Nummer 87.
Donderdag 8 November.
23e Jaargang
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
De Zuid-Afrikaansche oorlog.
NTOON TIELEN,
Belicht aan onze Abonné's
D,
De valsche Baron.
m
Het Nieuwe Modeblad
Belangrijke Premie,
FEUILLETON.
Inschrijvingsbiljet.
Het Nieuwe Modeblad
HONDERD fraai Geillustreede Boekwerken.
EENE ONGELUKKIGE MOEDER.
Een verbond met een of meer
kleine staten.
DE HERBERG „IN DEN ROODEN
DUIVEL".
V'
i IHMPBTfili"*1 agrograiM
De Echo van het Zuiden,
Wulvjjksebt en Lugsfnitsefct Courant
hierbij
hebben
Dit Blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond.
Abonnementsprijs per 3 maanden t 0.7o.
Franco per post door liet geheele rijk f U.9Ü.
Brieveningezonden stukken gelden enz., franco te zenden aan den
Uitgever.
De Uitgevers twijfelen niet of alle leze
ressen van hunne Courant zullen bereid
gevondeu worden, gebruik te maken van
deze eenige gelegenheid, om zich tegen een
geringe prijs den eigendom te verzeke
ren van een Modeblad, dat voorzeker
zal blijken haar tot veel nut en genoegen
te verstrekken.
Zij vestigen nog de aandacht op de
BELANGRIJKE VERLOTING,
welke, bij genoegzame deelname, op nader
aan te kondigen tijdstip, onder de geabon-
neerden van HET NIEUWE MODEBLAD
zal worden gehouden en waarvoor zullen
worden beschikbaar gesteld
TWINTIG NAAIMACHINES.
VIJF DAMESRIJWIELEN.
Onderstaand inteekenbiljet gelieve men
in te vullen en ten spoedigste te zenden
aan
DE UITGEVERS.
Advertentie* 1—7 regels f 0.60 daarboven 8 cent per regel, groote
letters naar plaatsruimte/ Advertentiën Smaal ter plaatsing opgegeven,
worden 34 maal berekend. Voor plaatsing van een groot aantal regels en
advertenties bij abonnement worden speciale, zeer voordeelige contracten
gesloten. Reclames 15 cent per regel.
i
De Burgemeester van Waalwijk maakt bekend,
dat in de 2e helft van November een wachtmeester
der veldartillerie en in December een wacht
meester der huzaren in deze gemeente zal komen
tot werving van manschappen voor een bereden
korps.
Zij die als vrijwilliger bij een dier korpsen
wenschen dienst te nemen of zoodanige personen
kunnen aanbrengen, kunnen zich op nader aan te
geven plaats en uur bij een dier wachtmeesters
aanmelden.
Waalwijk, 5 November 1900.
De burgemeester voorn.
K. DE VAN DER SCHUEREN.
eer
ondeigeteekendeu hebben de
mede te deelen, dat zij besloten
als premie aan hunne Courant te verbin
den. Zij zijn met opoffering van vele kos
ten in staat aan de geabonneerden hunner
Courant, deze
waarvan onze aboiine's als proeve een
exemplaar ter kennismaking hebben ont
vangen, tegen de geringe tegemoetko
ming van slechts 55 cents per drie maan
den aan te bieden. Een prijs luitengeivoon
gering in verhouding tot dienwelke door
andere Modebladen wordt gevorderd.
Dit blad zal tweemaal per maand ver
schijnen en telkens een omvang ran 8 groot
folio pagina's hebben, bezaaid met een
schat van Keurige afbeeldingen van toiletten
en patronen, zoo geschikt voor de prak
tische huisvrouw als voor wie meerdere
eischen stellen.
Na drie maanden b^it men-.aldus een
plaatwerk hetwelk een schat van modellen
bevat van onmiskenbare waarde, ter grootte
van niet minder dan 104 pagina's.
De inhoud wordt door zeer bevoegde
hand bewerkt en door een uitgebreide da
mes-redactie te samen gesteld.
Eenige voorwaarde voor de geregelde
toezending vau het nieuwe modeblad,
is de betaling van een bedrag van slechts
55 Cents per drie maanden (franco per
post 75 Ct.)
Het blad zal telkens vergezeld gaan
van een groot patronenblad, zoodat de leze
res in staat is met behulp daarvan, zelf het
model barer keuze te verwerkelijken.
ACHTTIENDE HOOFDSTUK.
„Mijn God," dacht zuster Gousalva, als de on
gelukkige maar een9 kou uitweenen, dan was zij
misschien gered.' Zij nam de hand der weduwe,
drukte ze vaet in de hare, om ze zoodoende te
dwingen aan hare zachte woorden de noodige
opmerkzaamheid te schenken en zeide„Tot
haar moe» gij bidden, Blancavan haar uwen
Henry terugvragen.»
„Ach, zij is zoo gelukkigzij zal mij toch niet
willen aanhooren.'
„Gij vergeet, dat ook zij op een dag haren
geliefden zoon verloren heeft; zij was met Hem
naar Jeruzalem gegaaD, in die stad was eene
ontelbare menigte volks, omdat er een groot feest
gevierd werd
„Ach, die feesten persen den moeders menige
traan uit de oogen,' lispelden de lippen der on
gelukkige.
De zuster ging voort:
„Plotseling was de hand van Mana van haren
geliefden Jezus gescheiden."
Bij deze woorden beefde de ongelukkige over
haar geheele lichaam.
„De II. Moeder zoekt hem, roept hem luid bij
zijn naam, informeert naar liera bij hare kennis
sen, die met haar de reis naar Jerusalem gemaakt
hebbenzij klopt aan de deuren der huizen van
degenen, bij wie zij gelooft, dat haar Jezus een
toevluchtsoord gezocht en gevonden heeft. Maar
tevergeefs; niemand is in staat ook maar een en
kel woord van troost haar toe te voegen. Het
wordt nacht, de karavanen keeren naar de verschil
lende woonplaatsen terug Maria denkt aan Jo
seph van Egypte. »Wee mij 1" roept zij, „men
heeft mij mijn kind ontstolen men heeft het
aan een vreemdeling verkocht, die het heeft weg
gevoerd naar een verwijderd land,' en nogmaals
doorloopt zij de straten van de palmenstad, die
thans stil, eenzaam en in duisternis rustig daar
De ondergeteekende verlangt bij zijne
Courant geregelde toezending van
tweemaal per maand verschijnende, tegen
den prijs van 55 ets. per drie maanden
(franco per post 75 Cts.)
WOONPLAATS
NAAM
De Nieuwe Groninger Cou
rant, die het onmogelijk acht ons zelf
te verdedigen tegen een groote mogendheid,
of ons met een groote mogendheid te
vereenigen, wil een defensief verbond zien
gesloten met een of meer van de kleine
staten van Europa. Dat plau moet niet
van de regeeringen maar van de volkeren
uitgaan. Aan de voorbereiding er van
moet niet een paar maanden, maar tien,
twintig jaar besteed worden.
Er is dus haast bij.
Het blad ontwikkelt volgenderwijs zijn
plan
Het naastbij liggende doel kan niet zijn
een verbond te stichten. Wij zouden ge-
ligt; zij ijlt door de straten, waar de reizigers
rustig in hunne tenten liggen en de stilte van
den nacht door den zachten schreeuw der ka-
meelen en droramedarissen onderbroken wordt.
Maar de moeder gunt zich geen rustzij richt
zich veldwaarts, doorzwerft de bergen, doorwaadt
de beek Cebron en door den geheelen omtrek
weerklinkt haar angstvolle en vertwijfelende
kreet
„Jezus 1 Jezus 1»
De borst der jonge weduwe ging hijgende op
en neer, hare vingers kromden zich, maar hare
oogen bleven droog.
„En den volgenden dag dwaalt zij opnieuw
door de straten der stad. ieder, die de vertwij
felde troosteloos en door tranen overstroomde
oogen, in de menigte r.aar haar kind zag zoeken,
had medelijden met haar. Slechts met moeite
vervolgt zij verder haren wee, dien zij reeds zoo
dikwijl9 tevergeefs betrad. Hare sandalen, dit
de steenachtige weg onbruikbaar gemaakt heef'.,
vallen van hare voeten, zonder dat zij het be
merkt, en altijd verder gaat zij, blootsvoets, niet
tegenstaande zij bijna sterft vau uitputting.
Maar al haar zoeken naar den verloren lieve
ling, wiens naam zij onophoudelijk roept, is te
vergeefs; zij vindt hem niet. Zoo verliepen drie
dagen en drie nachten, toer. eindelijk eene ge
dachte, welke haar door den hemel werd inge
geven, haar naar den Tempel voerde. Maria
overschreed den drempel van het heiligdom, dat
zij zoo dikwijls als kind bezocht had; zij door
loopt de zuilengangen, ijlt door verscheidene
groote zalen, want de tempel van Jerusalem was,
zooals bekend is, geen enkel op zichzelf staand
gebouw, maar bestond uit verschillende groote
ruimtens welke tot verschillende doeleinden ge
bruikt werden.
In eene groote zaal, die door de hoogepriesters
en de leden van het Cynedrium was gevuld,
verdrong zich alles om een kleinen knaap, wiens
jeugdige wijsheid en buitengewone kennis de
geheele geleerdheid der wijze schriftgeleerden ten
schande maakten. Maria baant zich een weg door
de omstanders en komt naderbij. Eene welbe
kende stem klinkt haar in de ooren, zij weer
klinkt tot in het binnenste van haar hart; Jezus
is het, zij herkent hem, ziet hem, stormt naar
hem toe, breidt de armen naar hem uit en ter
wijl zij hem aan het moederhart drukt, barst zij
leidelijk te werk moeten gaan. Eerst zouden
b.v. eenige ernstige en degelijke mannen
de handen ineen moeten slaan, vormend
een uitgebreid comité van voorbereiding.
Dit comité zou een nauwkeurig onderzoek
moeten doen instellen naar de mogelijkheid
van toenadering en samenwerking tusschen
twee of meer kleinere staten (wij noemen
vooral België, maar ook b.v. Denemarken,
Zwitserland, de Scandinavische state») en
naar de bezwaren, die daartegen zouden
rijzen.
Kwam men na ernstige studie, in over
eenstemming liefst met andere degelijke
mannen in de betrokken landen, tot de
conclusie, dat het idee te verwezenlijken zou
zijn, dan zou uien moeten beginnen met in
Nederland (en in de betrokken staten) een
rustelooze propaganda te maken voor bet
plan. Overweging zal het verdienen of met
die propaganda-beweging zal moeten samen
gaan een beweging om de bevolking der
bedoelde staten nader tot elkaar te brengen
b. v. door academische reisbeurzen, gezel-
schapsreizen, feestelijke vergaderingen, ten
toonstellingen van kunst- en nijverheids
producten, door de bladen in staat te
stellen meer notitie van die landen te nemem
enz. enz.)
En als die toenadering zal zijn verkregen
als een groote vereeniging zal zijn gesticht
met duizenden leden, dan zal men zich
afvragen hoe het gemeenschappelijk doel het
lest zal zijn te bereiken en ten slotte welke
maatregelen de regeeringen zullen moeten
nemen.
En dan, maar ook ddn eerst, zal men
naar de regeeringen dier landen kunnen
gaan en dan zal men baar vragen te han
delen ïraar den wensch der volkeren en dan
zullan die regeeringen luisteren, omdat de
kleine volkeren vrij zijn en omdat zij geen
mededingers zijn.
Eu als dan een defensief verbond of een
entente bereikt is of zelfs als maar een
vaste officieuse toenadering verkregen is,
als de sterken onder de zwakken van Eu
ropa zich vereenigd zullen hebben, dan
zullen wij, Nederlanders, denken aan de
slagvelden van Zuid-Afrika. En dan zullen
wij daar forsehe mannen meenen te zien
stervend voor hun mooie zaak, met het
geweer in de hand in den strijd tegen de
overmacht.
En dan zullen wij mogen zeggen
#Gij hebt niet te vergeefs geleden, want
ook wij hebben nu onze plicht gedaan, en
de zaak, waarvoor gij gestreden hebt, is
toch niet verloren
Voor dit plan vraagt bet blad instemming.
Het richt zich daarbij ,/tot de beteren onder
ons, tot hen, die op wetenschappelijk, op
politiek, op sociaal gebied een naatn hebben
Meer en meer worden nu zelfs de meest
optimisch gezinde Londensche bladen er
van overtuigd, dat de oorlog tegen de Zuid-
Afrikaansche republieken nog lang niet ge
ëindigd is. Hoewel van het oorlogsterrein
sedert eenige dagen door lord Roberts niets
is bericht, dat men aan het departement van
oorlog te Londen geroepen meende te zijn,
te moeten publiceeren, schijnen er in dat
tijdsverloop dingen te zijn gebeurd, die het
noodzakelijk hebben gemaakt, dat een batterij
vcldailillerie, welke te Kaapstad reeds aan
boord gebracht van eeu transportschip, om
naar Engeland te worden terugvervoerd, weder
is ontscheeptdat eenige detachementen, die
reeds verlof hadden gekregen, om te tepa—
trieeren, tegenbevel hadden gekregenen
dat maarschalk Roberts voor de zooveehte
maal zijü terugreis naar Londen weder heeft
uitgesteld.
De Daily Mail zegt, zonder bijzonderheden
te vermelden, dat de houding der Boeren
in de laatste dagen zoodanig is geworden,
dat de Britsche legerautoriteiten ongerust
beginuen te worden, en dat alles doel voor
zien, dat men staat aan het begin van een
nieuwen veldtocht van minstens 6 maanden.
Het blad weet verder mede te deelen, dat
in geen geval voor Januari of Februari troepen
zullen worden gerepatrieerd en dan nog
alleen maar in het geval, dat de toestand
aanmerkelijk gunstiger is geworden en dal
van het Vereenigd Koninkrijk uit troepen
gezonden zullen worden ter versterking van
het in de Boerenrepublieken het veld hou
dende effectief.
Sommigen geven wat te verwachten was
maarschalk Roberts de schuld van den
tegenspoed van den laatsten tijd en den
huidigen staat van zaken en durven zijn
roof-, moord- en brandraelhode brutaalweg
„glacéhandschoen*, politiek noemen. Die
zelfden juichen het dan ook zeer toe, dat
lord Kitchener nu vast en zeker als Roberts
opvolger zal optreden en verwachten vau
hem de in hun oogen zoo noodige politiek
van de »gepantserde vuist, die zal geéischt
worden, om de Boeren, wier aantal in den
laatsten tijd enorm is toegenomen (de totale
sterkte der commando's wordt geschat op
10 a 20.000 man), ten onder te brengen.
Belangwekkende bijzonderheden over den
actueelen toestand in de Boerenrepublieken
schrijft eeu blijkbaar zeer goed ingelichte
in een vreugdegeween uit. Blancadeze moe
der, die zooveel geweend heeft om haar verloren
kind, is Maria, de Moeder God9. Bidt, weent en
herinnert haar aan de drie angstvolle dagen, die
zij te Jerusalem heeft beleefd, smeekt^ haar, dat
zij u uwen Ilenri moge wedergeven. Zij zal het
doen, ik beloof het u in haren naam, ja, wellicht
hier, op deze plaat9, zal zij Henri in uwe armen
terugvoeren.'
De waanzinnige nam gejaagd de zuster bij den
pols.
„Ik hoor en versta u. Hier hebt gij in naam
der Moeder Gods gezegd, zal ik mijn kind we-
dervinden? Moeder van erbarmingzult gij
toelaten dat men mij bedriegt? Neen, ik geloof
u en wil hopen. Zustar Gonsalva heeft gelijk,
ja, ik heb mijn verstand wedeigevonden, mijn
hart klopt weer, ik lijd en ween, maar ik hoop,
ja, ik hoop op u 1*
Auu de oogen der ongelukkige ontvloeide een
stroom van tranen, haar lichaam trilde en beefde,
en in liet volgende oogenblik viel zij, te zwak
voor de zoo sterke gemoedsaandoeningen, als ge
broken ter aarde.
Zuster Gonsalva hief haar op en trok haar naar
den ingang der kerk. Zij hielp haar in een rij
tuig en gaf den koetsier het adres van YVilhel-
mina. Toen Blanca een uur later dc oogen open
deed, zag zij zich omringd door Alwina, de
jeugdige olinde, door Wilbelmina, hare verpleeg
ster en door zuster Gonsalva.
Dokter Rolland, die juist aangekomen was, kon
de om de zieke verzamelden den troost geven
„Van nu af kunt gij alle vrees laten varen, zij
heeft geweend, haar verstand is gered 1'
NEGENTIENDE HOOFDSTUK.
Parijs was niet altijd, zooals heden, de koningin
der steden. Vóór Napoleon III, die groote Dieuwe
boulevards aanlegde, bood menige straat der
Fransche hoofdstad een treurigen aanblik.
Bijzonder liet Belleville veel te wen-
sciien over. Dit stadsgedeelte was buiten
dien tegen het einde der vorige eeuw, en
is ook ten deele heden nog de verzamelplaats
correspondent van Pall Mall Gazette uit
Kaapstad. De schrijver, die volgens zijn
uitingen beslist anti-Boer is, zegt o. m.
„Niemand mag het in zijn hoofd krijgen,
te denken dat de oorlog ook maar in eenig
opzicht voorbij is. Er begint eenvoudig een
tweede veldtocht. De Boeren zullen tot het
uiierste vechten, i.iet als een gewone strijder
te velde, maar als een verkenner, eeu zwerver,
een buiten de wet staande roover. Ik heb
een dozijn commando's ontmoet en met
honderden blijkbaar vreedzame menschen op
de hoeven gesproken en allen meenen, dat,
als de vijandelijkheden nog wat worden ge
rekt, er iets zal gebeuren, dat hun hun land,
hun onafhankelijkheid doet behouden. De
moed van den Boer is niet verlamd. Hij is
nog even frisch als 12 maanden geleden,
nu vermeugd met wat bitterheid. De ge
vangenneming of de dood van De Wet, of
zelfs van alle tegenwoordige aanvoerders,
zou de Boeren niet weerhouden, den strijd
voort te zetten evenmin zal het vertrek van
Oom Paul eenige verandering brengen in het
besluit van de Boeren, om voort te gaan met
hun werk.
Denk niet, dat iedere eed van onzijdig
heid, welke den Boeren wordt opgelegd een
vijand minder maakt. De eed is heel een
voudig een den Boer gegeven permissie, om
onder Britsche bescherming op zijn hoeve
te wonen.
Maar die eed weerhoudt hem niet, s nachts
uit te gaan, om den Engelschen troepen na
deel toe te brengeu. Is er toevallig een
kleine Britsche post in de nabijheid, dan
nadert hij tot op schotwijdte en schiet er op;
en als hij het buitenkansje heeft, eeu piket
te ontmoeten, laat hij eeu paar kogels in de
richting ervan vliegen. Als zijn huis wordt
gevisiteerd, wordt hij natuurlijk in bed ge
vonden en niemand, dan de leden van zijn
gezin, kan bewrjzeD, dat hij uit is geweest.
Het winterweder maakte, dat duizeuden
Boeren zich overgaven. Het warme weer
zal hen opnieuw actief doen worden en men
moet niet verbaasd zijn, als voor Kerstmis
de Boeren tweemaal zooveel mannen in het
veld hebben als op het oogenblik. De troe
pen die nu in het boschveld en het lage veld
zijn, zullen deze maand ook terugkomen, om
hun broeders te helpenmalaria zal hen
vandaar verjagen. In het algemeen gespro
ken kan men zeggen, dat het Boerenleger,
of de overblijfselen ervan, slechts heeft uit
gerust en dat het spoedig zijn tweeden veld
tocht zal openen, die onstuimiger zooal
minder bloedig zal zijn dan de eerste. De
hoofdmacht van het Engelsche leger houdt
de communicatielijnen bezet, beschermt de
operatiebasissen en voorziet de belangrijkste
steden van garnizoenen. Het is onmogelijk
zelfs met de nu in Zuid-Afrika aanwezige
groote strijdmacht, voldoende colonnes te
vormeu, om tegen alle kleine troepen Boeren
i
4
f»]
1
1
1
k
K
j i
van slecht gespuis van allerlei aard de vreem
deling, die zonder begeleiding naar bier zijne
schreden richt, wordt gewoonlijk, zelfs op klaar
lichten dag, uitgeplunderd of in een van die ho
len binnengelokt waar hein nog erger wacht.
In de rue de Flaudre, «en der enge steegjes
van de beruchte wijk, stond in den tijd, waarop
de door ons verhaalde gebeurtenissen plaats gre
pen, een huis, dat wegens zijn geheele uit- en
inwendige gesteldheid een muizenhol genoemd
kon worden. Door eene zeer lage deur daalde
meu verscheidene trappen af en kwam men in
een stikdonkeren corridor, hier boven bevonden
zich twee zeer laag gebouwde verdiepingen, ieder
met drie kleine roude openingen aan de zijde dei
straat. Het vlakke dak van dit huis was voor
zien van een reusachtigeu schoorsteen.
Naar den kant van de binnenplaats, was het
gebouw van andere, half vervallene nevengebou
wen door hooge, tot aan liet dak reikende mureu
gescheiden. Door personen, die moed genoeg
bezaten, zich tot in de nabijheid van het beruchte
huis te wagen, werd sterk en vast beweerd, dat
zij 's avonds, wanneer het donker begon te wor
den, gestalten uit den schoorsteen hadden zien
opstijgen en over de hooge muren naar de zijde
van de binnenplaats hadden zien verdwijnen.
Moest zoowel het uitwendige van dit gebouw,
welks schoorsteen aan de bewoners als vei bin
dingsmiddel met de buitenwereld diende, reeds
verdacht voorkomen, het inwendige daarvan wus
nog oneindig akeliger en vreeswekkender. Niet
enkel de halverwege onder den beganen grond
liggende benedenste verdieping, maur ook de
beide zich daarop bevindende verdiepingen,
waardoor men lang3 spiraulvormig gedraaide
trappen opsteeg, waren zoo laag van zoldering,
dat men er nauwelijks rechtop kon staan. Daar
bij het tengevolge van het zeer spaarzuam bin
nendringende licht, heerschende halfdonker; de
bedorvene, het geheele huis verpestende luchten
de vele in den vloer van de benedenste verdie
ping aangebrachte valluiken joegen iemand vrees
en angst aan. Bij het zien van de laatstgenoemde,
kon men de gedachten niet verdrijven, dat deze
wellicht tot hetzelfde doel gebruikt werden als
den torenachtig ingerichten schoorsteen.
YVie waren de bewoners van dit zoo ongezellig
huis? Gaan wij buiten op de straat. Boven de
huisdeur hing een grijs bord, waarop met groote
ffi'
it;
i.
i«
gele letters, de woorden stonden: Café „in den iI(
rooden duivel', rue de Flandre 37. De eigenares 7
van deze herberg, met zoo verlokkenden titel,'1
die, zooals wij later vernemen zullen, op den jij'
titel van innemend* in het geheel geen aanspraak
1 1mAf nnnn tirAll 1(7 (T li n Q TVV f 1 Poll ITIaI lp
kon maken, was eene vrouw, genaamd Paumelle. i
Het geheele jaar door hield zich in Parijs, zooals
in alle hoofdsteden, eene ontelbare menigte, el- «1-
1.. J!»» .nn InrraP TM ft I ffplf AmAïI QllipltPïï f» TT Hjfl ,n
A li -- - J* i
lendige, »an lager wal gekomen sujetten op, die^
op theatres en tenten hunne kunsten eu krachten
produceerden of zich voor een twee-sous-stuk aan
de blikken der nieuwsgierigen vertoonden, lier- ie
cnlessen. reuzendames, acrobaten, dierentemmers
vuuretersmenschen die door honger en ellende^,
zoover gekomen waren, dut zij zich als geraam
ten konden laten zien, eu anderen die door hel,ld
tentoonstellen van hunne mismaaktheid, hun le- T—
ven voortsleepten. Ieder van deze ongelukker
had natuurlijk niet de middelen, een eigen wa-
gen te hebben, groot genoeg om aan hem er (IU
anderen tot woning te dienen. Zoo kwam het 'at
dat de herberg „In den rooden duivel' delieder, 1
van dit slag, die uit alle landen naar Pariji f
stroomden, eene toevluchtspluat^ aanbood. Pau- U,
melle gaf allen kost en logies en hare klanter^-
groeiden van jaar tot jaar zoozeer aan, dat zi. 1
viermaal in het jaar iu staat was eene kleine marki Y
te exploiteren, waar de directeuren der gezel- de
schappen, die openlijke voorstellingen gaven, hui ;iar
personeel naar believen konden aanvullen o u>
verwisselen. Namenlijk in den tijd, toen de ver
handelingen in het proces Kerdren, de Fraoschi lf
hoofdstad in opwinding brachten, kon Paumelle.»
nauwelijks aan de eischen die hare talrijke klan 1
ten haar stelden, voldoen. Zij had daarom vooi
hulp in de keuken en herberg een jong meisji «gt
geëngageerd. Deze heette Alice, was een teerge
bouwd kind van twaull jsren, met groote blauwt
oogen en glanzende, goudblonde, tot op de scliou5
ders nederhangende haren. 1
Op zekeren dag trad een acrobaat, die naa:(l(
eene reuzendame zocht, met zijne vrouw Rosalb:
in de herberg „Den rooden duivel'. Tamerlan'
dien de lezers wel herkend zal hebben, onder I
handelde voor een circus met een vrouwsporsooi 3
met den veel belovenden naam „de schoone Ar,
tesianeriu». 1
S 1
(Wordt vervolgd.) )r