Zondag 10 Februari 1901. VAN Onze Preinieplaat. KONINGIN. II uw el ij k UITVOERINGEN. Tweede De Echo vu het Zuiden Morgen (Zondag) 's avonds ten half 8 re, Volkse ncert te geven door de Lieder tafel Oefening en Vermaak van Waalwijk en Besoijen", in de Zaal Musis Sacrum te Waalwijk. Wij hebben gemeend dat het bij het hu welijk van onze Koningin Wilhelmina met Hertog Hendrik wel een goede gedachte van ons zou zijn, onzen abonné's een sou venir aan deze heugelijke gebeurtenis aan te bieden. Wij zullen dit doen in den vorm van een prachtige gedenkplaat, die a s Maandag aan de aboiii.é's in onze gemeente als daar buiten zal worden verzonden. Deze premieplaat, betrekking hebbende op het huwelijk en de portretten van het hooge Echtpaar en Hoogstdeszelfs Moeders en tal van zinnebeeldige voorstellingen bevattende, is op fijn kunstdrukpapier gedrukt en vormt een prachtig ensemble Het ontwerp is uitste kend bedacht en de geheele uitvoering keurig. Het is een kunstwerk, dat men aan den muur der huiskamer eene eerste plaats zal inruimen en dat ons steeds de gewichtige gebeurtenis van 7 Februari 1901 voor den geest zal roepen. Een verklaring, alle bijzonderheden van het prachtstuk duidelijk uiteenzettende en door den ontwerper zelf geschreven, is er door ons bi gevoegd. Onze abonné's zullen deze premie na tuurlijk met graagte rien verschijnen en ook hierin een bewijs zien dat wij hunnen steun waardei ren. Wij van onzen kant hopen dien mee en meer te mogen ontvangen, dien steun, voor een blad zoo onmisbaar; wij zullen steeds meer aan de wenschen onzer abonné's trachten tegemoet te komen, als wij de overtuiging kunnen blijven houden, dat men onze pogingen naar mate waardeert. DE EED ACTIE. Een klein gedeelte onzer abonné' hebbc-n de premieplaat reeds ontvangen. DER Dampig, hevig guur en onaangenaam in den strak ken, killen Zuidoostenwind, die hem doorwoei, steeg de morgen boven het blijde Nederland. Heel vroeg al hadden duizenden zich op gemaakt om mede feest te vieren met de jonge Koningin. Haar Huwelijk. In alle steden en dorpen van Haar Ko ninkrijk was vreugde om dit zoo verheu gende feit, overal werd het meegevierd, in lied Nederland was deze dag een feestdag. Maar vooral naar de residentie richtte zich de algcine.cne volksbelangstelling. Daér zou liet groote feest gevierd worden. In den omtrek van het Paleis had zich al vroeg een groote menigte gezet. Politie agenten zorguen dat op de middenstraat de loop geregeld kon voortgaan en later in den morgen kwamen huzaren de middenstraat en ook enkele trottoirs, schoonjagen en plaats maken voor den stoet. Langzamerhand werden de groote dingen, die komen moesten, voorbereid, tot een uur voor den verwachten uitrit alles „stond". Het voorplein was ter rechter en liuker- zijde, tegen de arcaden van het Paleis, be zet door de eerewacht van 100 Grenadiers, met vaandel en stafmuziek en die de mi litaire honneurs had te bewijze', bij het vertrek van het Paleis der Vorstelijke gas ten en van bet dan reeds burgerlijk gehuw de Paar. Bij die eerewacht, die onder commando stond van kapitein Witteveen en waarbij waren ingedeeld, de le luitenants Ter Beek, v. d. Scheer en Menning, bevond zich de luitenant-kolonel Van der Wall en de le luitenant-adjudant Doorman. Van uit die eeregarde ontplooide zich tot aan de Groote kerk, de dubbele rij van troepen, de militaire haie d'honneur, waar voor in de eerste plaats het garnizoen der Residentie de manschappen leverde en die verder bestond uit troepen uit andere gar nizoenen ontboden en uit de Koloniale Re serve te Nijmegen. Maar te voren stelden zich, aanleunende aan de bovenbedoelde eerewacht der grena diers, bij het Paleis op, de niet ingedeelde fficieie» bij elk der korpsen en evenzeer bij de schutterij, die gevolg hadden gegeven aan de gisteren bii garuizoensorder gegeven machtiging om vandaar at als 't ware dee uit te maken van de haag van militairen. En toen deployeerde zich, als hoofd van de dubbele rij, in de eerste plaats het keur korps, het regiment Grenadiers en Jagers, langs Paleisstraat, Oranjestraat tot aan de Katholieke kerk in de Parkstraat, terwijl van dat punt af, achtereenvolgens zich aan elkander aansloten langs den bruidsweg liet korps Mariniers, troepen uit het gar nizoen Utrecht, Vesting- en Pantserfortar- tillerie uit de Residentie, het personeel der Normaal Schietschool, liet 3e Regiment Huzaren, artillerie, het detachement van het 4e Keg. infanterie uit Leiden en Delft en eindelijk de Koloniale Reserve, die op de Groenmarkt aansluiting vonden met de bij de Groote kerk opgestelde eerewacht der d d. Schutterij te 's Gravenhage, met vaandel en stafmuziek. Het Burgerlijk H u w e 1 ij k. Terwijl daarbuiten de menigte stond, af en toe spontaan een gejuich aanheffend voor iets of iemand dat haar belangstelling trok, werd in het paleis het burgerlijk Hu welijk gesloten. Dit Hare vertrekken aan de zijde de Ko ningin-Moeder naar de roode antichambre geleid, begaf zich de Koninklijke Bruid aan de zijde van Haar bruidegom en gevolgd door de hooge familieleden naar de Witte Zaal. Mier vertoefden de Minister van Justitiear. Curt van der Linden, als ambtenaar van den Burgerlijken Stand, die in deze functie werd bijgestaan door den Haagscheu gemeente-secretaris, den heer E. Evers. Mede stonden daar geschaard de lieeren, die dc hooge eer genoten getuigen te zijn bij het opmaken der akte, nl. mr. A. Van Naatnen van Eeinnes. voorzitter van de Eerste Kamer, mr. J. G. Gleichman, voor zitter van de Tweede Kamer, luitenant- generaal jhr. G. M. Verspijck, adjudant- generaal van H. M. de Koningin, K J. G. baron Van ILrdenbroek van 's Heeraarts berg en Bergambacht, opperkamerheer van H. M de Koningin, Luit. Gen. graaf C. H. F. Du Monceau, adj.-generaal, Chef van het Militaire Huis van H. M. de Koningin, Jhr. mr. J. N. M. Schorer, vice president van den Raad van State. Voorts is aan wezig de heer dr. Langfeld, Landes-gerichts- priisideni. Toen het Bruidspaar had plaats genomen sprak de Minister van Justitie het volgende: Alvorens over te gaan tot de voltrekking van het huwelijk, waartoe ik, Minister van Justitie, als ambtenaar van den Burgerlijken Stand, krachtens de wet en volgens het ver langen van hot Vorstelijk Bruidspaar, ge roepen beu, wend ik mij tot Uwe Koninklijke Hoogheid Groothertogin Marie van Mecklen burg Schwerin, als moeder van den Hoogen Bruidegom, met de eerbiedige vraag of Uwe Koninklijke Hoogheid bereid is Hare toe stemming te geven tot deze echtverbintenis. De Groothertogin sprak het toestemmend „ja" uit. Eveiizoo wend ik mij tot Uwe Majesteit Koningin-Weduwe der Nederlanden, als moeder van de Koninklijke bruid, vervolgde de Minister, met gelijke vraag of Uwe Ma jesteit bereid is ook Hare toestemming te geven tot deze echtverbintenis. Ook de Koningin-Moeder sprak het „ja" uit, waarna de Minister voortging #Nu dan uit de verkregen toestemmingen vuit de overgelegde bescheiden gebleken „is, dat niets meer in den weg staat aan „de vervulling van Uwen wensch, Hooge „Bruidegom en Bruid, is het oogenblik ge- komen, waarop ik van U een woord vraag, „dat niet alleen voor U zeiven maar ook „voor ons geliefd Vaderland van zoo on schatbaar gewicht is. „Ik noodig U eerbiedig uit van Uwe „zetels op te staan en elkander de rechter band te geven eu vraag U, Heinrich „Wladimir Albrecht Ernst, Hertog van „Mecklenburg, en U, Wilhelmina Helena „Pauline Maria, bij de gratie God9 Ko- „ningiu der Nederlanden, Prinses van Oranje- vNassau, of gij verklaart, dat Gij elkander //aanneemt tot echtgcnooten en dat Gij „getrouwelijk alle de plichten zult vervullen „welke door de Wet aan den huwelijken „staat verbonden zijn. „Vat is daarop Uw antwoord? Toen beider plechtig„ja* was uitge sproken, vervolgde de Minister „Zoo dan verklaar ik, Minister van Ju stitie, Ambtenaar van den burgerlijken „stand, in naam der Wet U door het hu welijk verbonden. Nadat de hooge Echtgenooten hunne zetels weder hadden ingenomen, werd de huwelijksakte voorgelezen en onderteekend Nadat de huwelijksakte onderteekend was, wendde de Minister van Justitie zied tot de Hooge Echtgenooten en sprak als volgt Hooge Echtgenooten Van ganscher harte wensch ik U geluk met de voltrekking van Uw huwelijk. U in de eerste plaats. Vorstelijke Echtgenoot Uit liefde voor Uwe Koninklijke Bruid hebt Gij Uw dierbaar Mecklenburg, sedert eeuwen aan Uw geslacht verknocht, verlaten. Gij hebt thans de plechtige gelofte afge legd Haar „hou en trouw' te zijn de dankbaarheid en aanhankelijkheid van Haar Volk is U gewaarborgd. U ook, Majesteit. U bovenal, geldt mijn wensch. Van Uw wiegje af heeft het Ne- derlandsche volk U, zijn lieve Koningskind, zien opgroeien onder de hoede van Uwe geërbiedigde en beminde Moeder; Blijde heeft het U, zijn Koningin, ge huldigd, toen gij bevestigd hebt het aloud verbond van Nederland en Oranje, veili' in wederzijdsche trouw Eu thans viert het met II het hoosge tijde van Uw leven, met de bede in het hart, dat U en Uw Gemaal alles beschoren moge zijn, wat een menschenpaar gelukki» kan maken. Hooge Echtgenooten Het geluk dat Gij, tot lief en leed ver eend, elkander bereidt, straalt ver builen Uw echtelijke woning. God geve dat Uw echt ten zegen zij voor U zei ven, tot vreugde van Uw hooge verwanten en tot heil van het dierbaar Vaderland Hiermede was het Burgerlijk huwelijk voltrokken. En dadelijk vormde zich de stoet voor den tocht naar de kerk. De stoet. Er was in den morgen al iets zeer in drukwekkends in den voor het jonge Echt paar gereed gemaakte» glorieweg. Maar vooral bijzonder is hij als de feestelijke stoet er door gaat, zeer langzaam. Dan leeft aan beide zijden een enorme huldiging. Dan stijgt, waar hij gaat, een geroep van blijdschap op, zoo als wij 't nog nimmer gehoord hebbui, zo6 vol, z66 hartelijk. Het is een werkelijk zéér mooie stoet. Een commando cavalerie als eere-escorte gaat aan het hoofd. De hoffourier in zijn rood scharlaken rok, gevolgd door twee rijknechts te paard, gaat het met 2 paarden bespannen galarijtuig van den opperceremonieraeester baron Van Pallandt van Neerijnen vooraf. Daarna ziet men een reeks ven 8 gala- rijtuigen, elk bespannen met 6 paarden, in ieder van welke de hooge vorstelijke gasten gezeten zijn. Zij werden in onderstaande volgorde ter cerke geleid le koetsH. II. D. H H. Prinses Louise van WiedVorstin Hendrik van Schönberg-WaldenburgVorst Ülrich van Schönberg-Waldenburg Vorst Herman van Schönberg- Waldenburg. 2e koetsH. H. de Hertogin Sophie Charlotte van Oldenburg; H Koiz. II. de Grootvorstin Helène Vladimirovna van Rus land Z. D. H. Vorst Hendrik van Schön- berg-WaldenburgZ. D. H. de Erfprins van Wied. 3e koets II. D. H. de Vorstin Hendrik XVIII van Reussde Hooggeboren Erf graaf van Erbach-SchönbergZ. D. H. de Prins van Wied. 4e koetsH. D H. de Vorstin Thekla van Schwarzburg-Rudolstadt; H. K. H. de Erfprins van Wied Z. D. II. Vorst Hen drik XVIII van Reuss; Z. I). H de Vorst van Bentheim en Steinfurt. 5e koetsII. D. II. de Vorstin van Bentheim en Steinfurt Z. D. H. de re- regeerende Vorst van Schwarzburg-Rudol stadt Z. H. de Hertog Paul Frederik van Mecklenburg (zoor) Z. H. de Hertog Adolf Frederik van Mecklenburg. 6e koets H. I). II. de regeerende Vor stin van Schwarzburg-Rudolstadt; II. H. de Hertogin Paul Frederik van Mecklen burg Z. H. de Pier tog Paul Frederik van Mecklenburg; Z. D. II. de regeerende Vorst van Waldeck en Pyrmont. 7e koets: H. D. II. de Vorstin Adolf van Schwarzburg-RudolstadtH. D. H. de regeerende Vorstin van Waldeck en Pyr- mont Z K. II. Prins Albert van Pruisen, Z. Keiz. H. Grootvorst Boris van Rusland. 8e koetsH. K. PI de Groot-Hertogin Maria van Mecklenburg-SchwerinZ. K. H. de Groothertog van Mecklenburg-Schwe rin Z. Keiz. Hoogheid de Grootvorst Vladimir Alexaudrovitch van Rusland. Er was heel wat te zien aan dezen vor- stenstoet. 't Geleek voor zoover men inde rijtuigen kon zien een kaleidoscoop van borsten, glinsterend van goud, witte pluimen, vederbossen, piekelhauben, sjako's en veel kleurige zijden toiletten. Eindelijk nadat het laatste van deze staatsierijtuigen is voorbijgetrokken, daar komt de beroemde gouden koets, dit sprook- jes-feestrijtuig. Bespannen inet de 8 paar den, aan de teugels geleid door koetsiers, en aan weerszijden van het staatsierijtuig vier gegalonneerde lakeien, vormt dit ge schenk van de Amsterdammers een blinkend middelpunt, dat aan menigeen een kreet van bewondering ontlokt over de pracht van al dat verguldsel, de geschilderde wa pens, het snij- en glaswerk en nog meer bijzonderheden van dit lichaam van kunst arbeid. Maar die uitingen, zij gaan weldra op in de golven van gejuich uit de zee var. duizenden, die bij het zien van het Iïooge Paar vergezeld van H. M. de Koningin- Moeder, die tegenover Haar kinderen ge zeten is, één juichkreet aanheffen, die weer door anderen overgenomen wordt en zoo gaat het dan voort tot aan de kerk. O, wat was dat treffend schoon die rit rail liet Paleianaar de kerk! Miar voor dieu tijd eerst, dat heen en weergedwam die schittering van de uniformen, dat vroo- lijk gedoe van al die mensche», die dui zenden, die daar al stonden van heel vroeg af in den morgen. En hoe ordelijk, hoe verbeeiileloo9 orde lijk, wat Koninklijk vrij, die breede weg 't Was geen opeengestapelde massa, die opdrong, neen, maar dat kon, dat mocht ook niet. Aan rijen, in dikke rijen stonden ze rond op de stoepen, in de straten bij 't Paleis, een bonte zoom, zooals overal langs de straten tot de kerk. Eerst 't aanrijden van de statierijtuigen even voor twailf, de opstelling, hoe mooi, hoe sprookjesachtig, die uniformen en toi letten. En toen stapten Ze. eindelijk in, het Hooge Paar en de Koninklijke Moeder e:i toen ging 't door de rijen, hè, o, die gouden koets, wat schittering. Statig ging zij in beweging, in de aan gegeven volgorde, en toen stagen ze op, allerlei geestilriftuitingen, de hoera's, de hoezee's en leve's. Maar 't verstomde ook enkele oogenblikken in de straten, want er kwamen zakdoeken, moeilijk gehaald uit de beknelde zakken. Ze huilde ook, de vrouwen van Nederland, want deed Zii, 't ook niet, de „Eerste Vrouw van Neder- and" Ging ook Haar zijden doekje niet telkens naar de oogen Eu nam Prins Hendrik der Nederlanden, ook niet even de hand van den steek, waar mede hij voortdurend bedankt had aan de menigte, aan „Zijn Volk" voor die spontane indrukwekkende hulde, oin er mede te wuiven Geen wanklank heeft de rit verstoord. Plet publiek heeft im-egeleefd, eenige oogen blikken van heerlijke vreugde 't heeft bij duizenden en duizenden langs den weg geschaard, den gang uaar de kerk vanaf het Paleis, voor Koningin Wilhelmina, Prins Hendrik, en voor de Koningin-Moeder maar ook bovenal voor zichzelf overgetelijk gemaakt. Op ongeveer het daarvoor bestemde tijd stip was de stoet aan de kerk. Aan de deur van het godshuis op de Riviervisclimarkt het dichtst bij de School, straat staan de Opper-Ceremonieineester- de Ceremoniemeester en de beide Kaïner- cereinoüiemeesters van H. M de Koningin. Een oeschrijving van de inrichting van de, Groole kerk voor de inzegening ran het huwelijk is hier het best op zijn plaats Het Hooge Paar en de Vorstelijke genoodigden traden de kerk binnen door den ineest oostelijk gelegen ingang aan de zijde der Riviervisclimarkt. De ingang is versierd met een marquise, waarvan het afhangende gedeelte van de bedekking van grijs laken rondom versierd is en in het middengedeelte het Nederland- sche wapen vooikomt. De marquise is ter weerszijden afgesloten door gordijnen van karmozijn fluweel. Het front van den ingang is bekleed met dezelfde stof, waartegen pilasters vereenigd door een lambriquin, beide met borduurwerk in gouddraad. De portalen van dezen inging zijn met blauwe stof en de vloer met een tapijt bekleed. De hooge vorstelijke Personen traden de kerk binnen in een ruimte tusschen de afsluiting van het koor en het achterschot der bankbetimmering, alwaar in het mid dengedeelte tegenover het koor de ont vangkamer is ingericht, welke van boven open is en waarvan de wanden met stof van blauwe kleur doorweven met goudgele heraldieke leeuwen ter symboliseering van het Nassausche wapen zijn bekleed, terwijl de vloer bedekt is met een karmozijn kleu rig kleed en rondom van sofa's voorzien. In den wand tegenover het koor is in het midden een opening, door welke de Vorstelijke stoet de afgesloten ruimte in het midden der kerk binnentrad, een plaats uitnemend gekozen, want van bijna alle zijden in de kerk kun men de plechtstatige intrede van den Vorstenstoet, gevolgd door het Iïooge Paar, zien. Langzaam en plechtig was, terwijl 'net geheele kerkpubliek eerbiedig opstond, de intrede van het jonge Paar Plet koor zong tot Het op de bestemde zetels had plaats genomen. Hoog-bekorend stond Zij daar, de jong gehuwde Koninklijke Vrouwe in het witte trouwkleed, voor liet huwelijksaltaar. Haar trouwjapon is van wit drap d'argent in de Kunstnaaldwerkschool te Amsterdam geborduurd met zilver en paarlen, die schit teren en glanzen iu het daglicht. De devant is van witte tule met slingers van oranjebloesem. Hierbij behoort ook een sortie van drap d'argent met witte tule ge garneerd. Hare Majesteit droeg op de corsage bril janten en een diadeem van briljanten met krans van oranjebloesem en een tulen sluier. Zij droeg een bouquet met afhangende witte bloemen en bloesems in de hand. Van het fijne blonde kopje hing de dunne sluier laag neer. Op de blanke hals rustte een schitterende rivière van diamanten. Haar gelaat was bleek, de lieve oogen stonden wat moe. Krachtig en blozend daarentegen stond de Bruigom naast haar, de uniform van schout bij nacht kleedde hem wonderwel. Reads véér den aanvang van den dienst droeg de organist der kerk, de heer Koop man, plechtige orgelnummers voor van Co- relli, Merkel, Guilmant, Handel, Bortni- ansky en anderen en bij het binnentreden van het Vorstelijk Echtpaar ruischte het Sanctus van Handel door de kerkgewelvil Het orgel zwijgt zoodra de Hooge Bef lieden hebben plaatsgenomen. !Ln volgt iets zeer plechtig-aandoenlijlj Het gemengd koor, onder leiding van J uold Spoel heft nu (zesstemmig a capp ei den zang aan (compositie van Eugeu H dacli) Waar gij heengaat, da«r wil ook ik, [ook ik heenga. En waar gij zijt, waar gij zijt, daar wijl [ook Uw volk is mijn volk, eu uw God is [mijn Gu| Waar gij sterft, daar sterv' ook ik en [waar gij ru| Moog ook mijn rustpluats zijn eu slechts [de dood zal ons scheide| Waar gij heengaat, daar wil ook ik [heengaaj De Genoodigden. De zetels van het Paar zijn geplaat tegenover den preekstoel. Voor den kansel, die lieden niet doJ den voorganger beklommen wordt, sta,] de hofkapelaan ds. Van der Flier tusscht| uir. T. P. Baron Mackay en deu heer J J. Wijsman, die als ouderling fungeerei, Het tapijt, door de Nederlundsche joukl vrouwen aan H. M. als huwelijksgeschei] aangeboden, is voor de voeten vau h.l Echtpaar gespreid eu draagt in bet inidde de knielbank, waarbij du zegen wordt uit! gesproken. Op een tafeltje dicht bij den predikan igt de bijbel met de trouwringen, die ol een gouden schoaltje blinken. Het Vorstelijke Paar la ter weerszijde van zijne zetels omgeven door den stoi van Vorstelijke genoodigden. i Rechts is o.a. de plaats van den jon"e] groothertog, troonopvolger van Mecklen burg-Schwerin en van H. M. de Kouinsid Moeder Links waren gezeten de Moeder vai Hertog Hendrik met Grootvorst Vladimir de hoogsten in rang der verwanten. De 26 overige Vorsten eu Vorstinne] waren in twee rijen daarachter gerangschikt Ter weerszijden van deu preekstoe strekten zich de plaatsen uit van de Da mes du Palais en de Groot-officieren dei| Kroon. Met de vorstelijke personen bevond zicbl een gevolg vau 85 leden in de. kerk, die geheel gevuld is met de 1632 genoodigden I die het gebouw kan bevatten. De kerkversiering. De versiering was, in aanmerking geno men het verheven doel van de handeling eenvoudig. Groen en palmsn vormden de hoofdelementen zoowel ter afsluiting van de banken als boven de kap van de beken de stadhoudersbank; voorts ter weerszijden van liet orgel en tegen de pilaren. Het basement van den preekstoel, gevormd door een zware steeueu kolom, maakte hierop een uitzondering, getooid als dit gedeelte was met kasplanten, groote varen», uitge zochte witte bloemen, zooils leliëu en aronskelken. Een rand van welriekende oranjebloemeu liep langs den voet van deze groep. Op verschillende punten iu het gebouw hieven planten met bloemen op een piëdestal hun bladeren omhoog en schuin tegenover de stoelen waar het Echt paar troonde, viel het oog op een grooten bloemruiker, die uit een glazen kelk ver rees. Vau draperie, behalve de heraldieke be kleeding der ontvangkamer geen spoor, maar de boogvulling tusschen koor en schip van den tempel is gedecoreerd met een rand op blauwen achtergrond, waarop iu Gothieke letters een bijbeltekst „Mijn oog zal op U zijn*. Rs. 32 vers 8. Deze boogvulling sluit geheel aan bij de bestaande gotliische ornamentatie der ge welven en wanden, indertijd uitgevoerd naar het ontwerp van den architect dr. Cuypers. De blauwe rand met bijbelsch opschrift omlijst een nagebootst doek met afhangende koorden en ruiten van lichtblauw. Op het doek is behalve deze motieven een Konink lijke Kroon boven de naamcijfers H. en W. geschilderd. Door het zachte blauw van den band komen de teksten scherp uit. Ook boven de Hofbank is een bed van gropn aangebracht. De geheele in- en uitwendige inrichting der kerk was opgedragen aan den intendant der Koninklijke Paleizen, jhr. Hoeufft van Velzen, die, evenals te Amsterdam ter ge legenheid van de Inhuldiging vau HM.°er voortreffelijk in geslaagd is om het gods- dienstplichtige der wijding van den heden gelegden Huwelijksband te vereenigen met het feestelijk en heuglijk karakter van dit moment in het leven onzer geliefde Konin gin. Nu vooral, terwijl de kerk gevuld was met een schitterend publiek, de dames in lichte toiletten, de heeren in uniformen, overglansd van goud en juweelen tegen de dofgroene achtergronden van planten, maakte het kerkinterieur een grootschen indruk. De plechtigheid, Hoe stil was 't toen het Hooge paar een maal de voor Hen bestemde zetels had ingenomen en ds. G. J. Van Flier, Hof kapelaan, ziju plechtig dienstwerk begon te verrichten. Na het plechtig gebed zong de gemeen- te gezang 224 vers 1 Gezegend d'echt

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1901 | | pagina 5