Nummer 46. Zondag 9 Juni 1901. 24e Jaargan MONOPOL TH Op den Drempel van het Paradijs De Zuid-Affikaansche oorlog, Probeert de lekkere Theod. WESSELS, TWEEDE BLAD. WAALWIJK. Bekendmaking. FEUILLETON. Sociale actie. ROTTERDAM Verkrijgbaar bij den Heer Iaspcctie Verlofgangers. Verkiezing voor den (ïeiucenteruiid. (Slot.) Nu rijst ds vraag: als tot behoud van den maatschappelijke» vrede grenzen gesteld worden aan genotzucht en onmatigheid, hoe staan dan de Katholieken der hoogere standen tegenover de vereeuigingen tot bestrijding van liet drankmisbruik, wier bestaan door 's Pauken woord alleen reeds gerechtvaardigd zoude zijn? M. H. De hoogere standen moeten zelf weten wat zij doen, maar te ontkennen is het niet, dat zij, over 't algemeen, bij deze sociale werkzaamheid van verre staan. Van hunnen kant, zoo komt het mij voor, is dit zeer verkeerd gezien de evolutie wordt in elk geval voltrokken, is liet niet mèt, dan zal het zijn zonder hen. 't Hooge idee, waarop onze sociale arbeid rust, zijn beteekenis als krachtig middel tot karaktervorming, tot vorming ran man nen, die wat zijn en wat durven als middel tot zelfbeheersching en zelfbeperking, zonder welke geen sociale vrede mogelijk wordt, dat hooge denkbeeld moet verspreid worden onder de menigte, onophoudelijk, door hel woord, door de pen en door alle middelen, die de moderne wereld ons aan de hand doet. Er mott gewerkt worden met de pen De propaganda op deze manier moet overal doordringen. Zij moet post vatten in de pers door onze beginselen te behandelen, door mededeelingen die aantoonen, in hoe groote maatschappelijke behoefte onze arbeid voorziet, door de polemiek, als het noodig is. Het gedrukte woord moet in alle kringen verspreid worden, in de hoogste en in de nederigste, in de woningen der rijken en in het huisje des armen op de werkplaats eu in de fabriek in het Kabinet der Staats lieden en in het paleis der wetgevers, men moet het aantreffen op de publieke pleinen der steden en de landbouwer moet het vinden als hij de plocgvore trekt, overal in écu woord, waar menschen zijn, d w. z. waar redelijke wezens teovertuigen en zielen te winnen zijn. En onder de talloozen, die met heilig vuur onze goede zaak moeten bevorderen, dient in de voornaamste plaats gedacht te worden aan de jeugd, de hoop en de toe komst van Kerk en Vaderland. De jeugd bezit de eigenschappen, die de ware apostelziel kenmerken li kracht en edelmoedigheid. Van haar moet uitgaan de vruchtbar;, propaganda, onder haars gelijken, in welken stand zij zich ook bevinden, op de werk plaats, in de fabriek, aan de universiteit, in de kazerne. Wanneer de jeugd zich bij ons voegt, is ons succes verzekert. Daarvoor moet rus teloos gewerkt worden. In de diepten dier mensohenharten van twintig jaren gloeit een vonk, die door een enkel woord tot vlaln kan worden. Wie dat woord kan spreken, mag liet niet nalaten. In zijn heerlijk boekje#La Chevalerie', vermeldt Léon Gautier de woorden, welke in de basiliek aan St Pieter tot den nieuwen ridder werden gerichtNeem dit zwaard; oefen daarmede de kracht der gerechtigheid Wat Ier aarde ligt, hef het op. Wat gij hebt opgeheven, bewaar het. Wat onrecht vaardig is hierbeneden, sla het neer. "Wat in de goede orde is, versterkt het. Geachte vergadering, met dit woord wil ik afscheid van u nemen liet is het devies voor al ons sociale werken eu voor de christelijke maatschappij, die wij te vormen hebben. Gij draagt geen zwaard, maar gij hebt de pen, gij hebt het levende woord, gij hebt alles wat Uw toewijding tot een zegeubren- gende kracht kan maken. Herinnert U den eed Uwer vaderen Oefent de kracht der gerechtigheid uit Richt op wat ter aarde ligtBewaart wat gij hebt opgeheven Slaat neer wat onrecht vaardig is Versterkt wat in de goede orde is Voor onze sociale actie ken ik geen pro gramma, dat breeder, edeler en vruchtbaar der kan zijn. Burgemeester en Wethouders der gemeente Waalwijk, ontvangen hebbende aanschrijving van Zijne Excellentie den lieer Commissaris der Ko ningin in deze provincie, van den 6n April 1901, 6e Afdeeling (Bijblad No. 49). Gelet op de 2e zinsnede van art. 139 der wet van 19 Augustus 1861 (Staatsblad No. 72). MAKEN BEKEND: Dat het te houden onderzoek (inspectie) van de verlofgangers der Nationale Militie in deze provincie, voor deze gemeente zal plaats hebben op Dinsdag den 18 Juni aanstaande, des voor- middags om ll'/a ure, ten raadhuize der gemeente Waalwijk. Dat tot bijwoning van die inspectie zijn ge houden, alle verlofgangers der militie te land die vóór 1 April van het jaar der inspectie in liet genot zijn gesteld van onbepaald verlot. Dat de voorschriften der aangehaalde Wet onder anderen luiden als volgt: Art. 140. De verlofganger verschijnt bij het onderzoek in uniform gekleed en voorzien van de kleeding- en uitrustingstukken, hem bij zijn vertrek met verlof medegegeven, van zijn zak boekje en van zijn verlofpas. Art. 141. Behoudens het bepaalde in art. 130, kan een arrest van twee tot zes dagen, te onder gaan in de naastbij gelegen provoost of het. naastbij zijnde huis van bewaring of arrest, door den Militie-Commissaris worden opgelegd aan den verlofganger lo. die zonder geldige reden niet bij het on derzoek verschijnt; 2o. die daarbij verschenen zijnde, zonder gel dige reden niet voorzien is van de in het voor gaande artikel vermelde voorwerpen 3o. wiens kleeding- of uitrustingstukken bij het onderzoek niet in voldoenden staat worden bevonden 4o. die kleeding- of uitrustingstukken aan een ander behoorende, als de zijne vertoont. Art. 142. Is de verlofganger, wien krachtens het voorgaande artikel arrest is opgelegd, bij het onderzoek tegenwoordig, dan kan hij dadelijk onder verzekerd geleide, in arrest worden ge bracht. Is hij niet tegenwoordig en onderwerpt hij zich niet aan de hem opgelegde straf, dan wordt hij op schriftelijke aanvrage van den Militie-Com missaris, te richten aan den Burgemeester der woonplaats van dien verlofganger, aangehouden en onder verzekerde geleide naar de naastbij gelegen provoost of het naastbij zijnde huis van bewaring of arrest, overgebracht. Art. 143. Onverminderd de stiaf in art. 141 vermeld, is de verlofganger verplicht, op den daartoe door den Militie-Commissaris te bepalen tijd en plaals, en op de in art. 140 voorgeschre ven wijze, voor hem te verschijnen om te worden onderzocht. Art. 144. De verlofganger, die zich bij herha ling schuldig maakt aan het feit, sub 4o. van art. 141 bedoeld, of niet overeenkomsiig art. 143 voor den Militie-Commissaris verschijnt, of, al daar verschenen zijnde, in het geval verkeert sub 2o en 3o van artikel 141 vermeld, wordt onder de wapenen geroepen en van drie tot zes maanden gehouden. 36. «Waarover spraken zij viel haar de rechter in de rede. „Dat weet ik niet, ik heb niet nauwkeurig toegeluisterd, ook waren de stemmen niet dui delijk verstaanbaar. Ik bleef nog een poosje lig gen en dacht er over na, waarom de barones alleen en niet tegelijk met de anderen zou zijn terug gekeerd; ik begon reeds weer in te dom melen, toen mij plotseling de gedachte door het hooid schoot, dat zij misschien ziek was gewor den en hulp noodig had. Ik stond daarom op en ging naar de deur, om naar haar te kijken Het was dus deelneming, die u er toe dreef, om uw bed te verlaten Dacht gij er dan niet aan dat, in geval eener ongesteldheid, Kitty de barones wel niet zou hebben verlaten „Misschien werd ik ook wel door nieuwsgie righeid gedreven, dat weet ik zoo juist niet meer,' beweerde Emmy, terwijl eeu spotlach om hare lippen speelde en zij den rechter toor nige blikken toewierp. „Gaat voort." „Toen ik de deur zachtjes opendeed „Waarom zachtjes?' Nu begon de listige Emmy toch te kleuren. „Het was midden in den nacht, mijnheer de rechter." „Verder." „Toen ik mijne kamerdeur zachtjes en onhoor baar opendeed, verscheen de baronesse met een brandend licht in de hand en ging den zolder trap op." Wannneer kwam zij terug „Dat weet ik niet, ik sloot mijne deur dade lijk weer. De barones heeft mij niet gezien, zij dook plotseling op en verdween evenzoo.' Een boosaardige tiek lag om Emmy's spottend galaat. „En van wat later is voorgevallen weet n absoluut niets?' Maken de verlofgangers tevens opn erkfiam.t dat gedurende den tijd dat het onderzoek duur en in het algemeen wanneer zij in uniform ge kleed zijn, volgens het aangehaalde trt. 130, 2e en 3e lid der wet, worden geacht onder de wa penen te zijn en het crimineel wetboek en het reglement van krijgstucht voor het krijgsvolk te lande op hen van toepassing is. En opdat niemand onwetendheid zoude kun nen voorwenden, zal deze, na afkondiging, op de gewone wijze worden aangeplakt, ter plaat89 waar zulks te doen gebruikelijk is. Waalwijk, den 28 Mei 1901. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Burgemeester. K. DE VAN DER SCHUEIIEN. De Secretaris, F. W. VAN LIEMPT. De Burgemeester der gemeente Waalwijk, maakt bekend, dat op Dinsdag den 25n Juni a. s. de verkiezing zal plaats hebben van 3 leden voor den gemeenteraad ter vervulling der plaatsen van hen, die met den volgenden eersten Dinsdag van September aan de beurt van aftreding zijn; dat de stemming en herstemming ter zake, zoo noodig, zullen rpjaat9 hebben op 2 en 10 Juli eerstkomende; dat op den dag der verkiezing ter Secretarie dezer gemeente bij den Burgemeester, van des voormiddags negen tot des namiddags vier uur opgaven van candidaten kunnen worden in geleverd, en dat formulieren daarvoor ter Se cretarie verkrijgbaar zijn dagelijks tusschen 9 en 12 uur voormiddag. Waalwijk, 8 Jari 1901. De Burgemeester voorn., K. DE VAN DER SCHUEREN. - Inrichtingen, welke Gevaar, Sehade of Hinder kunnen veroorzaken. Burgemsester en Wethouders der gemeente Waalwijk brengen ter openbare kennis dat bij hun besluit van 1 dézer aan P. van Loon G». aldaar eu zijne rechtverkrijgenden, vergunning i9 verleend tot het uitbreiden van zijne leerlooierij staande alhier, k tic 1 no. 1493 n het daarin plaatsen verking bi -ngen :eue stoommachine vi nkru« Waalwijk, 5 Jnni 1901. De Burgemeester, K. DE VAN DER SCIIUEREN. De Secretaris, F. W. VAN LIEMPT. Neen," „Hei is toch zeer zonderling' dat u noch het gillen en het naar beneden storten van juffrouw VVullbradt, noch het heen en weerloopen der dienstboden, noch de komst der domes zoudt hebben gehoord.1 Erarny von Iluber zweeg hardnekkig en nam eeno uitdagende houding aan. „Welk kleed droeg baroDes Kargor „Toen ik haar zag had zij een balcostuum met langen atlassleep aan.' Weet u dat stellig „Zeer zeker. De sleep ruischte bij iedere schrede, die zij deed.' Barones Karger. zoudt u zoo goed willen zijn nader te treden Manon verhief zich. Met wijdgeopende oogen staarde zij de dochter van deu raadsheer aan, die zoo verschrikkelijk had gelogen en de lee- lijke verdenking op haar had geleid. ,U hebt de verklaring van freule von Huber gehoord, wat hebt u daartegen in tc brengen?' „Niets/ antwoordde zij zonder toon in hare stem. „Blijft u bij uwe verklaringen?' „Woord voor woord." Een gemompel ontstond onder de rechters. Zij waren dichter bij elkaar gaan zitten en spraken met elkapder. Advocaat Brunneck had een wet boek in de hand, waarin hij zat te lezen. In den huisgang was een hevig tumult ont- 9tBau vele stemmen werden gehoord en onder deze die van de directrice, die tegelijkertijd krijschteen weende. Het lawaai en de veroorzaakte storing waren zoo groot, dat een_gerechtsdienaar naar buiten werd gezonden, om stilte te gebieden. „De beide getuigen hebben zulke bezwarende en tegenstrijdige verklaringen afgelegd, dat ik, met liet oog op het ernstige van het feit, daar hier spake is van hel plegen van ren moord of het door onachtzaamheid te voorschijn roepen van den dood, tot u mijnheer de rijksadvocaat, de vraag richt of u een eisch tot inhechtenisne ming wilt stellen »lk stel een dergel ijken eisch in voor freule von Iiuber.' De genoemde kromp van schrik ineen ei: wierp een giftigen blik op Brunneck, die bij de tafel stond, waarop het zoo juist opgemaakte proto- Het oorlogsnieuws is weer schaarsch van daag, wat reeds dikwijls een goed teeken gebleken is, De zengende brigades in het oosten van Transvaal kunnen weinig zegeteekenen meer bijeenbrengen; de vreugdevuren die de gent lemen in khaki in de eenzame Boerenhoeven op het veld haddeu ontsiokeu, zijn gedoofd, het veld zelf is een zwarte woestenij gewor den eu de Hoeren hebben zich, op last van hun aanvoerders, met hun vee in bergachtig tenein teruggetrokken. De enthousiast be gonnen onisingelings- en afsluiiingsbewegin- gen van de colonnes zijn, naar de corres pondent van de Times te Carolina zelf heeft erkend, ontaard in politiewerk. Men bezoekt hoeven, maakt kloven schoon een gevaar lijk werk als er Boeren met het roer in verscholen liggen, maar waarvan de Kaffers wel de spits zullen afbijten vat of doodt enkele Boeren, al tiaar de stemming meer of miuder wraakgierig is, en ziet de stof wolken van anderen die de moderne Hunnen ontloopen. Generaal Babington mag niet op de lauweren die hij in het westen van Trans vaal had behaald, rusten ook hij staat nu in het oosten van de republiek en zal met kolonel Douglas samen gaan vegen in den omtrek van de lllomo-Iilom-gebergte. Op Methuen na die behoudens eei' enkele expe ditie in den Vrijstaat, maar voortdurend aan -.it westgrens blijft, is er haast geen legeraanvoeidcr van nó Na geruimen tijd maakt men h> weder eer.s door Kitchener afgezon gram openbaar we zien daarnit ochtend van den 2den dezer Jame plaats in het district Wodehouse, ten noordwesten van Dordrecht, zie gevecht van 4 uren aan de Boe- overgegeven. Den Sen Juni, cus na de overgave, werd uit Kaapstad seind dal de stad door Fouché weid b waaruit blijkt dat de gemeenschap geheel verstoord, maar toch zeer g was en verder dat de aanval niet onvt geschiedde zoodat men maatregelen (lediging had kunnen nemen. Omtrent de sterkte van de Madsv, de plaatselijke vrijwilligers die de b- uitmaakten, lezen wij niets, maar wel verdedigers slechts drie dooden n gewonden verloren hetgeen ons gee» denkbeeld geeft van de harduekkfgbe den geboden tegenstand. De 700 man die het commando van K1" zinger vormen, hebbnn als naar gewoon gevangen garnizoen weder in vrijheid g maar zijn nu ruim voorzien van schievoc kleederen, levensmiddelen, enz., want wi schijulijk ziju zij dezellde, die bij Dord 32 yeomen gevangen genomen hebben. B hebben die Boeren toch verstandig geci om in de Kaapkolonie 'c rallen da;- blijven I Waar hadden zij ooit zulk goede aanvulling van hunne materieels S' ii celi verliezen laag kan gezoodeu I nji langer hoe t ae commando s v ten die lot ons komen hoe en, terwijl de troepen van Botha et hunne sterkte behouden, zoodat zeggen waar^hy morgen zal heen worden. Het vertrek van Babingtou's uuc-i pen zal er trouwens het zijne toe hebben I bijgedragen om de Boeren van Kemp stout- _.T11CI, w t j- r. T- ii I t_ i gerust kunnen aannemen, dal het aantal re moedig te maken. De Eogtlschen hebben uj i j.j-i-i Delleo sterk toeneemt, nooit opgehouden te erkenneu dat de iniich tiugendienst van de Boeren, hun oogen en hun combi' .tic—vermogen voortreffelijk zijn en dat zij spoedig lucht krijgen van een En- Waar c^n zwakke gelsche beweging, waar eeu zwakke p is, slaan zij toe. De onttrekking van Babing tou's strijdmacht aan het westen heeft zich dadelijk bij Vlakfontein gewroken. F.u dat de Boeren door huu verliezeo bij die plaats abesbehalve gedemoraliseerd zijn, blijkt wel uit de door Kitchener dadelijk erkende nood zakelijkheid om versterkingen te zenden. col lag, dat hij nog eens weer overlas. De rechter, die het onderzoek leidde, was naast hem gaan staan, „En de barones?', vroeg hij, op zachten toon. „Ik sta persoonlijk voor haar borg/ antwoord de hij, met stem verheffing. „Ik hoop dat u zich niet door uw gevoel laat meeslepen, maar neem aan dat u omdat uw huis indirect in de zaak gemoeid is, u beter kunt oriënteeren dan ik, die mij genoodzaakt zie eerst het getuigenverhoor te sluiten, om voor raijzelven de zaak tot klaarheid te kunnen brengen. Nog voordat de advocaat den rechter hierom trent voldoende verzekering kon geven, werd de deur met geweld opengetrokken en trad een commissaris van politie binnen, gevolgd door den handelsreiziger, die eenige dagen geleden, het pension Wullbradt bezocht en in rep en roer had gebracht. „Mijnheer de advocaat, deze mijnheer heeft zoo juist tegenover mij de verklaring afgelegd, dat eene zekere dame, barones Karger, naar ik zoo juist verneem een der gewichtigste getuigen in deze zaak, onder een vnlschen naam, bel pension hier is binnengedrongen hij is van mee ning dat deze ontdekking gewichtig genoeg is om op staanden den voet aan het gerecht te worden medegedeeld, omdat misschien een be- slissenden invloed op den verderen loop van het geding zou kunnen hebben. Ik heb dezen heer medegebracht, ingeval u een confrontatie mocht noodig achten en zie een onderzoek van het tegen deze getuige beweerde te gemoet. Ik voeg hier nog bij, dat ik de medegebrachte bewijzen heb onderzocht en deze voor de juistheid zijner bewering pleiten.' De woorden van den commissaris hadden een kolossale uitwerking. Manou's hart dreigde te gaan stilstaanzij zonk niet in onmacht, zooals zij gehoopt had, maar verstond met schrikbarende duidelijkheid ieder woord. BruuneckJ had, nadat de commissaris had uit gesproken, voor een oogenblik zijne zwaarmoedige oogen op haar laten rusten, slechts voor een oogenblik hare angstige en beschaamde trek ken zeiden en bevestigden alles. Daarom dus had zij wil' 1 Nog kwamen Volgens een officieele opgave, die door het departement van oorlog verstrekt is, zijn tusschen 1 Augustus 1899 en 31 Juli 1900 naar Zuid—Afrika gezonden of daar aange worven 265,131 officieren en minderen, met inbegrip van 9940 officieren en minderen, die voor het uitbreken der vijandelijkheden in Natal of de Kaapkolonie in garnizoen lagen. Van 1 Augustus 1900 tot 30 April 1901 zijn gezonden of aangeworven 83,529 offi— I de zijden word eieren en minderen, zeodat de g< sic kic v-|ia jam .s dsr Engelsche troepen, die in deu oorlog I more (600R.M tegen de beide Boeren—republieken te velde (40Q K.M.) ziju getrokken 847,661 hooiucu bedraagt. Hiervan bevonden zich 31 Mei jl. in Zuid Afrika 249,416 hooiden (met inbegrip van officieren), waarvan 138,002 geregelde troe pen, 58,821 koloniale troepen, 23,104 yeomen, 9385 vrijwilligers (volunteers) en 20,104 mi liiielroepen. Eu hoever heeft dal kwart millioen s'rijders het nu gebracht Om deze vraag te beant woorden zullen wij in de eerste plaats eens nagaan hoe de toestand is in de Kaapkolo nie, dus binnen de Eugelsche landpalen, Freu< wordt nu met de leiding der krij*; ?- verrichtingen in de kolonie belast en Kitcht.. iia 1 (i :n geen betere keus kanoën 1. maar het valt toch zeer te betwijfelen of ij hem de noodige levende strijdkracnieu ka verschaffen om de hem gegeven opdracht, het verdrijven van de invallers, naar behooren te vervullen, want niet alleen in de oostelijke en westelijke districten trekken de comman do's door het land, ook iu de zuidelijke zijn zij doorgedrongen. Het zoowat 80 K.M. ten noorden van de Plettenbergbaai gelegen Willowmore is op 1 dezer door 700 Boeren onder Scheepers aan gevallen. Met geringe verliezen werden de aanvallers afgeslagen, maar wij zien uit dit gevecht hoever de invallers in de kolouie zijn doorgedrongen. Om eenigszins een denkbeeld le geven va.7 de uitgestrektheid van het door hen, laat ons zeggen onveilig gemaakt gebied, kunnen wij 1 driehocic vormt, waarvan n gevormd door de in .'o dit te gelooven. Met geweld drukte hij de op wellende verdenking terug zijne geheele in nerlijke, edele natuur verzette zich tegen alle indrukken van buiten 1 Met alle krachtsinspan ning, wendde hij zich af van de schuldbewuste, in hare knieën bevende gestalte van de ge vierde, schitterende barones, wier gelaat zoo wit was geworden als pasgevallen sneeuw. Ach, hoeveel slechtheid was er niet in het menschdom gevaren, wanneer ook de schoonste bloemen der schepping met schuld waren overladen I „VVelke bewijxeu voert u aan voor deze be wering Brunneck verwonderde zich, dat hij nog kon spreken. En hoe had hij bet gadaan I Hij spruk met krachtige, welluidende stem, die niet het geringste van den opstand in zijn binnenste verried. „Ik kan drie personen als getuigen aanvoeren en wel koopman Muller in M.... eu diens beide bedienden, die mij ook deu waren naam van de mejuffrouw hebben medegedeeld/ nam de han delsreiziger het woord. „En die luidt?' „Manon ltitter zij was. nu ruim een jaar ge leden, meid bij de in M.... overleden mevrouw Von Staram. Daar ik hier in huis over deze kwestie met mevrouw de directrice VVullbradt oneenigheid heb gehad, heb ik per brief bij koopman Muller nadere inlichtingen ingewonnen, die ik reeds aan mijnheer den commissaris ter onderzoek heb ter hand gesteld zij bewijzen duidelijk, dat Manon Rittei- een kind uit de heffe des volks is; tot haar achtste jaar werd zij, daar zij reeds vroeg wees was, door een arbeidersfamilie opgevoed, voor wie zij met een mandje aan den arm uit bedelen moest gaan. Mevrouw von Stamm erbarmde zich over de kleine verlatene en nam haar als gedienstige bij zich in huis op. Ondervraag u de juffrouw maar, zij keu niet ontkennen, dat ik zelf haar in M.... heb gesproken 1' riep de aanklager triom fantelijk uit. Niemand in de zaal twijfelde meer aan de waarheid zijner woorden, hoe ongehoord zij ook klonkeD. Manun's uiterlijk deed duidelijk zien, dat de boosaardigo kerel *»-•* „Eu hoe verklaar- u - beschaving en d- misschie amestowuWillowmore de oppervlakte van het le zui veren .v.-jc.ó bedraagt zoowat 16,000 KM 2. Met deze cijfers voor oogen zal men ons toegeven, dat de taak, die voor French is weggelegd, niet benijdenswaardig is en wordt het begrijpelijk dat Kitchener alweer om een versterking van 30,00 man, liefst bereden troepen, beeft gevraagd. Wanneer men nu in aanmerking neemt dat men ook de vroeger gevraagde dertig duizend man niet in hun geheel heeft kunnen leveren, dau ligt het vermoeden voor de hand dat men ook aan dit verzoek niet 2al kunnen voldoen. 9 genoemde adelijke dame.' „Neen, zij was haar meid, maar mevrouw von Stamm was eeu zeer ontwikkelde dame.' „En hoe kwam de dame dan aan de middelen om als barones te kunnen optreden?' Deze vraag viel Brunneck zwaar, men kon duidelijk zien dat hij zijn onderlip tusschen de tanden nam en daaiop beet. „Dat is een donker punt. dat nog opgehelderd dient te worden. Koopman Muller weet niet hoe zij aan het geld is gekomen in het tes tament van de overleden mevrouw von Stamm was zij niet bedacht. Juffrouw Ritter zal zelve hot beste kunnen zeggen, hóe zij aan dat ver mogen is gekomen. Het kan evengoed aan de afgestorvene ontstolen zijn, als Brunneck liet den man niet uitspreken. „Hoe heet u „Ik behoef de waarheid niet te verbergen, mijn naam i9 Schmidtik reis voor de firma Lamprecht „Hebt u nog iets, ter zake dienende, aan te voeren „Voorloopig niet." Brunneck boog zich dieper over de voor hem liggende papieren, het klamme zweet stond op zijn schoongeteekend voorhoofd, het was zoo wit als het papier in zijn haDd. „Mijnheer de rechter, wilt u beiden confronteeren sprak hij op hceachen toon. „Wanneer u het uitdrukkelijk verlangt: ba rones Karger, zoudt u ons willen zeggen, of u dien man kent Manon was in de laatste minuten schrikbarend veranderd. Schaamte en berouw teekenden zich op haar gelaat afzij voelde dat de blikken van alle aanwezigen op haar rustten, behalve juist die van hem, die haar nooit weer zou aan zien, dat wist zij met verpletterende zekerheid zij zag en voelde de hoon, de bespotting, de verachting hoorde het lachen uit leedverwaak van Eramy von Huber, bet foeiroepen van me vrouw Wullbradt en de overige dames van het pension, die in de openstaande deur waren ge-f drongen. 0u, -

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1901 | | pagina 5