Nummer 3. Donderdag 10 Januari 1901. 24e Jaargang i Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. De Zuid-Afrikaansche oorlog. ANTOON TIELEN, Weest Milddadig. De valsche Baron. z S FEUILLETON Uitgever: Dit Blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond. A b o n n e in e n t s p r ij s per 3 maanden f 0.75. Franco per post door het geheele rijk f 0.90. Brieveningezonden stukkengelden enz., franco te zenden aan den Uitgever. WAAL WIJ K. Advertentiën 17 regels f 0.00 daarboven 8 cent per regel, groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën Smaal ter plaatsing opgegeven, worden 2manl berekend. Voor'plaatsing van een groot aantal regels en advertenties bij abonnement worden speciale, zeer voordeelige contracten gesloten. Reclames 15 cent per regel. Wie schildert de stille beloovering, de fijn zilverige pracht van een besneeuwd boschlandschap op een fraaien licht bene velden wintermorgen, als de zon juist kracht genoeg heeft om den hemel met een licht gouden gloed te doortintelen en over den stillen sneeuwtooi van het woud een warm, donzig waas te werpen Het geestig spel van het bleeke winter zonnetje tusschen het grillige wit, waarmee takken en twijgen tot in de kleinste puntjes zijn afgezet, het mollige van het sneeuwta pijt, dat den weg bedekt, en vooral de teere nevel, die als een gazen gordijn het ver schiet afsluit, zijn zoovele bekoorlijkheden, welke een winterlandschap ons aanbiedt. 't Is of de aarde lacht Huilend giert de noordenwind over de onafzienbare vlakte en woelt de sneeuw op, zoodat ze nu eens tot de toppen der heu velen opwarrelt en dan weer in de laagten neergezweept wordt, hier opgehoopt, en daar weggeveegd, gestadige wisseling brengend in het overigens zoo doode landschap. In een diepe, dalvortnige uitsnijding ligt aan den thans niet zichtbaren waterstroom een eikenbosch wild schudt de storm de takken, en hijgend buigen de veerkrachtige stam man aan den zoom van het bosch on der het geweld van den wind. 't Is of de aarde zucht Verschillende tafereeltjes voorwaar Beide hebben z'n eigenaardige bekoorlijk heden voor den natuurminnenden wande laar. Wij mogen ze dan ook wel, als eene aangoname afwisseling. Jammer maar, dat, bij onze bewondering er van zich andere schilderijtjes voordoen, schilderijtjes waarop arme, hulpelooze we duwen en weezen gehurkt langs den zoom van het woud zitten, droevig melancoliek starend op 'n duu takkebosje, zoo juist ver zameld W' DANIEL IN DEN LEEUWENKUIL. 't Is een benauwde tijd voor onze arme, hulpbehoevende stumperds. Geen brood Geen hout Zie ze daar zitten, die uitgeteerde we duwe met hare verkleumde kleinen, treurend over den dood van echtgenoot en vader, die tot voor korten tijd den winter uit het harte wist te houden Welk 'u diepe sporen vertoonen zich op dat vaalbleeke gelaat, sporen waarlangs zoo vele tranen van bittere droefheid zijn heen- gerold. Hoe moedeloos en strak staren die oogen niet voor zich uit! Hoe ingevallen zijn die kinderborstjes...! Ja, werkelijk voor de zulken is de win ter een benarde tijd. Hij brengt geeselslag op geeselslag, waar een troostend woord zoo hoog noodig was. Laat ons daaraan eens denken, als we genietend langs de schilderachtige dreven heenwandeleu, en verleenen we hulp, waar die zwijgend zoo luid gevraagd wordt. Eu doen we dat op een kiesche wijzeonge twijfeld krijgen we dan in de schamele hut een tooneel te aanschouwen, heel wat tref fender, dan dat, welk de uieedoogenlooze natuur ons biedt. Wailwükscht Courant, - "V- v VIJF EN TWINTIGSTE HOOFDSTUK. „De gelijkenis met haar was iu ieder geval teer opvallend, maar gij weet toch, dat Barbe- 8ius ons straks zeide dat zij hedenavond met de blinde Alwine musiceeren wilde." Dat i» ook zoo; maar zij heelt uit de cou ranten bepaald vernomen, dat heden de jaar markt geopend wordt en zij kan daarom besloten hebben in de hier verzamelde tenten uavorschin- geu te doen, of zij soms iets van haar geroofd Bauva^6k*ntwoordde niets; de rede, die den schilder voor liet verschijnen van Blauca Monnier op de Place des Thrones aangaf, deed voor hem eeHet° plankier "beide vrienden, in het tegenover Wn staande wassenbeelden-kabinet te treden, «Vrd verijdelt, doordat zij tegen hun wil door Zn buiten gewonen menschendrom naar het cir cus Luco meöegeslecpt werden waar op dit nopenblik de muziek tot opening der voorstelling «cniee stukken speelde. De uit ruwe planken vervaardigde trap aan den ingang der menagerie, boog zich onder het gewicht van de opklimmen- rtP nersonen. Jean en Andreas deden zooals zij het van de andere zagen en traden eveneens de tent van „Signor Luco- binnen. Hebt gij 1 g"ien vroeg Bauvais den schilder. -Wat dan?' Barbesius is reeds binnen, hij beklom zoo Dat6 is zeer goed mogeliik, misschien ontdekt hij' in de menagerie een idéé voor eene nieuwe k,Te°rnauwefüOoPd konden de beide vrienden kAarlies krijgen voor de laatste bank op den eersten rang, nog verder naar voren te gaan »i»ten was geheel onmogelijk, want eene muur van hoofden schouders en armen versperden hun Ja, ah we daaraan denken, dan wordt het ons droef te moede om het hart en vergeten we de wintersche schoonheid in de. haar pracht. 't Wordt nu lastig voor de Eugelschen. De Boeren zijn in Transvaal en Oranje- Vrijstaat en vallen in voortdurend grooter getale in de Kaapkolonie en nu hebben zij geen troepen in Kaap om de indringers te gen te houden of terug te slaan En mochten nu de Engelsche troepen, die op het oogenblik in Transvaal en den Vrijstaat staan, den Boeren in den Kaap worden achternagezonden, dan zou van dezen maat regel het onmiddellijk gevolg zijn een aan vallend optreden van generaal De Wet en Louis Botha, terwijl de nog weifelende Boeren in de Boerenrepublieken, na het aftrekken der Britten naar het zuiden, zich ongetwijfeld bij de commando's zouden voegen. Men moet bovendieu niet vergeten, dat den weg. Daar het inwendige van de tent in- tusschen op de wijze van een amphitheater was gebouwd, zoo konden zij gemakkelijk over de hoofden der voor hen zittenden hunne blikken naar de juist tegenover hen zich bevindende kooien lichten. Zooals de eerste, zoo was ook de tweede rang geheel bezet. Het tooneel was tamelijk smaakvol ingericht. Tamerlan had bij de, met de menagerie overge- nomene materialen, decoratiestukken gevonden uit welke zich gemakkelijk eene rots met een grot liet vormen en deze zoo behendig voor de kooien geplaatst, dat de laatste aan het oog vun den toeschouwer als in duistere spleten gebouwd schenen. De voorstelling werd geopend met de ver- toouing der gedresseerde leeuwen. De beroemde dierentemmer. 11 Signor Luco, begon er mede, dat hij zijne viervoetige kweekelingen over zijne omhoog gehoudene zweep liet springen. Dan reed hij op hunne riiggen door den kooi, stak eindelijk meermalen zijne armen en tot zells zijn hoofd zoo diep in hunne wijdgeopende mailen, dat vele toeschouwers een koude rilling overviel. Een oogenblik later verscheen hij iu een door panters getrokkenen krijgswugen, naast zich de mytholegische Ariadue met een krans van wijnranken om 't hoofd. Deze was geene andere duu dikke Rosalbn, de vrouw vun den dierentemmer, en hij had het voor noodzakelijk geacht, hare „schoonheid* met een weinig blan ketsel te hulp te komen, de rijtuigmenner was in een tijgervel gehuld, hij hield in de eene hand een Thyisus-stuf. in de andere een gouden beker en den straks aangetrokken teugel vol zelfvoldoening boog hij zich gestadig voor de applaudiseerende toeschouwers. Het eerste deel der voorstelling was geëindigd en goed afgeloopen. Den bijval aan het slot er buiten gerekend, had niemand bijzondere belang stelling daarin betoond. Allen verlangden vol spanning naar het begin der aangekondigde groote „Bijbelsche Voorstelling* Daniël in den Leeuwenkuil, De dames hielden hunne Eau de Cologne- fleschjea gereed, en zeUs de mannen verwachtten met zichtbare ontroering het oogenblik dat eer. halpeloos menschelijk wezen zich in het groote gevaar zou begeven, door de wilde diereu ver scheurd te worden. de Kaapkolonie, de Boeieurepublieken, Natal en Basutoland, d. i. het terrein waarover de operatien verdeeld zijn, een oppervlakte van meer dan een millioen vierk. kilometers omvatten. Welke strijdmacht heeft lord Kitchener tot zijn beschikking, om deze reusachtige uitgestrekiheid, die bewoond .vordt door grootendeels vijandig gezinde ingezetenen te bezetten en in toom te houden Van de 250,0')0 man, die Daar Zuid-Afrika gezonden zijn. zijn er door ziekten, gewonden en de kogels der Boeren ongeveer 100,ÜÜ0 buiten staat .gebracht, om aan de operatien deel te nemen. Kitcheuer beschikt dus over hoogstens 150,000 man die uitgeput zijn door de oorlogsvermoeienissen, het klimaat en moedeloosheid. De positie der Britten in Zuid-Afrika is dus op het oogenblik zoo critiek mogeliik. Kitchener heeft naar Kaapstad geseind, dat iedere bereden man onmiddellijk naar het front moet worden gezonden, om een ondoordringbaren ring te trekken rondom de invallers. En men doet te Kaapstad wat men kan De Kaapstadsche handelslui hebben aangeboden een korps van 100 vrij willigers uit te rusten op hun kosten. Vrijdag II. voor den middag hadden reeds 1000 vrij willigers dienst genomen De postadmini stratie heeft een korps van 600 man opge richt, de administratie der spoorwegen een van 500, terwijl andere lichamen eveneens in dezelfde richting werkzaam zijn. Binnen een paar dagen hoopt men opnieuw 400 bereden infanteristen te kunnen uitzenden. De huidige toestand in de Kolonie is in groote trekken aldus De Engelsche kolonels Grenfell en Williams die nog altijd de middelste BoereuGomman do's „achter nazetten", hebben zich te Middelburg met elkaar vereenigd. De Kaap— sche regeering heeft het gemeentebestuur van Kaapstad vergunning gegeven, een korps ter verdediging van de stad op te richten onafhankelijk van «le regeeringstroepen. In het district Murraysberg, grenzende aan Gtaaff Reinet is de staat van beleg afgekon digd. Een groot aantal Kaapsche Hollanders trekken sedert eenige dagen naar het westen, om zich met de invallers te vereenigen. Genei aal Brabant, die door lord Kitcheuer belast is met de leiding der operatien tegen de Boeren in de Kaap, is te Giaaff Reinet. Het heet voorts, dat het doel is, de berg reeks, die door de Karroo loopt, te bezetten. Vele Kolonisten zijn van oordeel, dat de commando's naar het zuiden zijn getrokken om te ontkomen aan de paardenziekte, daar het veld iu de Kolonie goed is wegens de jongste regens. De bergreeks, die bedoeld wordt, zijn de Hexrivierbergeu, waardoor de spoorweg naar Kaapstad loopt en die een strategisch punt van buitengewoon gewicht vormen. Het heidensche Rome had zijn circus, in welke een duizendhoofdige menigte vol wellust den btoedigen Kamp aer gladiutoren beschouwde; bekena is ook de bijna razende voorliefde der Spanjaarden voor de stierengevechten. Men mag gaan waar men wil, overal treft men mensclien aan, die het doodsgevaar, in welke zich een medemensch begeeft, een wilde, dierlijke vreugde bereidt. De bloeddorst de» tijgers spiegelt zich volkomen in de harten van zulke menschen af; de reuk van het bloed schrikt hen niet terug Eensklaps gingen in de tent de gasvlammen uit; slechts eene enkele aan den uitgang ver hoedde, dat de duisternis volkomen was; voor de leeuwenkooi werd een roode gordijn gehangen; een geweldige spanning maakte zich van het publiek meester. Een man verscheen, en plaatste eene ladder zoo, dat dengene, die haar beklom boven aangekomen, zich recht voor de deur va» het huk moest bevinden. Onmiddellijk achter het roode voorhangsel vernam men het heesche snuiven der wilde dieren, ver op den achtergrond vernam men een zacht harpspel. Eindelijk klonk de schel voor de derde maal; het voorhangsel gaat omhoog en de toeschou wers zien Hirk&nor den leeuwen wachter van koning Darius, in het costuura, dat wij reeds vroeger beschreven hebben. Hij vertelt in korte woorden, waarin de „misdaad* van den jonge profeet Daniël en de over hem uitgesproken straf bestaan zal. De leeuwen wachter verbeidt zijn offer, en is bereid, het omlaag te storten in den leeuwenkuil, uit welke nooit een levendige ziel terug keert. Deze voorrede, op declameerenden toon uit gesproken, maakte op het publiek den indruk van eene afschuwelijke ouverture. Allen ver- keeren in koortsachtig spanning en verlangen naar de hoofdhandeling. Eenige harpaccoordon geven hel teeken tot begin. Met eene vlugge beweging opent Hirkanor de deur van den kooi en vat dan met krachtige vuist den aim van eer. kleinen, in het wit gekleeden knaap, wiens gouden haarlokken, onder een sneeuwwit- ten band te voorschijn komen. .Meteen gebiedend gebaar stoot hij Daniël in het hok. Eene vale doodskleur bedekt diens gelaat. Hij zinkt op de knieën en heft in vertwijfeling zijn armen ten hemelmaar geen woord laat zich van zijne bevende lippen hooren. In den Vrijstaat wordt weer gevochten. Sedert eenige dagen wordt onafgebroken te Maseroe (Basoetoland) het gebulder van het kanon gehoord. Men zegt, dat het En gelsche troepen zijn, die generaal De Wet achtervolgen. De Britten zijn in drie colon nes verdeeld, die resp. via Hammonia, Commandonck en Wolmaranshoek oprukken. Te Hammonia maakten de Eugelschen vee, wagens, trekossen en 28 gevangenen buit. Ficksburg is intusschen door de Eugelschen ontruimd en de Britsche bewoners hebben een goed heenkomen gezocht in Basoetoland. Al het graan is uit de stad over de grens gebracht. In Transvaal is het voor zoover be kend vrij rustig. Het heet,, dat de Boeren de bij Helvetia gevangengenomen Eugel schen weder hebben vrijgelaten. Volgens officieele opgaven van het depar tement van oorlog te Londen bedraagt het totaal der verliezen aan Engelsche zijde tot dusver 51,689 man, waarvan '2249 officieren. Daaronder zijn natuurlijk een groot aantal zieken en gewonden, die wel kunnen her stellen maar toch blijft na aftrek van deze het zeer aanzienlijk totaal van 14,880 mar. over, die voor altijd voor het Britsche leger verloren zijn Onder deze laatsten zijn 1570 invaliden, die ongeschikt zijn voor den dienst, 604 officieren en 11.554 man, die in den strijd sneuvelden, 456 man die aan ziekte overleden en nog 7 officieren cn 891 man, die in krijgsgevangenschap. Volgens bericht uit Stunderton hebben enkele Boeren onder hun strijdmakkers exemplaren weten te verdeelen var. de proclamatie van lord Kitchener, waarbij am nestie wordt toegezegd aan de strijders, die zich overgeven. Zij verklaarden, dat gene raal Botha herhaaldelijk te Bethel de Boeren bezworen heeft lot het laatste den strijd vol te houden met de verklaring, dat, zoo zij mochten omkomen, hun kinderen den kamp zouden vervolgen. Generaal Kitchener heelt tusschen Heidelberg en Standerton een burgerwacht geposteerd. Het regent gedu rende enkele dagen hevig en de Vaal wast onrustbarend. Volgens mededeeling van het departement van oorlog is het eerste deta chement militaire wielrijders, alsmede een detachement bereden vrijwilligers naar Piquet- berg, ten noorden van de Hexrivier, vertrokken ter bescherming van de spoorlijnen en zullen er eiken dag versterkingen worden heenge zonden. Erkend wordt dat de groote meei- derheid der bevolking van het district Tulbagh tusschen Piquelberg en Ceres verwant is aau en partij gekozen heeft voor de Boeren terwijl verwacht kan worden, dat de Trans- vaalsche commando's, komende van Fraser— burg en Calvinia, spoedig in de geheele streek heer en meester zullen zijn, indien de Eugelschen de passen niet krachtig weten De onzichtbaren harpspeler speelt verder Een enkele beweging -en de leeuwen staan te zijde van den knaap; zij gaan snuffelend, het bloedgierige oog op hem gericht, om hem heen hunne temmer is er niet, om hun met zijne blikken te magnetiseeren of hun met het wit gloeiend ijzer te dreigen. Luco Tamerlan be vindt zich op dit oogenblik boven op het hok, wuar hij zich den schijn geeft, als 9loot hij den leeuwenkuil en als hing hij het zegel van koning Darius aan het slot. „Kolibriroept hij Henri met korte, znehte woorden toe, „nu aan je rol Spreekt het gebed uit Maar Kolibri ziet niets, hoort niete en weet niets meer; zijn geheugen laat hem in den vreeselijken toestand, waarin hij zich bevindt, in den steek het faalt heiu aan de voor zijn rol noodige koelbloedigheidhij is wederom een zwak, hulpeloos kind geworden, dat schier van angst en schrik vergaat. De monsters staan over hem heengebogen hij kijkt in hunne van bloeddorst fonkelende oogen en voelt hun gloei ende adem op zijne bloedlooze wangen. Daar grijpt een der dieren zijn kleed en buiten zich- zelve van schrik schreeuwt het kind: „Hulp Hulp De dieren merken, dat zij in plaats van een wachter eene buit voor zich hebben Sahara, de grootste der vier leeuwen, verheft een zijner vreeselijkc klauwen, en luat hem zoo zwaar op den schouder van den knaap nedervallen, dat de getroffene lang uit op den vloer wordt uitge strekt. Op dit oogenblik werd het publiek getuige van eene verschrikkelijke scène het gebrul der leeuwen is oorverdoovend het schreeuwen van den knaap werd altijd luiderLuco komt haastig van den kooi af, maar durft het niet te wagen de leeuwen hunne prooi te ontrukken, die zij zich gereed maken te verscheuren. Ontzetting heeft de toeschouwers aangegrepen en uit hun midden stort een bleeke vrouw, met loshangende huren, de armen uitgestrekt, naar voren. In twee sprongen heeft zij de tot de kooi voerende ladder beklommen, zij opent de deur en stort zich midden tusschen de leenwen. Daar valt zij op de knieën, ziet de verschrikte, zelfs ver blufte dieren met sraeekende en vertwijfelings vollen blik aan. Houdt met sidderende handen te verdedigen. Volgens de laatste berichten is een Boe— rencommando op 40 K,M, afstand van Fra- serburg aangekomen na de telegrafische ver bindingen verbroken te hebben. Volgens een nog niet bevestigd bericht van kaffers trokken een 100 man door het district Clanwilliam, zich bewegende in de richting van Malmesbury. Het is onzeker, of het republikeinen of plaatselijke boeren zijn. Kitchener seinde Zondag uit Pretoria Ko'onel Babington heeft bij Nauwpoort, in de Zuid-Afrikaansche Republiek, gevochten met de commando's van de la Rey en Steenkamp. De Boeren waren gedwongen in N. W. richting af te trekken. Ik heb DOg geen opgaaf gekregen van de verliezen van de Eugelschen. Dokters van de Boeren erkennen dat dezen twintig dooden en ge wonden hebben verloren. Commandant Dupreez is als gevangene te Heilbron aangekomen. Gewonden melden dat een afdeeling van 130 man die bij Knox behoorde, in de buurt van Lindley met een sterker aantal Boeren in gevecht is geraakt. Overste Laing, twee andere officieren en vijftien man zijn ge sneuveld, twee officieren en twintig man gewond. De Daily Mail verneemt uit Kaapslad, dat 200 Boeren, die zich afgescheiden hebben van het commando dat naar Fraserburg op rukte, zich beweegt in de richting van Grijs- pasengte, dicht bij Piketberg, dat op 80 K. M. van Kaapstad ligt Men maakt daaruit op. dat Kaapsche opstandelingen de invallers leiden. Een nieuw commando is de Oranjerivier overgetrokken, in de richting van Jamestown (ten noorden van Dordrecht). De militaire overheid koopt alle paarden op, en laat ze in beslag uemen als de boeren ze niet willen verkoopen, maar uit Clanwil liam ten zuiden van Calvinia heeft de over heid de boodschap gekregen dat de bevol king haar paarden niet laat commandecreo, en de militairen tart, ze te halen. De voornaamste Afrikaners zeggen dat hun partij de wapening van de Engelschge- zinden als een uitdaging opvatten. Onlangs heeft de zoogenaamde Boerenjunta te Kaap stad een reis gemaakt door de westelijke provinciën, hetgeen, naar 't heet, de on middellijke afkondiging van den staat vau beleg te Kaapstad wettigt. De Boeren zijn op Nieuwjaardag ouder de la Rey, Steenkamp en Boshof in sterken getale in de buurt van de Bnffelspoort ver schenen. Hun aantal wordt op vijfduizend geschat. Toen de kolonne van Paget en andere kolonnes uitrukten om hen om te trekken en af te snijden, trokken zij af. De meerderheid is door den Breednek gegaan. Het schijnt zeker dat de Boeren in de de bloeddorstige monsters van het kind af en sloot de scherpe klauwen met hare voeten terug. Zij spreekt niet. Zij schreeuwt niet; zij wringt zich heen en weer tusschen eer. groep reusachtige lichamen; zij trekt met onbeschrijfelijke gerust heid het kind naar zich toe en verschijnt eindelijk met zegeprulenden blik, den in onmacht geval lenen knaap in de armen houdend, op dendreuj- pe' van het hok. Juist op dit oogenblik storten <le wilde dieren haar na, het is te laat; de deur van het hok valt toeeen hoogeren Wil had moeder en kind voor het vreeselijkste, voor het ontzettendste bewaard „Mijn kind.... I« roept de vrouw uit, „het is mijn kind!' De opgewondenheid van het publiek had haar toppunt bereikt, Een kreet van vreugde ont snapte aan ieders roor.d, die getuigen geweest waren van dit zoo ontzettend schouwspel. Luid jubelde men deze moeder toe, want men had terstond den geheelen samenhang geraden. De vrouwen en kinderen weenden, en zelfs vele mannen zag men het aan, dnt zij met moeite tegen het uitbreken van een tranenvloed streden Allen verdrongen zich in de nabijheid der jonge moeder, die. op den vloer knielend, met onaf gewende blikken haar schijnbaar levenloos kind beschouwde. Zij betastte zijne ledematen geene wonden geen bloed geen gevaar 1 Henri I* riep zij, over hem heengebogen. IIcnri, ik ben het, ik mijn engel; uwe moeder van wie de ellendelingen u ontroofd hebben. Gij' zijt toch niet dood, mijn lieve Hem i Antwoordt mij, mijn lievelingl" terwijl de jonge moeder tevergeefsche pogin gen aanwendde, om hem tot het leven terug te roepen, naderde haar een akelig, bulterig mensch met stoppelig haar. Het was Barbesius. Een tijd lang beschouwde hij het kind, nam het toen in zijne urmen, drukte de moeder een reukfleschje in de huud en zeide met. zacloe stem „Vrees niets, mevrouw Blanca, hij opent de oogen (Wordt vervolgd).

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1901 | | pagina 1