Nummer 3.
Donderdag 10 Januari 1901.
24e Jaargang
i
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
De Zuid-Afrikaansche oorlog.
ANTOON TIELEN,
Weest Milddadig.
De valsche Baron.
z S FEUILLETON
Uitgever:
Dit Blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond.
A b o n n e in e n t s p r ij s per 3 maanden f 0.75.
Franco per post door het geheele rijk f 0.90.
Brieveningezonden stukkengelden enz., franco te zenden aan den
Uitgever.
WAAL WIJ K.
Advertentiën 17 regels f 0.00 daarboven 8 cent per regel, groote
letters naar plaatsruimte. Advertentiën Smaal ter plaatsing opgegeven,
worden 2manl berekend. Voor'plaatsing van een groot aantal regels en
advertenties bij abonnement worden speciale, zeer voordeelige contracten
gesloten. Reclames 15 cent per regel.
Wie schildert de stille beloovering, de
fijn zilverige pracht van een besneeuwd
boschlandschap op een fraaien licht bene
velden wintermorgen, als de zon juist kracht
genoeg heeft om den hemel met een licht
gouden gloed te doortintelen en over den
stillen sneeuwtooi van het woud een warm,
donzig waas te werpen
Het geestig spel van het bleeke winter
zonnetje tusschen het grillige wit, waarmee
takken en twijgen tot in de kleinste puntjes
zijn afgezet, het mollige van het sneeuwta
pijt, dat den weg bedekt, en vooral de teere
nevel, die als een gazen gordijn het ver
schiet afsluit, zijn zoovele bekoorlijkheden,
welke een winterlandschap ons aanbiedt.
't Is of de aarde lacht
Huilend giert de noordenwind over de
onafzienbare vlakte en woelt de sneeuw op,
zoodat ze nu eens tot de toppen der heu
velen opwarrelt en dan weer in de laagten
neergezweept wordt, hier opgehoopt, en daar
weggeveegd, gestadige wisseling brengend
in het overigens zoo doode landschap.
In een diepe, dalvortnige uitsnijding ligt
aan den thans niet zichtbaren waterstroom
een eikenbosch wild schudt de storm de
takken, en hijgend buigen de veerkrachtige
stam man aan den zoom van het bosch on
der het geweld van den wind.
't Is of de aarde zucht
Verschillende tafereeltjes voorwaar
Beide hebben z'n eigenaardige bekoorlijk
heden voor den natuurminnenden wande
laar.
Wij mogen ze dan ook wel, als eene
aangoname afwisseling.
Jammer maar, dat, bij onze bewondering
er van zich andere schilderijtjes voordoen,
schilderijtjes waarop arme, hulpelooze we
duwen en weezen gehurkt langs den zoom
van het woud zitten, droevig melancoliek
starend op 'n duu takkebosje, zoo juist ver
zameld
W'
DANIEL IN DEN LEEUWENKUIL.
't Is een benauwde tijd voor onze arme,
hulpbehoevende stumperds.
Geen brood Geen hout
Zie ze daar zitten, die uitgeteerde we
duwe met hare verkleumde kleinen, treurend
over den dood van echtgenoot en vader, die
tot voor korten tijd den winter uit het
harte wist te houden
Welk 'u diepe sporen vertoonen zich op
dat vaalbleeke gelaat, sporen waarlangs zoo
vele tranen van bittere droefheid zijn heen-
gerold.
Hoe moedeloos en strak staren die oogen
niet voor zich uit!
Hoe ingevallen zijn die kinderborstjes...!
Ja, werkelijk voor de zulken is de win
ter een benarde tijd.
Hij brengt geeselslag op geeselslag, waar
een troostend woord zoo hoog noodig was.
Laat ons daaraan eens denken, als we
genietend langs de schilderachtige dreven
heenwandeleu, en verleenen we hulp, waar
die zwijgend zoo luid gevraagd wordt. Eu
doen we dat op een kiesche wijzeonge
twijfeld krijgen we dan in de schamele hut
een tooneel te aanschouwen, heel wat tref
fender, dan dat, welk de uieedoogenlooze
natuur ons biedt.
Wailwükscht
Courant,
- "V- v
VIJF EN TWINTIGSTE HOOFDSTUK.
„De gelijkenis met haar was iu ieder geval
teer opvallend, maar gij weet toch, dat Barbe-
8ius ons straks zeide dat zij hedenavond met de
blinde Alwine musiceeren wilde."
Dat i» ook zoo; maar zij heelt uit de cou
ranten bepaald vernomen, dat heden de jaar
markt geopend wordt en zij kan daarom besloten
hebben in de hier verzamelde tenten uavorschin-
geu te doen, of zij soms iets van haar geroofd
Bauva^6k*ntwoordde niets; de rede, die den
schilder voor liet verschijnen van Blauca Monnier
op de Place des Thrones aangaf, deed voor hem
eeHet° plankier "beide vrienden, in het tegenover
Wn staande wassenbeelden-kabinet te treden,
«Vrd verijdelt, doordat zij tegen hun wil door
Zn buiten gewonen menschendrom naar het cir
cus Luco meöegeslecpt werden waar op dit
nopenblik de muziek tot opening der voorstelling
«cniee stukken speelde. De uit ruwe planken
vervaardigde trap aan den ingang der menagerie,
boog zich onder het gewicht van de opklimmen-
rtP nersonen. Jean en Andreas deden zooals zij
het van de andere zagen en traden eveneens de
tent van „Signor Luco- binnen.
Hebt gij 1 g"ien vroeg Bauvais den
schilder.
-Wat dan?'
Barbesius is reeds binnen, hij beklom zoo
Dat6 is zeer goed mogeliik, misschien ontdekt
hij' in de menagerie een idéé voor eene nieuwe
k,Te°rnauwefüOoPd konden de beide vrienden
kAarlies krijgen voor de laatste bank op den
eersten rang, nog verder naar voren te gaan
»i»ten was geheel onmogelijk, want eene muur
van hoofden schouders en armen versperden hun
Ja, ah we daaraan denken, dan wordt
het ons droef te moede om het hart en
vergeten we de wintersche schoonheid in de.
haar pracht.
't Wordt nu lastig voor de Eugelschen.
De Boeren zijn in Transvaal en Oranje-
Vrijstaat en vallen in voortdurend grooter
getale in de Kaapkolonie en nu hebben zij
geen troepen in Kaap om de indringers te
gen te houden of terug te slaan
En mochten nu de Engelsche troepen, die op
het oogenblik in Transvaal en den Vrijstaat
staan, den Boeren in den Kaap worden
achternagezonden, dan zou van dezen maat
regel het onmiddellijk gevolg zijn een aan
vallend optreden van generaal De Wet en
Louis Botha, terwijl de nog weifelende Boeren
in de Boerenrepublieken, na het aftrekken
der Britten naar het zuiden, zich ongetwijfeld
bij de commando's zouden voegen.
Men moet bovendieu niet vergeten, dat
den weg. Daar het inwendige van de tent in-
tusschen op de wijze van een amphitheater was
gebouwd, zoo konden zij gemakkelijk over de
hoofden der voor hen zittenden hunne blikken
naar de juist tegenover hen zich bevindende
kooien lichten. Zooals de eerste, zoo was ook
de tweede rang geheel bezet.
Het tooneel was tamelijk smaakvol ingericht.
Tamerlan had bij de, met de menagerie overge-
nomene materialen, decoratiestukken gevonden
uit welke zich gemakkelijk eene rots met een
grot liet vormen en deze zoo behendig voor de
kooien geplaatst, dat de laatste aan het oog vun
den toeschouwer als in duistere spleten gebouwd
schenen.
De voorstelling werd geopend met de ver-
toouing der gedresseerde leeuwen. De beroemde
dierentemmer. 11 Signor Luco, begon er mede,
dat hij zijne viervoetige kweekelingen over zijne
omhoog gehoudene zweep liet springen. Dan
reed hij op hunne riiggen door den kooi, stak
eindelijk meermalen zijne armen en tot zells
zijn hoofd zoo diep in hunne wijdgeopende
mailen, dat vele toeschouwers een koude rilling
overviel. Een oogenblik later verscheen hij iu
een door panters getrokkenen krijgswugen, naast
zich de mytholegische Ariadue met een krans
van wijnranken om 't hoofd. Deze was geene
andere duu dikke Rosalbn, de vrouw vun den
dierentemmer, en hij had het voor noodzakelijk
geacht, hare „schoonheid* met een weinig blan
ketsel te hulp te komen, de rijtuigmenner was
in een tijgervel gehuld, hij hield in de eene
hand een Thyisus-stuf. in de andere een gouden
beker en den straks aangetrokken teugel vol
zelfvoldoening boog hij zich gestadig voor de
applaudiseerende toeschouwers.
Het eerste deel der voorstelling was geëindigd
en goed afgeloopen. Den bijval aan het slot er
buiten gerekend, had niemand bijzondere belang
stelling daarin betoond. Allen verlangden vol
spanning naar het begin der aangekondigde
groote „Bijbelsche Voorstelling* Daniël in den
Leeuwenkuil,
De dames hielden hunne Eau de Cologne-
fleschjea gereed, en zeUs de mannen verwachtten
met zichtbare ontroering het oogenblik dat eer.
halpeloos menschelijk wezen zich in het groote
gevaar zou begeven, door de wilde diereu ver
scheurd te worden.
de Kaapkolonie, de Boeieurepublieken, Natal
en Basutoland, d. i. het terrein waarover
de operatien verdeeld zijn, een oppervlakte
van meer dan een millioen vierk. kilometers
omvatten. Welke strijdmacht heeft lord
Kitchener tot zijn beschikking, om deze
reusachtige uitgestrekiheid, die bewoond .vordt
door grootendeels vijandig gezinde ingezetenen
te bezetten en in toom te houden Van de
250,0')0 man, die Daar Zuid-Afrika gezonden
zijn. zijn er door ziekten, gewonden en de
kogels der Boeren ongeveer 100,ÜÜ0 buiten
staat .gebracht, om aan de operatien deel
te nemen. Kitcheuer beschikt dus over
hoogstens 150,000 man die uitgeput zijn
door de oorlogsvermoeienissen, het klimaat
en moedeloosheid.
De positie der Britten in Zuid-Afrika is
dus op het oogenblik zoo critiek mogeliik.
Kitchener heeft naar Kaapstad geseind,
dat iedere bereden man onmiddellijk naar
het front moet worden gezonden, om een
ondoordringbaren ring te trekken rondom de
invallers. En men doet te Kaapstad wat
men kan De Kaapstadsche handelslui
hebben aangeboden een korps van 100 vrij
willigers uit te rusten op hun kosten. Vrijdag
II. voor den middag hadden reeds 1000 vrij
willigers dienst genomen De postadmini
stratie heeft een korps van 600 man opge
richt, de administratie der spoorwegen een
van 500, terwijl andere lichamen eveneens
in dezelfde richting werkzaam zijn. Binnen
een paar dagen hoopt men opnieuw 400
bereden infanteristen te kunnen uitzenden.
De huidige toestand in de Kolonie is in
groote trekken aldus
De Engelsche kolonels Grenfell en Williams
die nog altijd de middelste BoereuGomman
do's „achter nazetten", hebben zich te
Middelburg met elkaar vereenigd. De Kaap—
sche regeering heeft het gemeentebestuur
van Kaapstad vergunning gegeven, een korps
ter verdediging van de stad op te richten
onafhankelijk van «le regeeringstroepen. In
het district Murraysberg, grenzende aan
Gtaaff Reinet is de staat van beleg afgekon
digd. Een groot aantal Kaapsche Hollanders
trekken sedert eenige dagen naar het westen,
om zich met de invallers te vereenigen.
Genei aal Brabant, die door lord Kitcheuer
belast is met de leiding der operatien tegen
de Boeren in de Kaap, is te Giaaff Reinet.
Het heet voorts, dat het doel is, de berg
reeks, die door de Karroo loopt, te bezetten.
Vele Kolonisten zijn van oordeel, dat de
commando's naar het zuiden zijn getrokken
om te ontkomen aan de paardenziekte, daar
het veld iu de Kolonie goed is wegens de
jongste regens.
De bergreeks, die bedoeld wordt, zijn de
Hexrivierbergeu, waardoor de spoorweg naar
Kaapstad loopt en die een strategisch punt
van buitengewoon gewicht vormen.
Het heidensche Rome had zijn circus, in welke
een duizendhoofdige menigte vol wellust den
btoedigen Kamp aer gladiutoren beschouwde;
bekena is ook de bijna razende voorliefde der
Spanjaarden voor de stierengevechten. Men mag
gaan waar men wil, overal treft men mensclien
aan, die het doodsgevaar, in welke zich een
medemensch begeeft, een wilde, dierlijke vreugde
bereidt. De bloeddorst de» tijgers spiegelt zich
volkomen in de harten van zulke menschen af;
de reuk van het bloed schrikt hen niet terug
Eensklaps gingen in de tent de gasvlammen
uit; slechts eene enkele aan den uitgang ver
hoedde, dat de duisternis volkomen was; voor
de leeuwenkooi werd een roode gordijn gehangen;
een geweldige spanning maakte zich van het
publiek meester. Een man verscheen, en plaatste
eene ladder zoo, dat dengene, die haar beklom
boven aangekomen, zich recht voor de deur va»
het huk moest bevinden. Onmiddellijk achter
het roode voorhangsel vernam men het heesche
snuiven der wilde dieren, ver op den achtergrond
vernam men een zacht harpspel.
Eindelijk klonk de schel voor de derde maal;
het voorhangsel gaat omhoog en de toeschou
wers zien Hirk&nor den leeuwen wachter van
koning Darius, in het costuura, dat wij reeds
vroeger beschreven hebben. Hij vertelt in korte
woorden, waarin de „misdaad* van den jonge
profeet Daniël en de over hem uitgesproken straf
bestaan zal. De leeuwen wachter verbeidt zijn
offer, en is bereid, het omlaag te storten in den
leeuwenkuil, uit welke nooit een levendige ziel
terug keert.
Deze voorrede, op declameerenden toon uit
gesproken, maakte op het publiek den indruk
van eene afschuwelijke ouverture. Allen ver-
keeren in koortsachtig spanning en verlangen
naar de hoofdhandeling. Eenige harpaccoordon
geven hel teeken tot begin. Met eene vlugge
beweging opent Hirkanor de deur van den
kooi en vat dan met krachtige vuist den aim
van eer. kleinen, in het wit gekleeden knaap,
wiens gouden haarlokken, onder een sneeuwwit-
ten band te voorschijn komen. .Meteen gebiedend
gebaar stoot hij Daniël in het hok. Eene vale
doodskleur bedekt diens gelaat. Hij zinkt op de
knieën en heft in vertwijfeling zijn armen ten
hemelmaar geen woord laat zich van zijne
bevende lippen hooren.
In den Vrijstaat wordt weer gevochten.
Sedert eenige dagen wordt onafgebroken
te Maseroe (Basoetoland) het gebulder van
het kanon gehoord. Men zegt, dat het En
gelsche troepen zijn, die generaal De Wet
achtervolgen. De Britten zijn in drie colon
nes verdeeld, die resp. via Hammonia,
Commandonck en Wolmaranshoek oprukken.
Te Hammonia maakten de Eugelschen vee,
wagens, trekossen en 28 gevangenen buit.
Ficksburg is intusschen door de Eugelschen
ontruimd en de Britsche bewoners hebben
een goed heenkomen gezocht in Basoetoland.
Al het graan is uit de stad over de grens
gebracht.
In Transvaal is het voor zoover be
kend vrij rustig. Het heet,, dat de Boeren
de bij Helvetia gevangengenomen Eugel
schen weder hebben vrijgelaten.
Volgens officieele opgaven van het depar
tement van oorlog te Londen bedraagt het
totaal der verliezen aan Engelsche zijde tot
dusver 51,689 man, waarvan '2249 officieren.
Daaronder zijn natuurlijk een groot aantal
zieken en gewonden, die wel kunnen her
stellen maar toch blijft na aftrek van deze
het zeer aanzienlijk totaal van 14,880 mar.
over, die voor altijd voor het Britsche leger
verloren zijn Onder deze laatsten zijn
1570 invaliden, die ongeschikt zijn voor den
dienst, 604 officieren en 11.554 man, die in
den strijd sneuvelden, 456 man die aan
ziekte overleden en nog 7 officieren cn 891
man, die in krijgsgevangenschap.
Volgens bericht uit Stunderton hebben
enkele Boeren onder hun strijdmakkers
exemplaren weten te verdeelen var. de
proclamatie van lord Kitchener, waarbij am
nestie wordt toegezegd aan de strijders, die
zich overgeven. Zij verklaarden, dat gene
raal Botha herhaaldelijk te Bethel de Boeren
bezworen heeft lot het laatste den strijd vol
te houden met de verklaring, dat, zoo zij
mochten omkomen, hun kinderen den kamp
zouden vervolgen. Generaal Kitchener heelt
tusschen Heidelberg en Standerton een
burgerwacht geposteerd. Het regent gedu
rende enkele dagen hevig en de Vaal wast
onrustbarend. Volgens mededeeling van het
departement van oorlog is het eerste deta
chement militaire wielrijders, alsmede een
detachement bereden vrijwilligers naar Piquet-
berg, ten noorden van de Hexrivier, vertrokken
ter bescherming van de spoorlijnen en zullen
er eiken dag versterkingen worden heenge
zonden. Erkend wordt dat de groote meei-
derheid der bevolking van het district Tulbagh
tusschen Piquelberg en Ceres verwant is
aau en partij gekozen heeft voor de Boeren
terwijl verwacht kan worden, dat de Trans-
vaalsche commando's, komende van Fraser—
burg en Calvinia, spoedig in de geheele
streek heer en meester zullen zijn, indien de
Eugelschen de passen niet krachtig weten
De onzichtbaren harpspeler speelt verder
Een enkele beweging -en de leeuwen staan te
zijde van den knaap; zij gaan snuffelend, het
bloedgierige oog op hem gericht, om hem heen
hunne temmer is er niet, om hun met zijne
blikken te magnetiseeren of hun met het wit
gloeiend ijzer te dreigen. Luco Tamerlan be
vindt zich op dit oogenblik boven op het hok,
wuar hij zich den schijn geeft, als 9loot hij den
leeuwenkuil en als hing hij het zegel van koning
Darius aan het slot.
„Kolibriroept hij Henri met korte, znehte
woorden toe, „nu aan je rol Spreekt het gebed
uit
Maar Kolibri ziet niets, hoort niete en weet
niets meer; zijn geheugen laat hem in den
vreeselijken toestand, waarin hij zich bevindt, in
den steek het faalt heiu aan de voor zijn rol
noodige koelbloedigheidhij is wederom een
zwak, hulpeloos kind geworden, dat schier van
angst en schrik vergaat. De monsters staan
over hem heengebogen hij kijkt in hunne van
bloeddorst fonkelende oogen en voelt hun gloei
ende adem op zijne bloedlooze wangen. Daar
grijpt een der dieren zijn kleed en buiten zich-
zelve van schrik schreeuwt het kind:
„Hulp Hulp
De dieren merken, dat zij in plaats van een
wachter eene buit voor zich hebben Sahara, de
grootste der vier leeuwen, verheft een zijner
vreeselijkc klauwen, en luat hem zoo zwaar op
den schouder van den knaap nedervallen, dat de
getroffene lang uit op den vloer wordt uitge
strekt.
Op dit oogenblik werd het publiek getuige
van eene verschrikkelijke scène het gebrul der
leeuwen is oorverdoovend het schreeuwen van
den knaap werd altijd luiderLuco komt haastig
van den kooi af, maar durft het niet te wagen
de leeuwen hunne prooi te ontrukken, die zij
zich gereed maken te verscheuren. Ontzetting
heeft de toeschouwers aangegrepen en uit hun
midden stort een bleeke vrouw, met loshangende
huren, de armen uitgestrekt, naar voren. In
twee sprongen heeft zij de tot de kooi voerende
ladder beklommen, zij opent de deur en stort
zich midden tusschen de leenwen. Daar valt
zij op de knieën, ziet de verschrikte, zelfs ver
blufte dieren met sraeekende en vertwijfelings
vollen blik aan. Houdt met sidderende handen
te verdedigen.
Volgens de laatste berichten is een Boe—
rencommando op 40 K,M, afstand van Fra-
serburg aangekomen na de telegrafische ver
bindingen verbroken te hebben.
Volgens een nog niet bevestigd bericht
van kaffers trokken een 100 man door het
district Clanwilliam, zich bewegende in de
richting van Malmesbury. Het is onzeker,
of het republikeinen of plaatselijke boeren
zijn.
Kitchener seinde Zondag uit Pretoria
Ko'onel Babington heeft bij Nauwpoort, in
de Zuid-Afrikaansche Republiek, gevochten
met de commando's van de la Rey en
Steenkamp. De Boeren waren gedwongen
in N. W. richting af te trekken. Ik heb
DOg geen opgaaf gekregen van de verliezen
van de Eugelschen. Dokters van de Boeren
erkennen dat dezen twintig dooden en ge
wonden hebben verloren.
Commandant Dupreez is als gevangene te
Heilbron aangekomen.
Gewonden melden dat een afdeeling van
130 man die bij Knox behoorde, in de buurt
van Lindley met een sterker aantal Boeren
in gevecht is geraakt. Overste Laing, twee
andere officieren en vijftien man zijn ge
sneuveld, twee officieren en twintig man
gewond.
De Daily Mail verneemt uit Kaapslad, dat
200 Boeren, die zich afgescheiden hebben
van het commando dat naar Fraserburg op
rukte, zich beweegt in de richting van Grijs-
pasengte, dicht bij Piketberg, dat op 80
K. M. van Kaapstad ligt Men maakt
daaruit op. dat Kaapsche opstandelingen de
invallers leiden. Een nieuw commando is
de Oranjerivier overgetrokken, in de richting
van Jamestown (ten noorden van Dordrecht).
De militaire overheid koopt alle paarden
op, en laat ze in beslag uemen als de boeren
ze niet willen verkoopen, maar uit Clanwil
liam ten zuiden van Calvinia heeft de over
heid de boodschap gekregen dat de bevol
king haar paarden niet laat commandecreo,
en de militairen tart, ze te halen.
De voornaamste Afrikaners zeggen dat
hun partij de wapening van de Engelschge-
zinden als een uitdaging opvatten. Onlangs
heeft de zoogenaamde Boerenjunta te Kaap
stad een reis gemaakt door de westelijke
provinciën, hetgeen, naar 't heet, de on
middellijke afkondiging van den staat vau
beleg te Kaapstad wettigt.
De Boeren zijn op Nieuwjaardag ouder de
la Rey, Steenkamp en Boshof in sterken
getale in de buurt van de Bnffelspoort ver
schenen. Hun aantal wordt op vijfduizend
geschat. Toen de kolonne van Paget en
andere kolonnes uitrukten om hen om te
trekken en af te snijden, trokken zij af. De
meerderheid is door den Breednek gegaan.
Het schijnt zeker dat de Boeren in de
de bloeddorstige monsters van het kind af en
sloot de scherpe klauwen met hare voeten terug.
Zij spreekt niet. Zij schreeuwt niet; zij wringt
zich heen en weer tusschen eer. groep reusachtige
lichamen; zij trekt met onbeschrijfelijke gerust
heid het kind naar zich toe en verschijnt eindelijk
met zegeprulenden blik, den in onmacht geval
lenen knaap in de armen houdend, op dendreuj-
pe' van het hok. Juist op dit oogenblik storten
<le wilde dieren haar na, het is te laat; de deur
van het hok valt toeeen hoogeren Wil had
moeder en kind voor het vreeselijkste, voor het
ontzettendste bewaard
„Mijn kind.... I« roept de vrouw uit, „het is
mijn kind!'
De opgewondenheid van het publiek had haar
toppunt bereikt, Een kreet van vreugde ont
snapte aan ieders roor.d, die getuigen geweest
waren van dit zoo ontzettend schouwspel. Luid
jubelde men deze moeder toe, want men had
terstond den geheelen samenhang geraden. De
vrouwen en kinderen weenden, en zelfs vele
mannen zag men het aan, dnt zij met moeite
tegen het uitbreken van een tranenvloed streden
Allen verdrongen zich in de nabijheid der jonge
moeder, die. op den vloer knielend, met onaf
gewende blikken haar schijnbaar levenloos kind
beschouwde. Zij betastte zijne ledematen geene
wonden geen bloed geen gevaar 1
Henri I* riep zij, over hem heengebogen.
IIcnri, ik ben het, ik mijn engel; uwe moeder
van wie de ellendelingen u ontroofd hebben. Gij'
zijt toch niet dood, mijn lieve Hem i Antwoordt
mij, mijn lievelingl"
terwijl de jonge moeder tevergeefsche pogin
gen aanwendde, om hem tot het leven terug te
roepen, naderde haar een akelig, bulterig mensch
met stoppelig haar. Het was Barbesius.
Een tijd lang beschouwde hij het kind, nam
het toen in zijne urmen, drukte de moeder een
reukfleschje in de huud en zeide met. zacloe
stem
„Vrees niets, mevrouw Blanca, hij opent de
oogen
(Wordt vervolgd).