Cronjé te Paardeberg is er aan de zaak der republieken nog niet zoo harde slag toegebracht als door de on derwerping van generaal Prinsloo met, naar het beet, 5000 Boeren bij Foutiesburg op de grens van Basoetoland. In het telegram van Lord Roberts staat dat, volgens rapport van generaal Hunter, de boodschapper van generaal Prinsloo, die de onvoorwaardelijke onderwerping kwam aanbieden, zelf gezegd had, dat de Boeren-macht vijfduizend telt. Ofschoon cr gesproken wordt van Boeren- macht (Boer force) laten wij nog de moge lijkheid open, dat ook vrouwen en kinderen er bij getekend zijn wij herinneren aan her bericht uit de Daily Mail, dat van een vrouwenlager van 300 gezinnen gewaagde maar toch, er is geen twijfel meer mogelijk, dat zich een groote burgermacht heeft over gegeven. Voor wij aan deze gebeurtenis eenige op merkingen vastkuoopen. geven wij eerst het telegram van Lord Roberts, gedagteekend Pretoiia 29 Juli. Het luidt aldus .- „Den 26en leverde Macdonald (brigade Hooglanders) in de heuvelen van Bethlehem 14 K. M. buiten Nauwpooit. met den vijand een achterhoedegevecht van 's morgens vroeg tot den donker. De uitkomst was, dat hij dcu Nauwpoottnek afdoende voor het verkeer van Boerenwagens sloot. „Hunter meldt, dat de vijand gisteren zijn opmarsch tweemaal stuitte door twee sterke stellingeu op twee nekken te bezetten. Een van beide werd voor donker genomen door de Schotsche garde en de Iersche, Wiltshire en Leinster-regirnenten.^ Onze ver liezen bedroegen slechts vijf of zes man. De tweede nek werd 's nacht zonder tegenstand genomen door de Schotsche garde de vijand trok onderwijl dichter op Naauwpoort terug. „Een paar Boeren, die gevangen geuomen waren zeiden dat 1200 burgers zich wilden onderwerpen, als zij den waarborg hadden dat zij als krijgsgevangenen en niet als op siandelingen zouden worden beh tndeld. Daarin had ik toegestemd. „Als een gevolg van deze welgeslaagde operaties vroeg generaal Prinsloo, die liet bevel voerde over de krijgsmacht der Boeren door een parlementair, vier dagen wapen stilstand om in vredesonderhandelingen te treden. Hunter antwoordde, gelijk behoorde, dat de eenige voorwaarde die hij kon aan nemen, onvoorwaardelijke overgave, was en dat zoolang dat niet gebeurde de vijandelijk heden niet zouden ophouden. Ik betuigde mijn instemming, en droeg hem op onder geen voorwaarde in onderhandelingen te treden. „Terwijl ik zat te schrijven, is er een nieuw telegram van Hunter gekomen, mij meldende, dat Piimloo een tweeden brief geschreven heeft, zich bereid veiklarende zich zelf met zijn mannen, geweren, munitie en andere vuurwapenen over te geven, onder voorwaarde dat hun paaiden, zadels, teugels en andere bezittingen gewaarborgd worden en dat de burgers naar hun huis mochten gaan. »Ik heb geantwoord, dat Piinsloo's onder werping volstrekt onvoorwaardelijk moet we zen dat geweren, munitie van alle soort, paarden en. andere bezittingen overgegeven en de burgers beschou vd moeten worden als krijgsgevangenen. Ik voegde er bii, dat Priusloo's pogingen lot onderhandelen op gcenerlei wijze Hunter's operaties mochten ophouden deze moesten voortgezet worden totdat de vijand verslagen zou zijn of zich hebben overgegeven." Een paar uur later seinde Lord Roberts de overgave. Aan het verzet in den Vrijstaat is dus nu een einde. Wij kunnen het althans op het oogenbhk niet anders inzien. Maar nu weer naar Prinsloo teruggekeerd om hem de onderwerping gemakkelijk te ma ken heeft Lord Roberts dus zijn proclamatie, naar luid waarvan Vrijsfaters, na den 15en Juli door vechtende, als rebellen zouden worden behandeld, herroepen, althans wat hun personen betreft zij zullen als krijgsge vangenen worden behandeld. Trouwens het zou wat lastig wezen, die vijfduizend man aangenomen dat 't er zooveel waren, in de gevangenis le zetten en tot gevangenisstraf te veroordeelen. De aanleiding, die Lord Rober's door die proclamatie heeft, om de eigendommen dier Vrijstaters te benaderen, zal hij wel niet zoo spoedig loslaten. Maat schande reeds over Engeland, dat die dap pere mannen, na zoo lang en zoo heldhafi/ voor de Vrijheid van hun eigen vrij land gevochten te hebben, als gunst moeten vra gen, om niet als rebellen, maar als kiiigsge vangenen te worden behandeld. Arme Kaap sche rebellen echter, die bij het leger van Prinsloo mógen zijn! Wel v\ aarschijnlijk ech ter, dat zij met de Wets zich er door heen hebben geslagen. Blijkbaar zag Christiaan de Wet de kataslrofe aankomen of misschien kon hij alreeds niet meer op al zijn mannen rekenen en werkte hij er zich met de keur— beude nog intijds uit. En nu iu het ZW. en W. van Transvaal.' Daar staan de zaken vooi de Boeren wcer goed. Baden—Powell wordt te Rustenburg, niettegenstaande Methuen de Boeren daar in de buurt pas weer geheel verslagen en ver strooid heeft, weer of nog belegerd. Kolonel Hickman, die met ruiterij uit Pietoria te hulp was gezonden, kwam Zaterdag met den kous op den kop terug. Verder naar het W. en NW. zijn de Engelschen evenmin meester van den toestand. Nog dezer da gen werd er in de buurt van Mafeking ge vochten. E.i ten O. vau Pretoria is het de Engel schen ook al niet voor den wind gegaan. De correspondenten klagen, dat Botha alweer ontsnapt is. Men dacht hem dus te vangen. Bulier zou van het Zuiden opiukken en diens terugtocht afsnijden, maar wij hadden al zien aankomen, dat dat mislukken zou. Cleiy, uit Greylingstad opgerukt, moest al spoe dig terug. Zijn trekbeesten legden het at, heette het. Maar de Boeren zullen er ook wel iels toe bijgedragen hebben. De sterfte aan paarden, ossen en muilezels van het Engelsche leger onder Hamilton, Pole-Garew en French moet, naar beschrijvingen van de correspondenten, enorm zijn geweest. Lord Roberts keerde Donderdagavond alweer naar Pretoria terug. Te Middelburg wordt dus voorloopig rust gehouden. Eu weer is de verbindingslijn, die hij te verdedigen heeft, langer geworden. Dat Prinsloo zich juist nu overgegeven heelt Met lot der vreemdelingen. Twee belangrijke berichten zijn nu uit Peking ontvangenrechtstreeks van leden van gezantschappen. Het eene van den Duitschen gezantschapssecretaris, is van 21 Juli, het andere blijkbaar van den Japanschen gezant afkomstig, is van den I9en. De in houd van die twee berichten, waardoor de vertrouwbare inlichtingen over de vreemde lingen te Peking in eens twee weken over springen, komt goed overeen. Er schijnt geen twijfel te zijn aan de echtheid van deze missives, want al had ook de Chineesche re geering het cijferschrift van de gezanten kunnen uabootsen, gelijk zij bij het telegram van Conger schijnt gedaan te hebben, zij zou toch wel niet aandringen op bespoediging van de expeditie tot ontzet, terwijl zij aan den auderen kant alle moeite doet om het vertrek van de expeditie te vertragen. Of de verzekering van den Russischen generaal Alexejef, dat de berichten omtrent het behoud der gezanten bevestigd worden, op nog een andere depeche uit Peking be rusten, of enkel op de twee bovengenoemde, die den geueraalwel spoedig bekend zullen geweest zijn, weten wij nog niet. De toestand van twee gezantschappen, het Duitsche en het Japansche, was dus een of twee weken geleden nog bevredigend, en daar er geen melding gemaakt wordt van de overige Europeanen, mag men wel aannemen laatste berichten, sche regeering, dat ook zij voor het tneerendeel nog in leven waren. Dat is dan alleen zoo te verklaren .lat het Britsche gezanttchap niet alleen niet ineer aangevallen was sedert den Uien, gelijk de Duitsche berichtgever meldt, maar dat ook de aanvallen na den Gen, op welken dag dc laatste wanhopige berichten van M te Donald verzonden waren, aanmerkelijk zijn verfl luwd. Misschien is het wel waar, dat de Chineesche regeering de vreem lelingen eten heeft laten brengen; zij zou zich dan overtuigd hou-len, de vreemdelingen zóó in haar macht te hebben dat zij bi; de eerste ernstige poging de legatie kon overmeesteren, zoo noodig, om de gezanten als gijzelaars weg te voeren. E' is dan nog wel veel zonderlings in de Waarom heeft de Cninee- Is de meeste Europeanen inderdaad nog behouden zijn, niet het een of andere onomstootelijk bewijs daarvan aan de vreemde regeeringen geleverd Waarom is er een cijfertelegram dat van Conger heette te konen, valschelijk opgesteld op zijn minst vervalscht, wat den datum betreft? Men zou dat misschien aldus kunnen ver klaren. Er zijn te Peking twee partijen. Die van Toean, welke liefst maar alle vreemde lingen zoo spoedig mogelijk zou vermoorden, houdt alle toegangen tot de stad bezet, zoo- dat de partij van Tsjing met den Keizer en de Regentes feitelijk oolc belegerd zou zijn alleen boden, als Boksers ve:tnomd, zouden dan berichten van de reg eiing en van de gezantschappen naar Tsi-nan, Sjanghai, Tient sin enz kunnen overbrengen, maar geen vreemdelingen en geen officieele stukken zouden doorgelaten worden. In haar ijver om te bewijzen dat de gezanten nog leefden, zou dan de paitij van Tsjing tot het opzen den van een valsch of vervalscht bericht van Conger haar toevlucht genomen hebben dat zij ecu poging heeft gedaan om door haar eigen bemiddeling de gezanten met hun re geeringen in betrekking te stellen, kan wel zijn reden hebben in de vrees dat die ge zanten dan ook over de regeering en de regeeringspartij, die ongetvvij'eld óók heel wat op haar kerfstok heeft, een leelijk boekje zouden opendoen, en in de eerste plaats op het zenden van een expeditie aandringen, Deze onderstelling schijnt eenigen steun te krijgen door het feit dat Li-hoeng-'sjang gelijk al vroeger medegedeeld is, aan den Italiaan- schen consul te Hongkong geweigerd heeft een boodschap aan den Italiaanschen gezant te Peking over te brengen, aangezien, zoo zeide de onderkoning, de regeering te Peking haar edicten en berichten langs geheime ka nalen naar de provinciën zond. Li schijnt er overigens niets onbehoorlijks in te vinden dat de gezanteu door zijn re geering als gijzelaais worden gehouden, om de mogendheden gunstige voorwaarden af te persen. Hij zeide nog, zeer verheugd te zijn over de vriendschappelijke houding, door de regeeiing te Washington aangenomen. Een minnelijke schikking tusschen de mogendhe den en China was heel goed mogelijk, zijns inziens. Dat hij nog niet op reis was ge gaan naar het noorden, dat lag aan tie druk kende warmte. Het telegram, door den Japanschen consul te Tientsin uit Peking ontvangen, luidt als volgt „Wij verdedigen ons zeer goed tegen de Chineezen, maar de aanvallen zijn nu gestaakt. Wij zullen het uithouden tot hei iaatst van de maand, hoewel dat geen ge makkelijke taak zal zijn. Van tic Japanners zijn gedoodde attaché Kozima, kapitein Ando, een student, en enkele mariniers, ge wond zijn er vijf of zeg, licht gewond velen Het bericht is den I9en uit Peking afge zonden. De ondertecking vinden wij niet vermeld. De correspondent van de New York He rald te Tientsin geeft een beffchrijving der gevechten op 13 en 14 dezer, die geëindigd zijn met de verovering der inlandsche stad van Tientsin De aanval begon om drie uur, in den vroegen ochtend van den 13e», toen de verbonden troepen tegen de ommuurde stad optrokken. De Russen vielen de Chineesche stellingen van het oosten aan, en na vier uren gevochten hebben, hadden zij heel wat terrein gewonnen, toen er, tegen zeven uur, een zeer hevige ontploffing plaats had, die een rookkolom duizend voet hoog in de lucht wierp, te midden van de Russische en Duitsche troepen. De ontploffing gebeurde in een paar gebouwen, waarvan niemand gedacht had dat het magazijnen waren. Zoo wel de Russen als de Duitschers leden zware verliezen, maar zij dreven dc Chineezen langzaam térug, De andere legerafdeeling bestaande uit Japansche ruiterij, jagers uit Wales, en Indische troepen onder Engelsche officieren, Engelsche, Oostenrijksch Hongaarsche en Amerikaansche mariniers en het 9e regiment Amerikaansche infanterie maakte een aan vang in westelijke richting en viel de stad toen uit het noorden aan, zij maakte zich meester van het noordelijke tuighuis en van een langen aarden muur. De artillerie en infanterie gingen door de poort in dien muur naar binnen, bezette het arsenaal cn dreven de Chineezen terug tot in de eigen lijke stad. Maar de troepen die tusschen het arsenaal en de ommuurde stad oprukten, bevonden zich onder een overstelpend vuur en kwamen niet vooruit. Japansche genie soldaten deden verscheiden pogingen om de poort van de stad door dynamiet ie laten springen, maar het gelukte hun niet, en de verbonden troepen, die hun positie behield. n, lagen den geheelen dag onder een hevig vuur, vrijwel onbewegelijk. Het zware ge schut dat over hen heen vuurde, stichtte brand in de pagode bij de poort, maar de Chineezen doofden het vuur uit. Den geheelen nacht bleven de verbonden troepen waar zij waren, en den volgenden ochtend (14 Juli) om drie uur slaagden de Japanners er in, eeu bres te maken in den muurzoo drongen zij de eigenlijke stad binnen, 's Nachts hadden zij een brug gelegd over de gracht, en toen die klaar was, lieten zij de poort met dynamiet springen. De verbonden troepen besto'raden nu de stad en er had een hevig straatgevecht plaats. De Engelscheu begaven zich naar het midden van de stad en van daar naar het kanaal, waar zij een stoomboot en honderd jonken in beslag namen De Franschen bezetten het westelijke gedeelte van de stad. De Chi. neesche tioepen waren in westelijke en noor- delijke rich ing weggetrokken, e om vijl uur hadden de geallieerden de stad geheel m hun macht. Het Europeesche geschutvuur had op vele plaatsen de s'ad in brand gestoken, en daar de plundering reeds begonnen was, lagen overal zaken van waarde verspreid. De lijken der Cnineczen lagen bij hoopen op straa', li de stad werd een bezetting gelegd van Engelschen, Japanners, Amerikanen en Franschen. Dezelfde correspondent schrijf: over de moeilijkheden, die de verbonden troepen ondervinden Het betrekkelijk geiinge aantal troepen, de beperkte hoeveelheid veld-artilleric en het gemis van cavaletie, maken het de ver bonden troepen onmogelijk, met succes tegen de Chineezen te vtl le te tiekkeu en Tien tsin te veria'en. De Chineezen hebben tot dusver geen poging gedaan om de verbindingslijn tusschen Tientsin en Takoe af te snijden, hoewel dat hun zeer goed mogelijk zou zijn, indien zij zoo talrijk zijn als men hier gelooft. De samenstelling van de vreemde troepen maakt eenheid van doel en uitvoering on denkbaar. De bevelhebbers der verschillende contingenten moeten elkaar boodschappen zenden, in diplomatieke bewoordingen ver vat, waarin plannen ter overweging aanbe volen worden. Daarmede gaat veel tijd ver loren. De wil van één man zou zelfs met de weinige hier aanwezige troepen veel meer tot stand kunnen brengen. De geallieerden bepalen zich thans tot een verdedigende houding, en tenzij de Chineesche troepen macht verloopt, zullen zij alvorens naar Peking te kunnen oprukken, moeten wachten op de komst van nog 3(J of 40,000 man. De voorraad, te Tientsin voor de aanwezige troepen beschikbaar, zou reeds te gering zijn voor een expeditie, ook al was de weg bruikbaarder dan hij is. De vier burgemeesters die het manifest hebben getcekend, waarbij het Belgisch volk wordt opgeroepen, om een bataljon vrijwilli- gers voor China te vormen, hebben heden vergaderd bij den bui gemeester van Brussel, om een definitief comiié te vormen. Het comité is samengesteld uit den B.usselschen burgemeester De Mot en een groot aantal der voornaamste mannen van handel, nijver heid, financiën, leger, burgerwacht enz. Het comité kan later aangevuld worden. Uit alle deelen van het land zijn reeds een groot aantal betuigingen van instemming, giften en persoonlijke aanbiedingen ontvangen. De vier burgemeesters hebben de verklaring geteekend, dat voor zoover hen betreft het doel bereikt is en zij aan de commissie de zorg overdragen voor de organisatie en de uitvoering van het vadedandsche werk, waar toe zij het initiatief hebben genomen. De Parijsche Tentoonstelling werd Vrijdag door 143.898, Zaterdag door 143.898 Zater dag door 147 962, Zondag door 250.000 personen bezocht. De Tentoonstelling, die 6 maanden duren zal, is thans 3 maanden geopend geweest, gedurende welke tijd er 13.658.959 tickets genomen zijn. Het gemiddeld aantal bezoekers bedroeg op gewone dagen 150.000 160.000, op Zondagen 300.000400 000, dat is aan zienlijk meer dan op de expositie van 1889. Den 15 of den 20 Augustus zullen de bekroningeu op de Parijsche Tentoonstelling, door de inzenders behaald, worden bekend gemaakt. Du moord op Koning Humbert. Weer heeft een vermetele het gewaagd zijne woede te koelen aan een der gekroonde hoofden. Ditmaal is het de koning van Italië die als slachtoffer van waanzinnige denkbeel den moest vallen. En helaas, de poging is geluktde moordenaar heeft zijn doel bereikt. Koning Humberto van Italië is niet meer, Zondagavond toen de Koning te Monza waar hij in zijn zomerverblijf vertoefde, na afloop van een door hem bijgewoonde prijsuitdeeling onder toejuichingen van zijn volk, het ge bouw verliet en met ziju adjudant in 't rijtuig stapte, loste een anarchist, zekere Angelo Bressi, drie revolverschoten op hem, die hem doodelijk troffen. Eenige oogenblikken daarna overleed hij. Reinier Karei Emanuel Johan Ferdinand Eugène Humbert werd den 14deu Maart 1844 te Turijn geboren hij werd in Janu ari 1878 koning van Italië. Humbeit wis de eenige zoon van Victor Emanuel, de eerste koning van Italië. Hij genoot een zorgvuldige opvoeding en kon zich reeds als jongeling voor den troon en zijn land onderscheiden. Als geoeraal maakte j hij den veldtocht van 1859 mee en als lui tenant-generaal voerde hij in 1866 de 16de i divisie bij Villa Franca aan. Op 9 Januari 1878 volgde hij zijn vader op. Reeds kort na zijn troonsbestijging, toen i hij met zijn vrouw en zijn zoontje een reis door het land maakte, werd eeu aanslag op den koning gewaagd. Het was op 17 No vember 1878, te Napels. Een gewezen kok, Passavantes, schoot op den koning zonder j hem te raken en in 1897 geschiedde de tweede aanslag op zijn leven. Aan het publieke leven nam koniug Hum- bertus weinig deel voor alles was hij con stitutioneel vorst en zijn eigen wil door te drijven lag niet in zijn aard. In de Buitenlandsche politiek sloot koning Humbertus zich gaarne aan bij de traditien van zijn geslacht zich voegen bij de sterkste partij. Zoo moet ook, niettegenstaande de persoonlijke sympathie die de koning voor

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1900 | | pagina 2