Nummer 46.
Zondag 9 Juni 1901.
24e Jaargan
MONOPOL TH
Op den Drempel van het Paradijs
De Zuid-Affikaansche oorlog,
Probeert de lekkere
Theod. WESSELS,
TWEEDE BLAD.
WAALWIJK.
Bekendmaking.
FEUILLETON.
Sociale actie.
ROTTERDAM
Verkrijgbaar bij den Heer
Iaspcctie Verlofgangers.
Verkiezing voor den (ïeiucenteruiid.
(Slot.)
Nu rijst ds vraag: als tot behoud van
den maatschappelijke» vrede grenzen gesteld
worden aan genotzucht en onmatigheid, hoe
staan dan de Katholieken der hoogere
standen tegenover de vereeuigingen tot
bestrijding van liet drankmisbruik, wier
bestaan door 's Pauken woord alleen reeds
gerechtvaardigd zoude zijn?
M. H. De hoogere standen moeten zelf
weten wat zij doen, maar te ontkennen is
het niet, dat zij, over 't algemeen, bij deze
sociale werkzaamheid van verre staan. Van
hunnen kant, zoo komt het mij voor, is dit
zeer verkeerd gezien de evolutie wordt in
elk geval voltrokken, is liet niet mèt, dan
zal het zijn zonder hen.
't Hooge idee, waarop onze sociale arbeid
rust, zijn beteekenis als krachtig middel
tot karaktervorming, tot vorming ran man
nen, die wat zijn en wat durven als middel
tot zelfbeheersching en zelfbeperking, zonder
welke geen sociale vrede mogelijk wordt,
dat hooge denkbeeld moet verspreid worden
onder de menigte, onophoudelijk, door hel
woord, door de pen en door alle middelen, die
de moderne wereld ons aan de hand doet.
Er mott gewerkt worden met de pen
De propaganda op deze manier moet overal
doordringen. Zij moet post vatten in de
pers door onze beginselen te behandelen,
door mededeelingen die aantoonen, in hoe
groote maatschappelijke behoefte onze arbeid
voorziet, door de polemiek, als het noodig is.
Het gedrukte woord moet in alle kringen
verspreid worden, in de hoogste en in de
nederigste, in de woningen der rijken en in
het huisje des armen op de werkplaats eu
in de fabriek in het Kabinet der Staats
lieden en in het paleis der wetgevers, men
moet het aantreffen op de publieke pleinen
der steden en de landbouwer moet het
vinden als hij de plocgvore trekt, overal in
écu woord, waar menschen zijn, d w. z.
waar redelijke wezens teovertuigen en zielen
te winnen zijn.
En onder de talloozen, die met heilig
vuur onze goede zaak moeten bevorderen,
dient in de voornaamste plaats gedacht te
worden aan de jeugd, de hoop en de toe
komst van Kerk en Vaderland.
De jeugd bezit de eigenschappen, die de
ware apostelziel kenmerken li
kracht en edelmoedigheid.
Van haar moet uitgaan de vruchtbar;,
propaganda, onder haars gelijken, in welken
stand zij zich ook bevinden, op de werk
plaats, in de fabriek, aan de universiteit, in
de kazerne.
Wanneer de jeugd zich bij ons voegt, is
ons succes verzekert. Daarvoor moet rus
teloos gewerkt worden. In de diepten dier
mensohenharten van twintig jaren gloeit een
vonk, die door een enkel woord tot vlaln
kan worden. Wie dat woord kan spreken,
mag liet niet nalaten.
In zijn heerlijk boekje#La Chevalerie',
vermeldt Léon Gautier de woorden, welke
in de basiliek aan St Pieter tot den nieuwen
ridder werden gerichtNeem dit zwaard;
oefen daarmede de kracht der gerechtigheid
Wat Ier aarde ligt, hef het op. Wat gij
hebt opgeheven, bewaar het. Wat onrecht
vaardig is hierbeneden, sla het neer. "Wat
in de goede orde is, versterkt het.
Geachte vergadering, met dit woord wil
ik afscheid van u nemen liet is het devies
voor al ons sociale werken eu voor de
christelijke maatschappij, die wij te vormen
hebben.
Gij draagt geen zwaard, maar gij hebt
de pen, gij hebt het levende woord, gij hebt
alles wat Uw toewijding tot een zegeubren-
gende kracht kan maken.
Herinnert U den eed Uwer vaderen
Oefent de kracht der gerechtigheid uit
Richt op wat ter aarde ligtBewaart wat
gij hebt opgeheven Slaat neer wat onrecht
vaardig is Versterkt wat in de goede orde is
Voor onze sociale actie ken ik geen pro
gramma, dat breeder, edeler en vruchtbaar
der kan zijn.
Burgemeester en Wethouders der gemeente
Waalwijk, ontvangen hebbende aanschrijving van
Zijne Excellentie den lieer Commissaris der Ko
ningin in deze provincie, van den 6n April 1901,
6e Afdeeling (Bijblad No. 49).
Gelet op de 2e zinsnede van art. 139 der wet
van 19 Augustus 1861 (Staatsblad No. 72).
MAKEN BEKEND:
Dat het te houden onderzoek (inspectie) van
de verlofgangers der Nationale Militie in deze
provincie, voor deze gemeente zal plaats hebben
op Dinsdag den 18 Juni aanstaande, des voor-
middags om ll'/a ure, ten raadhuize der gemeente
Waalwijk.
Dat tot bijwoning van die inspectie zijn ge
houden, alle verlofgangers der militie te land
die vóór 1 April van het jaar der inspectie in
liet genot zijn gesteld van onbepaald verlot.
Dat de voorschriften der aangehaalde Wet
onder anderen luiden als volgt:
Art. 140. De verlofganger verschijnt bij het
onderzoek in uniform gekleed en voorzien van
de kleeding- en uitrustingstukken, hem bij zijn
vertrek met verlof medegegeven, van zijn zak
boekje en van zijn verlofpas.
Art. 141. Behoudens het bepaalde in art. 130,
kan een arrest van twee tot zes dagen, te onder
gaan in de naastbij gelegen provoost of het.
naastbij zijnde huis van bewaring of arrest, door
den Militie-Commissaris worden opgelegd aan
den verlofganger
lo. die zonder geldige reden niet bij het on
derzoek verschijnt;
2o. die daarbij verschenen zijnde, zonder gel
dige reden niet voorzien is van de in het voor
gaande artikel vermelde voorwerpen
3o. wiens kleeding- of uitrustingstukken bij
het onderzoek niet in voldoenden staat worden
bevonden
4o. die kleeding- of uitrustingstukken aan een
ander behoorende, als de zijne vertoont.
Art. 142. Is de verlofganger, wien krachtens
het voorgaande artikel arrest is opgelegd, bij het
onderzoek tegenwoordig, dan kan hij dadelijk
onder verzekerd geleide, in arrest worden ge
bracht.
Is hij niet tegenwoordig en onderwerpt hij zich
niet aan de hem opgelegde straf, dan wordt hij
op schriftelijke aanvrage van den Militie-Com
missaris, te richten aan den Burgemeester der
woonplaats van dien verlofganger, aangehouden
en onder verzekerde geleide naar de naastbij
gelegen provoost of het naastbij zijnde huis van
bewaring of arrest, overgebracht.
Art. 143. Onverminderd de stiaf in art. 141
vermeld, is de verlofganger verplicht, op den
daartoe door den Militie-Commissaris te bepalen
tijd en plaals, en op de in art. 140 voorgeschre
ven wijze, voor hem te verschijnen om te worden
onderzocht.
Art. 144. De verlofganger, die zich bij herha
ling schuldig maakt aan het feit, sub 4o. van
art. 141 bedoeld, of niet overeenkomsiig art. 143
voor den Militie-Commissaris verschijnt, of, al
daar verschenen zijnde, in het geval verkeert
sub 2o en 3o van artikel 141 vermeld, wordt
onder de wapenen geroepen en van drie tot
zes maanden gehouden.
36.
«Waarover spraken zij viel haar de rechter
in de rede.
„Dat weet ik niet, ik heb niet nauwkeurig
toegeluisterd, ook waren de stemmen niet dui
delijk verstaanbaar. Ik bleef nog een poosje lig
gen en dacht er over na, waarom de barones
alleen en niet tegelijk met de anderen zou zijn
terug gekeerd; ik begon reeds weer in te dom
melen, toen mij plotseling de gedachte door het
hooid schoot, dat zij misschien ziek was gewor
den en hulp noodig had. Ik stond daarom op
en ging naar de deur, om naar haar te kijken
Het was dus deelneming, die u er toe dreef,
om uw bed te verlaten Dacht gij er dan niet
aan dat, in geval eener ongesteldheid, Kitty de
barones wel niet zou hebben verlaten
„Misschien werd ik ook wel door nieuwsgie
righeid gedreven, dat weet ik zoo juist niet
meer,' beweerde Emmy, terwijl eeu spotlach
om hare lippen speelde en zij den rechter toor
nige blikken toewierp.
„Gaat voort."
„Toen ik de deur zachtjes opendeed
„Waarom zachtjes?'
Nu begon de listige Emmy toch te kleuren.
„Het was midden in den nacht, mijnheer de
rechter."
„Verder."
„Toen ik mijne kamerdeur zachtjes en onhoor
baar opendeed, verscheen de baronesse met een
brandend licht in de hand en ging den zolder
trap op."
Wannneer kwam zij terug
„Dat weet ik niet, ik sloot mijne deur dade
lijk weer. De barones heeft mij niet gezien, zij
dook plotseling op en verdween evenzoo.' Een
boosaardige tiek lag om Emmy's spottend
galaat.
„En van wat later is voorgevallen weet n
absoluut niets?'
Maken de verlofgangers tevens opn erkfiam.t
dat gedurende den tijd dat het onderzoek duur
en in het algemeen wanneer zij in uniform ge
kleed zijn, volgens het aangehaalde trt. 130, 2e
en 3e lid der wet, worden geacht onder de wa
penen te zijn en het crimineel wetboek en het
reglement van krijgstucht voor het krijgsvolk
te lande op hen van toepassing is.
En opdat niemand onwetendheid zoude kun
nen voorwenden, zal deze, na afkondiging, op de
gewone wijze worden aangeplakt, ter plaat89
waar zulks te doen gebruikelijk is.
Waalwijk, den 28 Mei 1901.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Burgemeester.
K. DE VAN DER SCHUEIIEN.
De Secretaris,
F. W. VAN LIEMPT.
De Burgemeester der gemeente Waalwijk,
maakt bekend, dat op Dinsdag den 25n Juni
a. s. de verkiezing zal plaats hebben van 3 leden
voor den gemeenteraad ter vervulling der plaatsen
van hen, die met den volgenden eersten Dinsdag
van September aan de beurt van aftreding zijn;
dat de stemming en herstemming ter zake,
zoo noodig, zullen rpjaat9 hebben op 2 en 10
Juli eerstkomende;
dat op den dag der verkiezing ter Secretarie
dezer gemeente bij den Burgemeester, van des
voormiddags negen tot des namiddags vier
uur opgaven van candidaten kunnen worden in
geleverd, en dat formulieren daarvoor ter Se
cretarie verkrijgbaar zijn dagelijks tusschen 9
en 12 uur voormiddag.
Waalwijk, 8 Jari 1901.
De Burgemeester voorn.,
K. DE VAN DER SCHUEREN. -
Inrichtingen, welke Gevaar, Sehade of Hinder
kunnen veroorzaken.
Burgemsester en Wethouders der gemeente
Waalwijk brengen ter openbare kennis dat bij
hun besluit van 1 dézer aan P. van Loon G».
aldaar eu zijne rechtverkrijgenden, vergunning
i9 verleend tot het uitbreiden van zijne leerlooierij
staande alhier, k tic 1 no. 1493 n het
daarin plaatsen verking bi -ngen :eue
stoommachine vi nkru«
Waalwijk, 5 Jnni 1901.
De Burgemeester,
K. DE VAN DER SCIIUEREN.
De Secretaris,
F. W. VAN LIEMPT.
Neen,"
„Hei is toch zeer zonderling' dat u noch het
gillen en het naar beneden storten van juffrouw
VVullbradt, noch het heen en weerloopen
der dienstboden, noch de komst der domes
zoudt hebben gehoord.1
Erarny von Iluber zweeg hardnekkig en nam
eeno uitdagende houding aan.
„Welk kleed droeg baroDes Kargor
„Toen ik haar zag had zij een balcostuum
met langen atlassleep aan.'
Weet u dat stellig
„Zeer zeker. De sleep ruischte bij iedere
schrede, die zij deed.'
Barones Karger. zoudt u zoo goed willen zijn
nader te treden
Manon verhief zich. Met wijdgeopende oogen
staarde zij de dochter van deu raadsheer aan,
die zoo verschrikkelijk had gelogen en de lee-
lijke verdenking op haar had geleid.
,U hebt de verklaring van freule von Huber
gehoord, wat hebt u daartegen in tc brengen?'
„Niets/ antwoordde zij zonder toon in hare
stem.
„Blijft u bij uwe verklaringen?'
„Woord voor woord."
Een gemompel ontstond onder de rechters. Zij
waren dichter bij elkaar gaan zitten en spraken
met elkapder. Advocaat Brunneck had een wet
boek in de hand, waarin hij zat te lezen.
In den huisgang was een hevig tumult ont-
9tBau vele stemmen werden gehoord en onder
deze die van de directrice, die tegelijkertijd
krijschteen weende.
Het lawaai en de veroorzaakte storing waren
zoo groot, dat een_gerechtsdienaar naar buiten
werd gezonden, om stilte te gebieden.
„De beide getuigen hebben zulke bezwarende
en tegenstrijdige verklaringen afgelegd, dat ik,
met liet oog op het ernstige van het feit, daar
hier spake is van hel plegen van ren moord of
het door onachtzaamheid te voorschijn roepen
van den dood, tot u mijnheer de rijksadvocaat,
de vraag richt of u een eisch tot inhechtenisne
ming wilt stellen
»lk stel een dergel ijken eisch in voor freule von
Iiuber.'
De genoemde kromp van schrik ineen ei: wierp
een giftigen blik op Brunneck, die bij de tafel
stond, waarop het zoo juist opgemaakte proto-
Het oorlogsnieuws is weer schaarsch van
daag, wat reeds dikwijls een goed teeken
gebleken is,
De zengende brigades in het oosten van
Transvaal kunnen weinig zegeteekenen meer
bijeenbrengen; de vreugdevuren die de gent
lemen in khaki in de eenzame Boerenhoeven
op het veld haddeu ontsiokeu, zijn gedoofd,
het veld zelf is een zwarte woestenij gewor
den eu de Hoeren hebben zich, op last van
hun aanvoerders, met hun vee in bergachtig
tenein teruggetrokken. De enthousiast be
gonnen onisingelings- en afsluiiingsbewegin-
gen van de colonnes zijn, naar de corres
pondent van de Times te Carolina zelf heeft
erkend, ontaard in politiewerk. Men bezoekt
hoeven, maakt kloven schoon een gevaar
lijk werk als er Boeren met het roer in
verscholen liggen, maar waarvan de Kaffers
wel de spits zullen afbijten vat of doodt
enkele Boeren, al tiaar de stemming meer
of miuder wraakgierig is, en ziet de stof
wolken van anderen die de moderne Hunnen
ontloopen. Generaal Babington mag niet op
de lauweren die hij in het westen van Trans
vaal had behaald, rusten ook hij staat nu
in het oosten van de republiek en zal met
kolonel Douglas samen gaan vegen in den
omtrek van de lllomo-Iilom-gebergte. Op
Methuen na die behoudens eei' enkele expe
ditie in den Vrijstaat, maar voortdurend aan
-.it westgrens blijft, is er haast geen
legeraanvoeidcr van nó
Na geruimen tijd maakt men h>
weder eer.s door Kitchener afgezon
gram openbaar we zien daarnit
ochtend van den 2den dezer Jame
plaats in het district Wodehouse,
ten noordwesten van Dordrecht, zie
gevecht van 4 uren aan de Boe-
overgegeven. Den Sen Juni, cus
na de overgave, werd uit Kaapstad
seind dal de stad door Fouché weid b
waaruit blijkt dat de gemeenschap
geheel verstoord, maar toch zeer g
was en verder dat de aanval niet onvt
geschiedde zoodat men maatregelen
(lediging had kunnen nemen.
Omtrent de sterkte van de Madsv,
de plaatselijke vrijwilligers die de b-
uitmaakten, lezen wij niets, maar wel
verdedigers slechts drie dooden n
gewonden verloren hetgeen ons gee»
denkbeeld geeft van de harduekkfgbe
den geboden tegenstand.
De 700 man die het commando van K1"
zinger vormen, hebbnn als naar gewoon
gevangen garnizoen weder in vrijheid g
maar zijn nu ruim voorzien van schievoc
kleederen, levensmiddelen, enz., want wi
schijulijk ziju zij dezellde, die bij Dord
32 yeomen gevangen genomen hebben. B
hebben die Boeren toch verstandig geci
om in de Kaapkolonie 'c rallen da;-
blijven I Waar hadden zij ooit zulk
goede aanvulling van hunne materieels
S' ii celi verliezen
laag kan
gezoodeu I
nji
langer hoe
t ae commando s v
ten die lot ons komen hoe
en, terwijl de troepen van Botha et
hunne sterkte behouden, zoodat
zeggen waar^hy morgen zal heen
worden. Het vertrek van Babingtou's uuc-i
pen zal er trouwens het zijne toe hebben I
bijgedragen om de Boeren van Kemp stout- _.T11CI, w t
j- r. T- ii I t_ i gerust kunnen aannemen, dal het aantal re
moedig te maken. De Eogtlschen hebben
uj i j.j-i-i Delleo sterk toeneemt,
nooit opgehouden te erkenneu dat de iniich
tiugendienst van de Boeren, hun oogen en
hun combi' .tic—vermogen voortreffelijk zijn
en dat zij spoedig lucht krijgen van een En-
Waar c^n zwakke
gelsche beweging, waar eeu zwakke p
is, slaan zij toe. De onttrekking van Babing
tou's strijdmacht aan het westen heeft zich
dadelijk bij Vlakfontein gewroken. F.u dat
de Boeren door huu verliezeo bij die plaats
abesbehalve gedemoraliseerd zijn, blijkt wel
uit de door Kitchener dadelijk erkende nood
zakelijkheid om versterkingen te zenden.
col lag, dat hij nog eens weer overlas.
De rechter, die het onderzoek leidde, was naast
hem gaan staan, „En de barones?', vroeg hij,
op zachten toon.
„Ik sta persoonlijk voor haar borg/ antwoord
de hij, met stem verheffing.
„Ik hoop dat u zich niet door uw gevoel
laat meeslepen, maar neem aan dat u omdat
uw huis indirect in de zaak gemoeid is, u beter
kunt oriënteeren dan ik, die mij genoodzaakt
zie eerst het getuigenverhoor te sluiten, om
voor raijzelven de zaak tot klaarheid te kunnen
brengen.
Nog voordat de advocaat den rechter hierom
trent voldoende verzekering kon geven, werd de
deur met geweld opengetrokken en trad een
commissaris van politie binnen, gevolgd door
den handelsreiziger, die eenige dagen geleden,
het pension Wullbradt bezocht en in rep en roer
had gebracht.
„Mijnheer de advocaat, deze mijnheer heeft
zoo juist tegenover mij de verklaring afgelegd,
dat eene zekere dame, barones Karger, naar ik
zoo juist verneem een der gewichtigste getuigen
in deze zaak, onder een vnlschen naam, bel
pension hier is binnengedrongen hij is van mee
ning dat deze ontdekking gewichtig genoeg is
om op staanden den voet aan het gerecht te
worden medegedeeld, omdat misschien een be-
slissenden invloed op den verderen loop van het
geding zou kunnen hebben. Ik heb dezen heer
medegebracht, ingeval u een confrontatie mocht
noodig achten en zie een onderzoek van het
tegen deze getuige beweerde te gemoet. Ik voeg
hier nog bij, dat ik de medegebrachte bewijzen
heb onderzocht en deze voor de juistheid zijner
bewering pleiten.'
De woorden van den commissaris hadden een
kolossale uitwerking.
Manou's hart dreigde te gaan stilstaanzij
zonk niet in onmacht, zooals zij gehoopt had,
maar verstond met schrikbarende duidelijkheid
ieder woord.
BruuneckJ had, nadat de commissaris had uit
gesproken, voor een oogenblik zijne zwaarmoedige
oogen op haar laten rusten, slechts voor een
oogenblik hare angstige en beschaamde trek
ken zeiden en bevestigden alles.
Daarom dus had zij wil' 1
Nog kwamen
Volgens een officieele opgave, die door
het departement van oorlog verstrekt is, zijn
tusschen 1 Augustus 1899 en 31 Juli 1900
naar Zuid—Afrika gezonden of daar aange
worven 265,131 officieren en minderen, met
inbegrip van 9940 officieren en minderen,
die voor het uitbreken der vijandelijkheden
in Natal of de Kaapkolonie in garnizoen
lagen.
Van 1 Augustus 1900 tot 30 April 1901
zijn gezonden of aangeworven 83,529 offi— I de zijden word
eieren en minderen, zeodat de g< sic kic v-|ia jam .s
dsr Engelsche troepen, die in deu oorlog I more (600R.M
tegen de beide Boeren—republieken te velde (40Q K.M.)
ziju getrokken 847,661 hooiucu bedraagt.
Hiervan bevonden zich 31 Mei jl. in Zuid
Afrika 249,416 hooiden (met inbegrip van
officieren), waarvan 138,002 geregelde troe
pen, 58,821 koloniale troepen, 23,104 yeomen,
9385 vrijwilligers (volunteers) en 20,104 mi
liiielroepen.
Eu hoever heeft dal kwart millioen s'rijders
het nu gebracht Om deze vraag te beant
woorden zullen wij in de eerste plaats eens
nagaan hoe de toestand is in de Kaapkolo
nie, dus binnen de Eugelsche landpalen,
Freu< wordt nu met de leiding der krij*; ?-
verrichtingen in de kolonie belast en Kitcht..
iia 1 (i :n geen betere keus kanoën 1.
maar het valt toch zeer te betwijfelen of ij
hem de noodige levende strijdkracnieu ka
verschaffen om de hem gegeven opdracht,
het verdrijven van de invallers, naar behooren
te vervullen, want niet alleen in de oostelijke
en westelijke districten trekken de comman
do's door het land, ook iu de zuidelijke zijn
zij doorgedrongen.
Het zoowat 80 K.M. ten noorden van de
Plettenbergbaai gelegen Willowmore is op 1
dezer door 700 Boeren onder Scheepers aan
gevallen. Met geringe verliezen werden de
aanvallers afgeslagen, maar wij zien uit dit
gevecht hoever de invallers in de kolouie
zijn doorgedrongen.
Om eenigszins een denkbeeld le geven va.7
de uitgestrektheid van het door hen, laat ons
zeggen onveilig gemaakt gebied, kunnen wij
1 driehocic vormt, waarvan
n gevormd door de in .'o
dit te gelooven. Met geweld drukte hij de op
wellende verdenking terug zijne geheele in
nerlijke, edele natuur verzette zich tegen alle
indrukken van buiten 1 Met alle krachtsinspan
ning, wendde hij zich af van de schuldbewuste,
in hare knieën bevende gestalte van de ge
vierde, schitterende barones, wier gelaat zoo wit
was geworden als pasgevallen sneeuw. Ach,
hoeveel slechtheid was er niet in het menschdom
gevaren, wanneer ook de schoonste bloemen der
schepping met schuld waren overladen I
„VVelke bewijxeu voert u aan voor deze be
wering
Brunneck verwonderde zich, dat hij nog kon
spreken. En hoe had hij bet gadaan I Hij spruk
met krachtige, welluidende stem, die niet het
geringste van den opstand in zijn binnenste
verried.
„Ik kan drie personen als getuigen aanvoeren
en wel koopman Muller in M.... eu diens beide
bedienden, die mij ook deu waren naam van de
mejuffrouw hebben medegedeeld/ nam de han
delsreiziger het woord.
„En die luidt?'
„Manon ltitter zij was. nu ruim een jaar ge
leden, meid bij de in M.... overleden mevrouw
Von Staram. Daar ik hier in huis over deze
kwestie met mevrouw de directrice VVullbradt
oneenigheid heb gehad, heb ik per brief bij
koopman Muller nadere inlichtingen ingewonnen,
die ik reeds aan mijnheer den commissaris ter
onderzoek heb ter hand gesteld zij bewijzen
duidelijk, dat Manon Rittei- een kind uit de
heffe des volks is; tot haar achtste jaar werd
zij, daar zij reeds vroeg wees was, door een
arbeidersfamilie opgevoed, voor wie zij met een
mandje aan den arm uit bedelen moest gaan.
Mevrouw von Stamm erbarmde zich over de
kleine verlatene en nam haar als gedienstige bij
zich in huis op. Ondervraag u de juffrouw
maar, zij keu niet ontkennen, dat ik zelf haar
in M.... heb gesproken 1' riep de aanklager triom
fantelijk uit.
Niemand in de zaal twijfelde meer aan de
waarheid zijner woorden, hoe ongehoord zij ook
klonkeD. Manun's uiterlijk deed duidelijk zien,
dat de boosaardigo kerel *»-•*
„Eu hoe verklaar- u
- beschaving en d-
misschie
amestowuWillowmore
de oppervlakte van het le zui
veren .v.-jc.ó bedraagt zoowat 16,000 KM 2.
Met deze cijfers voor oogen zal men ons
toegeven, dat de taak, die voor French is
weggelegd, niet benijdenswaardig is en wordt
het begrijpelijk dat Kitchener alweer om een
versterking van 30,00 man, liefst bereden
troepen, beeft gevraagd. Wanneer men nu
in aanmerking neemt dat men ook de vroeger
gevraagde dertig duizend man niet in hun
geheel heeft kunnen leveren, dau ligt het
vermoeden voor de hand dat men ook aan
dit verzoek niet 2al kunnen voldoen.
9
genoemde adelijke dame.'
„Neen, zij was haar meid, maar mevrouw von
Stamm was eeu zeer ontwikkelde dame.'
„En hoe kwam de dame dan aan de middelen
om als barones te kunnen optreden?' Deze
vraag viel Brunneck zwaar, men kon duidelijk
zien dat hij zijn onderlip tusschen de tanden
nam en daaiop beet.
„Dat is een donker punt. dat nog opgehelderd
dient te worden. Koopman Muller weet niet
hoe zij aan het geld is gekomen in het tes
tament van de overleden mevrouw von Stamm
was zij niet bedacht. Juffrouw Ritter zal zelve
hot beste kunnen zeggen, hóe zij aan dat ver
mogen is gekomen. Het kan evengoed aan de
afgestorvene ontstolen zijn, als
Brunneck liet den man niet uitspreken. „Hoe
heet u
„Ik behoef de waarheid niet te verbergen,
mijn naam i9 Schmidtik reis voor de firma
Lamprecht
„Hebt u nog iets, ter zake dienende, aan te
voeren
„Voorloopig niet."
Brunneck boog zich dieper over de voor hem
liggende papieren, het klamme zweet stond op
zijn schoongeteekend voorhoofd, het was zoo
wit als het papier in zijn haDd. „Mijnheer de
rechter, wilt u beiden confronteeren sprak hij
op hceachen toon.
„Wanneer u het uitdrukkelijk verlangt: ba
rones Karger, zoudt u ons willen zeggen, of u
dien man kent
Manon was in de laatste minuten schrikbarend
veranderd. Schaamte en berouw teekenden zich
op haar gelaat afzij voelde dat de blikken
van alle aanwezigen op haar rustten, behalve
juist die van hem, die haar nooit weer zou aan
zien, dat wist zij met verpletterende zekerheid
zij zag en voelde de hoon, de bespotting, de
verachting hoorde het lachen uit leedverwaak
van Eramy von Huber, bet foeiroepen van me
vrouw Wullbradt en de overige dames van het
pension, die in de openstaande deur waren ge-f
drongen. 0u, -