Nummer 74. Donderdag 19 September 1901. 24e Jaargang Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. I0N0P0L - THEE I B ANT00N T IEL EN, Theod. WESSELS, Uitgever: in korten tijd groot suc ces. WAALWIJK. Bekendmaking. FEUILLETON. De rol van de Peru-Guano bij de bemesting. De najaarsmanoeuvres in Zuid-Limburg. Dit Blad verschijnt Woensdag- erl Z a t e r d a g a v o 11 d. Abonnementsprijs per 3 maanden f 0."5. Franco per post door het geheele rijk f 0.90. Brieveningezonden stukken gelden enz., franco te zenden aan den Uitgever. WAALWIJK. Advertenties 1 7 regels f 0.60 daarboven 8 cent per regel, groot# letters naar plaatsruimte. Advertentiën 3maal ter plaatsing opgegeven, worden finaal berekend. Voor plaatsing van een groot aantal regels en advertenties bij abonnement worden speciale, zeer roordeelige contracten gesloten. Reclames 15 cent per regel Zij die zich voor het volgend kwartaal abonneeren, ontvan gen de in deze maand nog ver schijnende nummers GRATIS. ROTTERDAM. Verkrijgbaar bij den Heer Lijst van de brieven, verzonden aan onbekenden gedurende de le helft der maand Maaud September 1901. J. POOTS, Rotterdam. 13. GEBUIS, Hillesluia. De Peru-Guano kan, zooals de zaken op 't oogenblik staan, niet meer worden, wat zij vroeger geweest is de eenige en uit sluitende kunstmeststof. De vraag is ech ter, of zij om haar gelukkige samenstelling, om dc innige en gelijkmatige vermenging van de voornaamste voedende bestanddeelcn der planten, toch niet overal een rol moet spelen, zij het dan ook niet de eerste en voornaamste. Bij alle planten is een eerste vereischte, dat het zaad zoo kort mogelijk in den grond ligge, dat het dus zoo spoedig mogelijk outkieme. En verder, dat zij de planten na hare ontkieming alle stoffen in den bo dem vinden, die zij voor haar groei be hoeven. Met deze twee punten voor de oogen is de Peru-Guano een zeer geeigende meststof. Door haar voclitaautrekkend ver mogen houdt zij de bouwvoor in een be hoorlijken staat van vochtigheid, ook bij droog weer, waardoor dus het zaad spoediger ontkiemen zal. Vooral dus bij die planten, waarbij het al of niet opkomen van het zaad het zwaarte punt is, b. v. bij de suikerbieten, dient men met deze eigenaardigheid der Peru- Guano rekening te houden. Vooral in ver band met haar eigenschap, om niet zoo spoedig door te zakken, m. a. w. verloren te gaan. Daar zij verder de drie hoofdele menten stikstof, phosphorzuur en kali bevat, is zij ook in staat de jonge plant te voeden. De Peru-Guano is voor de jonge plant, wat de melk is voor liet kalf. Wanneer zij straks ouder wordt en sneller moet groeien, kan zij steviger kost krijgen. Het schijnt deze redeneering te zijn, die de landbouwers in België ertoe gebracht heeft, om b. v. de suikerbieten gedeeltelijk met Peru-Guano te bemesten. Kort voor den zaai wordt daar op vele boerderijen 250 K. G. Ohlendorffer opgeloste Peru-Guauo per H. A. goed ingeëgd, nadat men te voren ongeveer 500 K.G. superpkosphaat 1 11 1 mt XII. heeft gegeven. Bij wijze van overbemesting geeft men van 200 tot 250 K. G. Chili salpeter. Deze bemestingswijze kost niet duurder dan de onze en liet suikergehalte eu het gewicht der bieten is daar zeker niet minder dan hier. Aan particuliere correspondenties van de L. K. ontleenen we 't volgende. De manoeuvres hebben plaats onder de leiding van den generaal-majoor W. G. F. Snijders, die zijn Hoofdkwartier te Breda heeft en aan wien, behalve de verschillende officieren en minderen, die tot den Divisie staf behooren, voor deze oefeningen nog verschillende personen zijn toegevoegd. Aan de manoeuvres nemen deel de reld- bataljons van het 2e, 3e en 6e Regiment Infanterievan het 2e Regiment liggen er U/s bataljon te 's Bosch, 1 bataljon te Nijmegen, i bataljon te Maastricht, 1 cora- paguie te Roermond. Van de veld bataljons vau het 3e Regi ment bevinden er zich twee te Bergen op Zoom, een te Middelburg, een te Vlissingen, terwijl de vier veldbataljons van het 6e Regiment allen te Breda verblijf houden. Behalve de infanterie zijn er echter bij de Divisie ook cavalerie, artillerie en genie troepen ingedeeld. De drie infanterieregimenten vormen met de daar bij ingedeelde cavalerie, artillerie eu genietroepen, ieder een afzonderlijke brigade, die aangeduid worden door de benamingen: A, B en C. Brigade A, wat de infanterie betreft, uit het 3e Regiment bestaande, staat onder bevel van den kolonel vau Vlierden, Brigade B, het 6e Regiment, onder die van den kolonel Evenwel. Brigade C. het 2e Regi ment, onder die van kolonel van der Hoe ven, terwijl de oudste in rang der bij deze regimenten behoorende hoofdofficieren als regimentscommandanten optreden. De Leider der manoeuvre heeft alles in het werk gesteld, om het beeld van den werkelijken oorlog zoo getrouw mogelijk na te bootsen in den regel is het ons bij onze oefeningen niet vergund, particuliere terreinen te betreden, waardoor wij dikwerf genoodzaakt zijn, hel zij op te rukken in geheel andere formatiën dan dit in werke lijkheid zou geschieden, of wel stelling te nemen op punten, waar wij dan niet zou den staan. Dit nu wordt bij de a.s. manoeuvres zooveel mogelijk vermeden. Opzettelijk zijn zij reeds gesteld in de tweede helft van September, dus op een tijdstip dat het koren gemaaid is, de aardappelen meerendeels ge rooid zijn en dus de meeste bouwterreinen, zonder er schade aan te doen, kunnen worden betreden. Maar ook is het ons niet onbekend ge bleven, dat de Leider zich persoonlijk veel moeite en inspanning getroost heeft om van de eigenaars der bouwlanden vergunning te verkrijgen, om deze te mogen gebruiken, en, naar hij ons in eene Algemeene Order heeft medegedeeld, met gunstig gevolg. Pluizen mogen in geen geval door de troe pen worden betreden, boomgaarden en an dere omheinde erven alleen dan, wanneer door den eigenaar daarvoor vergunning is ge geven geworden, bebouwde terreinen, waarop de troepen betrekkelijk veel schade zouden aanrichten, moeten zooveel doenlijk worden vermeden. Maar brengt de toestand van het oogen blik het mede, dat zij worden gepasseerd, dan heeft iedere troepenaanvoerder het recht, er zijn afdeeling over te voeren, daarbij natuurlijk zorgende, dat de aan te richten schade tot het minst mogelijke wordt be perkt eu alle schade wordt vergoed. Het 3de regime.it Infanterie in zijn ge heel naar Sittard wordt vervoerd, het 2de regiment voor een klein gedeelte naar deze plaats, maar meerendeels naar Maastricht het 6de regiment Infanterie wordt eerst op Dinsdag, 17 September, naar Heerlen vervoerd, blijkbaar omdat de capaciteit onzer spoorwegen, vooral die in Zuid-Limburg, niet toelaat, eene geheele divisie op één dag te vervoeren. Het 8de regiment Veld artillerie. dat in zijn geheel aan de manoeu vres deelneemt wordt deels Maandag, deels Dinsdag van uit Breda en 's-Bosch, naar Sittard vervoerd, terwijl er van de cavalerie in 't geheel geen sprake is. Ben ik goed ingelicht, dan worden de eskadrons uit Roermond, die wegens het heerscben der typhus aldaar niet aan de manoeuvres zullen deelnemen, vervangen door een paar eskadrons uit Deventer, en daar er voor hen van geen spoorwegvervoer sprake is, zullen deze waarschijnlijk raar- cheerende de plaats hunner bestemming be reiken. Voor zoover mij bekend, beviudt zich de stat der Divisie in de eerste dagen te Beek. Misschien trekken enkele uwer lezers verkeerde gevolgtrekkingen uit mijne mede- deeling, dut ons spoorwegbestuur niet in staat blijkt, de geheele 3de Divisie op één dag naar Zuid-Limburg te vervoeren en vragen zij zich af, hoe het dan wel in oorlogstijd moet gaan. Zij zien dan echter eene groote zaak over het hoofd, n.l. dat op tijdstippen, dat het geheele leger werkelijk voor oorlogsvervoer moet gemobiliseerd worden, het goederen vervoer zoo goed als geheel, en ook het personenvervoer bijna geheel wordt ge staakt. In dat geval staan personeel en materieel van de Spoorwegmaatschappijen in de eerste plaats ter beschikking van de militaire overheid, en wordt het noodzakelijke per sonen- en goederenvervoer beperkt tot een enkelen trein in den vroegen morgen en misschien 's avonds laatthans echter moet het vervoer van al die bataljons en batte rijen plaats hebben, zonder dat er op de druk bereden route VlissingenVenlo een enkele trein vertraging ondervindt en dit kost der Permanente militaire Spoorwegcom missie, welke in het algemeen met de regeling van den treinenloop belast is, voorzeker meer inspanning, dan wij, troe- penofficiereu, kunnen vermoeden. In het kamp. In lange rijen opgesteld staan de witte zestienmanstenten, en daarlusschen een enkele kleine tent, de verblijfplaats van een officier. De soldaten hebben heusch nog geen rust van morgen half drie luidde de reveille, in den Bosch, toen op den trein, dan in Maastricht en nu het kamp betrekken. De fouriers deelden stroo uit. De man netjes sleepten dit naar de tenten heen, het werd gespreid rondom Standaard-Jan, en daar zullen ze nu 11a eenige minuten op kunnen rusten. Eerst do vuile boel opruimen. Een hoornsignaal geeft aan dat de gevalle strooitje8 opgeraapt moeten worden. Onder commando van den korporaal van de week van elke corapaguie gaan de man netjes nu strootjes rapen in de compagnie straat, dat is de ruimte tusscheD de tenten van elke compagnie. Als dat gereed is, zal het eten wel klaar zijn. Op de groote vuren staan te koken de bruine boontjes, geconserveerde nog wel, in blikken busjes aangebracht. Een keukenraoei-soldaat of liever een Waalwijksclie en higslraalsrhe Courant, De Burgemeester van Waalwijk maakt bekend, dat 2 exemplaren der «Handleiding tot het gebruik van patronen tot verkleinde afstanden," vanaf kaden op de Secretarie ter inzage liggen. Voorts, jat voor elk lid eoner met koninklijke toestemming opgerichte schiet- of weerbaarheidsvereeniging 15U tan de in dat schrijven bedoelde patronen op aan vrage kosteloos door het Rijk worden verstrekt ta dal de daarvoor benoodigde geweren kosteloos door het Rijk aan zoodanige vereeniging in bruik leen worden gegeven, alsmede dat den Directeur der Normaal-Schietschool te 's-Gravenhage door den Minister wordt opgedragen, om desgevraagd, ook aan particulieren, de nog verlangde inlich- lingen te verschaffen aangaande den in bovenbe- doalde .Handleidingbeschrevenschijvenstand enz Waalwijk, 16 Sept. 1901. De Burgemeester, K. DE VAN DEIt SCHUEREN. Burgemeester en Wethouders van Waalwijk; Gezien de besluiten van zijne Excellentie der. Heer Minister van Waterstaat Handel en Nijver- keid, van 6 en 12 dezer, maken bekend dat de verkiezing van leden voor de alhier op- erichto Kamer van Arbeid voor het leerlooierd- «drijf zal plaats hebben op Dinsdag 15 October, to die voor de schoenmakerij op Woensdag 16 October 1901, en dat herstemming, zoo noodig, Vergeef me, dat ik u stoor, begon de oude her, ik b« klling. jen de ambtenaar, belast met de volks ik u van de namen en de adressen van •w personeel vernemen Dit zeggende, haalde hij een akte, in blauwen ;»nd gestoken, te voorschijn. D&ar het aan de andere zijde van het loket lelijk donker was, verzocht Ravenau den ouden her binnen te komen. Hij liet hem aan de tafel plaats nemen en gaf hem de gevraagde inlichtingen. -Zijn al die heeren hier tegenwoordig vroeg de ambtenaar, toen hij met zijn aanteekeningen jereed was gekomen. Allen luidde het antwoord er ontbreekt "iemand aan. Ik dank u. Het eeu beleefde buiging vertrok dcambtenaar "eer, maar alvorens de deur te sluiten, nam hij "'gmaals alle op het kantoor aanwezige bedieu- n met scherpen blik op. Buiten gekomen, nam Bidach zijn pruik af, '"uwde haar zorgvuldig op en stak haar, tegelijk den blauwen bril, in zijn zak. Hier kom ik in geen geval iets te weten J'omde hij ik dacht het wel, wij hebben met brutalen spitsboef te doen ,0p de vrij donkere trap liep hij een rijzigen NDgen man bijna tegen het lijf. Met vasten, ongedwongen tred stak de jonkman portaal over en klopte met den knop van 'J" wandelstok op het loket van den kassier, fjl wa» een man van omstreeks dertig jaar met ;e«de schouders en een levendigen blik. Zijn vsnliartig, lichtgebronsd gelaat getuigde van °ed en vastberadenheid. i '°en mijnheer Ravenau het loket opende en -1 gelaat van den jonkman gewaar werd, ver- •'eekte hij, begon hij van het hoofd tot de voeten hdderen van angst. zal plaats hebben op Dinsdag 22 eu Woensdag 23 October daaraanvolgende. Waalwijk, 14 Sept. 1901. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Burgemeester. K. DE VAN DER SCHUEREN. De Secretaris, W. VAN LIEMPT- Mijn naam is Patrick O'Keddy, begon de vreemdeling, met klankvolle stem, waarin een buitenlandsch aecent niet te miskennen viel. Ik heb veertien dagen geleden vijfhonderd duizend frans gedeponeerd en zou die nu gaarne terug ontvangen, zooals ik u onlangs per briefkaort meldde. Zeer juist, stotterde dc oude kassier, terwijl alles rondom hem in een kring scheen rond te draaien. Hij ging naar de brandkast, met de sleutels rammelend, om zich eenige houding te geven. Ziende, dat liet toch niet baatte de gevreesde bekentenis uit le stellen, verzocht hij den vreem deling even in het privé-kantoor te willen gaan. Ik heb u de treurige medideeling te doen, zei hij, nadat dd jonkman plaats genomen had, dat de heer Bacédat, de geachte chef van dit huis, overleden is. Wat is hij dood, en twee weken geleden was hij nog zoo flink en gezond, riep O'Keddy verwonderd uit, hoe is dat mogelijk Men meent, dat hij vermoord werd, mom pelde de kassier. Vermoord I Mijn God, verschrikkelijk. De jonge Ier was een man van een vast karak terhij verloor zijn kalmte niet lang en ging, na eenige ©ogenblikken van zwijgen, voort. Dat is zeer zeker een droevige gebeurtenis, maar het zul toch van geen invloed zijn en daarom zon ik u willen verzoeken. Ik ontmoette, ongeveer drie weken geleden, den heer Bacedat, hernam Patrick O'Keddy. We hebben toen een oude kennismaking hernieuwd en bij die gelegenheid vertelde ik hem, dat mijn verblijf te Parijs slechts tijdelijk was. Ik gaf hem te kennen, dat ik slechts enkele weken hier wilde vertoeven en toebereidselen wenschte te maken voor een reis naar den Senegal, waar ik verwacht wordt. Aangezien ik een vrij aanzienlijke som gelds bij mij droeg, deed hij mij den voorslag die som bij hem te deponeeren. Zijn soliditeit en eerlijkheid waren mij reeds lang bekend en daarom aarzelde ik geen oogenblik hem dat geld toe te vertrouwen. Morgen sluit ik mij echter bij een verre en gevaarlijke expeditie aan. Ik wilde nu mijn vermogen naar mijn bankier in Londen overzenden, en daarom ziet gij mij hier om het geld op te nemen. Gij zult begrijpen, waagde Ravenau op te merken, dat na een dergelijk voorval eenige ver warring heerscht. Wil ik morgen sora8 terugkomen vroeg de jonkman, langer kan ik onmogelijk wachten het geld moet morgen overgemaakt worden er staun voor mij gewichtige belangen op het apcl. Morgen morgen, herhaalde de beklagens waardige kassier, mijn God, mijnheer O'Keddy, waarom zou ik het u langer verzwijgen, ging hij, al rijn moed bijeenzamelend, voortdc regeling der zaken van den heer Baeédat, die bij zijn leven volkomcu in orJe schenen, zal misschien nog ikele moeielijkheden opleveren. De passiva zijn tamelijk hoog en over de activa ligt nog eeu ge heimzinnige sluier. Vervloekt, riep de Ier, van zijn stoel op springend, uitdat zou een mooie geschiedenis worden. Dat geld is voor mij van ongewoon be- lung en gij zegt, dat mogelijkerwijze verloren is geraakt? Dat heb ik nog niet gezegd, bracht de kas sier, sidderend voor de dreigende houding van Patrick, er tegen in. Ach, gek die ik was, om op de rechtscha penheid van dien man te vertrouwen I Ongetwij feld was hij reeds bankroet, toen hij mij verzoeht het geld bij hem te deponeeren, en hij wilde zich redden te mijnen koste. Hij heelt mijn verraogeu bij het spel of aan de beurs verloren, en zich toen een kogel door het hoofd gejaagd. O, spreek niet zoo, wat ik u bidden raag, mijnheer O'Keddy, smeekte de oude kassier, met f «vouwen handen. De heer Bacédat was de eer- ijkheid zelve en is het slachtoffer van een ge- haimzinnige misdaad geworden. Ja, ja, ge hebt goed praten maar ik ben de bedrogene en ge kunt niet weten, welke gevolgeu die diefstal voor mij zal hebben. Maar neen, het is onmogelijk, er moet een middel op gevonden worden, ging hij met stijgende woede voort, ik kan aan zulk een ongeluk geen geloof slaan. Bacedat was rijk, hij bezat een huis in Parijs alles moet verkocht worden. O, erbarmen, ik smeek u er om, bad de heer Ravenau, in vertwijfeling. Ik ga direct naar het gerecht om de aanklacht aanhangig te maken. Ach, wacht toch nog, wat ik u bidden mag De heer Bacedat heelt kinderen nagelaten. Hebt medelijden met de armen. Het geld is bestemd om diepere ellende dan de hunne te ledigenzij verdienen geen medelij den I besloot de Ier toornig. En hij stormde het kantoor uit, den ouden kassier halfdood van smart en schaamte achtei- ltttend. Xlli. Op straat gekomen sprong Patrick O'Keddy in een rijtuig en liet zich naar een zijner vrienden, een advocaat brengen, met wien hij eeu langdurig onderhoud had. Vervolgens keerde hij nuur het Hotel Mirabeau, waur hij logeerde, terug om enkele dringende brieven te schrijven. Hij mocht ongeveer een uur daarmede bezig zijn gewee6t, toen een der kellners een dume aan diende, welke verlangde hem te spreken. Verrast door dit bezoek, vroeg Patrick naar den naam der darne. Men gaf hein te kennen, dat zij haren naam niet genoemd had. Koit daarop trad een, in het zwart gekleede agedame, wier gelaat achter een dichte, zwarte voile verborgen was, binnen. Toen zij, gevolg gevend aan Patrick's uitnoo- diging, plaats genomen had, sloeg zij den sluier terug; de Ier werd ten dieps'e getroffen door de schoonheid en regelmatigheid harer trekken. Ik moet beginnen met u mijn naam te noemen, mijnheer O'Keddy, hief zij aan met een stem, waaraan zijn vergeefs trachtte eenige vast heid te geven. Ik ben de dochter van den heer Bacédat. Patrik maakte een beweging alsof hij wilde opstaan. De heer Ravenau, de kassier en tevens een oude huisvriend vau ons, heeft mij het onderhoud, dat ge zooeven met hem gevoerd hebt, overge bracht hij heeft mij alles gezegd en nu kom ik tot u, omdat ik niet wil, dat ge slechts een oogenblik de gedachte zoudt koesteren, dat mijn vaaer in staat is geweest over te gaan tot een oneerlijke handelwijze en verder wilde ik u geruststellen, wat de achterstallige schuld betreft. Alles hetgeen mijn vader bezat, behoort van heden af aan zijn schuldeischers. De ichoonheid van het meisje en haar waardige houding schenen haren indruk op den jongen Ier niet te missen. De stap, die zij op zulk een oogen blik ondernam, boezemde hem bewondering in en roerde hem tot in het diepst zijner ziel. Al was hij van nature opbruischeud eu heftig, toch bezat hij een edel, voor elk goede neiging ont vankelijk hart. Ik ben tegen dea kassier wel eenigssins heftig uitgevaren, mejuffrouw, zei hij beleefd maar ik hoop, dat gij mijn opvliegen begrijpen en verontschuldigen zult, wanneer ik u vertel, dat het bij uw vader gedeponeerde geld uiet mijn eigendom was. Niet uw eigendom? Het was een geheiligd en aan mijn eer toe vertrouwd goed en voor arme ongelukkige raeu- sclien besterad. En daar ik er nog geen bepaalde bestemming a*in gegeven had, kwam het mij het veiligst voor, het bedrag aan een bankiershuis toe te vertrouwen. Nu kende ik geen enkel, dat mij meer vertrouwen inboezemde dan dat van uw vader. Twee dagen geleden gewerd mij een aanschrij ving het geld naar een bepaald adres over te maken. Om die reden cischte ik de som terug en ge kunt u voorstellen, dat ik niets onbeproefd mag laten om het mij toevertrouwde goed te redden. üp dit oogenblik kan ik n geen positieve zekerheid geven, mijnheer O'Keddy. Mijn vader, dat zweer ik u, is het slachtoffer van moord en roof tevens geworden; het onderzoek naar zijn raoordenears is in vollen gang. Ik ben overtuigd, dat men hen ten slotte zal opsporen, want God kan een dergelijke misdaud niet ongestralt laten, maar er kan een geruimen tijd mede heengaan. Ik verzoek u dringend, mijnheer, medelijden te hebben en ons niet in nog grootere ongelegen heden te brengen door dc klacht aanhangig te maken. Zulks zou ongetwijfeld alleen afbreuk doen aan de belangen, die gij voorstaat. Ik zal alles in het werk stellen, opdat de verplichtingen van mijn vader in ieder opzicht uagekomen worden. (Wordt vervolgd.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1901 | | pagina 1