Nummer 94.
Donderdag 28 November 1901.
i
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
«0N0P0L THEE
De Zuid-Afrikaansche Oorlog,
24e Jaargang
ANTOON TIELEN,
Theod. WESSELS,
De Moordkampen
De Wintergranen en
de Peru-Guano.
Uitgever:
in alle opzichten de beste
huishoudthee.
WAALWIJK.
FEUILLETON.
Dit Blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond.
A b o n n e m entsprijs per 3 maanden f O." 5;
Franco per post door het geheele rijk f 0.90.
Brieveningezonden stukken gelden enz., franco te zenden aan den
Uitgever.
WAALWIJK.
Advertenties 17 regels f 0.60 daarboven 8 cent per regel, groote
letters naar plaatsruimte. Adverteutiëu Smaal ter plaatsing opgrgsven,
worden 2 maal berekend. Voor plaatsing van een groet aantal regels en
advertenties bij abonnement worden speciale, zeer voordeelige contracten
gesloten. Reclames 15 cent per regel
ROTTERDAM.
Verkrijgbaar bij den Heer
in Zuid-Alrika.
Een doffe «tilte.... een pijnlijk zwijger.
Als op een kerkhof... soms een zucht,
Die, of hij zich zijn zwakheid schaamde,
De nauwe keel tersluike ontvlucht..-.
Eén groote trek van naamloos lijden
Op bleek gelaat, in biandend oog....
Een waas alom van ramp en rouwe
En Engelands trotsche vlag om-
[hoog....
De Dood gaat om.... Als korenhalmen,
Die nog geen zwellende aar gezet
Of zich in zon gekoesterd hebben
Of zich in lentedauw gebet,
Zoo zwichten er de jonge levens
Geruisehloos, als de Dood verwoed
Ze niet door zijne zeis doet vallen,
Maar ze verplettert met den roet.
En starend, zonder traan in de oogen,
Begraven in beur stomme smart,
Verbleekt, vermagerd, uitgemergeld,
Met wrok en hoop in 't bloedend hart,
Zit bij het koude lijk de moeder....
Zij denkt aan hem op 't oorlogsveld,
En voelt zich trotsch bij al haar lijden,
Dat zij de gade is van een held.
En Engeland mest met kinderlijkjes
Den bodem, dien het heeft verwoest;
In Engeland schuurt met kinder! rauen
Het kouter, dat reeds is verroest;
Het tapt met wrseaen lust den moeder»
Het laatste bloed des harten af.
En maakt van 't land der Zuiderzonue
Een onafzienbaar martelaarsgrat.
Neen, Albion, uw hekatomben
Voldoen den wreeden krijgsgod niet
Hij wil het bloed uit lauwe wonden,
Dat over 't dampend krijgsveld vliet
Hij walgt van bloed, dat, uitgezogen,
Hyena's slechts rerz iden kan
Hij wil geen bloed van wereloozen
De krijgsgod zelfs hij gruwt ervau.
En daarom zinkt gij diep en dieper
De moord van 't Recht was het begin,
De moord van onschuld is het einde
Want de afgrond roept den afgrond in.
Gij sloot een bond met de harpijnen.
En in uw moordlust ziet gij niet,
Dat de verbolgen god des oorlog»
Zijn bliksems op u nederschiet.
De nacht verkondigt aan den morgen,
De dag verkondigt aan den dag
Met een stem, van wrake trillend,
De schande van uw wereldvlag.
En de echo meldt aan latere eeuwen
Van uw onmenschlijkheid en schand
En geene stem spreekt u ter eere.
O diepgezonken Engeland!
A. H. M. RUIJTEN.
C. De Haver.
Alhoewel niet zoo sterk, toch lijdt ook
de haver aan legereu, evenals de tarwe.
Vaak gebeurt het, dat ook zij bij regen of
wind zoodanig in haar onderste stengelleden
geknakt of gebogen wordt, dat z;j zich niet
weder opricht. Behalve andere oorzaken kan
een zeer voorname reden hiervan zijn een
verkeerde bemesting. Hoe vaak gebeurt het,
dat de haver f nuchter/ zooals de boeren
zeggen, den grond in gaat, en in het voor
jaar met een weinig Chilisalpeter op de been
wordt geholpen. Bij een voor haver ge-
schikten en zeer vruchtbaren grond gelukt
de oogst ook wel, doch, wanneer de grond
ongeschikt is en het weer aanleiding kan
geven tot legeren, dan is het deze haver,
die het eerst omvergaat. Dr. H. Dubbers
heeft voor Nederland platen bewerkt, naar
do onderzoekingen van Arend in 1899,
waarop men kan zien, hoe de stikstof en de
phosphorus uit den bodem door de planten
wordt opgenomen en hoe en dit is een
voorname kwestie, waarop ik niet nadruk
wou wijzen deze stikstof en phosphorus
gedurende den groei der planten aanhoudend
uit de oudere plantendeelen weggaat naar de
jongere en zich later voor een groot deel
ophoopt in de aren.
Uit dit feit, dat ik aanneem, èn op grond
van deze onderzoekingen, èn op grond van
de verklaring, die men er van kan geven,
besluit ik, dat het hoogst noodzakelijk is,
dat gedurende de gansche groeiperiode er
een zekere hoeveelheid stikstof en phos
phorus in den bodem aanwezig is, die, van
het oogenblik dat de jonge plant door haar
wortels voedsel tot zich neemt tot aa-n den
tijd dor rijpheid der korrels, in staat is de
plant langzaam maar voortdurend te voorzien.
Het is niet voldoende, dat slechts gedurende
oen korten tijd een overvloed van genoemde
stoffen toegediend wordt, want het is dui
delijk, dat volgens de onderzoekingen van
Arend de onderste stengeldeeltjes dan te
kort komen. Om dit doel te bereiken is
naast den stalmest, de Peru Guano de meest
geschikte hulpmeststof.
Dat men inderdaad met deze meststof een
uitstekenden oogst kan hebben bij haver,
bewijst een vergelijkende proef, waarvan ik
de photographische voorstelling en verdere
opgaven voor me heb liggen een proef,
die ten doel had de Peru-Guano als mest
stof voor haver te vergelijken met andere.
Wanneer men van een Hectare, 4200 KG.
korrels en 6500 KG. stroo ziet komen, bij
eeu bemesting met 800 KG. Peru-Guano
van 7% stikstof, 10°/o phosphorus en 2%
kali, dan dunkt mij dat het niet gewaagd
is, de proef ook te nemen en te zien of
men met genoemde meststof voordeelen kan
behalen. Is dat zoo, dan kan men haar
gerust nemen, daar zij in elk geval den
grond verbetert.
De Echo van h
Wialwpsche en
Courant,
■■■BI
22.
Hst was beter hem eerst op een ander pad te
waren, te wachten tot hij sijn voormalig leven
ulfi verfoeide en neiging toonde zijn misstappen
door een openhartige bekentenis uit te wiaschen.
Dtsrom vergenoegde Johanna sich met hem op
kit portret attent te maken. Het is een fotografie
Hn mijn vader, xei xij. Hij werd vermoord 1
Jscob Musch beschouwde eerst de fotografie en
'•r»olgens het geleat van het meisje, maar scheen
kïileiteloos.
Zij verwechtte reeds, dat hij spreken xou
naar hij wendde xich af, sloeg, in verwarring,
dtn blik neer en verliet, xonaer een woord te
Hggen het vertrek.
DERDE DEEL.
I.
Dieu avond verwachtte Johanna haar beide
Vrienden om rapport over hun onderneming uit
U brengan. Tegen vijf uur liet Bidach xich aan-
4i«n«n.
Toen het meisje hem xag binnentreden, kon zij
tin plotselinge beweging van vroolijke verrassing
«iet onderdrukken
En mijnheer O'Keddy? vroeg tij lichtbloxend
Hij maakt het uitstekend wij hebben beiden
tst hol gexond en wel verlaten, hoewel het een
oogenblikïtaraelijk warm toeging.
En hij beschreef Johanna xoo nauwkaurig rno
galijk hun avontuur van den vorigen dag en hoe
«ij uit den brief van den heer Merentier de over
tuiging hadden verkregen, dat da tegenstander van
Pstriek de bewaste Gustaaf was.
Maar vreest ge niet, dat die man argwaan
toestertf vroeg Johanna.
Onmogelijk. Als hij lijn verlies gewaar wordt,
«tl hij niet anders denken, dan dat de brief hem
in de worsteling uit den xak gevallen is I
Bij dere gevolgtrekking beging Bidach echter
een dubbele dwaling. Hij kon onmoglijk vermoeden,
dat Peru de voorzichtigheid zoo ver gedreven had.
dat hij Os met het afhalen van den blief belastte
en in xijn veronderstelling dat Os gelooven zou, zijn
briefin het gevecht verloren te hebben, dwaalde
hij eveneens.
Integendeel, de bandiet had den diefstal vermoed
en zijn vermoeden werd bevestigd door de mede
deeling van Peru xijn eerste argwaan richtte zien
nu tegen de politie.
Bidach was echter niet onfeilbaar en van lioevee
gewicht deze dwalingen ook mochten xijn, xij
waren niettemin zeer vergefelijk.
Terwijl Patrick naar huis terugkeerde, wachtte
ik tot Patrick's tegenstander zich in zooverre her
steld had, dat hij huiswaarts kon keeren en volgde
zijn spoor. Hij li«p een zijsteeg der Rue da laü lia-
nelle in en verdween in een z#jr verdacht uitzie d
laag huisje aan het aind der steeg. Na varloop van
een uur kwam hij weer tevoorschijn en door hem
te volgen, weet ik, waar hij woont. Vanavond zal
hij onder een gewoou voorwendsel gearresteerd
worden, om mij in staat te stellen xijn naam uit
te vorschen.
Nauwelijks had Bidach xijn verhaal geëindigd,
toeu de deur geopend werd en Klara voor Patrick
O'Keddy belet vroeg. De jonge Ier was eveneens
gekomen met het doel Johanna da resultaten van
hun onderneming mede te delen.
Het meisje reikte hem de hand en xei hem in
warme bewoordingen dank voor den verleend» i
ateun. i
Aha, daar is onze .smid' ook het verheugt
ui ij u weer te zien, xei Patrick vergenoegd. Gode
aij dank is u niets overkomen, nadat wij afscheid
genomen hebben. Weet gij al waar mijn tegen
stander woont?
Ja, hij woont in een verdacht kosthuis aan
den Boulevard de la Villette, antwoordde Bidach.
Zoo, xoo, ik moet intusschen bekennen, dat ik
mij niet geheel en al veilig gevoel. Ik vrees,
dat iemand xoo nieuwsgierig is geweest naar
mijn woonplaats te informeeren in één woord,
men gaat mijn gangen na.
Dat ontbrak er nog maar aan I Dan liealt
men ons herkend! zei Bidach, onrustig, de kamer
op en neer loopend. Maar waaruit besluit gij dan
Nadat ik u aan uw lot overgelaten had
Bedenkt men, dat „Brittannia, de heer—
scheres der wereldzeeCn asjeblief" heeft ge
zegd, toen men in Canada voor haar 600
man, zegge 600 man wilde aanwerven, dan
kan men zich begrijpen, dat Chamberlain
heeft laten tegenspreken dat hij ziek was.
Hij is weer heelemaal beter. Het eenige
hoorde ik voetstappen achter mij. Ik zag een
schaduw, die mij scheen te volgen en besloot te
onderzoeken, wat dat xijn kon. Nadat ik de Rue
Saint Laxaro ingeslagen had, sloop ik fluks onder
een poort. De man, die mij volgde, moest dus
mijn spoor bijster zijn geworden. Na verloop
van een kwartier verliet ik mijn schuilhoek en
vervolgde mijr. weg in hoop van mijn vervolger
bevrijd te zijn. Maar hij had aan de tegenover
gestelde zijde der straat eveneens post gevat,
waarschijnlijk in de meening, dat ik in de buurt
wonen moest. Mijn wandeling voortzettend, vor-
volgde hij mij opnieuw. In weerwil tan alle
listen, die ik te baat nam, gelukte het mij niet,
den kerel te ontkomen en ik houd het bijna
voor zeker, dat hij tot mijn woning mijn spoor
gevolgd is.
God moge verhoeden, dat men u eenig leed
berokkent, riep Johanna angstig uil bij de gedachte
aan de gevaren, die den jonkman konden over
komen.
Naar de lieer Bidach mij verteld heefc behoort
de man, met wien gij gevochten hebt, bij een
bende en die schurken schrikken van geen middel
terug om zich van u te ontdoen.
Ach, kom, het leven zou te vervelend worden
wanneer er niet van tijd tot tijd een beetje gevaar
bij kwam, tei Patrick zorgeloos.
Een leeuwenjacht in de woestijn is nog veel
gevaarlijker, daar men 's nachts namelijk geheel
.illeen op de loer ligt en ieder oogenblik verwach
ten kan, dat uit de duisternis u een panter op
den rug springt.
Plotseling bedacht Johanna, dat zij verzuimd
had haar vrienden van haar ontmoeting met
Musch te verhalen. Snel herstelde zij haar nala
tigheid en verxweeg de verrassing niet, die de
man bij den aanblik van het portret aan den
d#^.h*Mafr dat is zeer gewichtig! riep Bidach
uit, dat is een lichtstraal I
Die man kent misschien het geheim, waarnaar
wij zoolang gezocht hebben.
Hij prees de kalmte, die het meisje aan den
dag had gelegd, door hem niet direct in verhoor
te nemen.
Op dat oogenblik zou Musch zeker mets losge
laten habben. Er was in elk geval veel tijd en
handigheid voor noodig'om liera te nopen, datgene,
wat hij van het geval wist mede te deelea.
wat hem hindert, is Lynch, de Boerenaal
voerder, die in 't parlement werd gekozen
een regeeringsambtenaar heeft verklaard, dat
hij er niet in komt maar als men vóór de
eerste zitting geen vonnis weet te krijgen,
tegen hem, is hij onschendbaar en dan kan
hij als ooggetuige in 't deftig parlement de
groote daden Engelands vertellen.
En dan is voor Joe ook nog een beetje
onaangenaam de storm die in Duitschland
steeds sterker tegen hem opsteekt.
Zes-honderd tachtig predikanten uit de
Rijnprovincie hebben nu weer een protest
tegen Chamberlain opgesteld, waarin het
Engelsch leger wordt betiteld als „laffe ben
den van huurlingen.*
Nog niet zoo erg als de qualificalie van
Canon Doyle, den bekenden auteur der
Sherlock-Holmet romans:
„Maar die Engelschen A! Neem een
Coili, een Huu, een Vandaal meng die door
elkaar en doe er een Barbarijnschen roover
bij neem dan dit schepsel en maak het
dronken cd gij hebt een Eugelschman."
Meer waar, omdat het niet alle Engelschen
io al haar eigenschappen, maar de tegen
woordige regeering in haar verhouding
tegover de Boeren teekent, is de prent van
Ulk.
Zij heet „Toebereidselen voor de Kro
ning". Men ziet daarop koning Eduaid,
wien van inspanning het zweet op het voor
hoofd parelt, bezig zijn kroon op te poetsen
met een doek, dien hij in een kom met
Boeren-bloed heelt gedoopt. Onder dit werk
zijn er bloedvlekken gespat op den herme
lijnen rand van zijn kroon, op zijn man
chetten en op het gebedenboek.
Nog twee feiten verdienen vermelding
Uit Pretoria wordt geseind, dat lord Kit
chener gelast heeft iederen soldaat le velde
op Kerstmis een plumpudding, een pint
bier en een kwart pond tabak te verschaffen.
De kosten, die op 820.000 pond sterling
geschat worden, zullen worden bestreden uit
een surplus van de veldkantines.
En vervolgens
Het gebrek in de concentratie kampen van
Zuid—Afrika is niet zoo heel groot. Allereerst
raakt het hout voor de doodkisten op. De
lijken van moeders en kinderen zullen dus
eerstdaags, gewikkeld in een linnen lap
als 't linnen tenminste ook niet op is in
den grond gestopt worden. Dat zal zelfs
goedkooper zijn.
Kitchener seiut uit Pretoria d.d. 23 dezer:
een nader rapport over het treffen van
majoor Fisher met de Boeren nabij de Vil
liersdorp op den 20sten meldt, dat hij in
Intusschen kwam het er op aan hem uit de
slechte omgeving, waarin hij thans verkeerde, te
voorschijn te halen.
Door op zijn betere gevoelens te werken en te
beproeven, hem dankbuarheid in te boezemen,
voor de ontvangen weldaden, zou het wellicht
gelukken hem te bewegen dc moordenaars, wier
handlanger hij mogelijkerwijs was, te verraden.
Patrick, die philanthroop in zijn hart was,
bleek opgetogen over het plan te zijn.
Stuur dien man maar eens naar mij, zei hij
tegen Johanna, dan zal ik met hem spreken.
Misschien heb ik werk voor hem.
Ik zal hem onmiddelijk schrijven.
Toen de jongelieden aanstalten maakten tot
het vertrek, dar.Ute Johanna, met tranen in de
oogen, hen nogmaals voor de haar betoonde
toewijding.
O, voor u ga ik naar het eind der wereld,
lieve juffrouw 1 riep Patrick, op zijn vrijmoedige,
eenigszins luidruchtige manier.
Gij kunt niet gelooven hoe...
Plotseling zweeg hij zijn blik ontmoette den
hare, en in zijn oogen las zij, wat zijn lippen
niet waagden uit te spreken. Blozend boog zij
liet hoofd en voor de eerste maal, na den vrre-
selijken doud van haar vader, voelde zij haar
bloed sneller naar huar hart stroomen.
II.
Eenige dagen later was Jacob Musch in Patrick's
■cheruizaal aangesteld. Hij moest de wapens
poetsen, de zaal schoonmaken en boodschappen
voor de schermers verrichten. Patrick had hem
eigenlijk niet als bediende aangesteld, want hij
wild» hem iedere vernedering besparen.
Bovendien had Musch nog het toezicht over de
garderobe, waar de leerlingen hun bovenkleeren
•n voorwerpen ven waarde aflegden.
Tot de beste vrienden van O'Keddy
behoorde ook Raigrand, een uitnemend philanth
roop, die zich naam gemaakt had door zijn wer
ken over verlaten en verwaarloosde kinderen.
Op xekeren dug over dit interessante onderwerp
redeneerende, had Patrick hem gevraagd, welke
middelen hij aangewend had, om zulke schitte
rende resultaten te verkrijgen, nadat alle van
staats- of van particuliercnwege ondernomen po
gingen tot verbetering zoo jammerlijk schip
breuk geleden hadden.
den nacht van den I9den, patrouilles van
zijn post te Rietfontein uitzond eenigszins
voorbij de Zuid-Afrikaansche politiemacht,
die aan de Kalkspruit lag, om eene heuvel
rug in bezit te nemen, die de Zanddrift be-
heerschte. De patrouilles vonden, dat de
Boeren deze stelling bezet hielden. Fisher
trok bij het aanbreken van den dag insgelijks
op naar dezen heuvelrug en werd zoowel
van het Noorden als van het Zuiden aan
gevallen. Hij nam echter geleidelijk een
stelling in, die goede betrekking gaf. Om
negen uur 's morgens sloegen zijn paarden
bij het zuidelijk eind van de stelling op hol
en in de hierdoor veroorzaakte verwarring
wisten de Boeren vasten voet binnen de
Engelsche stelling te krijgen. Fisher en
kapitein ;Langmoóre werden gevaarlijk
gewond. De kleine troepjes van onze
manschappen, die allen op zich zelf gevangen
genomen werden door de Boeren, die onge
veer 350 man sterk waren, weiden allen
gedwongen zich 's morgens om tien uur
over te geven. Rimmington's kolonue kwam
om elf uur, toen dc Boereu reeds waren
weggetrokken, op eene kleine achterhoede
na, nadat de gevangenen weer in vrijheid
waren gesteld. Rimmington nam Buijs ge
vangen, die gewond was.
In het gevecht bij Devilliersdorp met
kommandant Buijs, sneuvelde de Engelsche
aanvoerder en werden drie officieren gewond.
Een sectie van de spoorwegcompagnie werd
gevangen genomen en er waren nog andere
verliezen. De sappcura werden door de
Boeren omsingeld, nadat Buijs door het
commando van Ross versterkt was.
De Daily Mail verneemt uit Johannesburg
dd. 22 dezer, dat honderd sappeurs, van de
spoorweg-compagnie gisteren nabij Devilliers
dorp door Grobelaar zijn aangevallen.
De correspondenten van de Daily Mail
en de Daily News te Johannesburg seiricn
dat de Boeren van Grobelaar de ongeveer
honderd spoorwcggenie-soldaten onder majoor
Fisher ten zuiden van Vlakfontein in den
omtrek van Vaalstroom omsingelden. De
Engelschen boden een krachtigen tegenstand
maar werden overmand en gevangen geno
men. Fisher sneuvelde. De Boeren lieten de
gevangenen weer los, toeu Rimmington tot
ontzet aanrukte. Volgens den correspondent
van de Daily News heeft een paniek onder
hun paarden medegewerkt tot de nederlaag
vau de EngelscheD.
Men moet d# ongelukkigen in hun eigen
oogen opheffen, gaf Rnigrnr.d ten antwoord, door
hem een denkbeeld van de mer.echelijko waard#
te geven, waarvan rij nauwelijk» eenig begip
hadden. Ik zal u dadelijk een voorbeeld
geven
Onder de kinderen op mijn landbouwschool
te Digny bevindt «ich een brandstichter,
een rerloopen jongmensch, die op vijftien-
jangen leeftijd reeds vier of vijf huizen in
brand gestoken had.
Weet gij, wat ik hem t» doen gaf? Ik steld#
de stalleu onder zijn toezicht. Èn verbeold u
nu. Onlangs trof ik hem op de ziekenkamer aan.
Hij had v.tn een paard een trap ontvangen, die
h- m bijna gedood had. Ik vroeg hem, hoe dat
gekomen was en wat denkt gij nu, dat hij mij
vertelde
Ilij had zich niet met licht in non stal durven
begeven, uit vrees voor brandgevaar en terwijl
hij in de duisternis rondtastte, kreeg hij van een
schuw paard een slag.
Patrick wilde het op dezelfde wijze met Musch
beproeven en daarom had hij hem het toezicht
over de geldswaardige zaken, horloges enz., toe
vertrouwd.
De pioef was gewaagd, maar zij slaagde boven
verwachting. Musch was zoo bezorgd over de
hem toevertrouwde voorwerpen, dat hij ze voort
durend bij zich droeg, in een onder zijn kleeren
verborgen taacli.
Na verloop van enkele dagen herinnerde riets
in houding of gebaren meer aan den voormali-
gen bandiet. In xijn frisscho kleeding, dia hij
aan de zorgen van Patrick te danken had, voor
komend eu gedienstig, verwierf hij zich do toe
genegenheid van alle schermers, die hem voor
zijn diensten rijkelijk beloonden.
(Wordt vervolgd.)