Nummer 62.
Zondag 19 Augustus.
23e Jaargang.
9
Toegewijd aan Handel, industrie en Cemeentebelangen.
Eerste Blad.
Het gevaar.
ANTOON TIELEN,
De valsche Baron.
Dit nummer bestaat uit
twee bladen.
FEUILLETON.
China.
Dit Blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond.
A b o li n e ra e n t s p r ij s per 3 maanden f Ü.75.
Franco per post door het geheele rijk f 0.90.
Brieveningezonden stukken gelden enz., franco te zenden aan den
Uitgever,
U I T G E V E R
WAALWIJK.
Advertentiën 17 regels f 0.60 daarboven 8 cent per regel, groote
letters naar plaatsruimte. Advertentiën Smaal ter plaatsing opgegeven,
worden 2maal berekend. Voor plaatsing van een groot aantal regels en
advertenties bij abonnement worden speciale, zeer voordeelige contracten
gesloten. Reclames 15 cent per regel.
Uithooide van den
a. s. Woensdag in
vallenden Feestdag, zal liet vol
gend nummer van dit blad Dins
dagavond verschijnen.
Berichten en advertentiën worden
ingewacht uiterlijk Dinsdagmorgen
10 uur.
Bato schrijft in 't D. v. N.
Er dreigt gevaar in Indië
Niet alleen, daar is reeds meermalen
op gewezen, dat Amerika een gevaarlijke
buurman kan worden, wanneer hij eens in
het rustig bezit der Philip pijnen is en Japan
telkens een bedenkelijke neiging vertoont om
in de richting van onze Oost te komen af
zakken, ook van de kant der Chineezen
dreigt gevaar.
Zouden de Chineezen op ons Indië willen
loskomen
Dat wil zeggen, niet zoozeer de Chineezen
van China zelf, maar die in ons Indië
wonen. Hun getal is niet gering te schatten.
Nog gevoelen zij min of meer den invloed
van ons gezag in Indië, maar het gevaar
ligt juist hierin, dat wij bezig zijn aan ons
prestige te rafelen.
Welke erbarmelijke figuur onze handels
vloot maakt in Indië, werd nog slechts voor
eenige dagen in bijna alle bladen blootge
legd. Wij hebben geen bodems meer, schijnt
het; Engeland is onze schipper geworden.
En dat op het oogenblik, waarop dit Rijk
in een ander werelddeel de Hollandsche
vlag in slijk trapt. Het is wel hard.
In zijn groot geheel gewonnen is Indië
voor Nederlandss volk geen zoet winstje,
particulieren mogen er rijk worden, het
land zucht onder den Iudischen schulden
last.
Is onze vloot daar ginder nu ook nog
misère ouvert, laten wij dan de kaarten
1
HET SPOOR.
opbergen. Wij kunnen toch het spel iiiet
winnen zonder troeven doch eindigen dan
met een belachelijk codille kwijt.
Te tneer dreigt dit alles op dit oogenblik
daar de rommeling in China voortduurt.
China is voor Nederlandsch-Indië gevaar
lijker dan men algemeen weet. Het is ab
soluut noodig het gezag, het aanzien I
overstaan van China, hoog te houden, over
mits anders Java zelf, met zijn tientallen
millioenen inwoners, nog meer van den
Chineeschen overmoed gaat lijden.
Men vergete niet, wat Mr. W. Hout van
Soeterwoude schreef in 1890, in zijn boek
„de Opium vloek op Java". Daar staat te
lezen van den ontzettenden invloed der Chi
neezen op dit uitgestrekt met millioenen
menschen bevolkt eiland.
Aangehaald wordt liet getuigenis van den
Oud-Resident Wijnen, die 26 Nov. 1889 in
het Indisch genootschap het volgende staatje
o verlegde
A De 225.000 Chineezen van Java bezitten
op dit eilaud voor 135 ïuillioen aan vaste
eigendommen de Europeanen slechts voor
30 millioen. Teekent dit of niet
De Chineezen bezitten 126 particuliere
landen in eigendom in de residentie Batavia
alleen
De Chineezen leven letterlijk van de 21
millioen Javanen, die zij op alle mogelijke
manieren uitzuigen.
Ziedaar een toestanddie de aandacht
vraagt. China zet nu den kam op tegen
het westenwat moet de Chinees in ons
Ncderlandsch-Indië wel denken, als wij ons
zoo benauwd en benepen toonen, als wij
zoo kinderachtig voor den dag komen Het
zal zijn overmoed voeden, zijn minachting
sterken, zijn hebzucht prikkelen, zijn eigen
dunk aanblazen, zijn bazigheid schoren en
schragen.
/^Overal ontmoet de Nederlandsche ambte-
tenaar den Chineeschen pachter in de bin—
landen/' dit gaf de heer Van Dedem
Minister van koloniën in 1892,gereede-
lijk toe. De Chinees dringt zich bij de
Javanen in, tot eiken prijs; de schatrijke,
al-beheerschende Chineezen, hebben hun
tientallen kornuiten in de Javaansche bin
nenlanden, hun handlangers, hun zetbazen
immer breidt zich de kring van hun invloed
uit. De opiumpacht is het krachtige on
weerstaanbaar middel. Zoo staat alsdau de
Chineesche pachter naast den Nederlandschen
ambtenaar op Java als een een andere
?v!ephisto, dit getuigt de deskundige
Brooshooft (1890.)
Eu hetzelfde staat te lezen in het werk
van den heer J. L. Sengcrs ,/het opium-
vraagstuk in Nederl.-Indië" 1820 p. 364.
Als Indië dan getuige moet zijn van zoo
groote macht der Chineesche elementen, dan
ware het overgeeflijke, doodelijke zwakheid
vanwege onze regeering, indien onze Janmaat
niet flink en krauig voor den dag kwam in
China.
De Chinees gaat ons dan uitlachen, en dc
dag is dan niet verre, waarop hij redeneeren
gaatzend tien flinke schuiten met eenige
duizenden mannen naar Indië en ge bom
bardeert al die Hollandertjes plat.
Flink optreden is dubbel geboden voor
ons. Toonen wij ons kloek en niet van den
ouden stam ontaard, dan kunnen wij mee
spreken als het aankomt op de regeling der
toestanden in China.
En dan brak meteen de dag mogelijk
aan, waarop de heillooze macht der Chi
neezen op Java kon gefnuikt worden, en
Java ontheven van een opiuinvloek.
Wij staan voor het feitde Chinees hondt
dit tegen
Toonen wij ons mannen tegenover den
Chinees in China, dan is er kans, dat
wij ook den Chinees op Java den s!oeren
nek leeren buigen.
DE BOND VAN GELEERDEN EN
KUN STEN A ARS,
De Echo van het Zuiden
en l.üigxlrulsrkt Courant,
21).
NEGENDE HOOFDSTUK.
„De ongelukkige hoeft eeue zware beproeving
te doorstaan," fluisterde de politie-commissuris.
„Hij gedraagt zich waardig," voegde de rijks
advocaat erbij, die aan de schuld van Urban eve
neens niet geloofde.
De rechter van instructie echter naderde den
jongen man en vroeg hera ut hij niets meer te
zeggen had.
„Neen, niets,'' was het rustige antwoord. „Ik
heb vertrouwen in de gerechtigheid Gods; hij
zal eer een wonder doen, dan dat hij toelaat,
dat een onschuldige veroordeeld wordt. De doode
zal spreken ja, de doode kan en zal niet zwij
gen, hetzij vroeg of laat?"
„Ik betieur het, doch kan niet andeis; in den
naam der wet zijt gij mijn gevangene 1* zeide de
ambtenaar.
Urban antwoordde niets. Plechtig strekte hij
zijne hand over den verslagene uitde woorden
echter, die hij lispelde, hoorde God alleen.
De rechter van instructie en zijne collega's
lieten Urban aan de zorg der politie-agenten over
en verlieten de sterfkamer. Op het oogenblik,
dat allen zich gereed maakten de trappen af te
dalen, besteeg Jean Marigné de eerste treden om
naar boven te gaan.
Goeden dag, Urban 1' riep de kunstenaar, „ik
breng liet geillustreerde titelblad,' maar plotse
ling riep den ernstigen en troosteloozen blik van
Urban en de groep van vreemde heeren, welke
hem omgaven, de gedachte bij hem wakker, dut
er iets vreeselijks moest gebeurd zijn... „Wat
is er voorgevallen?' riep hij, „ik weet niet, wat
er met mij gebeurd, vrees en angst overmeeste
ren mij 1'
„U hebt gelijk, mijnheer Marigné, zeide de rijks
advocaat, „er is iets verschrikkelijks voorgevallen
de dood heeft hier zijn intrek genomende dood
in zijne gruwelijkste gedaante, gepaard met eene
vreeselijke misdaad. Het hooge gerecht was juist
voornemens u te laten roepen en eene teekening
van het slachtoffer te willen maken in zijne
tegenwoordige houding."
„En dat slachtoffer is
„Mijnheer Monnier, zeide Urban, „en mij be
schuldigd men van den moord....!"
»U!' riep Marigné uit; „zijt ge wel goed bij
uwe zinnen?' Hij zag Kerdren aan en trok de
schouders op, als vreesde hij, dat zijn vriend
eensklaps krankzinnig was geworden de tegen
woordigheid van de* drie heeren van het gerecht,
de uitdrukking op Urban's gelaat, konden hem,
helaas, niet langer aan de waarheid van het ge
hoorde doen twijfelen. Met hoog opgeheven
hoofd en uitgestrekte handen op Urban loelre
dend, als wilde hij hem beschermen, zeide hij
,Ik blijf met mijn leven borg voor uwe on
schuld; ik, Jean ilarigné!'
„Jean antwoordde Urb.-.n, „ik ben uwer
waardig; waardig al degenen, die mij bemind
hebben
En terwijl Jean Marigné als verstijfd van schrik
en verrassing boven aan den trap bleef staan,
daalde Urbau langzaam naar beneden, om zich
in den gevangenwagen te begeven, die hem naar
de Conciergerie brengen zou. Een oogenblik
kwam Marigné in verzoeking dit huis, op hetwelk
de vloek van een moord rustte, te ontvluchten,
toen trad de politic-commissaris op hem toe en
zeide
„Wij mogen niets in deze duistere zaak ver
zuimen en naar mijne meening kunt u uwe vriend
schap voor mijnheer Kerdren niet beter bewijzen,
dan dat gij u zoo nauwkeurig mogelijk van de
laak kwijt, welke het gerecht u opdraagt. Maakt
eene nauwkeurige schets van den heer Monnier
gereedwant niemand weet tot nu toe eenig
licht in deze duistere zaak le brengen."
„Iloudt ook gij Urban voor schuldig?' vroeg
Marigf.é
Du commissaris van politie haalde de schou
ders op. „Neen,' zeide hij toen, „ik houd hem
niet voor schuldig; maar het zal moeielijk vallen
zijne onschuld te bewijzen. Alleen zijne vrien
den, in verbinding mei de geheime politie, kun
nen hier iets uitrichten. Al mijne krachten staan
u ten dienste; hebt moed, mijnheer Marigné; stelt
uwe smart en moedeloosheid voor een oogenblik
ter zijde en begeeft u aan den arbeid, want zoo
het mij toeschijnt, is het de hoogste tijd er voor.'
De opmarsen der geallieerdeu naar Peking
aangevangen ziedaar dan toch eens de
bevestiging van een belangwekkend bericht
Wel zijn er nog geen kolommen druks
openbaar te maken aangaande het Zondag
nabij Peitsang geleverde gevecht, doch wat
men ervaart is betrouwbaar de onderstaats-
secre'aris van buitenlandsche zaken van
Engeland Brodrick, heeft er openbaarheid aan
gegeven in het Lagerhuis.
Het aanvalsplan der verbonden troepen, was
zoodanig opgemaakt, dat Japanners, Engel-
schen en Amerikanen, ÏO.ODO man sterk, de
Chineezen op de rechterflank zouden aanval
le», ten westen vau de Pei-Ho. De andere
troepen, Russen en Franschen, ongeveer 1000
man lellende, zouden den anderen oever
aanvallen tusschen de rivier en den spoor
weg.
Het doel zou zijn, na de Chineezen uit
hun stellingen verdreven te hebben, tot Yang-
Tsau op te rukken.
Dat men het niet zoover gebracht heeft is
als zeker aan te nemen. De aanval op het
Chineesche leger werd kranig uitgevoerd en
de Japanners vochten weer als duivels. De
Chineezen lieten voor hun vlucht twee brug
gen springen, doch niettemin kwamen de
De commissaris van politie leidde Jean in de
sterfkamer; due volgde hem stilzwijgend. Stijf
van ontzetting bleef hij voor het bed slaan. Het
lijk van Monnier bracht op den jongen kunste
naar dezelfde uitwerking te weeg als op allen,
die het tot lieden toe aanschouwd hadden. Nadat
hij het een tijd lang aandachtig bekeken had,
wendde hij zich tot den commissaris van politie:
„Ik zal mijn photographie-appniaat direct hier
heen laten brengen want tot eeno volledige
schets zou het mij heden aan tijd en beduardheid
ontbreken.
Na verloop van een half uur was het photo-
gruphie-apparaat in de sterfkamer opgesteld. De
eerste opname werd geduan. Dezelfde mocht als
volkomen gelukt beschouwd worden de gelaats
trekken waren lot in de kleinste bijzonderheden
getrouw weergegeven de blik van den doode
lmd eene zeldzame vreeselijke uitdrukking van
schrik, welke allen frappeerde, welke hem maar
eenmaal gezien hadden. Wie deze oogen maar
eenmaal gezien had, vergat nooit meer dien staren
den en tegelijk levendigeu blik, die vol schrik en
ontzetting dengene scheen aan te klagen en te
vervloeken, op wien hij gericht was. De houding
dezer oogen, die na de dood nog zoo vernietigend
werkte, hielden voor den ellendigen moordenaar
de vreeselijkste aanklacht in zich.
Toen de moeielijke taak geëindigd was, legde
Jean den afdruk in zijne map naast de reeds be
gonnen schets toen verliet hij, zonder met iemand
een woord te spreken, de plaats van de misdaad.
Hij sprong in een rijtuig, gaf den koetsier zijn
adres en steeg, te huis aangekomen, haastig de
trappen op naar zijn atelier, waar zijne zuster
Nathalie juist bezig was den boel op te ruimen.
„O, wanneer gij wist,' riep hij uit„Urban,
onzen edelen Urban
„Is hera een ongeluk overkomen vroeg Na
thalie, wier gelaat door eene vale bleekheid over-
togen werd.
„Gearresteerd, aangeklaagd, ingekerkerd
Nathalie leunde tegen eene kast, de handen
gevouwen en de oogen vol tranen herhaalde zij
„Aangeklaagd...! hij ISpreek toch, Jean
gij ziet toch dat de angst mij foltert, mij doodt
Marigné greep hare beide handen en sprak even
medelijdend als teeder:
„Het is alzoo waar, gij bemint Urbau
„Ja/ antwoordde Nathalie, met eene stem, die
Japanners onder een moorddadig vuur aan
den oveikant. Het gevecht duurde van drie
uur lot 11 uur 's morgens. De vervolging
na de verdrijving der Chineezen uit hun
stellingen mislukte vrijwel, door het onder
water gezette terrein.
Indien men bedenkt, dat het eerst heette
dat de Japanners en de Russen alleen waren
opgetrokken naar de hoofdstad (waaruit de
meest gevreesde verwikkelingen hadde
kunnen voortvloeien en waardoor de Chinee
zen aangemoedigd zouden zijn tot volharding)
moet men erkennen, dat er naar omstandig
heden reden is tot tevredenheid bij gemee
overleg moet door de aanvoerders der de
tachemvuten van alle nationaliteit besloten
zijn handelend te gaan ontreden, spijkers
met koppen te gaan slaan Het gevecht
dat in den vroegen morgen van Zondag
begon, eindigde met de verdrijving van d
Chineezen uit hun versterkingen, wat de
Russen kwam te staan op niet minder da
500 dooden en den Britteu op 50, terwijl
de verliezen van Duitschers en Japanners
nog niet vastgesteld zijn, hoewel men ze
zwaar heeten.
Verondersteld wordt, dat de weg naar
Peking nu open is, aldus heet het, aan het
slot van het gevechtstelegram.
Moge die veronderstelling waar blijken en
moge dan een volgende dépêche ons melden
den intocht der geallieerden binnen Peking
Men zou anders zoo zeggen dat de Chi
neezen zich heel licht op den weg naar
Peking opnieuw kunnen opstellen te eer daar
den geallieerden allerlei moeielijkheden zij
in den weg gelegd.
Graaf Alfred Von Waldersee, de ruim
acht-en-zestig-jarige Duitsche veldmaarschalk
benoemd lot opperbevelhebber van de geza
mtulijke troepenmacht der mogendheden in
China ziedaar een nieuwtje, waarmee d
keizer van Duitschland gausch de beschaalde
wereld heeft verrast.
Het heet, dat de generaal reeds aan het
begin der moeielijkheden in China zich ter
beschikking had gesteld van den keizer voor
een commando, doch toen zag het er nog
niet naar uit alsof Duitschland zich in hel
Uiteiste Oosten op den voorgrond zou drin
gen.
Maandagavond heeft keizer Wilhelm geheel
onverwacht telegrafisch lot den graaf de
vraag gericht of hij bereid zou zijn naar
China te trekken en een einde te maken aan
de moeielijkheden over de keus van een
hoofdaanvoerder tusschen de verbonden mo
gendheden en of hij den keizer machtigde
hem als zoodanig voor te stellen aan de
verschillende kabiuetten. Von Waldersee
antwoordde bevestigend en gisteren leeds
reisde hij naar Wilhelmsl olie naar deu keizer
om met dezen ruggespraak te houden, terwijl
opeens vast klonk; „en thans, zegt mij, wat men
van hem wil en hoe wij hem redden kunnen.
,Ju, wij moeten trachten hem te redden,» was
liet antwoord van Marigné. „Gij hebt, met de
gehechtheid welke ware liefde verleend, hel juiste
woord gevonden. Goddank, wij zijn niet de eeni
gen, die het ongeluk, dat hem bedreigd, van hem
afweren willen wij vormen een Phalanx; den
gehcelen bond van geleerden zal met ons strijden
en zijn lautsten druppel bloed voor Urban's red
ding veil hebben. Moed, Nathalie. God zal
de rechtschapenheid en onschuld niet verlaten.'
TIENDE HOOFDSTUK.
OF
„Les Compagnons de la Vache Enragée.'
De Casinöstraat te Parijs, welke bij de Singel
aan het Observatorium begint en achter het pa
leis „Luxembourg' heenloopt, is geen van die
mooie, enkel met pruehtige gebouwen versierde
straten, zonals de nieuwe tijd, tot roem van de
stad, er zoovele geschapen heeftmaar zij bezit,
naast gebouwen van den nieuwen stijl nog menig
ellendig, op het pent van instorten staand ge
bouw, dat eer den naam van een spelonk dan van
een woonhuis verdiende. Dat met nummer 6
voorzien had een rechtstreekschen bazarren stijl,
zoodut men van buiten niet zou vermoeden, wat
het inwendige inhield. Daar bevinden zich na
melijk, voor geringe prijzen gehuurde atelier»
van jonge mannen, wien de dorst naar weten
schap en het verlangen om hunne scheppingen
gewaardeerd te zien, bepaald verteert.
Het grootste van deze ateliers, benevens een uit
vier vertrekken bestaande woning in de nabij
heid, is sedert vier jaren door eenigejongeliedên
bewoond, welke op verschillende wegen het zelfde
doel nastreven. Andreas Bauvai3 schreef hier
zijne gedichten Clemens Roux bestudeerde de
rechten Claudius Ilousssy boetseerde en Mereuil
schilderde. Alle vier hadden in een restaurant
kennis .met elkaar uangeknoopt; in den loop van
de herhaalde gesprekken werd het duidelijk, dat
de jongelui met elkander symj a hiseerdeu, en op
een dag werd door een hunner de vrauggesteld,
waarom zij niet een gemeenschappelijk huiskou-
hij dan binnen twee weken reeds op reis zal
gaan ter aanvaarding van de moeielijke taak in
het Uiterste Oosten.
De benoeming met goedvinden der mo
gendheden is daarna geschied.
Men zou zoo zeggen, dat men le Berlijn
groote dingen voorziet en dat men te Londen
recht en reden heeft tot teleurstelling; inde
troonrede wordt geconstateerd dat dc legation
te Peking aangevallen zijn dooreen
bende opstandelingen.
De Amerikaansche generaal Chaffee heeft het
volgende bericht gezonden over de vermees
tering van Peitsang „Peitsang is vanochtend
(5 Augustus) op flinke wijze genomen door
de Japanners, die gesteund werden door de
Engelschen eu Amerikanen. De verliezeu
vau de Japanners zijn zwaar geweestdie
van de Engelschen licht, de Amerikanen
leden geen verliezen. Het terrein was zeer
beperkt. In den ochtend hadden de Ame
rikanen een stelling bezet om een omtrek
kende beweging te maken, maar zij konden
p.iet oprukken. Morgen rukken wij op Jangtsoen
aan."
De taotai van Sjanghai heeft den uitvoer
van levend vee verboden, een maatregel die
enktl ten doel schijnt te hebben om de
proviandeering van de verbondeu troepen
in het noorden te belemmeren.
Dezelfde ambtenaar heeft aan de consuls
een boodschapper gezonden om verzet aan
te teekenen tegeu het plan om troepeu aan
land te zetten tot bescherming van de vreem-
delingenwijk. De consuls verzochten deu
taotai zijn bezwaien schriftelijk in te dienen.
De stoombooten die aan deD ruood van
de Jangtse aankomen, maken melding van
groote bedrijvigheid ouder de Chineesche
troepen in de buurt van Nanking, waar
nieuwe batterijen zijn opgesteld die de stra
tegische punten van de rivier bestrijken.
In een bijeenkomst, die Dinsdag aau boord
van het Engelsche stoomschip Alacrity is
gehouden, onder voorzitterschap van admi
raal Seymour en bijgewoond door de bevel
hebbende officieren van de andere vreemde
oorlogsschepen, is besloten om zoo noodig
een landingsdivisie aan wal te zetten en de
vreemdelingen te beveiligendeze troepen
zullen onder bevel van Seymour staari. Men
beschikt in 't geheel over 2400 man, waar
de helft vrijwilligers zijn.
De minister van buitenlandsche zaken te
Parijs heeft het volgende telegram ontvangen
van den gezant Pichon.
Sjanghai, 9 Augustus. Het diplomatenkorps
heeft juist vau de Chineesche regeering aan-
zegg'nS gekregen dat de mogendheden her
haaldelijk verzocht hebben, dat wij Peking
onder geleide zouden verlaten. De Chineesche
r.'geering verzocht ons dat vertrek te regelen
en den dag te bepalen. Wij antwoordden
den zouden beginnen, huu mager inkomen bij
elkaar leggen en hunne verwachtingan voor de
toekomst met vereendo krachten zouden zien te
bereiken.
„Wij zijn zoo arm als een kerk muis,' zeide
Bauvais, „maar wanneer wij onze karige verdien
sten bijeenleggen en spaarzaam leven, zullen wij
tocli heel fatsoenlijk kunnen rondkomen; wij
huren eene bejaarde vrouw, die voor ons kookt
en eenige andere werkzaamheden voor ons doet.
Onz«n vrijen tijd, vooral de avonden, kunnen
wij dan gezamenlijk doorbrengen, of wij studee-
ren op de stadsbibliotheek, waar wij dan voor
licht en warmte niet behoeven te zorgen. Op
deze wijze zullen, behalve dat wij uitsparen, ook
nog het voordeel gcuieten, dat wij onder fatsoen
lijk en tot den arbeid aansporend gezelschap ver-
keeren. Verleidingen tot een nietsdoend leven,
zullen ons in onze armzalige omstandigheden
niet overmeesteren en zou er soms een van ons
verkeerd willen, dan zullen de andere drie er
voor zorgen dut hij zich zijne hoogere plichten
herinnert. Wat voor een mensch zwaar valt,
wordt door vier gemakkelijk overwonnen/
Flink gesproken riep Mareuil uit, „als wij
dan van den honger aan ons ledikant moeten
knagen, zullen wij 't tenminste te zuraen doen.'
Vrienden' voegde Iloassay, zich oprichtend,
er bij. „Versmaden wij de gerechten uit pauwen
hersenen, duiven- en nochtegaalstongen, welke
zich de oude Romeinsche keizers lieten opdienen
verbrijzelen wij den beker waariü Cleopatra den
parelenden wijn goot; laat ons de gastronomische
uilvindingen der sleepdragende keukenprincessen
van alle eeuwen naar het gebied der fabels ver
wijzen, wij hebben het recht d«arvoor; enkel
twee gerechten moet ons menu bevatten.'
„Welke?* vioeg Andreas Bauvais.
„De zwarte watersoep der Spartanen en ons
bekend lievelingsgerecht „de wildgeworden koe.**)
De jongelieden braken in een gelach uit, waar
geen einde aan scheen te komen.
J) Manger de la vache enragée, woordelijk „van
de wildgeworden koe eten," heet in de volkstaal
„Zich met één gerecht vergenoegen in het llol-
landsch ongeveer: „Werkmanskost gebruiken'.
(Wo'C t vei volgd.)