Nummer 71.
Zondag 8 September 1901.
24e Jaargang
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
Eerste blad.
1050P0L - THEE
GBTOLVIS&é.
ANTOON TIELEN,
Theod. WESSELS,
Bond van Schoen
fabrikanten,
Dit nummer bestaat uit
twee bladen.
in elk opzicht de beste.
WAALWIJK.
JAARVERSLAG.
FR V l L Ij ET O N.
A dres Tweede Kamer
UlTGEY E 11
WAALWIJK.
ROTTERDAM.
Verkrijgbaar bij den Heer
Zooals wij in ons verslag van de Con
gres-Vergadering van den Alg. Ned. Bond
van Schoenfabrikanten beloofden, laten
wij thans hier volgen, le het jaarverslag
van den Bond, 2e het request door den
Bond aan de Tweede Kamer gezonden.
Beide ontleenen wij aan het laatst
verschenen No van het Officieel Orgaan
van den Alg. Ned. Bond van Schoenfa
brikanten.
(Vanaf de oprichting tot 30 Juni iqoi.)
Tengevolge der verhoogde prijzen voor
leder en fournituren in het begin van
1900 werd op 5 Februari te Tilburg
eene voorbereidende vergadering gehou
den van schoenfabrikanten uit de ver
schillende plaatsen, waar ons vak bij
zonder beoefend wordt, ter bespreking
der maatregelen, noodig om eene
verhooging der schoenenprijzen te ver
krijgen, welke in evenredigheid met de
duurdere grondstoffen kwamen. Reeds
op deze eerste bijeenkomst was men
van gevoelen, dat eene vereeniging,
welke alle vakgenooten in den lande om
vat, yan zeer groot belang was en niet
het minst in tijdsomstandigheden als deze,
wanneer iedereen overtuigd is dat alleen
door éénparige samenwerking verbete
ring in den toestand is te brengen, terwijl
van den anderen kant de ondervinding
reeds voor de tweede maal bewees, hoe
moeilijk het valt, zonder organisatie, tel
kens op den meest geschikten tijd, de
noodige maatregelen te nemen.
Het was daarom dat men besloot
eene algemeene vergadering van schoen
fabrikanten bijeen te roepen, welke op
de eerste plaats zou behandelen de
maatregelen, door de omstandigheden
geboden om tot prijsverbetering te ge
raken en die daarnevens eene geschikte
gelegenheid zou geven om tot de op
richting van eenen algemeenen bond over
te gaan.
Op deze vergadering, 21 Februari te
's-Bosch gehouden werd eenparig be
sloten tot de oprichting van den Bond,
terwijl alle aanwezigen (een 160-tal) voor-
loopig als leden toetraden. De com
missie, welke deze vergadering had
voorbereid, werd uitgenoodigd de eerste
stappen ter uitvoering te zetten, waar
toe zij zich de medewerking verzekerde
van enkele collega's uit verschillende
plaatsen, zoodat deze commissie bestond
uit drie-en-twintig leden
J. v. d. BESSELAAR, Valkensivaard.
J. F. VAN BOMMEL, Moergestel.
P. BRESSERS, Hilvarenbeek.
C. A. BRIENE, Sprang.
HENRI VAN DORTMOND, Kaatsheuvel.
C. ELISSEN, Rijen.
JOS. GROENEN, Besoijen.
T. M. VAN GRINSVEN, 's-Hertogenbosch.
H. VAN IERSEL, Oistenoijk.
H. JANSEN, Drunen.
C. KANTERS, Breda.
H. KLERKS-DEKKERS, Baardzvijk.
S. KLIJBERG, Vlissingen.
M. LIGTENBERG, Dongen.
J. MANNAERTS, Tilburg.
J. OOSTERHOLT, Groenloo.
W. RIEMSLAG, Dongen.
A. SCHENKELS, Oosterhout.
H. SCHENKELS, Waspik.
A. H. VAN SCHIJNDEL, Waalwijk.
IGNAAS SUERMONDT, Ravensteijn.
W. TRAVAGLINO, Do?igen
W. WALTERS, Amsterdam.
Ter volbrenging der haar opgelegde
taak vergaderde zij den 12 Maart te
Utrecht ter vaststelling van een ont-
werp-reglement, hetwelk vervolgens op
de eerste algemeene ledenvergadering, 23
April te Waalwijk gehouden, werd aange
nomen, waarbij tevens werd besloten dit
reglement te splitsen in statuten, waarop
de koninklijke bewilliging kon worden
aangevraagd, en huishoudelijk reglement.
De bedoelde koninklijke goedkeuring,
werd, bij besluit 27 Juli No. 40 ver
kregen. Van dit reglement ontving ieder
lid een exemplaar.
Vervolgens werd de eerste zomer
vergadering gehouden te Breda op 30
Juli. Op deze vergadering werd met
algemeene stemmen de voorloopige pre
sident tot voorzitter benoemd. Verder
werd besproken het destijds aanhangige
wetsontwerp tot herziening van het tarief
van invoerrechten, waarbij besloten werd
om bij eventueele behandeling in de
Staten-Generaal, door het indienen van
gemotiveerde requesten de belangen der
schoenmakerij te bevorderen.
Tevens besprak men de oprichting van
Kamers van Arbeid. Volgens de
bepalingen van het reglement vereenigden
zich de leden van het voorloopige
hoofdbestuur te 's-Bosch op 28 Januari
van dit jaar. Op deze vergadering werd
voornamelijk behandeld de oprichting
van een eigen bondsorgaan, hetwelk reeds
in de vorige Juli-vergadering was be
sproken. Een commissie van onderzoek,
bestaande uit de heeren Van Dort-
mond, Ligtenberg en Schenkels, werd
gevormd, welke dit punt in samenwer
king met president en secretaris heeft
behandeld.
Tevens werd op deze bestuursverga
dering besloten tot het houden van een
voordracht op de eerstvolgende con
gres-vergadering, wijl men overtuigd
was, dat zulks eene groote aantrekkelijk
heid aan de bijeenkomst zou bezorgen
en daardoor den bloei van den Bond
bevorderen.
Op voorstel der Heeren Van DüRT-
mond en Van Iersel werd besloten tot
het houden van propagandavergaderingen
in enkele plaatsen, waar onze industrie
de meeste beoefenaars telt, ten einde
aldus het doel en het nut van den Bond
uiteen te zetten en te trachten daardoor
de fabrikanten tot ruimere deelname aan
te sporen. Deze vergaderingen werden
achtereenvolgens gehouden te Kaats-
heuvel (26 Februari), Oisterwijk (4 Maart),
Waalwijk (9 April), Waspik (15 April),
met het gevolg, dat op de drie eerst
genoemde plaatsen flinke afdeelingen
werden gevormd, welke zich nog voort
durend uitbreiden, terwijl de afdeeling
Waspik nog in wording is. Met de
drie afdeelingen Dongen, Drunen en
Valkenswaard met Omstreken, welke
zich reeds in het begin hadden gecon
stitueerd, telt de Bond thans zeven
plaatselijke afdeelingen met het volgend
ledentalDongen met 1 donateur en 40
leden, Drunen met 14 leden, Valkens
waard met 14 leden, Kaatsheuvel met
27 leden, Waalwijk, Baardwijk en Besoijen
met 5 donateurs, 1 buitengewoon lid en
30 leden, Oisterwijk met 1 donateur
en 20 leden, (Waspik waar het aantal
nog niet is opgegeven.)
Bovendien telt de Bond thans 3 do
nateurs, 1 buitengewoon lid en 56 leden
in de overige plaatsen.
Daar evenwel de vorming der afdee
lingen een groot gedeelte van het eerste
jaar in beslag nam, moest het benoemen
van een definitief bestuur worden aan
gehouden tot heden.
Met genoegen kunnen wij gewagen
van de talrijke blijken van symphathie,
die de jeugdige bond van alle zijden
mocht ontvangenhierbij mogen wij
zeker wel afzondelijk vermelden de
waardeerende woorden, waarmede de
Kamer van Koophandel te Waalwijk in
haar jaarverslag ons streven bespreekt.
Hoewel wij dan ook nergens eigenlijke
tegenwerking hadden te bestrijden, zoo
hadden wij daarentegen wel te kampen
met een betreurenswaardige onverschil
ligheid, welke nog al te zeer heerscht
onder tal van collega's en welke hen
koud laat voor datgene wat hun geen
onmiddellijk tastbaar voordeel bezorgt
Mogen dezen, aangemoedigd door
het voorbeeld van zoovele ijverige voor
standers en door het steeds toenemend
succes van den Bond eveneens worden
opgewekt tot meer actieve deelname aan
het werken en het streven der vereeni-
ging en tot aansluiting voor zoover zij
nog verzuimden het lidmaatschap te
aanvaarden.
De Secretaris,
W. RIEMSLAG.
Aan
de leden van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal.
Geven met verschuldigden eerbied t-
kennen, de onderg-eteekenden, uitmaken
de het Dag. Bestuur van den Algetr
Nederl. Bond van Schoenfabrikanten
waarvan de Statuten zijn goedgekeurt
bij koninklijk' besluit van 27 Juli 190(
en namens de leden daartoe op d<
algemeene vergadering van 4 Augustu
1901 gemachtigd
dat de Bond zich niet kan vereenige:
met het door den Bond van Neder]
Lederfabrikanten bij uwe hooge vergade
ring ingediend adres, waarin verzoch
wordt voor bereide vellen en leder vai
alle soort een invoerrecht van 3% de
waarde te heffen.
Met gepaste vrijmoedigheid wil hij l
opmerken, dat zoodanig recht, op all
ledersoorten toegepast, van zeer verstrek
kend nadeel zou wezen voor de schoen
industrie, niet alleen voor de vele hie
bestaande zaken, welke uitsluitend hu:
afzet vinden in het binnenland, maa
dat dit ook den doodsteek zou gevet
aan die ondernemingen, die zich sind
korten tijd er op toe leggen, hun gefa
briceerd artikel in het buitenland af t
zetten, tot heden wel met eenig succes
Wel zou hij er zich mede kunne
vereenigen, ofschoon dit zijnerzijd
reeds een offer eischen zal dat O]
bereid zoolleder een recht van 3% zo
geheven worden, daar dit artike» genoeg
zaam in het binnenland bereid wordl
doch wat het overleer betreft veroorlool
hij zich U op te merken, dat inrichtin
gen, waarin dat speciaal het fijn
overleer vervaardigd wordt, hier t
lande niet bestaan en de schoenfabri
kanten dat dus uitsluitend uit het bu:
tenland moeten betrekkendat de kan
om de schade, voor hen direct er u
voortvloeiend, op de verbruikers va
het schoeisel te verhalen, niet bestaa'
daar de verhooging van slechts 1% o
afgewerkt buitenlandsch schoeisel, d
concurrentie even scherp zal doen blijver
dat trouwens de ervaring reeds twee
maal is opgedaan, dat zelfs bij ee
algemeene verhooging van huiden- e
leerprijzen, zoowel in 't buitenland al
in 't binnenland, een verhooging va
schoenprijzen zeer moeielijk en dan no
De Echo van het Zuiden,
WaahvykscSif en Lanptraaiselie Courant,
Dit Blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond.
A b o n n e m e n t s j) r ij s per 3 maanden f Ü.75.
Franco per post door liet geheele rijk f 0.9Ü.
Brieveningezonden stukken gelden enz., franco te zenden aan den
Uitgever.
Advkrtbntikn 17 regels f U.GO daarboven 8 cent per regel, groote
letters naar plaatsruimte. Adverteutiëu 3iuaal ter plaatsing opgegeven,
worden 2maal berekend. Voor plaatsing van een groot aantal regels en
advertenties bij abonnement worden speciale, zeer voordeelige contracten
gesloten. Reclames 15 cent per regel
En wanneer is hij verdwenen
Zondag 23 November, om 3 uur 'a namiddags
is hij vertrokken en sinds dat oogenblik hebben
wij hem niet weergezien.
De beambte bladerde in zijn dagboek.
Wij hebben niemand hier, die aan dat sig
nalement beantwoord, zei hij tenslotte, na oenige
minuten gezocht te hebben, die het jonge meisje
een eeuwigheid tocscheneD.
Het is echter nog mogelijk, dat hij zich
onder de vanmorgen aangebrachte lijken bevindt,
die nog niet tentoongesteld zijn. Hij nam een
tweede boek ter hand, wierp er een blik in en
trots zijne langdnrige vertrouwdheid met derge
lijke ontdekkingen, kon hij toch een onwillekeu
rige handbeweging niet bedwingen.
O, bij de barmhartigheid Gods, hebt gij iets
gevonden, spreek! riep Johanna. Gij ziet, ik sterf
bijna van angst.
Houd u bedaard, juffrouw, hernam de be
ambte. Wat ik hier lees, beantwoordt misscbieD
slechts gedeeltelijk aan het door u opgegeven
Signalement. Er is hier zooeven binnengebracht
het lijk van een man omstreeks zestig jaren, die
in een alleenstaand huis te Clamart dood gevonden
werd en zich Rodrigues noemde. Het is dus
nauwelijks waarschijnlijk, dat die met uwen vader
identiek is, maar een aanteekeniDg daarbij heeft
mijn opmerkzaamheid gaande gemaakt. De onbe
kende moet lang wit haar en een litteeken aan
het voorhoofd hebben.
Hij is het ongetwijfeld o, mijn arme
papa! Waar is hij? O, laat mij hem zien, ik wil
hem zien 1
Hoewel een dertigjarige routine hem tegenover
dergelijke tooneelen gevoelloos had gemaakt, ge
voelde de oude beambte toch innig medelijden
met het ongelukkige jonge meisje.
Houd mij ten goede, mejuffrouw, begon hij,
maar zulk een aanblik u moest liever een
bloedverwant een vriend hierheen senden.
Ik wil hem zien. Begrijpt ge dan niet, dat
zulk een onzekerheid mij vermoordt?
De grijsaard trachtte nog een en ander aan te
voeren, om Johanna van haar besluit af te bren
gen, maar ten slotte moest hij iwichtan voor den
vasten wil van het meisje.
Nu, mij goed, wees dan zoo goed mij te
volgen, zei hij meewarig het hoofd schuddend.
VI.
De beambte opende een deurtje, en na een
lange, nauwe gang doorloopeu te hebben, tiaden
zij een groote, gepleisterde zaal binnen. Aan eenige
steencn bassins stonden drie of vier mannen met
opgestroopte mouwen en lange schorten van
gutta percha voor, die vuile en met bloed be
vlekte kleedingstukken wieschen. Dergelijke klee-
ren hingen ook aan spijkers langs den muur.
Zie u eerst na, of ge misschien de klceren
herkent, zei de beambie, dan kunt ge uz Ivan
misschien den aanblk van het lijk spaien
Johanna stiet een hartverscheurende!! kreet uit
en zij zou onmachtig op den vochiigen steenen
vloer ineengezakt zijn, had niet een jonge mau
met kalen schedel en een grootcn blauwen bril
op den neus haar opgevangen.
Zij had de overjas vau haar vader en den stok
met gouden knop, dien zij hem zelve eenige weken
geleden ten geschenke had gegeven, herkend.
Wat ik u bidden mag, kom weer mede naar
het bureau, verzocht de beambte, daar kunt ge
mij nadere inlichtingen geven.
Ik wil hem zien, zei ze dof.
Vergeefs maakte men tegenwerpingen, haar
besluit stond vast, zij wilde zelf haar ongelukkigen
vader zien.
De beambte opende een andere deur en voerde
haar naar eeD kleinere zaal, waarin het licht d<>or
in de zoldering aangebrachte ramen toegang had.
Hier werden de lijken Hitgekleed, alvorens ten
toongesteld te worden. In het midden dezer zaal
stond een groote lange kist, met een rond, ge
welfd deksel. Langzaam lichtte de beambte dit
op. Wankelend en doodsbleek trad Johanna nader.
De jonge, kaalhoofdige man volgde haar en be
spiedde haar oplettend door zijn blauwe brille—
glazen.
Toen Johanna het lijk van haar vader gewaar
werd, viel zij met een hartverscheurendea kreet
op de knieën.
Vader, arme vader! snikte zij, handenwrin
gend. Met geweld moe9t men hunr wegleiden zij
verzette zich met alle kracht en wierp blikken
vol vertwijfeling op de sombere kist.
Men bracht haar naar het kantoor terug. Toen
zij een weinig tot kalmte was gekomen, nam de
beambte weer aan zijn lessenaar plaats en vroeg
haar met de rust van een ouden bureaucraat naar
haar adres en het tijdstip, waaropzij het lijk naar
haar woning wenschte te zien overgebracht.
Toen hij met zijn aanteekeningen geieed was,
geleidde hij haar onder hoffelijke buigingen naar
de deur en vervolgde toen het afschrijven van
het lijkrapport.
Bij haar terugkomst was Johanna gebroken naar
lijf en ziel. De smart en de herinnering aan het
verschrikkelijke, dat zij gezien had, hadden haar
geheel overgewehligd bijna was zij gevoelloos
en niet in staat haar gedachten te regelen.
In weinige woorden vertelde zij haar kamenier,
wat zij gezien en ondervonden had. üp haar
beurt deelde het meisje mede, dat mevrouw De
Viverol en haar zoou in den salon haar komst
verbeidden.
VII.
Mevrouw De Viverol, geboren te Latour-Lauzun,
was een rijzige dame met een zeer voornaam
uiterlijk, maar haar smal, door blonden lokken
omlijit gelaat droeg den stempel van hoogmoed.
Zij was zeer bijziende en met het lorgnon, het
welk zij steeds tusschen de smalle vingeis om
klemd hield, scheen zij de grens te willen bepalen,
die haar van de gewone wereld scheidde; zij
koeslerde een afgodische lielde voor baren zoon,
Raoul, den laatsten telg uit het edele geslacht
der Viverols. Wel had zij nog een anderen zoon
gehad, maar daar sprak ze nooit over en men
hield hem algemeen voor dood. Omstreeks vijf
of zes jaar geleden was hij plotseling verdwenen,
nadat hij zijn ouders bijna had geruïneerd. Om
hun naam voor schande te bewaren, hadden
dezen zich kolossale geldelijke offers moeten ge
troosten.
Wel, mijn arm kind? begon mevrouw De
Viverol, terwijl zij zich langzaam niet het air
van een vorstin vun haren zetel ophief.
Hebt ge al iets, nuders vernomen, Johanna?
rroeg Raoul, op het meisje toesnellend, belang
stellend.
Vader is dood ik heb hem gezien hij
i9 vermoord
Vermoord En ge hebt hem gezien, ge hebt
den moed gjliad Maar waarom mijn vader niet
gevraagd mede te gaan
Ik wist niet meer wat ik deed, ik was waan
zinnig van angst.
Ik had direct wel gedacht, zei mevrouw De
Viverol, dat het verdwijnen van den heer Bacédat
niet het gevolg van een da>id van vertwijfeling
kon zijn. Hij leefde immers zeer gelukkig, en de
zaken gingen toch bijzonder goed, nietwaar, mijn
kind
Johanna hooide of zag niets meer; zij had
Raoul haar hand gelaten, die hij van tijd lot lijd
teeder aan zijn li;.p-r. drukte.
Na eenige minuten werd do deur geopead en
een bediende meldde de komst van den heer
Ra ve 11:111.
Wij zijn voor niemand te spreken, zei
mevrouw De Viverol, als ware zij reeds de ge
biedster.
Mijnheer Ravenau is papa's kassier, zei Jo
hanna, en bovendien een oude huisvriend ik kan
hem onmogelijk belet geven.
Zij gal' den bediende een tceken en eenige
oogenblikkeu later schreed de kassier over den
drempel.
Neem u mij niet kwalijk, lieve juffrouw,
dat ik u stoor, begon hij de haudeu van het
meisje in de zijne, nemend.
Maar de smart overmande ook hem en hij
barstte in tranen uit.
Verschrikkelijk, verschrikkelijk, mompelde
hij.
Toen de eerste aanval van verdriet geweken
was, droogde de oude heer zijn tranen en ging
met een stem, die hij eenige vastheid trachtte te
geven, voort: Wij moeten morgen een groote
som gelds betalen, die uw papa mij vandaag Ier
hand zou stellen. Hij zal net geld zeker in zijn
lessenaar geborgen hebben.
IJ hebt toch den sleutel, mijnheer Rave
nau? Mag ik u dan verzoeken het geld zelf te
halen.
Zooals u verkiest, juffrouw, gaf de waardige
oude heer ten antwoord en na met een diepe
buiging mevrouw De Viverol en haar zoon gegroet
te hebben opende hij de deur der werkkamer va
zijn ongelukkigen chef en trad daar binnen. 1
den salon heerschte intusschen een sombere stilt
Mevrouw Viverol trachtte het gesprek op ee
alledaagsch onderwerp te loiden, maar een bli
van Raoul smeekte haar Johanna's smart te spa
ren. Na enkele oogenbliltken afwezig te zijn ge
weest keerde de lieer Ravenau terug.
Neem mij niet kwalijk, mejuffrouw, dat i
u opnieuw lastig val, zei hij. Ik wilde u vragei
o' ge misschien in het bezit zijn van den sleutt
van de schrijftafel.
Neen mijn vader droeg den sleutel al tij
bij zich maar straks.
Een nieuwe aanval van smart belette haar de
zin te voleinden.
Dan zou ik u willen verzoeken een smid I
ontbieden; ik zou graag eens in de schrijftaft
zoeken. Waarrchijnlijk heeft uw vader dauri
een chèqeboek of een ingevulde cheque weggi
sloten de brandkast is Teeg, liet hij er, na eeni
aarzelen, op gedempten toon op volgen.
Johanna scheen niets te hooren.
Doe wat u het best dunkt, mijnheer Rave
nan, zei ze moedeloos.
Toen mevrouw De Viverol de bekentenis va
den kassier vernam, luisterde zij met gespanne
aandacht toe en wierp haar zood eeu veel bete»
kenden blik toe, maar hij scheen daarvan niet
te bemerken.
Go hebt rust noodig, mijn kind, zei ze, zie
van haar zitplaats opheffend, wij zullen u allee
laten.
Ik zou u locli 0111 een dienst willen verzot
keD, mevrouw, gaf Johanna ten antwoord.
O, alles wat binnen het bereik onzer kraebte
ligt, wierp Raoul in het midden.
Ik dank u, hernam Johanna, haarveiloofd
de hand drukkend.
Er is hier sptaken van mijn armen, kleine
George; voor geen geld ter wereld zou ik wilier
dat hij dezen verschrikkelijke» tijd mede door
leefde en hij beseft zijn verlies nog niet. U zond
mij zeer verplichten, mevrouw, hel ventje uied
te hemen, tot wij tijd gevonden hebben hem 0
den vreeselijken slag v..or te bereiden.
O zeker, met het meeste genoegen, die liev
jongen.
(Wordt vervolgd.)
r
p
h
eet