Nummer 41. Donderdag 23 Mei 1901. 24e Jaargang Toegewijd aan Handel,, industrie en Gemeentebelangen- MONOPOL - THEE Dp den Diempel van het Paiadijs, De Zuid-Afiikaansche oorlog, ANTOON T IEL EN, DE LEKKERSTE. Theod. WESSELS, WAALWIJK. Bekendmaking-. Eenige opmerkingen be antwoord. FEUILLETON. U i toe v E 11 Verkrijgbaar bij den Heer De Echo van het Zniden, WaalwijkscSie ra Laiptratsclie Courant, Dit Blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond. A b o n n e in e n t s j) r ij s per 3 maanden f 0.75. Franco per post door liet gelieele rijk f 0.90. Brieveningezonden stukken gelden enz., franco te zenden aan den Uitgever. WAALWIJK. Advertentiën 17 regels f 0.G0 daarboven 8 cent per regel, grootr letters naar plaatsruimte. Advertentiën Smaal ter plaatsing opgegeven, worden Jdmaal berekend. Voor plaatsing van een groot aantal regels en advertenties bij abonnement worden speciale, zeer voordeelige contracten gesloten. Reclames 15 cent per regel ROTTERDAM Verkiezing Tweede Kamer. I De Burgemeester der gemeente Waalwijk brengt 1(1 ter openbare kennis dut op Dinsdag 4 Juni 191)1 van des voormiddags 9 tot des namiddags 4 uur ten raadhuize dezer gemeente opgaven van can- didalen kunnen worden ingeleverd voor de ver kiezing van één lid voor de Tweede Kamer der Staten Generaal voor het district Waalwijk. Waalwijk, 13 Mei 1901. De Burgemeester voornoemd, K. DE VAN DER SCHUEREN. De Burgemeester der gemeente Waalwijk brengt ter openbare kennis dat lijsten voor opgaven van 'candidaten voor de verkiezing van een lid j voor de tweede Kamer der Staten-Generaal ter j secretarie der gemeente kosteloos verkrijgbaar zijn. Waalwijk, 13 Mei 1901. De Burgemeester voornoemd, K. DE VAN DElt SCHUEREN. Tegenspraak stemt mij dankbaar, want dat is een bewijs, dat er over mijn woor den, wenken en raadgevingen nagedacht i wordt. Onlangs maakte een landbouwer de opmerking, dat hij niet wel begrijpen kon, hoe weiden nog moesten bemest worden, daar zij toch, wanneer zij later gescheurd werden, bleken zoo vruchtbaar en zulke i voorraadschuren van stikstof te zijn. Vol gens hem was het bemesten van weiden i geld weggegooid. Oppervlakking beschouwd lijkt de redeneering nog zoo slecht niet. i Toch heeft de man ongelijk. Inderdaad worden oude, klaverrijke weiden ware voor- 31) »Ia Godsnaam, hoe komt u daaraan stamelde zij. „Hoe ik er aan kom Ik heb hem de spook achtige verschijning afgenomen en dat het een mensch van vleesch en bloed is geweest, bewijst de overhaaste vlucht na de overrompeling.* .Hebt u de persoon herkend?» .Neen, dat wilde ik niet, nadat het mij was .4.lakt haar den gouden band van het hoofd te i rukken.» .0, nu denkt u misschien dat ik het geweest I ben.. .Neen, dat denk ik niet. Zelf met mijne ge dachten heb ik u nooit beleedigd. Ik denk iets geheel anders, wilt u het hooren Ik geloof, dat het een van de dames van pension YVullbradt is geweest, I die zich de schandelijke grap veroorlooft, om hare huisgenooten schrik aan te jagen en misschien ook nog wel om andere onedele beweegredenen; j daarbij is zij gewetenloos genoeg om uw eigen- iorn te dragen, teneinde, bij een mogelijke ont- lekking, de verdenking op u te laden.» „fat is reeds geschied." Manon zweeg, geheel overweldigd door de gedachten, die haar bestorm- j len. J.azooik dacht het dadelijk. Mag ik u een raadgeven Deze band blijft voorloopig in mijne l handen. Vertel aan mevrouw YVullbradt, dat het sierrad u ontvreemd is en sta er op dat uwe I kaner doorzocht wordtbij deze gelegenheid zal men een geheimen toegang ontdekken.» i ,En dan?» vroeg Manon toonloos. Dan? U moogt niet in één huis blijven met i depersoon, die uit liefhebberij, zulke zonderlinge j rendzwerving houdt en uw naam bekladt. Als I uv eigendom zoo weinig beveiligd is tegen der- I gdijke lage grappen zal uw persoon het spoedig I o»k niet meer zijn I YY'auneer mevrouw YVullbradt net bij machte is, de boosdoenster te ontmaske- êii en te verwijderen, dan inoet u ten spoedigste r&adschuren van stikstofhoudenile stoffen. Zoolang echter de weide, weide is en de lucht geen toegang heeft tot deu grond, blijven die stikstofhoudende stoffen onaan geroerd en voor de grassen van geen nut. Zoodra echter de weide gescheurd is, wor den zij omgezet in salpeter en geven zij zoo jaren achter elkander nog een rijken schat van voedsel voor den bouwgrond. Of dus de weide al stikstof genoeg bevat, toch moet zij, zoolang zij weide is, nog met directopneembaren mest, dus met Chilisal- peter bemest worden, dan eerst brengen de grassen het tot haar hoogste waarde. Een andere opmerking is de volgende Bij een rijkelijke bemesting van tarwe ge beurt het vaak, dat dit gewas gaat legeren en zoo veel minder oplevert dau verwacht werd. Dau liever een minder gewa3 maar een, dat rechtop blijft staan. Ik geef ton, dat tarwe te gul kan groeien, vooral, dat tarwe in evenredigheid van de dikte van den stengel te lang kan worden. De oorzaak daarvan kan vooreerst zijn, dat de jonge plantjes te dicht op elkaar stonden, zij benamen elkaar het licht en de onder ste deelen van den stengel werden te teer en te dun. Dan kan de oorzaak ook ge legen zijn in het gebrek aan kalk en phos phor in den bodem. Men zorge dus voor ruimen stand (men zaait de tarwe dan ook meestal op rijen), voor kalk en phosphorus (superphosphaat of thomasslakkenineel) en geve dan verder gerust een rijke stikstof- bemesting. Deze moet in het voorjaar als overbemesting in den vorm van Chilisalpe- ter gegeven worden. Men zal, bij een der gelijke behandeling niet spoedig te vreezen hebben van legerkoren. Wanneer het voorjaar, zooals dit jaar, koud is, zorge men vooral, de wintergranen vroegtijdig Chillisalpeter te geven. In een koud voorjaar heeft er geen salpetervorming in den bodem plaats en zouden de planten zonder een buitengewone bemesting met Chilisalpeter,kleinen nietig blijven en de oogst op zijn voordeeligst genomen, zeer verlaat worden. Naïveteit en onverdorvenheid behoeven volstrekt niet immer saam te gaan vaak is naïveteit een bewijs van domheid of van het klaarblijkelijk opzet om de zaken anders op te vatten dau ze in werkelijkheid zijn Den Britten zou men een ruime mate van haar huis verluten." Ja, weg van hier dat was een vingerwijzing van het toevalMet alle eer, waarmede zij ont vangen was, zou zij het huis verlaten. YY'el is waar bedacht Manon het onaangename van de verklaringen, die zij zich genoodzaakt zag af te leggen, maar dat had niets te beteekenen in vergelijking met de hachelijke positie waarin zij was geraakt. „Staat dat nu onherroepelijk vast en begeeft u zich dadelijk naar het buitenland „Dat weetik nog niet beslist,» sprak zij aarze lend. »YVanneer u het over de keuze Yan de plaats, waarheen u zich wilt begeven, nog niet oietuzdvc eens zijt dan hebt u ook nog niet ernstig over heengaan gedacht." »Ik ben het waarlijk met mijzeive daarover nog niet eens.' „In den laatsten tijd bent u begonnen ons huis te vermijden; avond aan avond stond de stoel daar bij het venster leeg, en het waren toch zulke gezellige oogenblikken, die wij daar al keuvelend, hebben gesleten,» sprak hij op zachten toon. Een pijnlijke zucht ontsnapte aan Manon's borst. YVist hij dan niet, dat zijne moeder haar, in zijn belang, op een afstand hieldHem ter wille, opdat hij zijn hurt niet aan de avonturierster zou vei liezen! Snol stond zij op „Het is niet mijn eigen wil die mij terughoudt, waarlijk niet; mijn hart, het hart van een arme wees, is op deze plaats gebleven. De herinnering daaiaan zal mij nog lang door het leven begeleiden. Houd mij voor geen oudankbaie, wat ik verzoeken mag I' „Zonderling kind hij drukte zacht hare hand. „wat houdt u dan terug?'- Manon sidderde onder zijn zacht smeekenden blik. „Blijf toch niet weg, wat ook de rede moge zijn, ik verzoek het u met uandrang. Mijne moeder zal u met liefde ontvangen, ik zal nog heden met haar spreken.» „Doe dat niet en morgen niet, niet voordat ik vertrokken ben, u zoudt uwe moeder verontrusten <n door mij zal haar geen verdriet worden be rokkend,» verzocht Manon, met plotseling uit- brekenden angst. „Geen verdriet berokkenen? Bent u dan verge- naïvetcit kunnen toedichten, doch dan van die soor', welke samengaat met domheid voor één deel, me: sirui>vogeltakliek voor een ander deel Niet in de eerste periode van den oorlog in Zuid-Afrika aliecn, heeft men te Londen, wanneer het niet gansch en al naar wensch liep met de krijgsverrichtingen in Afrika's zuidelijk dee', zich veiblijd met de naaste toekomst, welke onvermijdelijk een kente ring zou moeten brengen uog immer zet men hetzelfde spel voort Verkeeren de lui in Transvaal en Oranje—Vrijstaat in de droge en warme periode, dau vestigt men in En geland alle hoop op het natte en koude jaargetijde en omgekeerd Op het moment is een der speciale be lichigevers op het oorlogsierrein aau 'toiee- ren over de verblijdende kansen, dat 't mei den krijg nu heusch spoedig tot een gunstig einde zal komen (gunstig voor Chamberlain c. a. wil de man zeggen) en hij baseert zijn hoopvolle vermoedens op het feit, dat de winter in Zuid Afrika gekomen is en dat de Boeren heel wat minder opgewassen zijn te gen de ontberingen en beproevingen tan deze periode dan de Engelschen. En de oorlogscorrespondent in quaestie is niet de eenige, die lot deze conclussie komt, neen, de strijders der beide Republieken zeiven zijn van meeuing, dat het niets ge daan is met zoo'n winteicampagne in het Boschveld, terwijl ze de aanvallen op de spoorwegen (het werk der laatste maanden) óók volkomen moe zijn! Wal wonder dat de meuschen, die zich vrijwillig komen overge ven aan de Biitten bijna niet meer te tellen zijn altijd volgens den correspondent in quaestie Maar vanwaar dan, zal men vragen, het optimisme van den Times-correspoudent te Pretoria! Het is opgebloeid toen Roberts Cronjé overweldigde, toen Bloemfontein, Pre toria, Koraatipoort worden bezet, toen De Wet werd opgejaagd door zeven Engelsche colonnes, toen French Botha's leger zou ver nietigen in liet zuidoosten van Transvaal. Het is gezakt telkenmale, wanneer bleek, dat al deze schitterende operaties, al deze opgevijzelde successen in den weikelijken toestand geen noemenswaardige verandering brachten. Hel kwam opnieuw t£ voorschijn bij elk nieuw plan en zoo doet het ook nu weer zijn intrede in de Times en elders, wat de anderhalf jaar oorlogvoeren in Zuid Afrika heeft den Engelschen oorlogscorres pondenten Diets geleerd. lodieu zij niet totaal blind waren in huu echt Jingoistische zelfingenomenheid, als zij iets hadden leeren begrijpen van de sterke geheime kracht, die de Boeren blijft piikkelcn tot verzet to vast vertrouweu op de eindelijke zegepraal, als zij eenig gevoel hadden voor de waarachtige belangen van hun land, zouden ze gansch anders zich van hun plicht kwijten ten, Manon hoeveel leed ik heb doorstaan P Begrijpt u dan niet, dat liet moederhart al het mogelijke zal doen om mij verder leed te besparen. En welke smart mij zou wordeu aangedaan wanneer u van hier gingt, zonder mij de hoop te laten u terug te zien, weet gij even goed als ik 1 Zoudt u zoo wreed kunnen zijn, om mij weer in de duisternis en de ellende terug te stooten, waar uit ik mij zeiven gelukkig heb weten te verlossen U bent in uwe eer getast, laat het aau mij over, u weer met ons te verzoenen." Een niet te be schrijven teederheid lag in zijne stem. „Houd op, u weet niet wie ik ben I* riep Manon, terwijl hare stem haar begaf. «Zou werkelijk uw stand, uw naam, een kloof tusschen ons vormen Ik dacht, dat u boven dergelijke vooroordeelen verheven zoudt zijn Manon hield haar krampachtig snikken met geweld terug. Een warm gevoel vervulde haar hart, zij wilde gaan knielen en spreken, hem alles b-skennen, om het even, wat daarvan het gevolg zou zijn. Zij wist toch, dat hij haar nooit zou vergeven, want leugen en bedrog was in volkomen tweestrijd met zijn waarheidlievend Jrarakter; nog niet lang geleden had hij immers nog gezegd, dat hij eerder een misdaad dan een leugen kon vergeven zijD geluk zou hij nimmer aan onzekere handen toevertrouwen nooit! Zij had hem bedrogen, ever als zij het al de andere had gedaan en dat bedrog was als eene rots tusschen deze beide harten verrezen 1 Doch de stem stokte haar in de keel; in weerwil van alle mogelijke inspanning, kon zij er geen woord uitkrijgen en een oogenblik Jatir was het reeds te laat; want de weduwe trad binnen. Zij was buitengewoon vriendelijk en hartelijk tegen Manon en scheen hare verwarring evenmin al3 die van haren zoon, op te merken. „Mijn zoon heeft mij de gebeurtenis medege deeld, die hem in het bezit van den gouden band stelde; het is een schaude om voor derge lijke walgelijke grappen uw eigendom te ge bruiken en wat zou dat verdachte schepsel met die vermomming voor hebben Raimond heeft iederen nacht, zoo te zeggen, op de loer gelegen, totdat hij eindelijk de zachte schuife lende schreden vernam, die zijn studeerdvertrek naderden. Hij heeft zich achter de plooien van het gordijn verborgen gehouden totdat de witte gedaante dicht aan hem voorbij, naar de deur Begiut misschien de waarheid door te diingen in Engeland zelf? De Daily Mail wil weten, dat zelfs in het ministerie een partij is die den oorlog moede is niet alleen, maar die van oordeel is dat de Zuid-Afri— kaansche oorlog Engelands onderging kan worden en tot eiken prijs beëindigd moet worden, gelijk de Daily Maily het uitdrukt „die met vreugde een schandelijken vrede zoude sluiten." Aan het hoofd van deze dissidenten moet Sir Michael Hicks Beach, de minister van financiën, staan. De Daily Mail geeft een paar bijzonder heden van het werk, verricht in het Trans- vaalsche Boschveld, onder leiding van gene raal Sir Bindon Blood. Er werkten acht colonnes samen om het Boschveld schoon te vegen. Generaal Blood leidde in persoon vanuit Middelburg de operaties in het cen trum, generaal Plumer werkte op de liuker-, generaal Kitchener op de rechtetflank. Het resultaat was duizend Boereu gevan gen, een buit van aanzienlijke voorraden en veel vee en het uiteendrijven van tal kleine commando's, die in het noordeu stonden. Dit althan» noemen de Engelschen een resultaat. Gaan wij nu even na wat in werkelijkheid is bereikt. Het Boschveld is thans schoon geveegd en de vijand is getrokken ten zui den van de Delagoa lijn, naar de streek, die geueraal French in het begin van dit jaar met zeven colonnes heeft schoongeveegd. Volgens den Times-correspondent te Mid delburg zal nu sir Bindon Blood het werk van generaal French nog eens doen. De Boereu, die zulks ïeeds hebben ingezien, trekken alvast in kleine troepjes over den Delagoaspoorweg naar het schoongeveegde noorden. En als nu generaal Blood het zuid-oosten van Transvaal heelt gezuiverd, zal hij opuieuw aau het Boschveld kuunen beginnen Voor een paar etmalen is bericht, dat De Wet weder zou doorgedrongen zijn op het gebied van Kaapkolonie, doch de corres pondenten zijn ditmaal klaarblijkelijk een weinig te haastig geweest, wat hun, rekening houdend met De Wet's voortvarendheid, eingenlijk wel te vergeven valt Volgens de laatste berichten bevond De YVet zich met een veertigtal getrouwen vol gelingen nabij Boshof (in het westen van Oranje-Vrijstaat, iets noordelijker dan Kim berley) zich voortbewegende in zuidelijke richting en voorafgegaan door een tioep, welke de Oranjerivier reeds weer gepasseerd is, op weg naar de Zuurbergen. Het is eene gelukkige omstandigheid in de tegenwoordige fase van den oorlog, dat de Engelsche regeering ons enkele opgaven te gen wil en dank geregeld moet verschaffen de verliezenlijst en de kroon op al de sloop en toen heeft hij snel toegegrepen en haar met een greep den band uit het haar ge rukt. Het zou gemakkelijk zijn geweest, de vluchtelinge in te halen en een ontdekking uit te lokken. Naar ik hoop is zij voor goed van haar nochtwnndelen genezende schrik was groot genoeg om heilzaam te kunnen werken.» Up deze wijze sprak de oude dame rol ijver verder en drukte haar leedwezen uit, dat teer gevoeligheid de oorzaak was geweest, dat de zoon van haar ontmaskering had afgezien. Zij lette in 't geheel niet op Raimond's ver strooidheid en Manon's bleek gelaattoen Manon was heengegaan, wendde zij zich snel tot haren zoon en zcide: „Raimond, ju hebt mot haar gesproken, is er niets meer aar. te veranderen Hij schudde zich, alsof hij een last wilde af werpen, die op zijne schouders rustte. Het beslissende woord is nog niet gesproken, maar wat geeft dat? Manon bezit mijn hart; hebt u niet gewetCD, dat wanneer ik eens heb gekozen, er niets meer aan te veranderen is? Zou het, op mijn leeftijd, wel anders kunnen zijn? Ik heb te lang geleden, menige bittero twijlel, die zich met geweld een uitweg wil banen, moet nog worden bestreden. Ach moeder waarom toch heeft God mij dit zwaarmoedige hart in de borst gelegd Dikwijls vraag ik mij zelvcn ofzal het wel ooit anders worden P» „Zal Manon in staat zijn alle zwaarmoedigheid dauaruit te verjogen „Zij alleen vermag het, anders niemand, nie- mund ter wereldIk wist hel reeds, toen ik haar voor de eerste maal zag.' „En heeft zij jou haar hart blootgelegd en je tot op den bodem ervan laten zien ltdimond, bedenk toch, wanneer het vertrouwen ont breekt .Geen woord heeft zij gesproken en ik mauk mij zeiven wijs, dat dit ook niet noodig is en toch knaagt een armzalige gedachte, die mij foltert en elk gevoel in hatelijke phrasen vor- audert aan mijn hartl' „O, dat is niet de ware liefde mijn zoon, laat schieten, laat schieten, dat is niet de ware I" „Toch wel moeder, of meent u, dat ik mij lichtzinnig in het net heb verward Kijk, u kan ik het zeggen; ik weet dat de Viijheer von Stamm haar bemint, dat hij vurig haakt naar veiliezenlijsteu van dertig dagen de maande- lijksche statistiek over de sterkte der troepen en al wat daarbij komt. Natuurlijk wordt er in beide opgaven ook nog wel zoo'n beetje met de waarheid gespeeld, maar er zijn hier tenminste greozen. Het spreekt wel van zelf, dat het War Office deze hinderlijke getui genissen van zijn onbekwaamheden en flaters ook liever zou mauipuleeren op de wijze der gewone oorlogsberichten, zoodat de wereld bij het nagenoeg geheel ontbreken van be richten van Boerenzijde, slechts dat licht zou zien, 't welk de heeren te Londeu zouden verkiezen door te laten zoover evenwel reikt de domperpolitiek der Imperialistenkliek nog niet. Welnu, de Maandagmorgen uitgegeven statistiek, die loopt tot den lsten Mei, geeft weer belangwekkende cijfers, al missen we er tot ons leedwezen ook gegevens in om trent de sterkte der „gekleurde troepen" alias losgelaten Zoeloe's en dergelijke van Zijne Britsche Majesteit. Er blijkt uit deze lijst, dat Engeland cp 1 Mei jl. voor het beschaven der Boerenrepublieken in Zuid—Afrika nog aan den arbeid had 249,416 officieren en manschappen, enkel blanken welteverstaan. Deze zijn verdeeld als volgt Geregelde troepen 138,002koloniale id. 58,821 Imperial yeomanry 23,104; militie 20,104 en vrijwilligers 9,385. Gesneuveld zijn in 't geheel tot het begin van deze maand 355 officieren en 3,667 minderen aan wou den, ziekte enz. zijn bezweken 359 officieren en 10,597 minderen totaal getal overledenen 14,973. Gewond zijn 1333 officieren en 15,876 minderen, die natuurlijk nog een aanzienlijk contingent voor de rubriek der dooden leveren tegen de eerstvolgende statistiek. Uit Zuid-Afrika zijn huiswaarts gekeerd 76.582, waarvan niet minder dan 47,739 invaliden; slechts 22,081 keerden oogenschijulijk heelhuids terug van het oor logsveld met 4,533 kolonialen, waarvan uit deze statistiek niet is op te maken in welken graad van welstand zij zich bevonden bij hun vertrek. Natuurlijk wordt de taak der Engelsche regeering om deze statistiek openbaar te maken, elke maand onaangenamer. De oor log verloont evenmin neiging om uit te we zen als een jaar geleden de tegenzin in Engeland wordt dagelijks grooter bij gemis aan resultaten, die ook maar eenigszins uit zicht geven dat vroeg of laat de zegepraal tenminste onbetwistbaar aan Grool-Britanuie moet zijn. De verliezeulijsten stijgen inmid dels onrustbarend. Wat de jongste statistiek verder niet zegt, maar wat men er uit op kan maken, is het niet bemoedigende feit, dat Engeland ten koste van bijna tweehon derd millioen pond stelling tot 1 Mei reeds 358,185 man op de been had gebracht, uit alle deelen vau het onmetelijke rijk om Transvaal en deu Oranje Vrijstaat te onder- het oogenblik, waarop hij haar vragen kan, zijne gade te wordeu even zeker weet ik, dat zij hem een blauwtje zal laten loopende kleine Manon kan niet rekenen Hoe dikwijls zij het ook heeft beproefd, zij is daarvoor te eerlijk. En nu komt nog het raadselachtigste, luister goed moeder, naar wat ik zeg: zelfs, wanneer zij mij bemint, zal zij mij toch afwijzen, daarvan ben ik ten volle overtuigd. Vraag mij niet waarom ik weet het zelfs niet.» „Zij zou jou Hfwijzen, zelfs wanneer zij jon bemint? Er is een donker punt in haar leven, dut zij niet wil ophelderen. O, mijn overmoedige zoon, waarom wil je nog eens weer een zwaren strijd op je schouders laden? YY'ie staat je er voor in, dat je ook deze maal overwinnaar zult blijven Kijk liever naar de aurdige Lucy, een aanminnig meisje, die niets geheimzinnigs met zich ronddraagt, zij is lief en verstandig.* „Spreekt u duarover niet, wal ik u verzoeken mag, begrijpt u dun niet, hoezeer u mij daar mede grieft 1' liet scheen ulsof mevrouw YYulibrudt niet meer uit haar opgewouden stemming wist te geraken; Amelie, haur nicht, had rondweg ge weigerd naar het bal bij deu burgemeester te gaanzij had wel vaker geweigerd aan een gerioegelijk partijtje deel te nemen, munr nooit wanneer het daar werd gegeven. Er lag madame veel aan Amy's wegblijven gelegen, maar Emmy von Hu bet klaagde reeds den geheelen borgen over erge hoofdpijn en lag, met een doek om het hoofd op de sopha; die kon dus ook niet meegaun en dat was vrij wat onaangenamer. „liet is precies alsof er iets broeit,» beweerde madame tegen Kitty, toen zij toilet raaukte voor liet bal en deze haar de behulpzame hand bood. „De barones toonde ook weinig lust om naar het bul te gaai:, zij klaagde over vermoeidheid en wilde absoluut een lat g onderhoud met mij hebben uJleen door mijn wijzen op haar be droefd uiterlijk, dat op mij den indruk maakte een onheilsbode te zijn, kwuin zij er toe, dit tot morgen uit te stellen. YV»t zou zij toch hebben? YVeet jij er misschien iets van (Wordt vervolgd)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1901 | | pagina 1