Nummer 85.
Donderdag
1 November.
23® Jaargang
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
I
Oe Zuid-Affikaansche oorlog.
fc
K
ANTOON TIELEN,
De beroepskeuze.
De valsche Baron.
4
K
Uitgever:
Bekendmaking.
FEUILLETON.
1 f
jy
WAAL WIJ K.
Met het oog op den
gyfijgy invallenden feestdag
van «Allerheiligen* zal het vol
gend nummer iets later dan ge
woonlijk verschijnen.
Advertentiën en Nieuwsberich
ten worden ingewacht uiterlijk
ZATERDAG 12 uur.
LODEWIJK TADEN.
V
y
I«
I*
i-
ild
at
De Echo van het Zuiden,
Waalwijksclie en Langstraatscbe Courant
Dit Blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond.
A b o n n e in e 11 t s p r ij s per 3 maanden t 0.75.
Franco per post door het geheele rijk t 0.90.
Brieveningezonden stukken gelden enz., franco te zenden aan den
Uitgever.
Advertentiën 17 regels f 0.G0 daarboven 8 cent per regel, groote
letters naar plaatsruimte. Advertentiën Smaal ter plaatsing opgegeveu,
worden ümaal berekend. Voor plaatsing van een groot aantal regels en
advertenties bij abonnement worden speciale, zeer voordeelige contracten
gesloten. Reclames 15 cent por regel.
De Burgemeester der gemeente Waalwijk, maakt
bekend, dat deze en de volgende week ter se
cretarie van 9 tot 12 uur gelegenheid oestu.it ter
bekoming van attesten van te zijn eenige wettige
zoon of wegens broederdienst, betreffende de lo-
telingen van dezen jure.
Puspoort of zakboekje van gediendbebbende oi
dienende broeders mede te brengen.
De Burgemeester voornoemd,
li. DE VAN DER SCIIUEREN.
Wat moet mijn jongen worden
Een gewichtige vraag, die vaak reeds in
de wieg de bestemming en het lot van een
kind, in een familieraad van zwakke ouders
en malle grootmoeders, ooms en tantes, be
slist. Eiugenlijk behoorde die vraag eerst
eenige jaren later, bij de ontwikkeling van
het karakter, gedaan te worden, en aldus te
luiden wat w i 1, wat kan de jongen
worden
Bij velen komt deze vraag dan ook la
ter op 't tapijtmen praat er over, men
herhaalt ze van tijd, maar er wordt niets
beslist.
Anderen doen haar dan eerst wanneer
het reeds te laat is, en er van den jongen
niets degelijks meer groeien kan.
Ongelukkig knaapje, dat door ouderlijke
dwaasheid en hoogmoed reeds zoo vroeg
voor een bepaalden stand, voor e«n vast
beroep besterad wordt hetzij men het voor
letteren en studie, voor een burgerlijk be
roep of tot den krijgsmansstand voorbeschikt.
Zelden wordt zulk een kind wat het zijn
moest, en meestal wordt het niets of eene
caricatuur.
fDie jongen wordt wel eens door
oom of tante beweerd die jongen wordt
nog advocaat.
Waarom toch
rWel, hij spreekt eeuwig tegen, en weet
altijd alles goed te praten/'
ZEVENTIENDE HOOFDSTUK.
Nadat hij den brief had gelezen, legde Ramous-
sot hem voor zich neder op de tafel
en wilde juist zijn dischgenoot een verhoor doen
ondergaan, toen de kellner binnentrad en hel
ontbijt gereed zette.
Ramouesot sneed een stuk van een citroen,
vulde de glazen met water «n zeide
Welke wending ons gesprek ook nemen mag,
een ding moogt gij niet uit het oog verliezen,
voornamelijk dit, dat u eeue uiterst ernstige
zekerheid gegeven is. Naar mijn inzicht is het
•en toeval, maar de almachtige Voorzienigheid,
ie ons te zamen gebracht heeft, om onB een
werk van vergelding te laten voltrekken. En
nu, spreekt gerust, vergeet voor een oogenblik
dat ik geheim agent ben, noem mij het dool,
dat u near den hear van ürandchamp voerde
en vertel mij veel, zeer veel van uw lotge
vallen.'
De jonge man begon altoo met te verhalen
al datgene wat de lezer reeds weet; hij sprak ten
slotte ook van de vertrouwlijke mededeeliDgen,
welke hij aan zuster Gonsaiva gegeven had.
„De jongste zuster van den lieer Monnier er
kent u alzoo als haar neef, als den baron van
Haudra?' vroeg Raraoussot gejaagd.
„Ja," antwoordde de jonge man, „haar heb ik
het voornamelijk te danken, dat ik bij mijne
aaukomst in Parijs niet van den honger gestor
ven ben. Van haar neem ik alles zonder te
blozen aan; tevens ban ik vast besloten alias aan
hare vrienden, de armen, honderdvoudig goed te
maken, zoo spoedig ik in het bezit van mijn
naam en van het mij toekomend erfdeel ben.'
„Eene zaak verwondert mij,' zeide Ramoussot,
/hoe komt het, dat de ordezuster aanstonds aan
uwe woorden geloof schonk
/Daurover verwonder ik mij zelf, en toch,
wanneer u het haar vragen zoudt, zoudt ge
//Juutje is voor officier in de wieg ge
legd."
Ei, hoezoo
iWel, hij heeft een leeuwenhart, klopt er
bij elk kinderverschil ferm op, en danst,
zoodra hij de trom hoort of soldaten ziet."
„Kees wordt vast een zeebonk."
Hoe weet ge dat
/Ziet eens, welke knuisten en de jonge
morst en plast altoos iu het waterdat is
zijn element."
Honderden zulke dwaasheden, beuzelin
gen, zelfs verkeerde eigenschappon, zijn vaak
de gronden, waarop een kind al vroeg een
verkeerde be^temmiug verkrijgt. En
het ongelukkigst bij zulk een opgevat voor
oordeel ia, dat de ouders doorgaans hard
nekkig daaraan vasthouden, al blijkt de
knaap in het vervolg voor het gekozen
métier ongeschikt te zijn, en tot gelrael
iets anders te neigentrouwens hoogmoed
en eerzucht zijn de gewone oorzaken, die
de ouders tot zulk een gedwongene oplei
ding vervoeren. Wat liet gevolg moet zijn,
vooral wanneer het kind tegen zijn zin tot
een stand of beroep bepaald wordt, gevoelt
ieder denkend rnensch. O, hoevelen werden
daarvan de rampzalige slachtoffers, slechte
of ongelukkige menschen.
Soms, het is waar, brengt het toeval of
liever de Voorzienigheid, juist door eene
zekere richting te geven aan het lot van
den verkeerdelijk bestemde, nog weder te
recht wat ouderlijke dwaasheid of grillig
heid bedorven heeft: maar meestal is hij,
die door den wil zijner ouders tot een be
paald ambt of beroep geprest wordt, een
ambt en beroep niet voor hem berekend,
onherstelbaar verloren.
Niet zelden drukt zich de heerschende
aanleg van een kind op de een of andere
wijze duidelijk genoeg uit, al doet het nog
geen bepaalde keuze, en hapert het enkel
en alleen aan de kortzichtigheid en onop
merkzaamheid der ouders, dat die aanleg
niet erkend wordt. Om uit honderden
slechts een paar voorbeelden te noemen
Jan is een stil, gedwee en weinig speelziek
kind hij leest gaarne en zoekt alle lectuur
op, die hij maar bekomen kan grif is hij
met de pen om allerlei kleine opstalen te
makenongevraagd krabbelt hij kleine
versjes op het papier, of ontwerpt met het
potlood kleine teekeningen. Dwaasheid zou
liet zijn, hieruit te besluiten, dut Jan dich
ter of schilder geboren ismaar zooveel
mag ineu er veilig uit opmaken, dat hij
meer overhelt tot letteroefening, kunst en
ondervinden, dal aij niet het minste aan mijne
iedentiteit twijfelt. Dezelfde vraag, welke u zoo-
eveu aan mij gericht hebt, heb ik op zekeren
dag aan haar ge9teld, en iedere maal, wanneer
ik haar zeide, dat ik het voor een wonder aan
zag, dat zij mij, die zij den hongerdood nabij op bet
plaveisel vond, direct geloof schonk antwoordde
zij
,Neen, dat ie geenszins een wonder. Dikwerf
bevalt het God eenvoudige zielen eene helder
heid ran geest te vcrleenen en hun de krucht
geeft bij een enkel woord, een enkelen blik een
oordeel te velleu over het karakter van een
rnensch. Een inwendig geheim, maar zeker ge
voel zegt hun, of zij zich in tegenwoordigheid
van een oprecht of boosaardig persoon bevinden.
Zooals de sterren eau den hemel, zoo heeft ook
de rechtschapenheid eene bijzondere atmosfeer.
Iedere maal, dat ik tegenover den man stond, die
zich den naam Eiuil vmi Haudra toeeigent, werd
ik door een eigenaardig, afkeerig gevoel door
drongen. De vogel, die door den enkelen blik
der slang verblind en bedwelmd wordt, moei
een dergelijk gevoel ondervinden. Ook bestaan
er planten, waarvoor wij vreezen er mede in
aanraking te komen, nog eer wij weten of zij
vergiftigd zijn. Zoo ziju er ook menschen, die
m«t eene giftige neptil of eene giftige plant iets
gemeen hebben men doorziet ze direct en men
schuwt ze. Ik gevoel, dat Etnil van Haudra mij
haatte, waut zoo vaak mijn broeder mij eene
som gelds voor mijne armen gaf, scheen Erail
mij van een diefstal, van een soort roof te be
tichten. Hij is gierig en vol haat. twee fouten,
die men tevergeefs in onze familie zoekt. Wan
neer hij de macht bad met zijn blik te dooden,
dan was ik reeds lang niet meer onder de le
venden. Gij daarentegen, niettegenstaande arm
en verlaten, hebt in uw gelaat een trek, die mij
lavendig aan mijne zuster Rosa herinnert. Gij
hebt haren zachten blik, denzelfden treurigen
trek om den mond in uwe tegenwoordigheid
voel ik mijn hart zich openen, evenals vroeger
als ik in tegenwoordigheid van mijn ongeluk-
kigen broeder was. Neen, de stem des bloeds
liegt niet. Zij klinkt luid in mijn hart voor u.'
*Zoo ongeveer spruk zuster Gonsaiva tot mij
en de waarlijk roerende belangstelling, die zij
mij betoond heeft, heeft mij tegelijk het bewijs
voor de oprechtheid barer woorden geleverd.'
stadie, dan tot een ruw handwerk en een
woest levenen wanneer men deze wenk
van natuur opvolgt in do bestemming, die
men hem geeft, zal men gewis van de tien
gevallen wel negenmaal slagen.
Piet integendeel is vroolijk, woelig, ruw
van aard, grof van spieren hij houdt van
spelen, die veel beweging en inspanning
van kracht vorderenhij is een heihamel
onder zijne speelmakkers, en durft met deu
sterksten jongen een kansje wagen. Hier
uit nu het besluit te trekken, dat Piet een
zeerob of soldaat zal worden, zou minstens
zeer voorbarig zijn maar deze algemeene
wenk ligt er toch duidelijk in, dat men Piet
niet voor een stil, peinzend leren bestem
men moet, maar hem gelegenheid geven,
om zijn levendigen geest en physieke krach
ten in een woeliger levensvak te doen wer
ken. In zulk een carrière gebracht, is het
zeer waarschijnlijk dat hij gelukkig slagen
zal.
Indien de keus ran den jongeu zich
vanzelf en sprekend doet kennen, is het ze
ker beter doch moet men voor hem kiezen,
dan zal de menschkundige waarneming van
zijn hoofdaanleg altoos een goede wegwijzer
ziju. En treft men enkele kindereu aan,
wier onverschilligheid omtrent alles, wat hen
omringt, te groot is, om eenigermate te
ramen, waarvoor zij geschikt zouden zijn,
dan doet men best, deze zoolang maar
eenigszins mogelijk, in die onverschilligheid
te laten, en eene toevallige gelegenheid af
te wachten, die hen soms eensklaps doet
gevoelen, waartoe de natuur hen bestemd
heeft.
Zoo hebben wij een jongen gekend, die,
uit deftige en welgestelde ouders iu eene
groote koopstad geboren, tot ziju dertiende
jaar to« iu niets zin of lust had, dat voor
hem levensbestemming kan worden. Toen
bij echter eens met zijn vader een dag op
een boerenwoning doorbracht, voelde hij
opeens zulk eene geneigdheid voor den boe
renstand, dat hij ziju vader bad hem de
boerderij te lateu leeren. Welke bezwaren
deze ook opperde, en hoe gaarne hij zijn
kind van die neiging had teruggebracht,
niets mocht baten reeds eene week daarna
was de jongen bij den boer besteed, liep
achter den ploeg, reed met den mestwagen,
en werd een kundig en welvarend land
man.
Van eene goede, welberaden keuze om
trent stand en beroep hangt zeer veel voor
's menschen lichamelijk en zedelijk geluk af,
en het ongeluk van duizenden heeft geen
#De man aldus, die lieden uw naam draagt en
uwe plaats inneemt, heet...?'
,Johan Studen, volgens zijne nationaliteit is
hij een Belg.'
„Hebt gij zijn pas gezien?'
,Ja.'
Raraoussot nam een potlood en begon iets uit
te rekenen. Ongetwijfeld was hij met den uit
slag tevreden, want kort daarop ging hij voort:
,Voor mij zijt gij de baron van Haudra, niet
tengevolge dat gij mij reeds een voldoend bewijs
geleverd hebt, maar meer, omdat ik den zich
uoemenden Emil van Haudra niet voor den neef
van Philip Monnier houd. Ik zal daarom be
proeven om u recht te verschaffen en mijne
beste krachten, evenals zuster Gonsaiva, aan
deze zuak wijden. Bedank mij niet,' ging hij
voort, toen hij zag, dat de jonge man eene be
weging maakte hem te onderbreken, later zult
gij wollicht inzien, dat gij mij voor mijnen bij
stand geen dank schuldig zijt. Voor het oogen
blik moet het genoeg zijn, dat gij een bondgenoot
iu mij gevonden hebt. Van heden af neem ik u
onder uiijne bescherming en zal ik mij niet
meer van u scheiden, want om tot het doel te
geraken, kan ik uwe vingerwijzing en uwe hulp
niet missen. Waar woont gij?'
,lk heb in de rue de St. Pcre eene kamer
gehuurd.'
,Onder welken naam woont gij daar?'
„Onder mijn eigenen,' zeide de jonge man
trotsch, /want waarom xou ik mij als een mis
dadiger verbergen
.Niettemin hebt gij eene groote onvoorzichtig
heid begaan, wijl gij u daardoor aan de vervol
ging van Emil van Haudra nog meer blootgesteld
hebt. Vergeet niet, dat hij millionair is en op
het punt staat, de dochter van den advocaat-
generaal, een van de aanzienlijkste magistraats
personen der hoofdstad, te huwen. In het geval
dus, dat de zaak tot openlijke behandeling kwam,
zoudt gij het zonder twijfel verliezen. Naar
mijne meening kunnen wij den muur van leugen
en bedrog, waarachter hij zich houdt verscholen,
enkel dan bestormen, als wij hem door geheime
middelen ondermijnen, en het spel staat, naar
mijne meeuing, te mooi, dan dat wij het ver
liezen zouden.'
De jonge man reikte Ramoussot de hand en
sprak
anderen oorsprong dan een misgreep daar
omtrent. Vele ouders beselfen niet, aan
welk gevaar zij hunne kinderen blootstellen;
door hun eene bestemming op te dringen
of aan te raden. Hoevelen ziju ellendige
menschen geworden, omdat sjerp en schako,
of beitel en houweel hun beter zouden ge
past hebben dan toga en bef, of tabbaard
of penseel. Ouders niet gij, maar uw kind
zelf moet eigenlijk bepalen, wat bet worden
wil. De natuur wreekt zich doorgaans op
eiken dwang, al ontstaat hij ook uit de
beste oogmerken, verwoest niet enkel het
geluk van één enkel wezen, maar verspreidt
hare nadeelige gevolgen over een geheel
huisgezin, en zelfs heinde en ver in de
maatschappij. Mochten allen van dit besef
doordrongen zijn, en daarom iu alle geval
len van dezen aard met de meeste omzich
tigheid en wijsheid te werk te gaan.
Terwijl men te Londen ontzaglijke toebe
reidselen maakt voor een grootsche ontvangst
van de City Vrijwilligers, die Zaterdag reeds
zouden zijn aangekomen, doch wier reis ten
gevolge van het zware weer der laatste da
gen aanmerkelijk schijnt vertraagdterwijl
de Londensche bladen die Vrijwilligers hul
digen, /7oradat zij een zoo belangrijk aandeel
hebben gehad in de beëindiging van den
oorlog," doet lord Roberts, de Britsche op
perbevelhebber, in zijn jongste telegrammen
aan het departement van ootlog in Enge—
land's hoofdstad mededeelingen, waaruit
niets blijkt, dan dat het geheele gebied der
beide Boerenrepublieken, van de Oranjerivier
tot aan den spoorweg Pretoria—Komatipoort
door commando's Boereu wordt atgeloopcu,
die zóó handig en moedig optreden, dat het
voordeel voortdurend aan hun kant blijft.
Donderdag seinde lord Roberts uit Pre
toria
„Generaal Barton, die in de laatste dagen
bij Frederikstad door een afdeeling Boeren
onder bevel van De Wet werd verontrust,
heeft hen vanmorgen met infanterie eu ca—
valeiie en artillerie aangevallen. De Boeren
werden iu alle richtingen verstrooid. Zij
hebben veel geleden. Onze verliezen waren
3 officieren cn 14 minderen gewond."
Dit telegram had iets van een voordeel
voor de Engelscheu, maar den volgenden
dag, Vrijdag, zag de opperbevelhebber zich
geuoodzaakt te melden
„De verliezen vau de colonne van generaal
Barton iu het gevecht van gisteren te Fre
derikstad waren aanzienlijker, dan men aan
vankelijk heeft gemeld. Er moetcu 1 officier
,Ik geef mij geheel aan u over ik houd u
voor oprecht. Gij zijt jong, edel en schijnt veel
geleden te hebben. Eene inwendige stem zegt
mij, dat uw leven een smartelijk golieim bevat
en een zeldzame band ons wederzijdsch lot met
elkander verbindt.'
,Gij hebt gelijk,' antwoordde de geheime
agent levendig, „deze band ie de afschuw, waar
van ik evenals gij voor dengene vervuld ben,
die u te New-York beroofd en u heeft trachten
te vermoorden.'
,Hebt gij hem gekend, eer hij den moord in
het Monniersche paleis volvoerde?»
„J a, ik ken hem reeds vroeger.'
,Hier is mijne hand, doe met mij, wat gij
wilt.'
„Mijnheer baron van Haudra,' zeide Ramoussot,
„vanaf dit uur woout gij bij mij in de straat
Tour St. Germain No. 24.'
,Ik zal uw wensch nakomen.
,Er. zult in 't vervolg heeten...?'
„Lodewijk Taden deze naam zal mij aan
mijne geboorteplaats herinneren.'
/Kent gij, behalve zuster Gonsaiva, nog soms
een ander lid uwer familie?'
,Neen.' antwoordde de baron van Haudra,
dien wij iu 't vervolg Lodewijk Taden zullen
noemen.
„Hebt gij niemand in uwe jeugd gekend, die,
als het noodig was, voor het gerecht uwe afkomst
zou kunnen bewijzen
.Enkel eene minne,' antwoordde de jonge man,
„als zij tenminsto nog leeft.'
„Hoe heet zij
„Gertrude Solvet.'
„En woont?'
„In het dorp Taden.'
„Goed/ zeide Ramoussot, die de beide namen
opschreef en tevreden lachte. /Nu nog iets; ik
weet uit vertrouwbare bron, dat freule van
Grandchamp, zoolang het maar eenigsains moge
lijk is, hare verloving met den tegenwoordigen
bezitter van het Monniersche millioenen ver
schuiven zal. Zij verafschuwt hem in dezelfde
mate als de geheele bond van dejonge geleerden,
die in Parijs onder den naam van /Beschermers
van werkmanskost' bekendis. Ook deze laatsten
staan eenparig aan onze zijde; zij zullen dit
bewijzen, zoodra het uur van vergelding gesla
gen zal hebben."
„Ik was in liet hospitaal den dood nabij,' gaf
e joage man lachend ten antwoord.
/Welaan dan 1 Wij zullen onze maaltijden
in de stad gebruiken, nu eens hier, dan dsar,
nooit in hetzelfde hotel en altijd in zalen, waar
zich het fijn publiek bevindt. Men kan niet
weten, of wij door een bijzonder toeval niet van
het eeu of ander in kennis gesteld worden, wut
ons later van not kan aijn. Heden breng ik u
in een fijn café, morgen in een sociëteit, waar
gespeeld wordt, oveg®brgen in eene gewone
werkmanskroeg enzoovoorts. Zoodoende zult
gij, evenals ik, gedwongen zijn, den rol van
een geheim politieagent te vervullen. Morgen
zal mijn kleermaker hier komen laat u door
hem de kleedingstukken aanmeten, die hij noodig
oordeelt. Hier hebt gij vijf en twiug Louis d'or,
bedank mij niet.'
Toen de nieuwe vriend van Raraoussot weigeren
wilde, het aangebodene aan te nemen, zeiue do
geheime agent lachend
/Ik ben goed van geld voorzien, en gij zijt
van rechtswege een millionnair.'
Lodewijk-Taden wierp zich in de armen van
Ramoussoteen traan van ontroering en dank
baarheid blonk in zijne oogen.
en 12 minderen aan dooden en 3 officieren
en 25 man aan gewonden worden bijgevoegd;
wat een totaal maakt van I officier en 12
minderen aan gewonlen.
De Boereu lieten 24 dooden en 19 gewon
den achterbovendien werden er 66 gevan
gen gemaakt. Drie Boeren, die de kolf
hadden opgeztokeu teu teeken van overgave
cn vervolgens op onze mannen schoten, zijn
gevangen gemaakt, voor een krijgsraad ge
bracht en ter dood veroordeeld. Ik heb het
vonnis bekrachtigd.
Methuen bericht, dat hij en Douglas gis
teren, niet ver van Zeerust, een afdeeling
Boereu hebben uiteengejaagd, die 6 dooden
en gewonden heeft achtergelaten 28 Boeren
werden krijgsgevangen gemaakt en veel vee
werd vermeesterd. Onze verliezen bedroegen
8 gewonden en 1 vermiste.
Kitchener meldt uit Lijdenburg, dat hij,
nadat hij vernomen had. dat de Boeren zich
bij Krugerspost samentrokken, eeu nachtelij
ken marsch uitvoerde en zich meester maakte
van hun kamp. Verscheidene Boereu werden
gewond en 4 gevangen gemaakt.
Eenige dagen geleden heeft een troep
Boeren Philippolis bezet. Het garnizoen
bood moedig weerstand en had 3 dooden
eu 11 gewonden, voor het hulp kreeg. I)aar
de komst van de Boeren in de stad te
wijten is aan het verraad van eenige inwo
ners, heb ik Kelly Kenny last gegeven, allen
uit het land te zetten, die er in betrokken
zijn.
Een detachement, beataaude uit 1 luitenant
en 50 cavaleristen, is ééu of twee dagen
geleden tusschen Springfonteiu en Philip
polis in een hinderlaag gevallen. Zeven
man zijn er in geslaagd, te ontsnappen de
anderen werdeu door de Boeren gevangen
genomen."
Van 15 October af is voortdurend gevoch
ten uabij Bloemhof, Reitzkuil, TweefoDtein
en Bothaville, in het noordwesten van den
Vrijstaat. De in Khaki gekleede Boeren
beschoten onophoudelijk de Engelschen, die
onder bevel stonden van de generaals Hun-
ter cn Bruce Hamilton, met kanonnen, sne
den detachementen van de hoofdmacht af,
kortom, maakten het hun zóó lastig, dat de
Britten moesten terugtrekken, zonder eenig
voordeel behaald te hebben.
Tusschen Kimberley en de Oranjerivier,
op Kaapsch grondgebied dus, wemelt het
vau Boerenpatrouilles en de houding der
farmers is er xoo dreigend, dat een opstand
iu dat deel der Kaapkolonie gevreesd wordt.
Een commando Boeren, onder den Rus—
sischeu kapitein Lebosotvski, heeft in Natal
de telegrafische verbinding tusschen Pretoria
eu Durban afgesneden en zicb daarna meester
gemaakt bij Waschbauk van een goederen
trein. Zij namen 11 paarden mede, verniel
den het station, lieten den spoorweg springen
De geheime agent betaalde daarop de hotelre
kening, en eenige oogenblikken later bevonden
zich de jonge mannen op den weg naar de
straat Tour St. Germain. In tijue woning aan
gekomen, ontsloot Ramoussot een slechts spaar
zaam gemeubeleerd vertrek en richtte tot zijnen
begeleider de vraag
#Zal Lodewijk Taden zich met deze kamer
tevreden stellen
i
•I
i
t
t
I
•t
r
.J] j
„t.
1t.
.At
it
at
iu
(Wordt vervolgd.)
dfc
itar
i u
ai
»;gt
Ij
■'••as
l»
>tt