Nummer 53. Donderdag 4 Juli 1901. 24e Jaargang Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. IOHOPOL THEE I BB lp den Drempel van het Paradijs, De Zuid-Affikaansche oorlog. ANTOON TIELEN, Theod. WESSELS, Uitgever: zuiver, lekker, goedkoop, WAALWIJK. De Pers over de Kamer verkiezing. FEUILLETON. ■e- WAALWIJK. ROTTERDAM Verkrijgbaar by den Seer WAAROM? De Echo van het Zuiden, IVaalw(jksclie en Laigslraalstlt Courant, Dit Blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond. Abonnementsprijs per 8 maanden f0.75. Franco per post door het geheele rijk f 0.90. Brieveningezonden stukkengelden enz., franco te zenden aan den Uitgever. Advertentie* 17 regels f 0.60 daarboven 8 cent per regel, groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën Smaal ter plaatsing opgegeven, worden 2maal berekend. Voor plaatsing van een groot aantal regels en advertenties bij abonnement worden speciale, zeer voordeelige contracten gesloten. Reclames 15 cent per regel Uiteraard is het oordeel der Pers over n einduitslag der kamerverkiezing niet Ker verschillend met hetgeen na den 14 Juni geschreven werd. Vele hoofdpunten fi!1 toen worden ook nu weder in herinne ring gebracht. De Tijd vindt in den uitslag geen feit dit groote geestdrift wekt, wel reden tot bevrediging. Over de houding der antire- Tolutionairen spreekt het blad met waar kring. „Voor het liberalisme zijn de verkiezingen teil nederlaag geweest. Duidelijk is uitge komen, dat de meerderheid der tegenwoor- ige kiezers van het liberalisme als regeerings- ivsteem niet langer gediend belieft. Over den uitslag der stemming voor de socialisten is het blad thans ook heel wat lomberder gestemd dan voor 14 dagen. „Een donkere schaduw echter werpt op de herstemmingen de keuze van niet min der dan zeven socialisten, terwijl in drie andere districten de socialistische candidaten niet ver van de meerderheid verwijderd bleven. Vooral in Friesland en Groningen, doch ook in andere streken van ons land, lien wij op bedenkelijke wijze de macht van bet socialisme onder het kiezerspersoneel toenemen. Het zou dwaasheid zijn, de oogen Toor dit feit hoe treurig ook te sluiten. Meer en meer ook zien wij de mannen van den uitersten Linkervleugel der Liberalen, zien wij zelfs enkelen, die zich Diet tot de Liberalen rekenen, naar den kant der socialisten opschuiven. Dit en het wegsmelten van de groep der oud-liberalen in de Kamer moet de taak der Rechterzijde dadr in niet geringe mate verzwaren.' *Wel is het een zware taak, die de overwinning, bij de stembus behaald, op de schouders legt dergenen, welke alt leden der christelijke partijen gekozen werden. Hoe meer het liberalisme afbrokkelt, des te meer ook gaat op hen en op hen alleen de verdediging neerkomen van hetgeen er goeds en blijvends in de maatschappelijke orde gevonden wordtde hervorming en ombouw tevens van hetgeen in op sociaal en politiek gebied hervorming en ombouw behoeft. Niet gering daarom zal de persoonlijke veiantwoordelijkheid wezen van ieder onzer gekozen mannen, die in September a.s. naar de Tweede Kamer opgaat. Hopen en bidden wij, dat hun het besef dier verantwoordelijkheid en de kracht om deze naar behooreu te dragen, in ruime mate geschonken worden. Dubbel zwaar echter zal die verantwoor delijkheid drukken op de schouders van hen, die in de gegeven omstandigheden geroepen worden, om de raadslieden te zijn der Kroon en om den weg of te bakenen, langs welken zich de staatkunde gedurende een volgend tijdperk zal te bewegen hebben/' De Residentiebode toont zich zeer tevreden over de verkregen meerderheid Grooter zouden wij die zelfs niet ver langen zegt zij daar we in het al gemeen aan een niet te talrijke meerderheid in het belang eener gezonde staatkunde, in het belang eener gezonde staatkunde, die ook met minderheden rekening moet houden, de voorkeur geven. n En onze meerderheid is thans sterk genoeg. Zoo sterk, dat zij zelfs een stootje velen kan, als een der noodzakelijk gewor den nieuwe veikiezingen een zetel mocht doen verschuiven.* De Maasbode constateert, dat de Christ.- Historischen een harde les hebben gekregen. Ten slotte zegt het blad Thans alzoo dient de rechterzijde aan 't werk te gaan. Zij zal het doen met vertrouwen en zelf bewustzijn, in alle eerlijkheid, en trachtende te mijden de fouten, welke zij als oppositie zoo terecht aan de liberale overheersching verweet. Het parool zij thanseendracht en een heid. Geen beschouwingen meer over het meerdere of mindere, wat misschien den een of den ander volgens wiskunstig recht had behooren toe te komen. De tegenstander zal vooral zijne kracht zoeken in het zaaien 42. Manon was op het idéé van de arme vrouw iogegaan, in de hoop haar gemakkelijk te bewe gen om hare kamer op te zoeken. «Ik zal het a cuorgen zeggen, wanneer u nu stil naar bed nat.' «Neen, neen, ik wil op het oogenblik weten waar Helene ia I* «Morgen zult u alles hooren,' Manon trok de ilecht6 zwak weerstrevend# vrouw naar haar ka mer. Daar aangekomen, vatte deze Manon bij den arm en herhaalde hare vraag. «Morgen I' suste Manon haar. Het gelukte haar werkelijk mevrouw Burk- hardt te kalmeeren en met een zoet praatje naar bad te krijgen. Eerst, toen zij de regelmatige iderahaling van de arme zieke hoorde, verliet lij de kamer. Den volgenden morgen in de vroegte zat Ma- •on bij de koffie, die vrouw Heinemann haar lid gebracht, toen plotseling mevrouw Burk- brdt onaangemeld, binnenkwam. Er lag een geheel andere uitdrukking over haar gelaat ver breid en ïij scheen in tegenstelling met gisteren, utr terneergeslagen. «Ik wilde u komen halen, ooi mij wat voor te lezen, mijne oogen zijn niet te best meer en wilde, openlijk gezegd, ver nemen, of ik gisteren ook wartaal heb gespro ken. Je moet je niet anstig maken, mijn kind, 'ls ik soms opgewonden ben en begin te ba lden.* De oude vrouw zuchtte, maar luisterde ternauwernood naar de geruststellende verzeke ringen. Manon lette, bij liet gaan naar de vertrekken \an de zieke, aandachtig op hare gebaren meer en meer kwam zij tot de overtuiging, dat zij Onder een bitter leed moest gebukt gaan. Be- reidwillig nam zij bij het open balkon plaats •n greep naar de couranten, die Jaques heden 'n den vroegen morgen had gebracht. Het was een groot pakket en, zooals zij dade- van verdeeldheid onder de rechterzijde. Moge geen onzer gehoor leenen aan die inblazingen en niet, door degenen in de hand te werken, die 'a nachts onkruid op den akker zaaien, bederf helpen brengen onder hetgeen met zooveel zorg en voorbe reiding is tot stand gebracht. God zegene de nieuwe Christelijk arëa, die over Nederland is aangelicht.' Het Centrum besluit zijne beschouwing aldus Alles te zamen genomen, kunnen wij dus herhalen, wat wij schreven na den eersten strijd op 14 Junide dag van gisteren stemt tot vreugde. Het volk heeft met onmiskenbare dui delijkheid zijn wenschen uitgesproken. Eu om die wenschen in vervulling te doen gaan, is thans noodig ee'n Kabinet, bestaande uit christelijk-geziude, maar tevens, overeenkomstig de behoeften van onzen tijd, uit democratisch-aangelegde, en niet minder bekwameter zake kundige mannen.' De Nieuwe Courant schrijft Een ramp voor ons land achten wij den uitslag dezer verkiezingen niet. Wat ons daarin verschrikt, is het element van on zekerheid, dat zij in het leven riepen, vooral wegens de al te groote achakeering in de deelen der meerderheid die behalve door meer geavanceerde of conservatieve gezindheid ook door geloofsverschil en in staatsrechtelijke beschouwing verdeeld zijn. Er staat ons dus weer een coalitie-regeering te wachten, homogeen slechts op een vast gesteld program. Dat zulk een regeering voor het vaderland goeds zal kunnen uit werken, is niet buitengesloten. Ook van de liberalen hangt dit teu deele af. Het Handelsblad vreest, dat die antire volutionairen en katholieken, die hart heb ben voor sociale nooden, de meerderheid niet zullen bezielen, en het vreest daarom vooral voor ingrijpende veranderingen in ons schoolwezen en ons handelsstelsel. Op de vrijzinnigen van alle gading rust nu de dure plicht, zooveel in hun macht is te waken tegen daden van reactie, en met in spanning van alle krachten de oogen te openen van de groote menigte die nog blind is voor de behoeften van onzen tijd. De Standaard schrijft Onze conclusie is, dat de strijd ditmaal liep over de vraag, of het christelijk dan wel het revolutionnaire deel van ons volk de meerderheid onder de kiezers had, en dat op die vraag thans het stembus-antwoord voor ons ligt: De meerderheid is aan het lijk zag, waren het meest plaatselijke bladen uit verschillende streken en steden van Duitech- land. ,Lees eerst de ongelukken, zelfmoorden en misdaden in al het andere stel ik niet het minste belang." Mevrouw Burkhardt zette zich in haren 6toel op haar gemak en keek, vol spanning, naar Manon. «Zou de inhoud er van u niet al te zeer op winden bracht Manon bezorgd in bet midden. „Ik hoop op deze wijze iets van Helena tc vernemenik ben reeds sedert lang bevreesd, dat haar een ongeluk is overkomen. Maar begin na toch te- lezen, ik brand van ongeduld en koester steeds de hoop, ten slotte toch een Bpoor te ontdekken." Mevrouw Burkhardt sprak te samenhangend en verstandig, en wanneer de naam «Helena* niet door haar was genoemd, die Manou voor eeu denkbeeldige persoon, een idéé fixe van de zieke hield, dan zou niemand een teeken van verstandsverbijstering van haar hebben kunnen ontdekken." In den voormiddag verscheen de jonge barones, elegant gekleed en met een glimlach op de lippen. Zij omhelsde hare moeder hartelijk en gaf Manon de hand. «Nu, zou het gaan, hebt u reeds kennis met elkaar gemaakt?" vroeg zij, op hare betooverende wijze. Mevrouw Burkhardt zeide niets, maar Manon antwoordde bevestigend. «Ik kom persoonlijk om u heden avond voor de thee uit te noodigen. Wij zullen, helaas, slechts onder ons beidjes zijnmijne moeder komt nooit in het slot en miss Brown heeft eene razende hoofdpijn. Mama zoudt u voor heden niet een» een uitzondering willen maken wend de zij zich liefkozend tot de oude vrouw, die met eeu onbeweeglijk gezicht was blijven zitten. «Heb je nog niets over Helena vernomen vroeg dese, in plaats van te antwoorden. «Hoe zou ik tijd kunnen vinden, om naar Helena te zoeken... ik heb heel andere dingen in het- hoofd, want ik ben het meest beklagens waardige schepsel ter wereld. Wijlen mijn man heelt mij, zoolang als hij leefde, alle mogelijke onaangenaamheden bespaard en mij roet niets op de hoogte gebracht, wat maar eenigszins den naam van «zaken* kon dragen en nu, na zijn dood rust op mijne schouders het geheele christelijk volksdeel. Daarover verblijden we ons, geheel af gezien van de gevolgen die hieruit zullen voortvloeien. ar Voor die uitkomst brengen we dank aan onze plaatselijke leiders. Dank aan onze nog veel te kleine pers. Dank aan de mannen van het woord, die op tal en tal van meetingen voor de christelijke beginselen in de bres stonden. Dank aan onze mede standers. Maar dank bovenal aan den God der vaderen, die na een eeuw van heer schappij der revolutie, toch^ het volk van Nederland nog niet verliet/' Waarom toch bij alles, wat onze aandacht telkensvraagt.de Boeren—oorlog voortdurend ons medevoeleu opwekt? Om twee redeuen. Vooreerst, omdat zel den een oorlog is gevoerd, waar zoo beslist eu volkomen het recht aan de éene, het onrecht aan de andere zijde was. En niet enkel iu den aanvaDg in de aanleiding, maar ook in het verloop, in de praktijken vau den oor log is bijna steeds de edelmoedigheid aan de zijde der Boeren, de wreede ou— meuschelijkheid aan die der Engelschen. Men behoeft het volgend bericht in al zijn eenvoud maar te lezen, om geroerd te worden. Een Engelsche dame die uit Pretoria in Engeland is terug gekeerd, bevestigd alles wat mejuffrouw Hobhouse over de coucentra tic—kampen heeft meegedeeld. Toen zij van Pretoria vertrok, op 23 Mei, waren er in hel kamp te Irene bij Pretoria 5000 mannen, vrouwen en kinderen,en daarvan waren er 1000 ziek. De sterfte onder de kinderen blijft ontzettend groot. Nog altijd krijgen de vrouwen van Boeren die doorvechten, halve rantsoe nen eu geen vleesch. Met het verbranden van hoeven wordt onverdroten voortgegaan. Toen mevrouw Botha haar man ging spreken bracht zij in verschillende hoeven den nacht door; maar bij haren terugkeer stond er geen enkele var. die hoeyen meer, alle waren verbrand. De tweede reden van voortdurende be langstelling in den krijg, die in Zuid-Afrika wordt gevoerd, is gelegen in 't merkwaardig feit, dat een paar kleine, wijd verspreide volken, bijna zonder militaire leiding, met zeer weining hulpmiddelen, een leger van 250000 man, dat over onuitputtelijke fondsen kan beschikken, en voorzien is van 't nieuwste wat er op technisch gebied bestaat, vrijwel schaakmat heeft gezet. De „Manchester Guardian" b. v. schrijft beheer on ik weet van toeten noch blazen.' «Heb je dan geen vertrouwde raadgevers, die j# terzijde staan Mevrouw Burkhardt keek eenigsiine minachtend op hare schoone dochter neer. «Die heb ik in overvloed, maar er er geen een bij, die met vaste hand toegrijpt en mij van mijne zorgen ontheft.' De bekoorlijke jonge barones scheen seer ont stemd, zij liet haar schoon hoofdje op de hand rusten en bestudeerde de figuren van het tapijt onder hare voeten. „Wil je soms weer trouwen, Lisa?' In weer wil van den rustigen toon, klonk het eenigszins 'spottend. «Maar, moeder 1' stoot de baronesse op. Doch zij beheerechte zich dadelijk weer, sprak nog eenige onbeduidende woorden en stond op. «Dag, beste moeder!' zij wierp deze een sierlijk kus handje toe, gaf Manon de hand, terwijl zij glimlachend sprak «ik verwacht u om zeven uur' en verdween als een dwaallicht uit het sombere vertrek. „Het is mijn eigen kindl" zuchtte de oude dame. «Mijn eigen kind, maar die andere had ten veel beter karakter en dat was toch maar mijn stiefdochter.' «Is uw man reeds lang dood,' waagde Manon het te vragen, om den gedachtenloop der zieke, die weer naar de onbekende Helena terugvoerde' een andere richting te geven. «Reeds vele jarenhij heeft mij vroeger bemiud, reeds lang voor zijn eerste vrouw, maar die trouwde hij, omdat zij zoo rijk was. He lena was haar kind. Zij vermoedde misschien, dat ik haar als zijn vrouw zou opvolgen, en beval haar kind aan in mijne zorgen en be scherming. Een jaar later werd ik mevrouw Burkhardt. Nog een jaar later kwam Lisa ter wereld. Ik weet niet, of ik goed tegenover Helena ben geweest, maar zij beminde mij harts tochtelijk en slechts wanneer zij zag, dat ik Lisa meer kaste dan haar en vader omarmde, dan richtte zij hare oogen, vurig »meekend op mij het was een «eer hartstochtelijk kind en ach, hoeveel uitdrukking lag er niet in dien blik 1 Zij wist, dat ik mijn kind noc vuriger veel vuriger beminde den haar... en langzaam wendde zij zich van mij af ik kon daaraan niets veranderenhaar vader etierf juut op denxelfden tijd en toen was de band tusschen ons verbroken. Mijn man had mij tot erfgenaam van zijn vermogen gemaakt, ik kon daarmede doen en laten wat ik wilde, zoo groot waz zijn vei trouwen op mijne eerlijkheid. Toen de meisjes beiden groot wartn geworden, had He lena, die hare opvoeding op een kostschool had genoten, haar hart verloren, zij verleide het mij op den dag harer thuiskomst, aan een fijnbe- scbaafden man, die naar hare hand dong, omdat hij wist, dat zij rijk was. De informatlën, die ik omtrent hem inwon, waren zeer ODgunstig, ik vernam veel slechts ec weigerde mijne toestemming. Dwaas, dia ik was I Had ik He iena's hart steeds tot mij getrokken, dan zou zij mii hebben gehoorzaamd, maar ik strafte haar als een onwaardige en dat werd haar ver derf. Toen zij meerderjarig was, trouwde zy den man, zonder mijne toestemming en niettegen staande ik er mij tegen verzette. Ik gaf haar geen cent alz uitzet nu kwam het boosaardig optreden van haren man deze betrok het ge recht er in, en langdurige processen ontstonden tusschen Seefeld en mij .Seefeld Seefeld?' riep Manon, opspringend. Jörge vod Seefeld „Ja, Jörge von Seefeld, kent u hem „Welk een merkwaardige speling van het lot!' meer kon Manon, die over al hare leden beefde, niet uitbrengen. «En Helena?" riep zij, bijna buiten zichzelve. „Ik heb haar slechtz eens weer gen n, nadat het proces ten mijnen gunste waz beslist. Zij kwam op een avond bij mij, ik weet niet meer waarom, maar zij vroeg niet om geld, klaagde ook niet over baren man, maar ik vermoedde, dat hij haar mishandeldeergernis en de ont goocheling, dat Helena niet een rijke erfgename was, zooals hij zich had voorgesteld dreven hem aan tot brutaliteit. Ik deed haar het voorstel, bij mij te blijven, maar zij sloeg dit beslist af. De kleine som, door haar vader op haar hoold gezet, was voor haar opvoeding besteed en Seefeld zelf bezat stellig geen vermogen want hij leidde een avontuurlijk leven niettegenstaande dat alle», wilde zij niet van hem scheiden. Ik weet niet meer. wat ik tegen haar heb gezegd maar het waren harde, bitter harde, woorden en zij ging zonder te klagen of te spreken in een moedeloos artikel, ua een paar rede nen voor zijn moedeloosheid te hebben op gegeven Ten derde breidt het oorlogsterrein zich voortdurend uil, instede van in te krimpen. Het is reeds tweemaal zoo groot als het was in Juni van het vorige jaar, toen Lord Ro berts in Pretoria kwam. In de geheele groote uitgesterktheid van Pietersburg tot Calvina, in de Kaapkolonie, en van Mafeking tot Zoeloeland is er nergens een grooter gebied dan 20 vierkante mijlen waarvan men kan zeggen dat het rustig is. Ons leger, hoe groot het ook is, is bijna opgelost iu Zuid—Afrika. De oorlog wordt grooter en onhandelbaarder en de moeilijkheid om onze kracht op één plaats samen te trekken neemt toe. Elke be weging die dit jaar beproefd is, is verloopen. Vooral de laatste bekentenis is kostelijk na de schitterende rapporten over de diverse schoon vegingsoperaties. Ook kolonel De Wit schrijft In het algemeen kan men dus zeggen, dat de Boeren in de Kaapkolonie voortdurend veld winnen en de toestand in de overige gedeelten van het oorlogsterrein vrijwel dezelf de blijft. Het blijkt hoe langer hoe duidelijker dat de macht, waarover Kitchener beschikt, nauwelijks voldoende is om de zeer lange gemceuschapslijnen te bewaken, beveiligen is te veel gezegd, en enkele belangrijke plaat sen bezet te houden. Er zijn weer enkele berichten van 't oor logsveld, maar ze zijn spaarzaam daar het meeste blijkbaar geen mededeeling kan lijden. Bij Tarkastad in 't Middelburg—district is gevochten zonder bekenden uitslag, waarna de Boeren Noordelijk werdeu "gedreven." Koloucl Crewe behaalde volgens een later bericht daar deu ontzaglijken buit van viergeweren en eenige paarden, Bij Queenstown werd gevochten, ook zon der dat de uitslag bekend is. Duidelijker is wat uit Kaapstad wordt gemeld „Honderd Boeren hebben het station Biesjespoort, ten Zuiden van Victoria—West, op den 26slen 's ochlens om twee uur aan gevallen. Zij haalden de goederenloodsen leeg en gingen er van door." Ook komen er nog zeer lange telegrammen over Richmond,dat zooals men weet, tot den avond werd aangevallen. De vele woorden, hiervoor gebruikt, schij nen te dienen om de duidelijkheid van 't feit te verminderen. Maar vast staat, dat een aantal forten of posten werden genomen eu dat de Boeren veel levensmiddelen, schietvoorraad en vee hebben buitgemaakt en voor langen lijd geproviandeerd zijn. Verder is ten Zuiden van Richmond een station „beschadigd" lees :geplunderd en is bij Upington en Klipdam met Boereu en weer heen. zooals zij was gekomen. Ik was zeer oobillijk tegen haar. daar ik ontstemd was over haar ongelijk en de vele onaangenaamheden, die mij het proces hadden bezorgd. Ik stelde haar zelve aansprakelijk voor het lage karakter van haren afschuwwekkenden man. Daarna heb ik Helena nooit teruggezien maar ik zou gaarne mijn vermogen geven, als ik wist, dat zij beveiligd was tegen leed en gevaren ja zelfs wanneer zij dood was dat zou een be vredigende gedachte zijn, in vergelijking met mijne bittere gewetensknagingenZij is ver dwenen en vergeten en er is niemand, die haar gezien of gekend heeft. «En Seefeld?' vroeg Manon, vol spanning. «Die is met haar verdwenen ik vrees, dat hij ergens in een uithoekje van de wereld zijn liederlijk leven voortzet." ZESTIENDE HOOFDSTUK. Reed» vijl maanden vertoefde Manon op liet slot Woltersdorf; zeer spoedig had zij den om vang harer plichten begrepen en legde zich met vollen lust en ijver op haro zoo moeilijke taak toe. Zooals Manon in den beginne reeds had vermoed, bevestigde het zich meer en meer, dat mevrouw Burkhardt niet krankzinnig was, maar door verschrikkelijke gewetensknagingen werd gepijnigd en toch waren er dagen, waarop ook Manon aan het verstand van deze vrouw twij felde, die woedend en kwaadaardig om zich heensloeg en alles in hare nabijheid vernielde. Op zulke uren was zij voor niemand toeganke lijk en stond zelfs hare dochter uiet toe, om hare kamers te betreden. Dat ware bittere dagen die somber voorbijslopeo en op die dagen voerde de herinnering Manon telkens terug naar het jaar harer zelfstandigheid. Raimond Brun- neck stond weer voor hare oogen, diens ernstige, innige liefde en hoe zwaar deze had gestreden tegen het wantrouwen en hoe vast hij de oogen oogen had gefloten, toen dit in zijn hait was geslopen, opdat de schrikbeelden hem niet zou den doen beven 1 En dau kwam het uur, dat over zijn toekomst en de hare besliste. Waarom moest zij het juist zijn, die hem het vertrouwen op de menschen weer ontnam, dat reeds vroeger in hem was begonnen te wankelen. (Wordt vervolgd.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1901 | | pagina 1