Nummer 59.
Zondag 28 Juli 1901,
24e Jaargang
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
Eerste blad.
MONOPOL THEE
Op den Drempel van het Paradijs,
ANTOON TXELEN,
Theod. WESSELS,
De nieuwe Maasmond
De Zuid-Afiikaansche oorlog.
Uitgever:
Dit nummer bestaat uit
twee bladen.
Onverbeterlijk zijn geur
en smaak der
WAALWIJK.
FEUILLETON.
i «ss^BfflBKSöfëssessaaai
Dit BIiid verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond.
A b o n n o m e n t s p r ij s per 3 maanden f 0.75.
Franco per post door liet geheele rijk f 0.90.
Brieveningezonden stukken gelden enz., franco tc zenden aan den
Uitgever.
WAALWIJK.
Advkrtbntikn 17 regels f 0.00 daarboven 8 cent per regel, groote
letters naar plaatsruimte. Advertentiëu Smaal ter plaatsing opgegeven,
worden finaal berekend. Voor plaatsing van een groot aantal regels en
advertenties bij abonnement worden speciale, zeer voordeelige contracten
gesloten. Reclames 15 cent per regel
ROTTERDAM.
Verkrijgbaar bij den Heer
Het ,/D. v. N.« bevat het volgende ar
tikel.
Bij 't scheiden der Tweede Kamer hield
mr. Harte over deze kwestie een interpel
latie, de vorige week hing ze in de Pro
vinciale Staten.... waarin bestaat den toch
die kwestie over den Nieuwen Maasmond,
vraagt men her en der.
We zullen trachten haar duidelijk voor
te stellen.
Oostelijk Noord-Brabant heeft, zooals men
weet, sinds jaar en dag een droeven over
last van hoog water.
Dat euvel wil men trachten weg te leiden
door een nieuwe bedding van de Maas.
Het Rijk steunt de provincie bij deze
poging door een geldelijke toelage van een
millioen gulden.
Maar
Die verlegging van de Maas kan natuur
lijk niet plaats hebben zonder verdere ge
volgen voor westelijk Noord-Brabant.
De Staten van ons gewest hebben der
halve, om te voorkomen dat de belangen
van westelijk Noord-Brabant zouden worden
geschaad, met het Rijk een overeenkomst
gesloten, waarin bepaald wordt, dat de
opening van den nieuwen Maasmond niet
inag plaats hebben, alvorens eenige werken
ter bescherming van het westen dezer pro
vincie, zouden zijn uitgevoerd.
Nu zijn al die werken nog niet klaar.
Maar voor een deel ervan maakt dat geen
bezwaar tegen een spoedige opening van
den Maasmond. Men is algemeen overtuigd,
dat deze werken wel gereed zullen komen
en spoedig ook.
Een groote moeilijkheid is er echter.
Wij willen alleen déze nader omschrijven
en ons onthouden van een uiteenzetting
der bezwaren, welke geen dadelijke hinder
paal voor de oplossing der kwestie zijn.
Dit alleen ter wille der vereenvoudiging
van het vraagstuk
Welnu, de groote moeilijkheid zit Tn
hierin
De belanghebbenden bij de Bieschbosch-
landen vreezen, dat zij grooten last zullen
krijgen van den nieuwen Maasmond, indien
niet worden uitgevoerd de werkeu, welke
zij noodzakelijk achten.
De Regeering nu wil wel werken uit
voeren, bekading van den Amer enz., maar
niet zoo als door belanghebbenden, en ook
door de Provinciale Staten wordt gewenscht.
Nu komt er dit bij.
De Regeering zegt, dat zij niet verplicht
is tot het uitvoeren der werken, zooals deze
door de Provinciale Staten worden gewenscht.
Zij heeft nl. met onze Staten in 1880 een
contract gesloten en dat verplicht haar wel
tot een bekading, zegt ze, maar niet tot
een zulke als men nu in Noord-Brabant
wil.
De Provinciale Staten willen echter geen
andere.
Door den heer v. Sasse v. Ysselt is een
bemiddelingsvoorstel ingediend, maar dat is
door de Staten verworpen.
't Gaat nu hard tegen hard.
Er wordt wel aan de andere voorberei
dende werken doorgewerkt, maar aan de
bekading van den Amer enz. niet.
De Bieschboschlanden willen een langere
kade dan de minister zich verplicht acht te
geven. Bovendien verlangen ze een kanaal
en een schutsluis. De Regeering is hiertoe
evenmin bereid.
Daarin zit dus de kwestie de Provinciale
Staten hebben ruzie met de Regeering over
werken, aan de verlegging der Maas ver
bonden en de ruzie houdt de opening van
den nieuwen Maasmond tegen.
Het oosten onzer provincie houdt voor-
loopig den watersnood-plaag.
Intusschen treedt de tegenwoordige Re
geering dezer dagen af, en krijgen we dus
een nieuwen Minister van Waterstaat.
Of de Gedeputeerden met deze nieuwe
Excellentie de onderhandelingen zullen her
openen
't ls de vraag ot zij beter zullen slagen.
Wij hebben in langen tijd geen Minister
van Waterstaat gehad, die zoo royaal was
als de heer Lely.
Tramwegen hier, kanalen daar, de mil-
lioenen gingen maar het land door.
Zoo zelfs, dat dr. Kuvper in 't laatst der
kamerzittingen nog poogde er een stokje
voor te steken.
En de al te groote vrijgevigheid van den
keer Lely zelfs is aangevoerd als een ver
wijt tegen deze Regeering.
Toch heeft de heer Lely niet de bekading,
het kanaal en de schutssluis toegestaan
zooals deze door belanghebbenden worden
gewenscht.
't Gaat hier om een werk, dat, volgens
schatting, een millioen gulden kosten moet.
En de hoofdingenieur ouzer provincie, de
heer Rose, acht deze werken overbodig.
't Is dus zeer de vraag, of een nieuwe
Regeering deze werken zal willen uitvoeren.
Veie deskundigen achten ze heslist noodig
voor de belangen van westelijke Noord-
Brabant.
Worden ze niet uitgevoerd, dan wordt,
volgens dezer oordeel, de Maas tusschen
Loevestein en Andel een doode rivier.
Voor 't oogenblik is er niets te doen dan
de kwestie te laten liggen tot er een nieuwe
Regeering is. En dan moeten we maar
afwachten, wat over deae hoogstbelangrijke
zaak zal worden beslist.
De Echo van het Zuiden,
Waalwüksclie cis Lansslraatschc Courant,
47.
Zoo was or ongeveer een hall uur verloopen.
Terwijl Manon zich moeite gaf om de aanhoudende
vragen der kinderen te beantwoorden, dook dicht
bij haar assessor Buehhall op, die haar met een
vriendelijk ♦goeden dag' begroette. *Ik heb u
laatst reeds herkend/ ging hij snel voort, om
haar in de gelegenheid testellen haie verlegenheid
te overwinnen, ♦en ik kon de verzoeking niet
weerstaan, om a aan te sprekenU bent daar
tocb niet boos om, wel Misschien zou het meer
bescheiden zijn geweest, te doen alsof ik u niet
kende, maar ik blijf altijd uw vriend, zooals
ook mijn aanstaande altijd met liefde aan u denkt
ik zag u xooeven al toen u den weg afkwaamt."
„Ik dark u." Manon reikte hem de hand.
Ik heb Lucy medegedeeld, dat ik u op Wol-
tersdorf heb ontmoet en zij;heeft mij opgedragen
u te vragen of haar vader niete voor u zou kun
nen doen?"
♦Neen," antwoordde Mauon, op zachten toon.
Een kleine, pijnlijke pauze was ontstaan.
Wanneer de wedrennen u intereseeren, wil ik u
gaarne het verloop uitleggen."
♦Oom Buehhall, stap toch bij juffrouw Ritter
iu den wagen, u kunt dan veel beter zien." De
kleiue Lisa Woltersdorf klapte, bij dit voorstel,
vroolijk in hare handjes.
De assessor lachte en knikte het kleine, aardige
meisje toe. Hij ging op de trede staan en leunde
eenigszius tegen de kusser.s, terwijl hij daarbij
over alle mogelijke dingen sprak, over de wed
dingschappen, die waren aangegaan, over de
paarden, over zijn meisje, over de hem bekende
ciames, kortom over alles, maar niet over Brun-
neck en NTerloops maakte hij melding van
het engagement van zijn zwager en vroeg los weg
ot het haar bekend was, dat deze zich met Lilly
de lleesen lnvd verloofd.
♦Ik weet het sedert kort.' Een vochtigen glans
kwam iu hare oogon. Als zij hem iemand had
Betreurenswaardige tegenslagen aldus
noemen de Engelsche bladen met moeilijk
verholen boosheid de verovering van den
spoortreiu bij Beaufort West, iu Kaapkolonie
aan den spoorweg Kaapstad-De Aar, door
het commando Boeren, onder Scheepers en
de nederlaag, welke der colonne Crabbe in
de bergen bij Gradock (aan den spoorweg
Port Elisabeth—NaauwpoortBloemfontein)
is toegebracht door Kritzinger's mannen.
Deze twee nederlagen zijn van te meer bc-
teekenis, daar Beaufort—West en Cradock
beide liggen op dezelfde hoogte als Graaf
Reinet, welke laatste stad door geneiaal
French is gekozen als basis voor zijn eerste
operatie tot opdrijving van de aanvallers
naar de Oranjerivier. Deze twee nederlagen
en de dubbele aanval der Boeren op Aber-
den doen zien, dat de republikeinsche
commando's zich met het meeste succès iu
de middeudistricten der Kolonie blijven
handhaven, dat zij gecombineeide, wel over
legde aanvallen lichten op de voornaamste
drie spoorweglijuen en dat zij door hun
groote beweeglijkheid het troepencordon van
generaal French de baas zijn. In deskundige
kringen in Engeland is men het er dan ook
vrij wel over eens, dat, zoolang de Britsche
troepen zich niet met grooter snelheid kunnen
verplaatsen dan de Boeren, alle pogingen, om
dezen uit de Kolonie te drijven vruchteloos
zulleu blijven.
Ofschoon nog niet de bizonderheden be
kend ziju over het gebeurde bij Beaufort
West, mag toch veilig worden aangenomen,
dat Scheepers daar een 110 man gevangen
genomen heeft, terwijl er 3 gesneuveld zijn.
Daar bovendieu de trein, naar uitdrukkelijk
gemeld wordt, met voorraden was geladen,
zonder dat Kitchener den aard hiervan nader
aangeeft, bestaat cr alle redeu om te gelooven,
dat Scheepers een in alle opzichten goeden
slag heeft geslagen en zijn mannetjes, bene
vens hen, die zich nog aansluiten, weer eens,
zooals men dat noemt, goed io de wasch
h eft gezet. En dit maakt meteen het later
ontvangen beiicht van Lukin's overrompeling
van het kamp van Latcgan ook al een
rondzwervende Kaapsche „fielt" meneer
Milner heel wat minder belangrijk. Want
de 75 geweren en 100 patronen, die Lukin
vermeesterd heeft, zijn bij Beaufort-West
ruimschoots teruggekomen en de 105 paarden,
die Lategan zou hebben verloren, zal Krit—
zinger wel met zadel en al kunnen rempla—
ceeren uit de 300 paarden van Crabbe, die
op hol sloegen, terwijl deze dappere aan 't
vechten was, en vóór de avond hem dwong
op Mortimer „terug te trekken."
Dan maakt men zich ook eenigszius be
zorgd over de algemeene bewegiug in zui
delijke richting, welke bij de Boeren iu
Transvaal en den Vrijstaat sedert eenige
dagen wordt waargenomen. Men vreest
namelijk, dat de republikeinen die beweging
zullen voortzetten lot ten zuiden van den
Oranjerivier, in welk geval generaal French
met ziin strijdmacht zou bekneld raken tus
schen de Boerencommando's, die uit het
noorden naderen en die, welke thans in de
Kaapsche middendisiricten doende zijn.
Deze mogelijkheid doet de Daily Express
rondweg erkennen, dat de zaken in Kaap
kolonie een zeer slechten keer nemen en
dat men sedert eenigen tijd eer zou gelooven,
in oorlog te zijn met de Kolonie dan met
Transvaal cn den Vrijstaat. De toestand is
reeds lang voorzien en men acht het in de
Kolonie zelf zeer waarschijulijk, dat hij nog
toegewenscht, dan zou het Lilly zijn geweest.
„Is hij gelukkig vroeg zij, terwijl zij, bij het
afscheid nemen zijne hand een tijdlang in de
hare hield.
♦Hij wordt het iederen dag meer en meer,
antwoordde hij, zonder haar aau te zien.
Zij had nog zooveel te vragen maar het
hart «onk haar in de schoenen, zij had er niet
den moed toe. Zij knikte hem veelbeteekenend toe,
toen hij zich, in de menigte, nog eens groetend
tot haar wendde.
Nadat het eerste d«r wedrennen was afgeloopen,
trad cr een groote pauze in, waarin alles naar
de restauratie holde, om iets te gebruiken. De
kinderen begonnen over doist te klagen en Manon
zond Jaques heen, om wat limonade te halen.
Deze bleef zeer lang uit en toen hij terugkwam
had hij een vuurrood gelaat en ledige handen.
Ik heb mij half laten dooddrukken om een glas
water te bemachtigen, de wanorde iu de tent is
al te groot; zie eens juffrouw hoe ik zweet en
nog heb ik niets gekregcu." Ilij nam zijn muts
af en vertoonde zijn voorhoofd, waarop dikke
zweetdroppels parelden.
De kinaeren begonnen, bij dat troostclooze
vooruitzicht luide te weeuen. FWij willen naar
Mama toe," snikte de kleina Lisa.
«Ja, wij zullen er zelf naar toe gaan.' Manon
stond reeds op den grond en trilde de kinde en
van den bok. „Wees «til Liesje, wij zullen zelf
water gaan halen/ suste zij het schreiende kind.
Het was vrijwel levensgevaarlijk, om zich tot
't buffet, waaromheen de menigte wild stond te
dringen, te wagen. Manon zag er dadelijk de on
mogelijkheid van in en nam snel een besluit. Zij
wenkte Jacques, die hen gevolgd was en liet
hem met de kinderen in een hoek van de res
tauratietent postvatten.
Met aanwending van al hare krachten, beproefde
zij door do rijen voor het buffet heen te drin
gen na vele vergeefsche pogingen, gelukte haar
dit eindelijk, omdat eenigen galant genoeg waren
om voor haar plaats te maken. Na cenig wachten
kreeg zij een gla3 limonade en nam daarmee den
terugweg aan. Maar bij den hoek, waar de kin
dereu stonden, was liet tooneel totaal veranderd.
De baronesse stond met de dames, in gezelschap
van eenige heeren, onder wie zich Brunneck be
vond, bij de kinderen en was vuurrood van woede.
„Juffrouw Ritter, hoe durfdet u het wagen, de
kindereu in het gedrang te brengen en hier alleen
te laten staan/ riep zij verbolgen.
Manon stond als aan den grond genageld, liet
met zooveel moeite veroverde glas begon beden
kelijk in hare hand te trillen, hare oogen vlogen
angstig naar Brunneck, die haar aankeek, evenals
de anderen.... een lange blik, waarin zij zich-
zelve vergat. Alles begon met Mauon rond te
draaien.... zij wilde spreker..... zij dacht na
over de woorden, die zij zoo juist op de lippeu
had gehad."
Geef ons de limonade!" smeekte de kleine
Lisa en greep naar het glas.
.Geef de kinderen het glas cn maak dan wat
voort; er is eeu onweder in aantocht, we moeten
maken, dat wij wegkomen. Jacques.... waar is
Jacques?' De barones scheen al iu een zeer
slechten luim te zijn en den bediende in het ge
heel niet te zien, die reeds met zijn gegalloneerde
pet in de hand, voor haar stond. ♦Maak voort
gang, maakt alles gereed! Zet de kap van ons
rijtuig op juffrouwCRitter, wees zoo goed de
zorg voor mijne moeder op u te nemen, die ik
onder de hoede van een bekende, mevrouw
Kolbert, heb achtergelaten de kinderen blijven
bij mijU vindt mijne moeder op de
groote tribunebreng haar direct naar den
wagen." De barones had Manon reeds lang den
rug toegekeerd en, met het hoofd halt naar haar
toe gewend, gesproken.
.Daar zie ik een leeg tafeltje; zullen wij niet
iets drinken, ik heb een verbazende dorst/ zeido
een van dc dames en wee3 op een ledige plaats
in de tent, waar juist een gezelschap aanstalten
maakte om te vertrekken.
,Ik ben bang voor het onweer. U woont allen
hier dicht bij in de stadik hoor het reeda
▼oor de tweede maal donderen en nu sterker
dan den eerste keer," sprak barones Woltersdorf
afwijzend.
«Maar ik versmacht van den dorst, beste baro
nesse," lachte de dame.
Manon luisterde niet verder, zij liep dwars
over de renplaats, om langs den koristen weg de
tribune te bereiken, waarop zich mevrouw Burk
hart inoest bevinden. Onuitsprekelijke bitterheid
en moedeloosheid vervuldeD haar hurt. Een
krampachtig snikkeu vervulde hare borst en bare
schreden werden onzeker. Zij vond mevrouw
Burkhart niet, hoe of zij ook vroeg en rondkeek.
zal verergeren. Toch blijft men zich iu hc
Vereenigd Koninkrijk veel voorstellen van d
heilrijke gevolgen van de terdoo lbrengin
van gevangengenomen opstandelingen (èu I
Somerset-East èn te Burgersdorp is er wei
een opgehangen) en zelfs gewagen de En
gelsche bladen reeds van lastbare resultate
van deze uiterste maatregelen, wat eeu uieu
bewijs is, hoezeer zij iedere Britsche ne
derlaag door zelfbedrog .trachten weg
denken.
Uit een passage uit een telegram va
lord Kitchener, meldende den aanval c
den trein bij Beaufort-West, blijkt, hoe ong
rust de Engelsche opperbevelhebber zelf
over den toestand. Kitchener meldt, dat f
een onderzoek bevolen heeft. Waarnaar
Naar de wijze waarop de Boeren treine
veroveren, of naar die, waarop de Eugelschr
ze verdedigen De Boeren hebbeu sede
het begin van den oorlog reeds zoove
treinen buitgemaakt, laten derailleeren c
vernield, dat Kitchener daaromtrent toe
wel al een gevestigde meening moet hebbei
zou men zoo zeggen.
Op het overige deel van het oorlogsterre
ziet het er voor de Britten niet beter uit
de StaDdard-correspondent te Pretoria ver
klaart dau ook, dat, als de Boeren den stri
kuunen voortzetten tot September, de oorlc
ongetwijfeld minstens weer een jaar 2
voortgezet worden. Deze meening wor
gedeeltelijk ook gegrond op de omstaudighei
dat, zoodra het ergste van den winter voor
is, de Boeren weer overvloed van gras vo
hun paarden zullen kunnen vinden en daa
door hun mobiliteit nog verhoogd zal wordt
De correspondent zegt, dat de paard
der republikeinen er thans slecht aan toe zij
dat vele Boereo niet bereden zijn en ander
zeer jonge paaiden berijden, die nog ni
tegen vermoeienissen bestand zijn.
Daarom geeft de correspondent in ovet
weging, de Britsche colonne te verdeelen
detachementen bijvoorbeeld 500 man, n
weinig transport, deze detachementen ondt
ling voeling te doen houden, en in August
de thans door de Engelsche troepen bered
paarden te vervangen door veische dier»
Al'.us zou het mogelijk zijn, uog voor Sej
tember de Boerencommando's in onschad
lijke troepjes uiteeu te zetteu.
De Times zegt goede redenen te hebb
om te gelooven, dat het bedrag, 't wt
Roberts zal worden geschonken ter erkenni
zijner diensten Engeland in Zuid-Afri
bewezen, 1 0 0,0 0 0 bedragen zal. D
motief voor deze ongetwijleld milde grati.
catie heet de noodzakelijkheid om Robe
en zijn erfgenamen in staat te stellen ove
eeukomstig hun nieuwen gralelijken rang
leven.
Mevrouw Kolbert was vrijwel de eenigste, die
zich nog niet haren man op de tribune bevond;
deze was geheel radeloos cn ontsteld, juist, ter
wijl zij haren man had begroet, die aan de
wedrennen had deelgenomen, was mevrouw
Burkhart haar ontsnapt. «Zonder woord of
teeken te geven, heeft zij mij verlaten,' wee
klaagde de dame. ,lk heb reeds de geheele buurt
afgezocht en kon haar,niet vinden; zij wilde met
alle geweld hier blijven, toen de barones zich
naar de restauratietent begaf, en nu is zij ontko
men ik ben er geheel van buiten mijxelve.'
Manon snelde, zoo vlug hare voeten haar kon
den drageD, de tribune af en door de aftrekkende
menigte. „De wedrennen zijn uitgesteld, het
tweede gedeelte van het programma kou niet
worden uitgevoerd, hoorde zij velen ioepen en
vertellen. Zij keek en zag overal rond, zonder
een spoor van de oude dame te ontdekken. Zij
doorzocht elke groep, vroeg iederen dienstman,
maar niemand zei, dat hij de oudo vrouw in het
zwarte zijden kleed had gezien. Daarmede was
veel tijd verstreken cn toch was alle moeite
tevergeefs geweast. Manon's hart begon angstig
te kloppen. Wat zou dc baronesse zeggen Zware
zweetdroppels vielen haar van liet voorhoofd, zij
inoest om adem te scheppen, een oogenblik tegen
een boom leunenhaar hoofd zonk op de
borst en, bewusteloos, sloot zij de oogen.
De bliksem eloeg snel om haar heer en allen
in liet rond waren op de vlucht gedreven. Aan
den overkant sloeg de staldeur in het slot, de
rijknechten hadden de kostbars renpaarden in
zekerheid gebracht. Voor de restauratietent werden
de glimmend leoren gordijnen neergelaten....
heel in de verte hoorde mer de laatste klanken
van raenschelijke stemmen wegsterven. Er klonk
een knal door de lucht waarop een zonderling
geraas, als dat van een knetterend geweervuur
volgde. Doordringende gillen van angst weer
klonken en, als een wilde bende vlogen dc uien-
schen uit de tent in het woedende onweer en in
den stortregen naar buiten.
Ook Manon maakte eene beweging om te vluch
ten, maar de krachten hadden haar verlaten, zij
was niet meer in staat den boom lo» te laten. In
donkere, vage omtrekken zag zij, als door een
sluier, de gestalte van een man, die vóór haar
opdook en een groote, warme mantel beschermend
om hare »cboud«rs legde; zij wilde schreeuwen
en toch zweeg zijhet loeiende onweer w
te hevig. Da regen sloeg bij stroomen tegen lit
bleek gelaat en gaf haar hare bezinning terug
nu zag zij Ook duidelijk, wie haar redder wi
Raimond Brunneckbeide zwegeD zij ;slec
Manon's tranen vermengde zicli met den reg
die over haar hoofd gootzijn hand trok d
beschuttenden mantelkraag verder overhure
ken, opdat zij geheel en al bedekt zou zi
Daarginds is de bliksem ingeslagou, dc t<
slaat in brand," sprak hij met bevende stem.
En nu zag ook sij de vlammen zuilen omho
stijgen, hoorde jammerende menschendie,
door furiën gevolgd, het hazenpad kozen...
zij hoorde weeklagen, roepen en weenen, en tc
kwam zij wear geheel en al tot betinnii
„Mevrouw Burkhart I" riep zij, slingerde d
mantel van zich at en stortte voorwaarts mr
ver kwam zij niet, Brunnecks hand hiold h(
terug. ,Iioud u bedaard en kom niet te dicht
dien chaos daar; ziet u dan niet, met welk t
groote verwurring de menschen daar doorelki
dringen Kom, ga met mij van hier, ti
vrouw Burkhart is reeds lai.g in Wollersdt
zij zat al in deu wagen, toen de baronesse n
met de kinderen aankwam.'
„Zij zijn alleD weg en ik klagend klo
haar toon.
Hij wendde zich haastig al,Ik h
aangeboden voor u te zullen zorgen m
wagen staat daar ginds bij dat eenzame logemo
De koetsier is met paard en wagen in de schu
geredenmisschien vinden wij daar nog c
plaatsje om ons tegen den regen te beschuit
die al sterker begint te gieten." Hij hulde hi
opnieuw in den dikken mantel en sloeg, in 1
hondenweer, met haar den weg in naar h t dc
hem aangeduide logement.
Iiij had zich over het arme meisje erbarn
dat verlaten naar hare meesteres zocht z
karakter was t« edel, om, in een oogenblik v
nood, klein te kuunen zijn. O, zij kende hem 1
door en doorl En, wanneer hij op dit oogenb
had gezegd: .Kom, wij zullen van nu af 1
aan onzen levensloop tezamen afleggen, tot 1
het einde der wereld." zij zou zijn meegrga&r
maar hij zeide dat niet, zijn hart sliep, zij he
daarin geen plaatsje meer. Zij zweeg in het
wustzijn van hare zware schuld tegenover h>
(Wordt vervolgd