Nummer 76. Donderdag 26 September 1901. 24e Jaargang Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. b KONOPOL THEE 1 m m m m «TBMÏSM. Zuid-Afrikaansche-Oorlog. A N T O O N TIELEN, Theod. WESSELS, Uitgever: als het „Nectarder Go den. WAALWIJK. Bekendmaking FEUILLETON. Dit Blad verschijnt Woensdag- en Zater dagavo n d. Abonna m e 11 t s p r ij s per 3 maanden f 0.~5. Franco per post door het geheele rijk f 0.90. Brieveningezonden stukken gelden enz., franco te zenden aan den Uitgever. WAALWIJK. Advebtentiën 17 regels f 0.60 daarboven 8 cent per regel, groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën Smaal ter plaatsing opgegeven, worden 2maal berekend. Voor plaatsing van een groot aantal regels en advertenties bij abonnement worden speciale, zeer voordeelige contracten gesloten. Reclames 15 cent per regel Zij die zich voor het volgend kwartaal abonneeren, ontvan gen de in deze maand nog ver schijnende nummers GRATIS. ROTTERDAM. Verkrijgbaar bij den Heer NATIONALE MILITIE. NATIONALE MILITIE. De Kaapschc Hollanders in opstand. Men moet de halvestuiverspers nageven dat zij, tegenover de schandelijke uitspattin gen van jingoïsme waaraan ze zich schul dig maakt, ook veel goeds doet door nu en dan voor enfant terrible te spelen. De vol gende brief van den Kaapstadschen corres pondent der Daily Express wat zullen dc heeren in de regeeringsdepartementen te Londen, en op de regeeringsbanken in het parlement daar wel van zeggen. Wij kun nen niet beter doen dan den briefschrijver zelf aan 't woord te laten. De censuur op de perslclegrammen was tot in de vorige week al kras genoeg zoo schrijft de man den 4en September maar nu haalt de censor er eenvoudig een streep door. In de afgeloopen week zijn de zaken in de Kolonie van kwaad tot erger gegaan. Lord Milner overlegt thans of de krijgswet op het schiereiland van Kaapstad afgekon digd zal worden of niet. De militaire overheid vraagt er bijna om, aangezien de stad vol i3 met opstandelingen en mensclien van iederen landaard die de Boeren welge- zi.vl zijn. Maar de Koloniale regeering wil niet toegeven, en voor de eerste maal sedert 23 maanden zijn de betrekkingen tusschen den gouverneur met de militaire overheid te eener zijde, en het Raapsche ministerie ter andere zijde, gespannen en onbevredigend. De gespannen toestand is ook in andere richtingen merkbaar. De stadswacht van Kaapstad en de voorsteden heeft bevel ont vangen, dc magazijn geweren en ammunitie in te leveren. Van ambtelijke zijde wordt die maatregel toegeschreven aan de nood zakelijkheid 0111 die wapens op het oorlogs terrein te gebruiken, waar wordt niet gezegd. In de plaats daarvan deelt men Martini-Henry's uit. Onder de stadswacht heerscht dientengevolge groote ontevreden heid, want men gelooft dat, naar mate de opstand zich uitbreidt, de militaire over heid het ongeschikt acht, haar voorraad moderne wapens te laten berusten bij man nen van wier trouw men niet zeker is. De toestand ten zuiden van de Oranje rivier is heden ten dage ongetwijfeld ern stiger dan ooit sedert den tweeden inval in de Kaapkolonie, in het begin vau het jaar. Voor het eerst in den oorlog heeft de vijand liet Mossel baai-district bezocht. Kleine troepjes Boeren zijn vandaag ge zien ten zuiden van Worcester, en zelfs in het nu historische Stellenbosch is de stads wacht onder de wapens, in afwachting van een aanval. Gisteren werd op Engelsche soldaten geschoten in het gezicht van Wor cester, en op minder dan 40 KM. van de Mosselbaai ia een gezantschap dat naar Kaapstad geweest was om den hertog van Cornwall te begroeten, door een deel van Scheeper's commando gevangeu genomen, terwijl de leden op weg waren naar hun woonplaatsen in Oudtshoorn. Hun wagens en paarden werden door de Boeren in be slag genomen, de mannen zeil echter, onder wie zich de burgemeester van Oudtshoorn, en de afgevaardigde van het district, Oliver, bevonden, op vrije voeten gesteld. VVat zou men nu in Engeland wel zeggen indien de censor de waarheid niet verborg dat de vijand weer aau beide kusten van de Ko lonie staat, en dat de Boeren zijn op 65 KM. hemelsbreedte van Kaapstad, dat de kanonnen der oorlogsschepen gericht zijn op de haven van Mosselbaai, en dat zelfs de inlichtingendienst niet weet, hoeveel bewo ners der kolonie in de laatste veertien dagen de wapens hebben opgevat? Men zegt ons dat Kritzinger de Oranje rivier weer overgetrokken is, met een com mando dat geen schoenen meer heeft en geen paarden, dat zijn troep verspreid is zonder kans, zich te hereenigen, dat Schee pers en zijn bandieten er even treurig aan toe zijn, dat geen commando ten zuiden van de Oranjerivier meer dan 250 man sterk is, en ten slotte dat er, met inbegrip van de opstandelingen, geen 4000 man in deze Kolonie tegenover onze troepen staan. En een officieel bericht van lieden luidt, dat het commando dat in Transkei rond zwierf, liet gebergte weer overgetrokken is, en dat een Engelsche kolonne te Elliott is aangekomen. Wij hebben nooit geweten dat er zich een Boeren-commando in het inboorlingen-gebied bevond, sedert Touché's inval in Juni mislukte, maar nn staat 't er, zwart op wit. Voor het eerst sedert het uitbreken van den oorlog is liet noodig geoordeeld, den spoorweg tusschen de Pa&rl en Worcester door gepantserde treinen te laten afloopen. De bezettingen die de Hexrivier-passen be waken, waar de lijn in zigzag door het ge bergte loopt, zijn de laatste week verdubbeld, en er is geschut geplaatst op de hoogten die den omtrek bestrijken. Een troepje Boeren met honderd pond dynamiet zou den spoorweg maanden lang kunnen versper ren, indien het hun gelukte, in een van do vele tunnels tusschen Touwrivier en Wor cester door te dringen, en dientengevolge is generaal Wynne, die de veiligheid der verbindingslijnen onder zijn verantwoorde lijkheid heeft, alles behalve op zijn gemak. Alle troepen die men missen kan, worden uit Kaapstad weggezonden om de spoor- wachten ten zuiden van Matjesfontein te versterkenen hoewel het haast met te te betwijfelen valt dat het ons zal gelukken, den spoorweg vrij te houden, is er alle reden om aan te. nemen, dat heel het zuid westelijke deel der Kaapkolonie binnen enkele weken door den vijand overstroomd zal worden. Op 't oogenblik bevindt zich geen enkel vliegend vendel ten zuidwesten van Eraser- burg-weg, en dus moet men verwachten, dat de afzonderlijke troepjes, die rondzwer ven, nog verscheiden dagen kunnen plun deren naar hartelust. De districten Worcester en Malraesbury staan als zeer Boerengezind bekend, en de bevolking heeft daar thans voor bet eerst de gelegenheid om haar gewapende vrien den te verwelkomen. Behalve langs den grooten spoorweg hebben wij sterke garni zoenen te Stellenbosch en Malmesbury, maar de lijn tusschen Worcester en Rivers- dale wordt slechts zwakjes bewaakt, terwijl de vele dorpen die ver van de verbindings lijnen liggen, of geheel open zijn voor de zwervende benden, of een zoo kleine bezet ting hebben, dat ze zoo goed als onverde digbaar zijn. Er sehijnt op dit oogenblik geen reden te zijn waarom de Boeren niet tot vlak bij Kaapstad zouden doordringen. Zoo iets zou ongetwijfeld verbazend veel beweging ver oorzaken, en juist daarom zouden de Boe ren het kunnen beproeven. Van een aanval op de hoofdstad zelf is natuurlijk geen sprake, maar al sedert maanden is het schiereiland waarop Kaapstad ligt, in staat van verdediging gebracht. De geheele strook lands tusschen de Simonsbaai en de Tafel baai, van zee tot zee 18 K. M. lang een lage, zandige strook die den Tafelberg van het overige bergland scheidt wordt beschermd door schansen, bewapend met zwaar geschut, waaronder de scheepskanon- nen van 12 cm. en 15 cm., die al lang van het oorlogsterrein teruggezonden zijn. Er liggen nu vier ooilogssckepeu in de Simons baai, waaronder de zwaarbewapende Monarch eii het vlaggcschip Gibraltar, en ook de kanonnen van deze schepen zouden in geval van nood beschikbaar zijn. Dat de Boeren voornemens zijn en hopen, hun laatste toevluchtsoord in de Kaapkolonie te kunnen vinden, is thans buiten kijf. De toestand ten noorden van de Oranjerivier is nooit zoo gunstig geweest als thans (daar geven Kitchener's telegrammen een anderen indruk van Red.) en een bewijs ervan h 223 De Echo van het Zuiden, WiilfDIseh» en Laigstraitsehe Coiirinl, LOTING VOOR DE Burgemeester en Wethouders der gemeente Waalwijk Gelet hebbende op art. 28 der wet Tan 19 Augus tas 1861, (Staatsblad No. 72) de wet van 4 April 1592, (Staatsblad No. 56) en op het besluit van den leer Commissaris der Koningin in de provincie Hoord-Rrabant, van den 31 Aug. 1901, A. no. 12. Brengen ter kennis der belanghebbenden, dat ile Loting voor de lichting der Nationale Militie ran deren jare zal plaats hebben voor deze ge meente te Waalwijk, op Dinsdag 29 October sanetaande, des voormiddags ten li)1/* ure, zul lende de trekking voor die militieplichrigen, welke niet opgekomen, of wiens vader, moeder ot voogd mede niet tegenwoordig zijn, door den Burgemeester of het lid van den Raad dat bij Se loting tegenwoordig is, geschieden. En zal deze worden afgekondigd en aangeplakt naar zulks gebruikelijk is. Waalwijk, 18 September 1901. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Burgemeester. K. DE VAN DER SCHUEREN De Secretaris, F. W. VAN LIEMPT. Burgemeester en Wethouders der gemeente 'Vaalwijk Gelet hebbende op de artt. 26 en 99 der wet '&n 19 Augustus 1861, (Stsbl. No. 72) en de wet ?an 4 April 1892, (Stsbl. No. 56.) Brengen ter kenDis van belanghebbenden, dat 1 Nauwelijks had Johanna de hielen gelicht of mevrouw De Viverol, die de voorafgegane scène ("geduldig had bijgewoond, zonder echter haar 'oornaam air te laten varen, pakte den knaap bij den arm en duwde hem in de keuken. De kleine l'et zich snikkend op een stoel vallen. De keuken meid was dubbel uit haar humeur, doordien de patin op de haar eigen bitsen toon, aanmerkingen fema&kt had over het te kwistig gebruik van boter. De tranen van George prikkelde haar nog meer, t'Odat zij hem beval stil te zijn en toen het kind "iet dadelijk gehoorzaamde, gaf zij hem een oorveeg. George verbleekte bij den slag, den eersten, die hein werd toegediend, en hield van verbazing Kn oogenblik met weeneu op. Bit duurde echter niet lang, want met het hoofd ,n de handen gesteund, brak hij opnieuw in een bampachtig snikken uit. Toen Johanna thuis kwam, werd zij verwelkomd 'OOr den heer Ravenau. Ik wilde u gisteren niet storen uw bepro» 'iogen waren al zwaar genoeg, begon de kassier, 'o slechte berichten komen altijd vroeg genoeg. VVat is er nu weer, mijnheer Ravenau? 'f0eg Johanna, zoo hartelijk, alsof de grijsaard oost behoefde en niet zij. Het is, helaas, onmogelijk onze verplichtin- na te komenwij zullen onze betalingen ®oetcn staken, tenzij er een wonder gebeurt, "er heb ik een lijstje van onze grootste schuld- tichers. 'hj reikte haar een blaadje papier over, waarop 'tgeveer een dozijn namen voorkwam. Tavard, Marteau, Clovis, Emry, Abraham, -tvy, Raymond Bruck las Johanna. Maar dat zijn allen vrienden van mijn vader, 5|e zelfs dikwijls bij ons aan huis kwamen, riep ''J uit. I.aat de lijst maar hier, mijnheer Ravenau, Za' ze wel opzoeken. het Insch rij vings-Register en de Alphabetische Lijst der Lotelingen voor de lichting der Nationale Militie van den jare 1902, ter Secretarie dezer ge meente gedurcndeachtdager. tcrlezingzullen liggen van des voormiddaga 9 tot middags 12 ure, zul lende een ieder die daartegen bezwaren mocht heb ben in te brengen, deze gedurende het voormelde tijdstip bij een aan den Heer Commissaris der Koningin gericht, op ongezegeld papier geschreven verzoekschrift, bij den Burgemeester dezer ge- meente kunnen indienen. En zal deze worden afgekondigd en aangeplakt waar zulks gebruikelijk is. Waalwijk, 18 September 1901. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Burgemeester. K. DE VAN DER SCHUEREN De Secretaris. F. W. VAN LIEMPT. De Burgemeester van Waalwijk maakt bekend, dat 2 exemplaren der «Handleiding tot het gebruik van patronen tot verkleinde afstanden," vanaf heden op de Secretarie ter inzage liggen. Voorts, dat voor elk lid ecner met koninklijke toestemming opgerichte schiet- of weerbaarheidsvereeniging 150 van de in dat schrijven bedoelde patronen op aan vrage kosteloos door het Rijk worden verstrekt en dat de daarvoor bcnoodigde geweren kosteloos door het Rijk aan zoodanige vereeniging in bruik leen worden gegeven, alsmede dut aen Directeur der Normaal-Schietschool te 's-Gravenhage door den Minister wordt opgedragen, om desgevraagd, ook aan particulieren, de nog verlangde inlich tingen te verschaffen aangaande den in bovenbe doelde Handleiding' beschreven schijvenstand enz. Waalwijk, 16 Sept. 1901. De Burgemeester, K. DE VAN DER SCHUEREN Burgemeester en Wethouders van Waalwijk Gezien de besluiten van zijne Excellentie den Heer Minister van Waterstaat Handel en Nijver heid, van 6 en 12 dezer, maken bekend dat de verkiezing van leden voor de alhier op gerichte Kamer van Arbeid voor het leerlooiers- bedrijf zal plaats hebben op Dinsdag 15 October, en die voor de schoenmakerij op Woensdag 16 October 1901, en herstemming, zoo noodig, op Dinsdag 22 en Woensdag 23 October daaraan volgende. Waalwijk, 14 Sept. 1901. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Burgemeester. K. DE VAN DER SCHUEREN. De Secretaris, F. W. VAN LIEMPT. Ik zou het u niet aanraden, mejuffrouw, maar uw bezoek bij den heer O'Keddy had zoo veel succes, dat ik ook hiervan de be9te ver wachtingen koester. En de heer O'Keddy kende mijn vader nauwelijks, terwijl deze heeren zijn intieme vrienden waren. Het komt er alleen op aan eenigen tijd uitstel (e verkrijgen, opdat ik de loopende zaken aan de beurs regelen kan het lijkt mij onmoge lijk, dat het geheele vermogen van uw vader verdwenen is. Maar wij hebben tijd noodig om dit geheim op te helderen en de middelen voor een ordelijke liquidatie te vinden. XVI. Den volgenden dag reed9 begon Johanna lisar bezoeken af te leggen. Alleerst richtte zij haar schreden naar den heer Tavard, een rijken, ge wezen effectenmakelaar, die tot de beste vrienden van haar vader had behoord. Hij ontving haar uiterst vriendelijk maar nau welijks had zij de reden van haar bezoek aange roerd of hij veranderde van houding en zijn be leefdheid werd merkbaar koeler. Ik heb honderdduizend francs bij uw vader gedeponeerd, zeide hij en ik wist werkelijk niet, dat hij zwak stond. Maar ik heb u toch zoocven uiteengezet, dat hij het slachtoffer eener afschuwelijke miedaad geworden is Zeker heb ik dat verstaan en ik wil het zelfs aannemen, gaf hij op een toon, die maar al duidelijk het tegendeel bewees, ten autwoord. Maar gij zult begrijpen, juffrouw, dat hon derdduizend francs geen kleinigheid is. Ik kaa u niets beloven. Johanna bezwoer hem bij de nagedachtenis aan haren vader, geduld te hebben, maar tever geefs. Uw vader was mijn vriend, bevestigde hij zeer zeker, maar zaken zijn zaken. Ik zal zien, maar ik verbind mij tot niets. Het geld was voor bruidsschat voor mijn doch ter bestemd. Hij liet zich geenerlei belofte afpersen om dc liquidatie te vergemakkelijken. Johanna moest onverrichterzake huiswaarts keeren. Dit bezoek was het begiu van een reeks vat smartelijke ontgoochelingen voor het arme kind geweest. Voortdurend was zij op weg; vaak moest zij twee- of driemaal terugkomen, alvorens ontvan gen te worden en meermalen moest zij op een bank in de gang wachten, terwijl de uit- en in- gaanden hoar nieuwsgierig opnamen. En telkens, wanneer Johanna den heeren Brück, Emry en den anderen geldvorsten, die slechte een vinger behoefden uit te steken om de eer vac haar vader te redden, het doel barer komst mededeelde, stiet zij op dezelfde koelbe- leeldc onverschilligheid. Zij hadden in het huis vun haar vndcr verkeerd, zij hadden om strijd haar schoonheid bewonderd en op bals om haar gunst bijna gevochten en thans ontvingen zij haar met dc verwaande opgeblazenheid van den parvenu, van den geldman. Onnoemelijk was het aantal vernederingen en ontgoochelingen, die zij vijf dagen achtereen, bij haar vruchtelooze bezoeken, moest verdragen. Zij ledigde don bitteren kelk tot den bodem, voortdurend opgezweept door de gedachte de eer van haar vader te redden en den naam, dien eens haar broeder dragen zou, vlekkeloos te houden. Om haar eigen lot bekommerde zij zich nietzij vroeg niet naar het verlies van haar vermogen. Raoul de Viverol zou immers spoedig haar gade en beschermer zijn. De weelde, waarin zij was groot gebracht, liet haar koud. Bovendien kon zij zich, na de ontzettende lijdensperiode, geen geluk of vreugde meer denken. VVat haar nog aanlokte was een stil, ingetogen leven aan de zijde van den man harer keuze. Na alles, wat binnen het bereik van den mensch ligt, gedaan en ingezien te hebtpn.dat een bank roet onvermijdelijk was, besloot zij zonder meer het huis en hot meubilair te verkoopen, ten einde geen oogenblik meer te moeten vertoeven te midden van voorwerpen, die zij beschouwde als het eigendom der 8chuldeiseher9. Zij wilde voor zichzelf en George een huisje zoeken en daar tot liaur huwelijk intrek nemen. IntusS hen had Raoul de Viverol slechts twee maal bij haar aangebeld en haar niet tehuis ge troffen. Johanna verlaDgde er naar George en haren verloofde, de beide wezens, waarop zij van nu af al hare liefde en teederheid conceutreeren wilde, weer te zien. Toen zij dus vau haar laatste vruchteloos be zoek '3 avonds terugkeerde, was zij in verheugd vau Frans de mededeeling te ontvangen, dat me vrouw De Viverol haar in het salon wachtte. In de meening, dat Raoul bij haar zou zijn, was Johanna niet weinig verbaasd, toen zij George gewaar werd. George, gij zijt toch niet ziek riep zij ontsteld uit, zich den tijd niet gunnend mevrouw De Viverol te begroeten. Zij wist geen andere aanleiding voor zijn terugkomst te bedenken. George ijlde haar tegemoet en omhelsde haar hartstochtelijk. Gij doet mij schrikken, kind, zei Johanna, mevrouw De Viverol vragend aanziend als ver wachtte zij een opheldering. Ik had u niet verwacht, George. Het viel haar op, dat de knaap er terneergeslagen uitzag en dat zijn oogen dof stonden. Waarom hebt gij mij niet gezegd, Johanna, dal papa dood is vroeg hij zoo ernstig, dat het meisje van den toon zijner stem schrok. O, mevrouw de gravin, riep zij verwijtend uit gij hebt hem dus alles gezegd. In geenen deele, mejuffrouw, gal' mevrouw De Viverol trots terug, ik weet werkelijk niet, van wien hij dat vernomen heeft. Inderdaad had men George geheel onkundig van het sterfgeval gelaten en de gravin kon zich dus met recht verwonderd toonen. Maar in haar hui9 waren sinds enkele dagen de heer Bacédat en zijn dochter zoo vaak ter sprake gekomen, dat een toevallige uiting het kind zijn treurig verlies had kenbaar gemaakt. De trots had den kleine er van teruggehouden, aan zijn smart uiting te geven in tegenwoordig heid van mensclien, die hem als een vreemde be handelden, maar 's nachts had hij zijn tranen den vrijen loop gelaten. Ja, lieveling, zei Johanna, hare mooie oogen hemelwaarts richtend, papa heeft ons verlaten, gij hebt nu niets meer op aarde dan mij, maar ik zal u dubbel liefhebben en voor u zorgen. Snikkend drukte het kind zich vaster tegen haar aan. Ik zou u zeer dankbaar zijn, mejuffrouw, als gij het kind thans even zoudt willen wegstu ren, hief, na verloop vau enkele minuien, een droge stem, die haar tot de werkelijkheid terug riep, aan ik wilde u spreken over een zeer ernstige aangelegenheid. Hoewel mevrouw De Viverol zich nimmer had schuldig gemaakt aan al te groote teederheid, gebruikte zij toch gewoonlijk de woorden mijn kind of mijn dochter, wanneer zij met Johanna sprak en gaf zij zich ook moeite aan hare dorre hoogmoedige stem een prettige klank te geven. Toen Johanna zich echter met,mejuffrouw' hoorde aanspreken, was zij niet ten onrechte verbaasd en vroeg zij zich af, wat de gravin haar te vertellen mocht hebben. VVat ik u te zeggen heb, ging mevrouw De Viverol op hoogdravende toon voort, terwijl zij met hare witte, vleezige handen haar kapsel terecht schoof, zal u misschien pijnlijk aandoen, maar de toekomst van rniju zoon is er mede ge moeid en mijn moederhart gebiedt mij alle terughouding te laten varen, liet zal u ongetwij feld ter oore zijn gekomen, dat na dec dood vau den heer Bacédat zekere geruchten de ronde doen ik behoef u niet te zeggen, dat wij aan die praatjes geen geloof sloegen en ze steeds te gengesproken hebben, maar zij hielden zoo hardnekkig aan, dat wij gedwongen zijn nadere berichten in te winnen. Wij kwamen daardoor tot de overtuiging, dat die geruchten niet op lossen bodem steunden. Uw vader heeft zijn za ken in do grootste wanorde nagelaten en uw vermogen zal aanmerkelijk ingekrompen zijn. Zeg liever, dat wij volelugen geruïneerd zijn, verbeterde Johanna. Ik dacht niet, dat het ongeluk van zulk een omvang was, mejuffrouw, zei mevrouw Da Viverol. Zij richtte zich hoog op ei^ zag het meisje van uit de hoogte aan. Er trad een vrij lange pauze in. Johanna durfde er niet aan te denken, waarheen de gra vin eigenlijk wilde, maar haar ongeduld werd niet op een lange proef gesteld. Tijdons het leven van uw vader, ging me vrouw De Viverol, met haar lorgnon spelend, voort, was er, zooals gij weet, sprake van een verbintenis tusschen onze families. Dc gedachte daaraan maakte on9 zeer gelukkig, mejuffrouw, en ik behoef u niet te zeggen, met welk een on geduld mijn zoon het tijdstip verbeidde, waarop hij u zijn echtgenoote mocht noemen. (Wordt vervolgd.) eei ai

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1901 | | pagina 1