Zaterdag 2 Februari 1901. brieven VAN binnenland. UITVOERINGEN. Den Eerw. Pater Andr. Zijlmans. Tweede Be Me van het Zuiden. NIEUWKUIK. Concert te geven door de Liedertafel „Oefening baait Kunst", Onsenoord en Nieuwkuik, op Maandag 4 Februari 1901, ten huize van den heer O. de Bont. (Zie Programma's.) EETHEN. Groot concert te geven door de Fanfare „Kunst en Vriendschap", van Meeuwen, bij gelegenheid van het Huwelijk van H. M. Koningin Wilhelmina met Hertog Hendrik van Mecklenburg, in de zaal van den heer G. de Jong. (Zie Programma's.) WAALWIJK, 1 Februari 1901. Aanbesteding Havenwerken. Uitslag der door het Gemeentebestuur van Waalwijk den 31 Jan. 1901 gehouden aanbesteding van de verbeteringswerken aan de haven. C. Blijlevens te Made, le perceel f 3578 G. v. Dijck te Waalwijk, massa - 15900 Th. Blijlevens Az. te Made, le perceel - 3750 massa - 19990 C. Slagmolen te Wijk, massa -13400 A. G. Valken Pz., Sliedrccht 2e per ceel - 7860 massa - 13400 H. Kanters, Raamsdonk, 2e perceel - 7794 C. Michaël te Capelle, massa -12913 J. Broekhuizen, Barendrecht massa - 13495 L. Brant, Giessendam, massa - 17450 A. Struij, Utrecht, le perceel - 7028 2e perceel - 12650 J. M Gruijters, Orthen, massa -11500 C. N. Smits, Sprang, massa - 12989 M. Visser, Druneu, massa - 1044-7" J. Kamsteeg, Giessendam, massa - 15397 Th. Rovers te Made, le perceel - 4236 buitengewoon Concert. Op Zondag 17 Februari a. s. zal de operette-vereenigingT.A. V.E.N.U van Waal wijk en Besoijen een buitengewoon concert geven in de zaal Musis Sacrum. Velen onzer ingezetenen zullen het op treden dezer jeugdige vereeniging, die bij verschillende concerten der Liedertafel, reeds zoovele blijken heeft gegeven wat zij vermag, met vreugde begroeten. Gaan wij het programma na, dan zien we dat het bij uitstek gekozen nummers bevat o. a. „Incognito", dat geheel zal worden uitgevoerd in costumes uit de 17e eeuw, geleverd door de. bekende firma Mulder te Utrechtverder „Bede voor Transvaal", „De Visschersbruid", „Lohen- grins Verklaring" enz. Het belooft dus werkelijk een buitengewoon concert te zijn. Het* entrée is niet te hoog genomen en daarom verwachten wij een zeer druk be zoek, tevens als een bewijs, dat men het pogen dezer jeugdige operette-vereeniging, die zulke krachten bevat, waardeert. St. Paulusvereeniging. De beide feestavonden, den leden der St. Paulusvereeniging aangeboden, zijn uit- van Zoo had de kloeke Missionaris des Za terdags 17 Sept. 1898 dan afsóheid ge nomen van al wat hem het naaste aan het hart lag, van alles wat hem dierbaar heette. Het offer was den jeugdigen zoon zwaar gevallen. Men begrijpt het, zulk oogenblik is voor eene oprechte ziel dieppijnlijk. Maar God wil het!.... Wij moeten ons hier te binnen brengen de woorden van Christus als gij vader of moeder meer bemint, dan mij, zijt gij mijner niet waardig,", en elders „ik kom geen vrede brengen maar verdeeldheid, de vader zal tegen den zoon verdeeld zijn enz." Hoe drukker hem het leven was in de laatste dagen en vooral nog zooeven in de laatste oogenblikken, des te stiller is het hem nu. Hij hoort slechts het regelmatig ge stommel van den trein, die met onweer staanbare reuzenkracht voortbliksemtver der alles stilte, 't Is die stilte, welke den mensch geheel en al geheimzinnig aandoet en hem in hoog ernstige spanning brengt op verhevene en zieltreffende oogenblikken, die ieder mensch tusschenbeide in zijn le ven doorleeft. Wat vele afwisselende gedachten door woelen en vermoeien dat jeugdig hoofd, hetwelk zich nauwelijks rekenschap kan geven van het gebeurde. Is het dan wer kelijkheid of een droom De eenige lichtstraal in die akelig zwarte cn rfomo^d'tomming is God, dien uitstekend geslaagd. Naar men ons verder mededeelt zal het huwelijk van II. M. de Koningin met Hertog Hendrik door de leden der St. Paulusvereeniging op den dag zelf, op de zaal feestelijk worden her dacht. Huwelijksfeesten. Nog hooren we niets van een of andere feestelijkheid in Waalwijk op de a. s. heugelijke, blijde dagen. De tijd dringtWaalwijkers denkt hierop Huwelijk der Koningin. De ontvangst van Hertog Hendrik in Den Haag. In Oldenzaal is Hertog Hendrik officieel ontvangen door den commissaris der Ko ningin, den generaal-commandant van de afdeeling, den burgemeester, de leden vau den gemeenteraad en andere autoriteiten. Mevrouw Vos de Wael, echtgenoote van den burgemeester, bood persoonlijk een prachtig bloemstuk met linten in de nati onale en oranjekleuren aan, dat de Hertog minzaam aanvaardde. Z.H. inspecteerde de op het station opgestelde eerewacht der schutterij, terwijl een muziekkorps nationale liederen liet hooren. Een bijzonder groote menigte was op het perron tegenwoordig die telkens een hartelijk gejuich aanhief. Te Arnhem was het perron opgepropt met menschen, die voortdurend luide juichten, hoewel de Hertog daar niet uit den waggon is gegaan, maar voor het raam van het salonrijtuig salueerde. Zijne Hoogheid is niet rechtstreeks uit Schwerin gekomen, doch to Bremen in dezen trein gestapt, komende van den groot-hertog en de groot-hertogin van Oldenburg. De Hertog was vergezeld door graaf Hahn, hofmaarschalk van den hertog-regent van Mecklenburg-Schwerin, en door den vleugel adjudant van den hertog-regent von Behr, voorts door den heer von Engel, benoemd secretaris van Hertog Hendrik, en door prof. dr. E. J. L. Kramer. Te Osnnbrück is een uur vertoefd en daar het diner gebruikt. Te Oldenzaal is de benoemde adjudant, de heer Zegers-Rijser, in den trein geko men. Op de meest offlcieele wijze is de brui- d, gom van de Koningin, in de residentie terugkeerende, aan het station van aankomst ontvangen. Het was in den koninklijken wachtsalon van het Staatsspoorstation een geflonker van goud op de vele ambtsgewaden en uniformen der heeren van Hare Majesteits Hofhouding en der autoriteiten, die Zijne Hoogheid Hertog Hendrik kwamen begroeten. In de eerste plaats zij uit dien kring genoemd Harer Majesteit's grootmeester-ho norair, baron du Tour van Bellinchave, die van H M. de opdracht had bekomen den Hertog, namens Haar, bij Zijn aankomst te complimenteeren. Voorts waren aanwezig alle groot-officieren van Harer Majesteit's Huis, alle ministers, hoofden van de departementen van algemeen bestuur, de Commissaris der Koningin in Zuid-Holland, de burgemeester der residen tie, de gouverneur der residentie, met den kolonel plaatselijken commandant, de Duit- sche gezant bij ons Hof, graaf de Pourtalès, met den secretaris der legatie den heer von Jagon en den militairen attaché en voorts nog verschillende hofdignitarissen. Ter eene zijde van den wachtsalon stond opgesteld de eerewacht der jagers, met <leu luitenant-kolonel jhr. Bloys van Treslong en den le-luitenant-adjudant Hofdijk, terwijl daarbij verder waren ingedeeld de kapitein R. A. Jackson, en de le-luitenants Langlois van den Bergh, Versfeit en jhr. van Spren- gler. Ter andere zijde stond de hoorn muziek. Toen de extra-trein gesignaleerd werd, hief het muziekkorps het Heil Dir im Sie- geskrans aan. Zijne Hoogheid stapte uit Hij droeg de Nederlandsohe generaals uui- forin die hem uitstekend staat.. Voorts droeg Hertog Hendrik het grootkruis der Orde van den Nederlandschen Leeuw. Het eerst trad baron du Tour op Zijne Hoogheid toe, ten einde zich van de hem door H. M. gegeven opdracht te kwijten. Hartelijk reikte de Hertog hem de hand, waarna de overige grootofficieren Z. H. com plimenteerden. Dadelijk daarop ging de Hertog, begeleid door generaal-majoor Dumonceau, adjudant- generaal en chef van Harer Majesteits mi litaire huis, door generaal Verspvck, den gouverneur der residentie, generaal v. Ermel Scherer en door Ilr. Ms. adjudant Zegers Rijser en jhr. Van Suchtelen, ordonnance- officier der Koningin, de eerewacht inspec- teeren, onder het Wilhelmus, door de hoorn- muziek der jagers gespeeld. Op dat oogenblik ging een groot gejuich op uit een menigte, die aan het einde van het stationsplankier stond, en thans Hertog Hendrik kon zien Z. H. schreed langs het voorste gelid en beantwoordde met het militair saluut de hem gebrachte eerbewijzen. Na zijn terugkeer van de inspectie betrad de Hertog den koninklijken salon, waar de minister van financiën, de heer Pierson, tijdelijk voorzitter van den ministerraad, Hem begroette en de overige ministers voorstelde, waarna ZExc., staande in den kling van zijne ambtgenooten, tot zijne Hoogheid het volgende sprak „Namens den Raad van Ministers zij t mij vergund Uwe Hoogheid een zeer har telijk welkom toe te roepen. Wij begroeten thans Uwe Hoogheid als Bruidegom van Hare Majesteit onze ge liefde en hoogvereerde Koningin en tevens als Nederlander. Zij de herinnering aan dezen dag steeds vreugdevol voor Hare Majesteit onze Ko ningin en voor Uw Hoogheid zelve. Dan zal zij het ook zijn voor het Nc- derlaodsche Volk dat, ik ben er zeker van, zich bij dit welkom van ganscher harte aansluit." Na deze woorden boog Hertog Hendrik en zeide„Ik dank u." Daarna verliet hij met vriendelijke bui gingen naar de overige autoriteiten de wachtzaal. Buiten stond een zes-dubbele haag van menschen langs de geheele buiten-bekapping van het reeds in feesttooi prijkende staats spoorstation. En uit die honderden stegen daverende hoera's op, toen de Hertog in de gala-hofkoets steeg, waarvan de koetsier bij deze officieele ontvangst het gala hoofd deksel, de driekantige steek, op de gepea- derde pruik droeg. Eu toen de Hertog langs die menschen- rijen reed werd hij op de mees hartelijke wijze door het publiek toegejuicht. In de stad was 't nu weer de echte feest- drukte, die aan de kroningsdagen herinnerde. Er hangen al veel vlaggen, en in de ge zellige llaagsche winkelstraten scheen 't nog lichter door den weerschijn van al dat oranje in de uitstalkasten. Eu niet eens erg unheimisch waren in dit warme liclit de mooio sneeuwvlokken, die echter punc tueel op 't moment van 's Hertogs aankomst boven bleven. Langs den weg van 't station naar het paleis was het enorm volwel tien, vijftien man dik stond de menigte, en in 't Noordeinde en de Oranjestraat was het een gedrang van duizenden, die de politie met de grootst mogelijke inspanning nog niet geheel in bedwang kon houden, want telkens braken de dijken van menschen door, vullend de rijgeul, waarlangs de stoet moest komen. Het publiek was wederom tot aan het ruiterstandbeeld voor het paleis toegelaten en ieder drong daarheen om het groote moment van de aankomst te zien. 't Was er een angstige volte, op één lijn geduwd, en telkens klonk uit dien klomp van men schen gegil van wie in verkuelling raakten. Maar zij genoten dan ook een zeer fan- tatisch gezicht op het paleis met zijn weel- derigen lichtschijn uit alle vensters, de vestibule, waar de kroon de bloemen met licht overgoot en voor de deuren van het bordes de portier met zijn zeer decoratieve, reusachtige lieren muts. Op het voorplein staat aan weerszijden voor de arcaden de eerewacht der grenadiers opgesteld, met het vaandel en de stafinuziek, geschitter van koper, gewuif van witte pluimen. Daar komt voor een der ramen van de antichambre, links van de witte zaal, de koninklijke Bruid, uiterst gracieuse ver- schijning in haar wit zijden kleed, met bloemen in het corsage. Zij staat in 't hoog gele schijnsel als van kaarsen, waar huoge palmen zich welven. En achter Haar ziet men, in lichte avondtoilletten de hofdames Zoodra de massa, die staart naar de ramen, de Koningin ziet, dondert het hoera los, en uit de knelling weten de menschen hun armen nog op te heffen om te zwaaien met de hoeden. Dan ziet men ook langzaam heen en weer schrijden de Koningin-Moeder zeer statig, het weduwkapje op de haren. En Zij komt naast Haar Dochter staan, die au^stig uit ziet op die steeds vooruit openbrekende rijen, teruggedreven door de politie. En de Koningin-Moeder schijnt Haar Dochter te raden dat maar niet langer aan te zienbeide Vorstinnen verdwijnen achter in de zaal. Doch dan komt de Koningin weer terug, uitziend met de hand boven de oogenen al maar juicht de menigte. Totdat een trompetsein ineens stilte brengtDaar komt Hij Dan hooren ze den donder van hoera's aanrollen, reeds klinkt het paardengetrappel De Ko ninginnen begeven zich naar de vestibule voor den halven cirkel van Haar hofhou dingen. En dan rijdt de galakoets met den Bruigom het voorplein op, in schemerschijn de koetsier met den driekanten steek op de poederpruik, gezeten op den rooden bok. Maar door het glimmeren van de portieren onderscheidt men geen gezichten, ziet men alleen wat wit van pluimen en goudge- flonker. En de rijtuigenstoet houdt stil voor het bordes. Zoodra de Hertog uitstapt, verwelkomd door baron Clifford, wordt het Heil dir im Siegeskranz aangeheven, opge stuwd door gejuich, van de aanzwellende massa. Generaal Hertog Hendrik, de witte pluimen wapperend, sterk afstekend op de uniform het grootkruislint, salueert voor den commandant van het regiment grena diers Buys en voor het vaandel. Dan gaat hij in fiere houding de eerewacht inspecteeren, gevolgd door den commandant, den kapitein adjudant Froger, en den adjudant der hof houding, steeds de militaire eerbewijzen beantwoordend. En nu dadelijk wordt het Duitsche Volkslied afgebroken voor het Wilhelmus. De inenschenmassa dreigt telkens door te breken tot op het pleinieder wil den Bruigom zrn, en ook de eerste begroeting van Hem en Zijn Bruid, in de vestibule Met. ingehouden adem volgt de massa di treffend tooneeltje, roep u weer uit d blijdschap De Hertog geeft de Koningin Moeder den handkus, reikt de dames en heeren do hand, en enkele seconden later ziet men het koninklijk Bruidspaar voor het venster, do Koningin, 't gezicht zoo heel gelukkig, dankt niet Haar elegante reverences, de Hertog staart voor zich heen, met den blik van ingehouden aandoening. Doch spoedig verlaat het jonge Paar gearmd het venster. Maar dé massa bleef, de grenadiers moesten de politie te hulp komen om de menigte tegen te houden Eerst na eenige minuten, toen de eerewacht inrukte, kwam er in de volte weer beweging. Maar den heelen avond bleef er in de Residentie blijdschap over de samenkomst van Bruid en Bruigom. En de sneeuw, die dadelijk weer was gaan vallen, verkoelde de stem ming niet. Het wordt thans bevestigd, dat de troe pen van het garnizoen te 's Gravenhage er uit andere garnizoensplaatsen op den da§ van het huwelijk van H. M. de Koningii en haie zullen zijn opgesteld langs dei door den stoet te volgen weg van het Paleis naar de Groote Kerk en wel als volgt het regiment Grenadiers en Jagers van hè Koninklijk Paleis af, langs Paleisstraat, Oranjestraat tot aan de katholieke kerk in de Parkstraat, dan sluit zich aan het korp: mariniers langs de Parkstraat tot det Kneuterdijk, vervolgens de troepen uit he garnizoen Utrecht, waarna een gedeelt» vesting- en pantserfortartillerie uit de resi dentie tot aan de Gevangenpoort, dan he personeel det Normaal Schietschool c daarnaast hot 3e regiment huzaren met eei gedeelte veldartillerie, vanaf de Gevangen poort langs den weg dien de stoet volg over het Buitenhof tot de Graveustraat voorts in de Gravenstraat detachemente van het 4e reg. inf. uit Leiden en Dell en eindelijk de koloniale Reserve op d groenina;kt, langs het stadhuis tot aan de ingang der Groote Kerk, alwaar de Eere wacht der dienstdoende schuiterij is opge steld. De Hertogin van Albany zal, wegens de rouw in haar familie, de huwelijksplechtig heid in Den Haag niet bijwonen. Bij aankomst der Vorstelijke genoodigde bij llr. Ms. huwelijk aanstaanden Maandag avond zullen aan het station der Staats spoor te 's Gravenhage en aan de llote „des Indes," „den Ouden Doelen" en „<i Twee Stedeneercwachten met muziek zij opgesteld van de Grenadiers en Jagers, va de Koloniale Reserve en van de ïluzarei elke eerewacht 1ÜÜ man sterk. Op den huwelijksdag zullen zich eere wachten bevinden aan het Kon. Pale (Grenadiers) en aan de Groote Kerk (schu te rij). liet vergnan der Holland. hij lief heeft. Maar God is hem ook vol doende. Op Hem alleen bouwt hij, en wie ondervindt het niet, hoe meer men op God alleen vertrouwt en zich zelve mistrouwt, hoe meer God zich de almachtige en de al goede weet te toonen. Hij herinnerde zich° nu zoo gaarne de woorden in zijne studiejaren zoo vaak met voorkeur in de H. schrift gelezen: „die mijn vader en moe der enom mijnentwil vaarwel zegt zal hier reeds hondervoudig beloond worden en later h^t eeuwig leven bezitten Dat waren toch geen ijdele klanken. En dan voelde hij de blijde hemeldrop- pen van Gods liefderijke genade neêrdau- wen op zijne vermoede, afgematte ziel. Wat kwamen zij verkwikken en verfrisschen die jeugdige ziel, waarlangs een lieete gloed was gegaan bij het brengen van het offer, dat God van hem had gevraagd. De trein, die geen mededoogen kende met de tranen van hem nastarende vrienden, voerde hem met onverpoosde snelheid voort en des avonds hield hij te Scheut stil. Hier stapte de Missionaris af, om naar het Missiehuis te gaan, waar hij zich tot zijne groote zending had voorbereid. Vandaar zou hij na vijf dagen des Donderdags met twaalf zijner collega's vertrekken naar Parijs en verder naar Marseille, waar hij aan boord zou gaan vau den Oceanien. Een verkwikkende slaap deden zijne vermoeide leden goed, en wie weet wat zoete droom zijne Missionarisziel reeds bezig hielden, wie weet hoevele kleine Chineesjes hij dien nacht reeds in zijne jeugdige ver beelding met eigen hand doopte, en tot en gelen maakte voor den allen geopenden eeuwig schoonen hemel. Des morgens moet hij wel blijmoedig zijn opgestaan, als iemand die met innige vol- doeniug herdenkt en voelt, dat hij eene groote goede daad heeft verricht. Na zijn gebed grijpt hij onmiddelijk naar de pen. Even tot hen, die hij gisteren voor goed de hand drukte, in een brief zijn hart uit spreken. 't Was Zondag morgen. Scheut, 18 Sept '98. Dierbare Ouders. Hier zit ik dan weer rustig op mijn kamerke te Scheut. Ik heb om 8 uur de II. Mis gelezen en zoo vind ik nu juist den tijd om gauw een briefje te schrijven. Goddank De gevreesde dag is achter den rug Het offer is vreeselijk geweest voor weers zijden, maar de goede God heeft ons allen geholpen. Moederke vooral heeft zich flink gehou den. Ik ben er trotsch op zulk eene moe der te bezitten Mij zeiven is het ten slotte ook nog mee gevallen toen ik maar eenmaal thuis weg was, ging alles voortaan goedik ben toch blij, dat oom zoover is meegegaan, dan was het afscheid wat geleidelijker en zag ik mij niet op eens al mijne dierbaren verwijderd. Nu, verder maar goeden moed Ik stel het al bijzonder wel en heb te veel drukte en afleiding, om lang over die dingen te mijmeren. Ik heb u allen aan het H. Hart van Jezu9 aanbevolen, aan O. L. Vrouw en aan den H. Jozef, die moeten nu maar de onmiddelijke zorg over U op zich nemen.... Ik zal uit de verie op u zien en voor U bidden en arbeiden. En ik ben overtuigd, dat dit voor U niet minder voordeelig zal zijn, dan wanneer ik bij U bleef. Nieuws heb ik nog weinig vernomen, omdat ik nog bijna niemand gesproken heb. Vaartwel, vele groeten aan allen. Uw liefh. Zoon. André. Dienzelfden Zondag des avonds schreef hij nog een tweeden brief aan zijne dier baren. Het is te begrijpen, dat hij er be hoefte aan had, zijne ziel zoo eens uit te storten. Men voelt het bij het lezen, dat hij weer in dienzelfden liefdevolle en blij- raoedigeu geest leeft als anders. „Wees maar niet ongerust over mij, zoo „schrijft hij, ik maak het hier alweer „zoo goed, alsof het afscheid als 14 dagen „voorbij was." Over één ding slechts geeft hij zijn leed gevoel te kennen. Daaraan kan men hem zoo kennen. Hij had n 1. de knechts ver geten de hand te drukken. „Vele groeten aan allen. In 't bijzon der aan B. en K. In de drukte van het „afscheid had ik nog vergeten hun de „hand te geven, dat spijt mij." „Houdt maar goede moed en schrijft mij eens, hoe het gaat. Uw liefh. Zoon. André. Woensdagavond zou hij voor zijn vertrek nog een laatsten brief schrijven, dat op Don derdag was bepaald. (Wordt veivolgd.)! Wij lezeu in de N. R. Ct. Woensdag was de gezagvoerder vart d Hollan l zoo vriendelijk ons een onderhou toe te staan. Bij het binnenkomen in d kamer, die vol van zonlicht stond, was ht wel heel treffend dien kloeken, jongen kap tein van d-r Poll daar te zien zitten iu de kring van zijne familie, terwijl zijn jeugdig echtgenoote rnet innige liefde hun kind verzorgde, dat op het ku-sen met de ros armpjes en beertjes te spartelen lag. De kapitein ziet er weer flink uit, ma. het loopen valt hem nog zeer moeilijk, e de vingertoppen zijn nog s'eeds dood. Zij ijzersterk zenuwgestel is echter door de ge weldige aandoeningen van dien wreedt stormdag niet geschokt. En ook gedurenc de ramp heeft hij volkomen zijn kalmte bt waard, want al wat er gebeurd is staat he nug voorde kleinste detail?, zoowel als c vreeselijkste omstandigheden. Wat de heer Van der Poll ons verteld komt in hoofdzaak hier op neer Omdat de zee dien nacht bij het gewe! dig stormweer zoo verbazend hoog ston was hij van plan met de Holland niet bic nen te loopen. Maar toen er een luik w weggeslagen durlde hij niet op zee te blijve ook met het oog op de vrij gevaarlijke ladin achter op dek stonden een vijftigtal van benzine, en eenige vaten carbol onverwrik baar vastgesjord. Zoo kwam de Holland d; ook midden voor het gat, toen zij door e zee uit het roer om de. Noord werd geslage Bij het terugdraaien luisterde het roer n: meer, de stuurreep was klaarblijkelijk a; deu anderen kant gebroken. En nu wierp zee en stroom en wind de dwars liggen- boot dadelijk op hel noorderhootd. I gasboei was uit, maar de kapitein had he duidelijk zien liggen en hooren bromm Het schip ging over het waar.ichuwingsto netje heen. Op het hoofd maakte de Holla drie vervaarlijke stooten. De seinvur waren reeds uitgeslagen door het water, 1 toplicht kwam nu ook neer. En daar den eersten s«oot schotten en de deuren v rookkamer en kajuit waren losgesprong was de toegang tot de vuurpijlen en and noodsignalen, hoe dicht ze ook bij de' ha lagen, afgesneden, zoodat er geen middel waren om het onheil kenbaar te maken, den tweeden stoot bonkte de boot tegen ijzeren vuurtoren aan, dien zij in drie stul ken brak. En juist waren vijf man in di toren geklommen om zich te redden eerste stuurman Gorlach, de matrozen V der Steen, Noordzij en Van Buuren en stoker Bezooijen. Vier hunner vielen met ijzeren stellage in zee en verdronken, Buuren sprong nog aan boord. Het scl werd nog 2 3 meter voorbij den tot voortgestuwd; bij den dei den stoot bi het achterschip af, waar de üitoemende r dingbooteo en een vlet slocden. Twee d booteu zijn reeds aangedreven. De geza

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1901 | | pagina 5