Ds Zuid-Affikaansche oorlog
De valsche Baron.
FEUILLETON.
BINNENLAND.
China.
Do Koningin en de Her
tog in de residentie.
EEN ONVERWACHT SCHULD-
EISCHER.
Overreden we hen omhoog te zien en zij
zullen ons vragen, waarheen dan We moe
ten huil zeggen het geloof en dit trach
ten te versterken en aan te moedigen.
De Encycliek „Rerum Novarum# van on
zen grooten Paus zegt ons ditAangezien
de godsdienst alleen afdoende genezing kan
aanbrengen, moet iedereen meewerken de
christelijke beginselen aan te kweeken en
te doen herleven.
We moeten niet nalaten maatregelen te
nemen ora de belangen der arbeiders te
behartigen en den toestand der arbeiders
beter te maken. Werkgevers en werklieden
uwe belangen strijden niet, gaan 9»imen.
Op Christelijke beginselen vereeniginge»
oprichten. De paus zegt dit in bovenstaande
encycliek.
Christelijke arbeidersverenigingen overal,
de Paus wil heten waar die zijn, zullen
de socialisten geen slachtoffers maken, daarom
moeten ze worden opgericht j die moeten
er zijn in katholieke plaatsen en streken.
Waarom hebben de socialisten in der
tijd zoo veel uarihangers in Maastricht ge
had, omdat er, de socialisten zeggen 't
zelf, geen christelijke verenigingen waren.
Neemt dit bewijs ter harte. Richt ook
hier katholieke werkliedenverenigingen op.
't Is nog niet te laat maar de tijd dringt
Doet allen uw plicht voor God, gods
dienst, vaderland en Koningin (Applaus.)
Dan zal niet de toekomst behooren aan
de socialen, dan i9 de toekomst aan ons
maar gebroken met den toestand anders
zullen zij hunne denkbe; lden in practijk
brengen.
Dan zal het niet lang duren of het so
ciulisme zal wegzinken in 't gezicht van
dat gebouw, dat een steenrots tot grondslag
heeft, dat 18 eeuwen den strijd heeft door
staan en dat getooid is met het kruis,
waarop te lezen staat: „lil h°c 8>gno v'in_
ces.# In dit kruis zult gij overwinnen.
(Luid Applaus
De Eerw. heer Suljs neemt hierna het
woord
De vereniging „Geloof en Wetenschap#
heeft goedgevonden nu en dan een spreker
te laten komen voor 't publiek, ter berei
king van 't gioote doel dat de vereniging
zich voorstelt nl. *op godsdienstig, weten
schappelijk en maatschappelijk gebied zich
te ontwikkelen en vooral in de kennis
en verdediging dier waarheden, waartegen
de dwalingen des tijds aandruischen en de
kennis dier waarheden ook buiten hun kring
te verspreiden en te ontwikkelen.
Het is dan ook eene christelijke en broe
derlijke daad van den president van „Geloof
en Wetenschap# te Breda, dat hij tot ons
heeft willen afdalen maar ons doel is ook
zijn doel.
Wij brengen hem hiervoor hartelijk dank,
hem, den rechtskundigen adviseur van den
Ned. R. K. Volksbond te Breda, dat hij
zoo belangeloos hier voor ons is willen op
treden.
De verceniging „Geloof en Wetenschap*
zal aan haar doel beantwoorden en vooral
op sociaal gebied, kundige sprekers u laten
voorlichten.
Rechtvaardigheid en liefde moeten zege
vieren. We moeten daarvoor ijveren, bij
den eerbied voor onze geliefde Koningin,
op wien God een deel Zijner macht over
draagt. Wij vreezen niet maar gaan steeds
voort naar lietde en rechtvaardigheid.
Ik wenachte wel eens een Troelstra aan
't ziekbed van een werkman, die hij heeft
verleid. Welk een troost zou hij hem ge
ven Niets. We merken het, liefde en
rechtvaardigheid moeten triomfeeren en daar
om raoeteu wij uit naam van geheel Waal
wijk protesteeren tegen 't geen „'t Volk#
het orgaan der socialisten schreef over de
de per» bij de verloving der Koningin „de
kolommen druipen van kouingsvleierij.#
Zulke personen zijn de onzen niet. Ons
geluk eu kracht vinden in andere mannen:
als Paus en Bisschop.
In ons midden wordt lang gewerkt ora
den toestand tusschen werkgever en nemer
te verbeteren daarom moet er eenheid
heerschen, dan moet ieder al eens een oiler
brengen.
Steunt elkander. Belangen van patroon
en werkman gaan samen Wij zijn leden
eener Mij., christenen, broeders. Werken
we niet voor het ik, maar het ons. Laten
wc op dien weg voortgaan, het oog op God
en onze dierbare vorstin.
Nogmaals breng ik U Mr. Pelster har
telijk dank en stel voor gezamenlijk 't Wien
Neerland» bloed te zingen. Met applaus
werden deze woorden begroet en staande en
met ontbloot en hoofde werd het volkslied dooi
de vergadering gezongen.
Daarna sloot de directeur op de gewone
wijze de vergadering.
Terwijl president Paul Ktuger, die Zater
dag legen den middag aan boord van de
„Gelderland* vertrokken is van Lourengo
Marquer, over Dei boutje op weg is naar
Europa, worden verschillende beweringen ge
geven, betreffende het eigenlijke doel van
zijn reis. Volgens dm een komt hij eenvou
dig de tusscheokomst der mogendheden in
roepen ten bate van de onafhankelijkheid der
Boerenrepublieken volgens den ander heeft
/.ijn komst ten doel, door zijn persoonlijk
verschijnen, in Europa zulk een hevige sym
pathiebeweging onder de volken voor de
Boerenzaak te doen ontstaan, dat de regee-
ringen niet zullen kunnen weerstaan aan den
machtigen drang van onderaf uitgeoefend en
iusscher,beideu zullen moeten komen, en nu
wordt het in pro—Bjcrenkringen te Washing
ton als zeker beschouwd, dat de reis van
Kruger bedoelt, te trachten de mogendhe
den te orerreden, de souvereiniteit van
Groot Brittannie over de Boeren—republieken
i iet te erkennen. En de Boeren, die nog te
velde zijn. om te strijden tegen overweldi
ging en knechting zouden Kruger's pogen
kracht bijzetten door het gestaag volhouden
van een hevige guer.'illa.
In Zuid—Afrika zelf gaat het gewone gan
getje voort: de Boeren voeren de gueriiila
met kracht en bedreigen over het geheele
oor ogsterrein voortdurend de communicatie
lijnen van lord Roberts geweldige strijd—
macht. Zij worden met den dag brutaler in
hun optreden nu weer moeten 4 a 500()
Boeren van het westen uit oprukkende zijn
naar Bloemfontein welke stad hun voorhoede
Vrijdag 1.1. reeds tot op 20 K.M. genaderd
was. Rondom Pretoria maker, de Boeren
het den Britten zoo benauwd, dat lord Ro
berts bijna alle troepen, die zich te Komati—
poort bevinden, heeft moeten terugroepen en
Komatipoort dus bijna geheel van Biitsche
troepen ontbloot is, wordt plotseling gemeld
dat Joshua Joubert, een zoon van den over
leden Boerenopperbevelhebber, met een
sterk commando naar Komatipoort en Bai
beton optrek', oin deze plaatsen te herove
ren. Christiaan Botha heeft opnieuw den
spoorweg naar Natal over een aanzienlijke
uitgestrektheid verwoest, een commando
Boeren is nabij Kimberley gezien en het is
een in dezer dagen door generaal Kelly Kenny
uitgezonden colonne, die Jagersfontein in
het zuiden van den Vrijstnat op de Boeren
moet herovereu, tot dusver nog niet gelukt
zich van haar taak te kwijten.
Een der meest conservatieve Engelsche
bladen erkent nu zuchtend, dar, volgens zijn
correspondent te Pretoria, de gueriilla nog
wel 5 of 6 maanden kan duren. Een pret
tig vooruitzicht voor Tommy!
ZESTIENDE HOOFDSTUK.
Maria had medelijden met haar en trok zich
derhalve haar lot aan. Intusschen zijn uwe be
weeggronden niet te loochenen, het pant niet voor
freule van Grandchamp, dat Nathalie Marigné, die
ïich openlijk met een wegens moord veroordeel-
deu man, met Urban Kerdren verloofd heeft, en
hem binnenkort, huwen zal, nog langer hare ver
trouwde vriendin blijft Ik z;»l over riil
punt met mijne dochter spreken en, wanneer het
noodig mocht zijn, voor cea formeel verbod niet
terugschrikken.'
„En wanneer zij mij dientengevolge nog meer
haat
,Och kom 1 u overdrijft de zaak;mijne dochter
ia vreetachtig en terughoudend, dnt is alles. Wat
hebt u haar gedaan, dat zij u zou halen U be
geert hare hand en biedt haar een werkelijk ko
ninklijk vermogen aan. Daarvoor is zij, naar
mijne meening, grooten dank verschuldigd. Ver
langt echter niet, dat zij dit tegenover u bekent.
Ik beloof u, met haar te zullen sproken en van
haar de forroeele toestemming tot eene echtver
bintenis met u te zullen bekomen.'
Ernils gelaat blonk van vreugde.
Op dit oogeublik kondigde een bediende aan,
dat geserveerd was.
,U blijft toch bij ons ten eten, niet waar miju-
heer baron P» vroeg de advocaat-generaal.
Erail liet zich dit geen tweemaal zeggen en de
beide mannen begaven zich naar de eetzaal. Juist
tegelijkertijd vernamen zij in het aangrenzend
boudoir de stem van Maria.
„Ik beloof het u.' zeide zij „ja ik beloof het u.„
Den dank, die Maria voor deze woorden ontving,
werd op weenenden toon fluisterend uitgesproken;
toen vernam men op het corridor het ruischen
van kleederen en teedere afscheidswoorden. Een
minuut later verscheen Maria.
staande verdragen te handhaven, zijn over
eengekomen, naar de volgende beginselen
te handelen, ten aanzien van haar weder—
zijdsche politiek in China.
In de eerste plaats is het in overeenstem
ming met een gemeenschappelijk blijvend,
iuternationaal belang, dat in de aan de ri
vieren en de kust van China gelegen havens,
de handel en elk industrieel bedrijf voor tie
onderdanen van alle natiöo zonder onder
scheid vrij er. openblijven. Beide regeeringen
zijn overeengekomen dit harerzijds in het
oog te houden ten aanzien van het geheele
Chineesche gebied, waar zij invloed kunnen
doen gelden.
In de tweede plaats willen de Duilsche en
Engelsche regeeringen harerzijds de tegen
woordige verwikkelingen niet dienstbaar
maken om voor zich eenig territoriaal voordeel
op Chineesch gebied te bedingen, en zij
zullen haar politiek richten op de handhaving
van de territoriale integriteit van het Chi
neesche lijk.
In de derde plaats behouden beide par
tijen zich het recht voor, indien een andere
mogendheid gebruik mocht maken van de
complication in Chi t om in een of anderen
voim dergelijke gebietlsvoordeclen te verkiij-
gen, onderling een vergelijk te treffen ten
aanzien van de eventueele stappen, door haar
lot handhaving van haar eigen belangen in
China te ondernemen.
In de vierde plaats zullen beide regeeringen
deze overeenkomst ter kennis biengen van
de overige betrokken mogendheden, in het
bijzondei van Frankrijk, I alio, Japan, Oos
tenrijk Hongarije, Rusland en de Vereenigde
Staten van Noord-Amerika en tot dezelve
de uitnoodiging richten, de daarin verva'te
beginselen aan te nemen.
De openbaarmaking van deze Engelsch
Duitsche overeenkomst i nzake China heelt
in de bij de gebeurtenissen in China belang
hebbende landen heel wat sensatie gewekt,
zij het ook in verscheiden zin, en geen
wonder, want na de publicatie door Bismarck
van het verbond tusschen Duitschland en
Oostenrijk, dat de basis legde voor de Triple
Aliantie, is geen zoo gewichtig politiek do
cument de wereld ingegaan en het va t
wonderlijk toevallig samen met de geruchttu,
als zou generaal veldmaarschalk graaf Von
Waldersee verklaard hebben, dat hij den
veldtocht als geëindigd beschouwt en dat hij
verwacht, spoedig teruggeroepen te zullen
worden, wat zou wijzen op een spoedig her
stel der orde in hel Hemelsche Rijk.
Tusschen den gezant vau Duitschland te
Londen, graaf Von Hatzfcld, en den Eugel-
sclieu minister van buitenlandsche zaken,
lord Salisbury, is Dinsdag 1.1. door de wisse
ling van nota's de volgende overeenkomst
getroffen
De Duitsche en de Engelsche regeering,
geleid doo* den wensch, om haar belangen
in China en haar rechten, vervat in de be-
Haar schoon gelaat was nog levendig gekleurd
▼au aandoening en in hare oogen blonken tranen.
Toen zij den heer van Haudra gewaar werd,
week zij onwillekeurig eene schrede terug, maar
een gebiedenden blik van haar rader, noodzaakte
haar Emil te naderen, dien zij koel groette.
„Wie was er zooeven bij u? vroeg mijnheer
van Grandchamp.
Maria keek naar mijnheer van Ilaudru en zeide:
„Nathalie Marigné.»
„Zij komt te dikwijls in ons huis,' zeide de
advocaat-generaal streng.
U hebt mij, lieve papa, tot lieden veroorlooft,
armen en ongelukkige!) naar goeddunken bij te
slaan de een help ik hierdoor, dat ik hunne
armoede verzacht, de andere, welke in droefheid
en kommer zich nederbuigen, schenk ik mijn
medelijden en mijne liefde; Nathalie kan ik enkel
mijn vriendschap aanbieden, en deze schenk ik
haar zoo vertrouwvol als zij het verdient.'
„Deze vriendschap mug niet lang meer duren
de vcroordeeli» g van Urban Kerdren....'
„Is een groot ongeluk!' voleindigde Maria den
door haar vader begonnen volzin.
„Vergeel gij, dat ik het was, die mijne stem
tegen hero verhief»' zeide de advocaat-generaal
geraakt.
„Ik beu van tnecuiug, dat het gei echt zich ver
gist heeft.'
„Genoeg!.... Gij zult Nathalie niet meei ont
vangen.'
„Ik zal er mij naar voegen,' sprak Maria gela
ten terwijl zij het hoofd liet zinken; in het vol
gend oogenblik echter, ging zij, Emil van Haudra
scherp aanziende, voort:
„De belofte, die ik zooeven gedaan heb, moet
u, mijnheer baron, zeer gelegen gekomen."
„Ik versta u niet, freule,' antwoordde deze.
,Dat doet niets ter zake; het is mij genoeg,
dat u mij gehoord hebt.'
Het op deze wijze aangevangen gesprek dreigde
onaangenuaru te worden, Het verschijnen van
mevrouw van Grandchamp bracht het weder in
het goede spoor; natuurlijk waren het enkel al-
gemecne zaken, over welke de onder het diner
gevoerde conversatie zich uitstrekte. Toen de
tafel afgcloopen was, nam de moeder den arm
harer dochter en zeide, zich tot de beide mannen
wendend
„Wij trekken ons terug, opdat ge ongehinderd
WAALWIJK, 2t October 1900.
Benoemingen.
Z. D. II. Mgr. \V. van de Ven, bisschop
van 'a-Bosch heeft benoemd tot pastoor te
Kaatsheuvel, de ZeerEerw. lieer J. B. Nie-
leo, kapelaan van St. Jan te 's-Bosch.
Tot kapelaan van St. Jan ia benoemd de
de WelEerw. heer van Bijnen, kapelaan te
Oirschot. t
Bij kon. besluit zijn voor de provin
cie Noordbrabant le militiedistrict, benoemd
in de militieraden voor de lichting 1901,
tot voorzitter, Jhr. rar. H. F. O. van Sasse
van Ysselt, lid der provinciale Staten tot
zijn plaatsvervanger, L. van de Westelakeu,
lid der Provinciale Staten; tot lid, Jos. J.
van de Ven, lid van den gemeenteraad van
's-Hertogenboschtot zijn plaatsvervanger,
P M. J. Meuwese, lid van den gemeente
raad van 's-Hertogenbosch.
Examen.
Met genoegen kunnen we mcdodeelen,
dat zijn geslaagd voor de vrije en orde
oefeningen der gymnastiek, te Venloo raej.
J. Cohensius alhier, te Nijmegen de heer
P. v. de Werlf alhier, van de R. K. Kweek
school te 's-Bosch.
Dieustregeling 's Bosch—Lage Zwaluwe.
"VVij ontvingen ter inzage het bijvoegsel
van 't Bondsorgaan van Handelsreizigers
van Maandag 15 October.
Zooals daaruit blijkt heeft de raad van
toezicht op do spoorwegdiensten op de door
zoudt kunnen rooken.'
Het jonge meisje kustte, toeu zij buiten de ka
mer waren, hare moeder dankbaar op het voor
hoofd en zich vazt legen haar aanklemmend,
zeide tij
„Als gij niet wilt, dat ik van verdriet sterf,
tracht dan deze verbintenis te verhinderen.'
„Mijn lief kind,' sprak mevrouw van Grand
champ. mijn eeuigeo wensch is u gelukkig te zien,
maar ik begrijp werkelijk den afkeer niet, dien
gij tegen mijnheer van Huudra koestert.'
„Achl' antwoordde Maria, „in den grond ge
nomen, kan ik roijzelve geen juiste rekenschap
daarover gevenik gevoel echter, dat hij noch
mijn smaak, noch mijne godsdienstige gevoelens
deelt; dat hem zek«re voor het levensgeluk van
een mensch uoodzakelijke eigenschappen ontbre
ken; dat hij bijvoorbeeld niet aan God gelooft,
de anuen veracht, en mij zoodoende verhinderen
zou hun a-ilmoezeu le gever.. Ook geloof ik dat
hij uit deze echtverbintenis groot voordeel hoopt
te trekken; zij schijnt bij een zijner duistere
Ïlannen noodig te zijn. In één woord, het schrik-
elijkste lot wacht mij, ingeval ik zijne vrouw
wordt 1'
„Mijn kind,' antwoordde mevrouw van Grand
champ, „ook ik ging, toen ik uw vader mijue
hand reikte, eeue zoogenaamde berekende verbin
tenis aan, en toch heeft het mij nooit berouwd;
volgt mijn voorbeeld, gij zult de zelfvoldoening
smaken, dat gij uwe plicht gedaan hebt.'
„U laat mij alzoo in den steek?'
„Ik laat u in geen geval in den steek ik heb
echter de gewoonte, uw vader iu zekere zaken te
volgen, dat is alles.'
„Ja. dat is alles," herhaalde Maria werktuigelijk
en moedeloos.
Zij droogde hare tranen en sprak stil inzichzelve:
„maar wie zal mij dan bijstaan; wieu moet ik
om raad vragen?'
Daar ging de deur van de salon open, een be
diende trad binnen en diende zuster Gonsalva aan.
Het ongelukkige jonge meisje Blaakte een vreug
dekreet, de hemel scheen haar eene troosteres le
willen zenden. De drie vrouwen begaven zich iu
de kamer van Maria. Toen eenigen tijd daarna
de advocaat-generaal met mijnheer van Haudra
de dames wilden opzoeken, was de salon leeg.
Trots zijn inwendige ergernis, speelde Emil „aap
wat heb jc mooie jongen'; hij verliet het huis
den Bond bij de commissie van spoot weg-
zakerl ingediende klachten verschillende be
schikkingen, geschonden. Onder die be
schikkingen komt ook eene voor, omtrent
de dienstregeling op bovenstaande lijn.
Het door een Bond hieromtrent ingediende
luide
Slechte correspondentie 's-Bosch-Lage
Zwaluwe via de Langstraat.
Dit zou kunnen worden verbeterd dour
het inleggen van em trein tusschen 1.34
en 5.35.
De. beschikking van de raad van toezicht
was
Op de lijn 's-Hertogenbosch Lage-Zwaluwc
loopen 6 treinen in elke richting, vertrek
kende van 's-Bosch als volgt
0.38, 8.17, 9.45, 1.34, 5.35, 8.01 en
bovendien vertrekt om 11.45 nog een trein
naar Waalwijk
De treinen uit Zwaluwe komen te's-Bosch
aan ten 6.05, 7.48, 9.31, 2.21, 5.11,8.48
en bovendien ten 1.10 een trein uit Waal-
wijk
Des morgens volgen de treinen elkander
zooals blijkt met eene tusschenruimte van
2 uur en tuinder, des middags met ongeveer
4 uur.
Wij kunnen niet toegeven dat dit, met
het oog op het verkeer op deze lijn, een
slechte correspondentie kan worden genoemd.
St. Crispijn
Maandag 1-1. was't St. Crispijn, patroon
der schoenmakers. Zij vierden dus hun pa
troonfeest, 't welk een heele drukte gaf,
wat nog verhoogd werd, toen de harmonie
St. Crispijn door de straten trok, vroolijke
marschen blazende. Begrijpelijkerwijze
bracht dit een hoop volk op de been.
Des avonds was 't ook 't jaarfeest van
de harmonie, wat, naar wij vernemen, recht
gezellig werd doorgebracht.
Bond van Post— ea Telegranfbeambten
Zondag 21 October 1.1. des namiddags
ten 5 uur had op de bovenzaal van den
heer Chr. v. d. Werff eene vergadering plaats
van verschillende post- en tclegraafbeambten,
uit onze en omliggende gemeenten Tegen
woordig waren Waalwijk, Baardwijk, Besoijcn,
Vlijmen, Capelle en de Klei. Na opening
der vergadering werd door den waarnemenden
voorzitter hot algemeen reglement van den
Bond te Amsterdam en daarna een huishou
delijk reglement voor de afdeeling „Waal
wijk# van dieu Bond voorgelezen. Na nogal
langdurige besprekingen en eenig wijzigin-^
gen werd dit regelement goedgekeurd en
traden de aanwezigen n.l. 14 in getal toe
als lid der afdeeling „Waalwijk". Daarna
werd overgegaan tot de keuze vau een be
stuur. Gekozen als president G. 't Hooft,
Waalwijk, secreturis van Uriel Waalwijk,
penningmeester, Van Oosterhout Besoijon.
De intocht van Hare Majes'eit de Konin
gin met Hertog Hendrik, haar verloofde, in
de residentie was zoo heel eenvoudig hartelijk
Het was werkelijk niet veel anders in de
officieele mise en scène, dan wanneer in een
gewoon gezin, gedurende het verblijf buiten,
ile geliefde dochter des huizes geëngageerd
geraakt is en nu met haar moeder en den
uitveikoren verloofde naar huis in stad komt,
om aan de intimi den aanstaanden gemaal
voor te stellen. Uit alles bleek dus, dat
het den wensch van Hare Majesteit was
geweest dit bezoek zoo weinig mogelijk als
otficieel te beschouwen. En daar te tien
minuten over twaalven zag ik toen de twee
nationale vluggen met de wapens aanvliegen
voor op de locomotief. Het Koninklijk rij
tuig houdt stil midden voor den loopcr
een succes voor den machinist. Lakeien
zwermen uit de wagons met mautels over
den arm, loopen druk wat heen eo weer, eu
dan verschijnt eerst Hare Majesteit de Ko
ningin. Wilhelmina ziet er heel blijmoedig
uit. De Vorstin is eenvoudig gekleed. Een
donkerbruin pluche mantel over een kleedje
vau den advocaat-generaal met een lachje op de
lippen. Waarom zou hij ook niet Mijnheer van
Grandchamp had hem toch zoo juist verzekerd,
dat hij zijn woord zou houdeu en dat de bruiloft
bepaald binnen drie maanden zou plaats vinden.
Hij gevoelde daarover eene groote vreugde en was
gelukkig. In het bosch van Boulogne kwam hij
met eenige zijner beste vrienden tezamen, wor.
'a avonds bij het spel eu legde zich met het ge
voel van een mensch ter ruste, die de toekomst
in de heerlijkste beelden voor zich ziet,
Den anderen morgen was hij juist op het balcon
getreden, toen dezelfde jonge man, die daags te
voren zoo dringend verzocht had toegelaten te
worden en die zicli baron van Haudra hnd ge
noetnd, opnieuw op het paleis toetrad. Toen hij
bij de deur was aangekomen, weigerde hem de
portier kort en bondig den toegang. De vreem
deling hield heden niet soo sterk aan als gisteren,
maar vergenoegde zich ditmaal met 4e woordeu:
„Ik kom terug!"
Hij hield woordeen heele week meldde hij
zich regelmatig aan eu vroeg naar den heer des
huizes. De laatste maal werd hij door twee per
sonen bespied, door Emil van Haudra vanuit
diens venster en door Germain, die zich in een
hoek op het voorplein verscholen had. Op de
vraag, die de vreemdeling gewoonlijk stelde
„Kan de heer des huizes baron van Haudra ont
vangen antwoordde de portier evenals op de
voorgaande dagen, met een kort afgebroken „Neen"
Hierop sprak de jonge man op rustigen toon
„Zeg aan uw neer, dat ik niet meer terug zal
komen 1"
Zonder te weten waarom, kwamen deza woor
deu en de toon, waarop zij gesproken werden,
den kamerdienaar Germain zoo gevaarlijk voor,
dat hij een vloek tuss' hen de tanden uitstiet on
den vreemdeling, nadat deze was vertrokken, van
verre besloot te volgen.
(Wordt vervolgd.)
van grijsblauwe zijde en eeu blauw kapot—
hoedje met witten panaches, dat heel licf
kleurt met het blanke gezichtje en dc blonde
haren. Uitstappend spreekt de Koningin
nog even lachend achteruit naar wie haar
vergezellen in haar salomijtuig. H. M
draagt een frissche morgen-bouquet. En
onmiddellqk na Haar stijgt Hertog Hen Irik
uit. Hij draagt den langen, licht grijzen
burnous van de Duitsche luitenants, die zeer
slank maakt, zoo nauw geserreerd, afgezet
met de groene kraag van zijn wapen en
dan de parade chapeau. Weer treft de eer.
voudige, bijna iets bedeesde uitdrukking van
zijn gezicht. De laatste portretten geven
hem toch niet goed, omdat men daarop niet
ziet de prettig roodbruine lint van zijn wan
gen, het goedaardig vriendelijke kijken van
zijn blauwe oogen. En vei volgens komt de
Koningin-Moeder uit het rijtuig, ook gekleed
in een donker pluchen mantel over eer» grijs
kleed. Beminnelijk als altijd begroet zij reed»
met de oogen de bekenden op het perron.
De autoriteiten staan builen. Z:j complirnen-
teeieii daar de Koningin, cl ie allen de hand
drukt en aan haar vei loofde voorstelt, die
in positie naast haar staat, aan Hare linker
zijde, salueertnd, een half pasje steeds achter
de Koningin, zoolang deze spreekt met de
heeren. En Wilhelmina lacht heel blij met
ecu klein trekje trots als zij den hertog
presenteert.
En daar in eens, ui' die s'i'.le begroeting
iu de salons, de fel uitbarstende geestdrift
van de menachcn buiten bij 't komen van
de verloofden onder de marquise van het
station. Het publiek was tot op heel dicht,
ik schat ongeveer vijf meter, bij de trappen
toegelaten. En het stond gediongen op
onafgebroken rij, dik tot aan de huizen,
zoover je zien kon. Op de balcons en voor
tie ramen, en op dc daken. En dat juichen,
al maar weer steeds even oprecht hartelijk,
cn dat geestdriftig gewuif met hoeden en
zakdoeken boven de hooiden, door iedereen
Daar klonk zoo de innige blijdschap van wie
de Koningin heel lief hebben, in dat hoera
in dat hoeden— en dockengewarrel boven de
gemeente de drang om nog eens te toonen
hoe voldaan de residentie is met deze heu
gelijke verloviug. Ontroerd bleven de vor
stelijke personen daar een oogenblik naar
zien, steeds buigend de Koningin, de Hertog
de oogen onbewegelijk recht vooruit, de hand
aan de sjako.
L)e Koningin en de Hertog reden vooruit
de Koningin-Moeder was achteruit gezeten.
Een klein gevolg, in het achterste- rijtuig
de adjudanten van tien hertog, met Pickel-
hauben-op, vergezeld van jhr van Tets.
Zoo begon de tocht, de tocht, die aan
geestdiift misschien nog meer gaf dau bij
den intocht der gekroonde Koningin. De
menschen hadden al hun werk maar in den
steek gelaten ieder wilde Hem zien, Haar
toeroepen zijn gelukwensch. En langs die
statige oude gebouwen, de hooge, geelwit
omlijste vensters zoo voornaam, in de van
tijd ingevreten gevels, gebouwen die 't welkom
wuifden niet de driekleur; daar was ouder
de grijze lucht die dichte menigte van ge
trouwen zoo heel indrukwekkend. Wat moet
de Hertog gelukkig zijn met zooveel liefde
voor zijn verloofde in die prachtige oude
residentie, zoo rijs aan gloriease historie-
herinnering
Op het voorplein van het witte paleis alleen
een dikke raud van officieren. De verloof
den stegen uit 't juichen was zoo hevig,
dat beiden even bleven staan, het blij geroep
hield hen legen.
Toen zag men hen verdwijnen in het
paleis. Maar de drommen bleven staan,
starend naar het balcon. Eu omniddelijlc
ook werden de gordijnen opzij geschoven,
werd een deur geopend. Daar daverde het
hoera hoera Eu de Koningin verscheen
weer met Hertog Hendrik. Dadelijk hief toen
de menigte als ua een afspraak, het Wilhel
mus aan, een koor van duizenden E-i de
Koningin maakte haar liefste reverence, de
Hertog stond stram saluecrend of er geen
tranen stonden in zijn starend gehouden
oogen Het groeten werd herhaald naar links
naar rechts, eeuige minuten, en toen de
deuren weer gesloten werden, duurden nog
geruitnen tijd de salvo's van hoerah, waar
tusschetidoor enkelen het Duitsche volkslied
zongen. De residentie herinnert zich zoo'o
geestdrift niet
Na de lunch, van 's middags twee tot
half drie ontving Hare Majesteit in tegen
woordigheid van den Hertog de hoofdeu van
de vreemde missiön.
Te ruimjjhalf drie reed H. M. met Haar
verloofde uit, in een phaeton, bespannen met
vier paardeu. De Hertog reed zelf.
Wat daar al dadelijk bij trol was het
meesterlijk rijden van deu bok, door de druk
te heen, maar vooral door een stad, waar
de Hertog nimmer te voren is geweest. En
dat werd verbazend, toen het terugkomend
vau Scheveningen, steeds in zeer snellen
draf door het Bosch ging, laan in laan uit
langs padeu, kiis en kras door elkaar. Na
tuurlijk gaf Hare Majesteit Prins Hendrik
telkens den weg aan, maar wie van rijden
weet, begrijpt ook hoe moeilijk het voor
deu bestuurder zoo mennen is, et» dau nog
wel een voor een vurig vierspau.
En thans de avond.
Tegen half negen was de maaltijd geein
digd. Buiten het Paleis stond reeds weer
lang een talrijke menigte te wachten.
Eindelijk kwam de galahofkoets met den
roodeu bok voor Hare Majesteiten voor. Er
hing een koude, doordringender» mis: buiten
Het stalpersoneel had de kappen dus zorg
zaam gesloten gehouden. Maar met de bloe
men kwam de order vau Hare Majesteit zelf
die door kou niet te deren schijnt„allel
open.* En toen weldra verscheen daar iu
het gulden schijnsel van de vestibule het
jonge paar, de Hertog zijn arm gelegd
dien der Koningin. Zoo bleveu Zij, verge
zeld van de Kouingiu-Moeder, daar even
staan uitzien En de menschen juichten weer
zoo hartelijk hun blijheid uit. Al buigend
dankte Hare Majesteit Haar Verloofde de
hand steeds salueerend aan zijn platte pet.
De kamerheer jhr. Pabst van Bingerden deed
dc Vorstinnen en den Hertog tot bij het
rijtuig uitgeleide. De Koningin-Moeder nam
thans ter linkerzijde vau Haar Dochter