Nummer 13.
Donderdag 13 Februari 1902.
25e Jaargang
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
antoon tielen,
VOOR DEN PADS.
Uitsluitend voor onze Abonné's
„De Echo van het Zuiden"
ONTWAAKT
De Zuid-Affikaanschen Oorlog.
Wij zelf en anderen.
Uitgever:
„De Nederlandsche handel
en Nijverheid",
Abonneert U op
FEUILLETON.
Hugh Conway.
„De Echo v. h. Zuiden",
Bekendmaking.
WAALWIJK.
uit het Engelsch
ABONNEERT U OP
het oudste en eenige blad, dat in WAAL
WIJK uitkomt.
Verkiezing Kamers van Arbeid.
DE WET ONTSNAPT.
De Echo van h
Wsalvijksclie «n Langstrutsche Courant,
Dit Blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond.
Abonnementsprijs per 3 maanden f0."5.
Franco per post door het geheele rijk f 0.90.
Brieveningezonden stukken gelden ens., frauco te zenden aan den
Uitgever.
Advkrtentiïn 17 regels f 0.60 daarboven 8 cent per regel, groote
letters naar plaatsruimte. Advertentiën Smaal ter plaatsing opgegeven,
worden 2maal berekend. Voor plaatsing van een groet aantal regels sn
advertenties bij abonnement worden speciale, zeer voordeelige contracten
gesloten. Reclames 15 cent per regel^
Jubelgiften ter gelegenheid van het
25-jarig Pausschap van Z. H. LEO XIII.
Vorige opgaaf. f 31.60
Al ben ik ook een arme smous
Toch geef ik graag wat voor den
[Paus.
N. N. Besoijen. f 0.50,
f 32.10.
De administratie stelt voor de Abonné's
op dit blad, 15 cent verkrijgbaar als
premie, een exemplaar van
in Woord en Beeld le Serie,
een prachtig en nuttig werk, waarvan 1 ex.
op ons bureau ter inzage ligt.
Opgaven spoedig gewenscht.
Waaltvijksche en Langstraatsehe Courant.
Het oudste in Waalwijk en de Langstraat
verschijnende Nieuws- en Advertentieblad.
Het biedt den lezer allesHoofdartikels
Binnen- en Buitenlandsche Overzichten,
de meest uitgebreide berichten uit Waalwijk
en omliggende gemeenten, breedvoerige
verslagen van gemeenteraad on verdere be
langrijke vergaderingen, mengelwerken enz.
Thans hebben wij zooals onze lezers in
het vorignummer gezien hebben, maatregelen
getroffen, om van verschillende plaatsen, vau
tijd tot tijd brieven van medewerkers te
ontvangen, wat zeer zeker de waarde, van
ons blad zal verhoogen, en door onze le
zers op prijs zal worden gesteld.
door
(7)
Ziehier op welke wijxe die kwam. Op sekeren
avopd hoorde ik een val, het gerinkel van por-
celein en een angstkreet. Ik snelde mijn kamer
uit en vond Teresa luid schreiend op de trap
liggen te midden der ruïne van het kostbaarst
theeservies der hospita. Mijn kans was daar 1
Met de schaamteloose huichelarij der liefde,
snelde ik haar te hulp en verleende haar mijne
hulp alsof xij mijne moeder ware geweest. Ik
trachtte haar op de zorgvuldigste wijxe op te
heffenmaar xij tonk weder neder, terwijl xij
herhaaldelijk kermde: «dat xij een harer voeten
gebroken hadl'
Ik bemerkte terstond dat Teresa's kracht niet
in het spreken van de Engelsohe taal was gelegen
dus vroeg ik baar in het Italiaansch wat haar
overkomen was. Toen zij haar moedertaal hoorde,
tprhelderde plotseling haar gelaat en vemamik, dat
xij haar knie xoo ernstig bezeerd had, dat xij niet
in staat was zich op te richten. Ik zeide dat ik
haar nbar hare kamer zou brengen ea zonder
haar antwoord af te wachten, beurde ik haar op
en droeg haar naar boven.
Pauline stond bij de trapleuning. Hare groote
donkere oogen waren wijd geopend en baar
gansche voorkomen verried de grootste ont
ateltenis. Ik rustte een oogenblik en verklaarde
haar wat er gebeurd was; daarop droeg ik de
vrouw naar haar eigen kamer en legde haar op
haar bed. De dienstbode van het huis werd om
een geneesheer uitgezonden eu toen ik mij ver-
INRICHTINGEN
welke gevaar, schade of hinder kunnen
veroorzaken.
Burgemeester en Wethouders der Gemeente
Waalwijk brengen ter openbare kennis dat ter
Gemeente-Secretarie ter inzage ligt een verzoek
met bijlagen van H. A. van Hilst om vergunning
tot het oprichten eener paardenslschterij, achter
het huis, genummerd wijk C no. 249 kadastraal
bekend in Sectie B, No. 1384.
Op Zaterdag den 15en Februari 1902, des voor-
middags te elf uren, zal op het gemeentehuis
gelegenheid bestaan om bezwaren tegen dit ver
zoek in te brengen en deze mondeling en schrif
telijk toe te lichten.
Zoowel de verzoeker, als zij die bezwaren
hebben, kunnen gedurende drie dagen, vóór het
bovengemelde tijdstip, op de Secretarie der Ge
meente kennis neman van de ter sake ingekomen
schrifturen.
Waalwijk, den 31en Januari 1902.
Burgemeester en Wathouders voorn.,
De Burgemeester,
K. DE VAN DER SCHUEREN.
De Secretaris,
F. VT. VAN L1KMPT.
Burgemeester en Wethouders maken bekend, dat
de verkiezing van 4 leden-patroons en van 3 leden
werklieden in de Kamer van Arbeid voor liet
SCHOENMAKERSBEDRIJF alhier, zal plaats
hebben op DINSDAG 4 MAART 1902. en her
stemming, zoo noedig, op DINSDAG 11 MAART
DAARAANVOLGENDE; en de verkiezing van 5
leden-patroons en van 2 leden-werklieden in de
Kamer van Arbeid voor het LEERLOOIERSBE-
DRIJF alhier, op WOENSDAG 5 MAART 1902.
en herstemming, zoo noodig. op WOENSDAG
12 MAART DAARAANVOLGENDE.
Het stembureau houdt zitting in het gemeen
tehuis (raadzaal) vau des voormiddags 8 tot des
namiddags 3 uur.
Waalwijk, 2 Februari 1902.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
K. DE VAN DER SCHUEREN.
De Secretaris,
F. W. VAN LIBMPT.
Daar zijn menschen, die bij anderen alles
te beoordeelen en te bevitten weten, maar
bij ben zelf niet het minste.
wijderde, dankte Pauline mij op kalme doch
naar het mij toescheen onhartelijke wijze voor
mijn hulp. Hare droomarige, lustelooze oogen
ontmoetten de mijne, doch schenen het nauwe
lijks te weten. Ja, ik was verplicht het te be
kennenmijne godin was aiterst ongevoelig,
maar dan hare sehoonheid. De edele, regelmatige
trekken, de kinderlijke, doch onberispelijk ge
vormde figuur, het lange bruine haar en zells
deze vreemde, donkere oogen. Gewis, geen vrouw
ter wereld kon bij haar vergeleken worden.
Bij het afscheid nemen gaf zij mij de hand
een kleine, Iraai-gevormde, zachte hand. Ik kon
mij nauwelijks weerhouden om er mijne lippen
op te drukken ec haar te bekennen dat ik
gedurende de laatste maanden aan haar en aan
naar alléén gedacht had maar, zoude zulk
eea handelwijze bij eene eerste ontmoeting als
eene onbescheidenheid hebben kunnen worden
aangemerkt, zij zou dit geweest zijn, nu Teres,
op haar bed lag en niettegenstaande hare pijnen,
elk mijner bewegingen met arendsoogen gade -
sloeg; bij gevolg kon ik slechts mijn wensch
uitdrukken om haar ook verder van dienst te
mogen zijn en ik verwijderde mij met eene be
leefde buiging.
Maar het ijs was gebroken, wij hadden een
handdruk gewisseld. Pauline en ik waren geen
vreemdelingen meer voor elkander I
De val van de oude Teresa, hoewel hij niet
zulke ernstige gevolgen had als zij veinsde, nood
zaakte haar toch \erscheiden dagen hare kamer
te houden. Ik hoopte dat dit mij in staat zoude
•telleu om mijne kennismaking met hare mees
teres te hernieuwen, maar deze hoop werd slechts
iD geringe mate verwezenlijkt. Ia de eerste
dagen verliet Pauline, zoo ver ik wist, het huis
niet. Een enkele maal ontmoette ik haar op de
trap en dan toonde ik mijn groote belangstelling
in den toestand der vrouw en hield haar zoo
doende eenige oogenblikken #aan de praat.'
Het kwam mij voor dat zij jammerlijk schuw
was, zóó schuw, dat het onderhoud dat ik zoo
gaarne gerekt xoude hebben, al zeer spoedig
een natuurlijken dood stierf. Ik was niet ver
waand genoeg om hare schuwheid en bloosheid
aan dezelfde oorzaak toe te schrijven die mij
deed blozen en stamelen als ik tot haar sprak.
léén
Eindelijk zag ik haar op zekeren morgen, al-
én het huis verlaten. Ik greep mijn hoed en
Eu van anderen meen n ze niets dan
goeds te mogen verwachten, terwijl ze zelfs
het minste in aanmerking hemen. Het zou
veel beter zijn als ze voor zich wat strenger
waren, voor anderen wat toegevender en
een oud Grieksch wijsgeer stelde als nood
zakelijk vereischte voor alle menschelijk ge
luk deze waarheid vastken u zelf.
Het kon geen kwaad als dit ware woord
van den oude wijsgeer in onze dagen wat
meer behartigd werd.
Immers zonder zelf-kennis is het baast
niet mogelijk, bet doen en laten van andere
personen te begrijpen, veel minder nog het
te vergeven.
Neem bijvoorbeeld iemand, die nog al vrij
is in zijn zeggen.
Hij denkt er in 't geheel r.iet aan, hoe
gemakkelijk zijn woorden anderen kunnen
krenken en kwetsen.
Maar wee dengene, die het waagt onzen
held met het woord, ook slechts op onberaden
wijze te naderen.
Een andere trekt zijn nous op voor zijn
medemenschen, wien het levensgeluk niet
zoo heeft tegen-gelachen als hem, ja bij acht
ze nauwelijks een groet tot antwoord waardig.
Maar wat is hij verstomd, wanneer anderen
zich tegenover hem aan de minste onoplettend
heid schuldig maken.
Weer een ander bluft met zijn geld geld
nota bene dat zijn energie en zijn verstand
hem zeker niet bezorgd hebben, en dat hij
zoo gelukkig was te erven van zijne ouders.
't Geld alleen is hem voldoende reden om
van anderen diepe buigingen te verlangen
en #uw onderdanige dienaar mijnheer en
voor sen armen rakkerd gaan ze op zij alsof
zijn adem vergiftigd wasja 't ergst is nog
dat ze op mannen van heldhaftige zielegroot-
heid, van talent en geleerdheid neerzien van
uit de hoogte.
*Ja, ja dat kan hij doen/' denkt hij.
Hoe zwaar de armoede drukken kan, daar
kent hij niets van, en wat 't zeggen wil
onder moeilijke omstandigheden in 't zweet
des aanschijns zijn brood te verdienen, hij
heeft er geen begrip van.
Deze misstanden vinden we niet alleen
tusscben hoogere en lagere standen, tusschen
rijken en armen, beschaafden <*n onbeschaaf-
den, we vinden ze ook onder gelijken in
denzelfden stand.
De werkman gunt zijn metgezel geen
grooter weekgeld, wel voor zich zelf maakt
hij er aanspraak op.
De buurman, de buurvrouw eigenlijk nog
meer, ergert zich als buurman een nieuwen
volgde haar. Zij wandelde het plaveiiel voor
het huis op en neer. Ik voegde mij bij haar
en bleef, na mijne gewone informatie naar Te
resa, aan hare zijde. Ik moest immers een po
ging doen om de zaken tusscheu ons op een
beteren voet te brengen.
#U xijt nog niet land in Engeland geweest,
niet waar, Miss March vroeg ik.
,Eenigen tijd, eenige maanden,' antwoordde
zij.
,Ik zag u in de lente te Turijn, in de Kerk
San Giovanni.' Zij hief hare oogen op, en keek
mij met vreemdsoortige verwarde blikken aan.
#U waart daar, op zekeren morgen met uwe
oude dienstbode', vervolgde ik.
rJa; wij gingen daar dikwijls heen.'
»U Is Engelsche, naar ik veronderstel, uw naam
is geenszins Italiaansch.'
#Mijn vader was een Engalschman.'
Dat zaide xij, alsof zij er niet voldoende zeker
van was, of, alsof het haar geheel onverschillig
liet.
.Dus is hier uw tehuis, keert gij niet weder
naar Italië terug
,Ik weet het niet, ik kau het niet zeggen.'
Pauline's antwoorden waren dus ai zeer onvol
doende. Ik spande mij in om iets omtrent hare
gewoonte en smaak te weten te komen. Speelde
of zong zij; hield zij van muziek, schilderkunst,
bloemen, het tooneel of was zij een minnares
van reizen Bezat zij vele betrekkingen en
vrienden Al deze vragen deed ik baar direct of
indirect.
Maar zij scheen mijn vragen te vermijden,
alsof zij besloten had, dat ik niets omtrent haar
zou te weten komen, óf doordien zij se niet
begreep. Ik was er zeker van dat vele er van,
haar ia verwarring brachten. Bij het einde
onzer kortstondige wandeling was zij nog een
e*en groot geheimni» voor mij als voorheen.
Het eenigst genoegen dat het mij verschafte was:
dat zij niet het verlangen deed blijken om mij
.afteschepen'. Wij wandelden herhaaldelijk voor
het huis heen en weer. doch zij scheen er niet
aan te denken, om weder naar binnen te gaan,
iets wat aij gewis wèl gedaan zoude hebben, zoo
zij van mij bevrijd had wenschen te zijn. Er
was geen soort van koketterie bij haar te ont
dekken hoe kalm en terughoudend ik haar
nog vond, was «ij ten minsta eenvoudig en na-
jas of buurvrouw een nieuwe japon aan
heeftmaar hebben ze er zelf een aan, dan
is alles in orde.
Men kan over zulke dingen zooveel
schrijven of spreken als mer. wil, ideale
toestanden zijn er nooit geweest en zullen
er nooit komen.
Maar 't is onze plicht daarnaar te streven
dat de leelijkste uitwassen worden afgesne
den en het ideaal zoo dicht mogelijk be
reikt wordt.
Maar dit gebeurt niet door alleen van
anderen de fouten wel te zien, en van ons
zelf iliet, of ze over 't hoofd te zien.
Laat dit de grondidee van ons allen zijn,
de leidende gedachte.
Als anderen ons ergeren door hun hoog
moed of scherpe taal, laten we dan leeren
zelf niet ook zoo te doen.
Ieder heelt zijn gebreken, maar men
bemerkt helaas die van anderen zoo gauw,
die van ons zelf niet.
Het wordt als 't zwaarste offer beschouwd
zich zelf te overwinnen, maar 't is dan ook
't schoonste offer.
Onrecht te verduren dat behoeven we
niet, maar 't onrecht dat ons treft, ook
anderen aan te doen, dat mogen we niet.
Ook bestaat de zelfkennis niet daarin dat
we de gebreken van anderen over 't hoofd
zien, maar dat we er ons voordeel mee
doen.
AU dat ons ernstig streven is, dan leeren
we de gebreken en zwakheden van onze
medemenschen gemakkelijker begrijpen, dan
dringen wij dieper binnen in de gronden
en oorzaken, dan zijn wij ook geneigd een
lichter oordeel uit te spreken.
Want men doet den naaste zoo vaak
onrecht, door dat men niet weet, wat hem
tot handelen aanzet, omdat we slechts oor-
deelen naar uitwendigen schijn.
Willen we beterschap, welnu, dan be
gonnen bij ons zelf en er is reeds veel
gedaan.
En als de anderen 't ons dan niet na
doen
Dan hebben wij nog niets verloren, dan
is 't nog niet zoo heel twijfelachtig, welke
partij wel de gelukkigste is. M. C.
Wekeu— en wekenlang was de hoofdtaak
vau 't voornaamste deel vau het Engelsche
tuurlijk, eu denk er om I zij was seer schoon
en ik was «eer, zeer verliefd
Het duurde niet lang of ik ontdekte, dat de
zwarte oogen van Teresa or.s van achter het
vensterluik der huiskamer bepiedden. Zij moest
dos uit haar bed gekropen zijn om te zien, of
hare meesteres ook in ongelegenheid kwam.
Deze spionnage verdroot mij zeer, maar het was
nu te laat om er aan tj denken.
Vóór dat Teresa in staat was om het huis te
verlaten, had ik Pauline meermalen op dezelfde
wijze gezelschap gehouden. Het verheugde mij
te gelooven, dat het haar genoegen deed, als ik
mij bij haar voegde. De eenige moeilijkheid
voor mij was, haar aan het spreken te krijgen.
Zij luisterde naar al hetgeen ik zeide, zonder
vraag of antwoord, behalve: ,ja* of .neen.'
Wanneer zij bij hooge uitzondering een vraag
opperde of een langeren vo'zin bezigde dan ge
woonlijk, dan bleek daaruit dat zij mijne bedoe
ling niet begrepen had. Ik schreef dit voor een
groot gedeelte toe aan hare schuchterheid als
gevolg van haar afgezonderd leven want dc
eenige persoon met wie zij zich kon onderhouden,
was die verschrikkelijke, oude Teresa. Evenwel
bewees mij elk woord en elke handeling van
Pauline, dat zij van goeden huize was en een
beschaafde opvoeding genoten had en deswege
verbaasde mij hare algeheele onbekendheid met
litteratuur des te mser. Indien ik een schrijver
aanhaalde of een boek bij name noemde, dan
ging dit onopgemerkt voorbij, of staarde ze mij
verbaasd, of verlegen over hare onwetendheid
aan. Hoewel ik haar niet dikwijls gezien had,
was ik geenszins voldaan over de vorderingen
die ik gemaakt had. Ik wist dat ik den grond
toon van haar karakter tot nu toe niet getroffen
had.
Zoodra do oude dienstbode, duenna, vriendin
of wat zij dan ook mocht zijn, genezen was,
vernam ik een tijding die mij len «eerste ver
baasde. Mijn hospita vroeg mij of ik geen goede
huurders voor nare apartementen wist, omdat
miss March ging vertrekken. Ik was er zeker
van, dat dit een tegenwerking was van die oude
baks Teresa. Zij had mij reeds venijnige blikken
toegeworpen, als wij elkander op de trap pas
seerden had mij xeer norech en kortaf geant
woord wanneer ik haar vroeg of zij weder
geheel hersteld was; in één woord, ik begreep
leger: het insluiten, het geheel insluiteD, het
voor eens en voor al insluiten van „den"
Boerengeneraal, Christiaan de Wet. Geheele
linies van blokhuizen werden opzettelijk voor
dit doel gebouwd en elke meter ruimte daar-
tusschen met prikkeldraad versperd. Boven
dien werden sommige linies nog versterkt
met loopgraven, 50 yards van elkander en
geheel met posten bezet. Enkele dagen ge
leden nu begon de uitvoering van 't groote
plan.
Kitchener seint
Na operaties, die verscheidene dagen heb
ben geduurd, in het land ten Oosten van
Liebenbergvlei en Wjlgerivier, trok de ge
heele macht in den nacht van 5 Febr. van
verschillende kanten op vormende een
voortgezette linie bereden manschappen, op
den Westeroever van de Liebenbergvlei van
Frankfort Zuidwaarts naar Fanny's Home
en Kaffirkop. De geheele linie rukte bij het
aanbreken van den dag van 6 Febr. naar
het Westen op, en hield een lijn van Hol
land, aan de blokhuizenlinie Heilbron-
Frankfort, tot Doornkloof, aan de blokhuizen-
lii.ie Kroonstad—Lindley bezet.
De colonnes deden ook een voorwaartsche
beweging om het oversteken van de linie te
verhinderen, trokken met het aanbreken vau
den dag naar den weg van Heilbron naar
Kroonstad en volgden in den morgen den
tocht naar den spoorweg en de blokhuizen-
linie, welke was versterkt om het oversteken
te verhinderen. Op 6 Februari was De Wet
binnen deze omheining.
Hij was erbinnen en en kwam er
buiten.
Zijn raaunen verspreidden zich en hij ook
met een kudde runderen naar de met
loopgraven versterkte linie van blokhuizen.
Hij wachtte tot het nacht was en maakte
toen gebruik van zijn zonderling krijgsmate-
riaal, door de rundereu in de loopgraven te
jagen. De Engelsche soldaten verweerden
zieh tegen de pooten der koeie» en De Wet
trok door.
De sagen van klassieke krijgsbedrijven
kunnen wel worden vergeten, nu de nieuwe
historie ons grooter strategie doet zien.
Uit de verliezeolijst blijkt, dat er veertien
man gewond zijn te Uitspanning op 5 dezer
en dat te Gruisfoutein op denzelfden dag
twee officieren en vijf man van de Schotsche
ruiterij gewond zijn.
Twee belangrijke gevechten meldt lord
Kitchener in zijn laatste bulletin
Generaal French meldt, dat een convooi
van 60 wagens, dat van Beaufort West naar
Fraserburg trok eu door 160 man werd be
geleid, op 30 mijlen van de plaats van be
stemming is genomen. De vijand nam 12
wagens mee en verbrandde de rest. Kolouel
Crabbe, die te hulp kwam, dreef den vijand
dat zij mijn vijandin was, dat aij mijne gavoe—
lens jegens Paulino had ontdekt en baar best
daed ore ons van elkander gescheiden te houden.
Wel onbrak het mij aan de middelen om de uit
gestrektheid van haar macht, of invloed over het
meisje te leeren kennen, doch ik had haar sedert
lang reeds niet meer als een dienstbode beschouwd
De wetenschap, dat mijne mede bewoonsters op
het punt stonden te verhuizen, bewees mij dat,
indien ik mijne liefde voor Pauline tot een ge
wenscht resultaat wilde brengen, ik mij tot eiken
prijs in verbinding moest stellen met deze on
bahagelijke, oude bos hwachtster.
Toen ik haar dienzelfden avond de trap hoorda
afkomen, wierp ik mijn deur wagenwijd open
eu stond van aangezicht tot aangezicht voor
haar.
,Signore Teresa,' zeide ik met overdreven be
leefdheid; «zoudt u de goedheid willen hebben
even iu mijne kamer te komen? Ik wenschte u
gaarne een oogenblik te spreken.'
Zij wierp een snelleu, achterdochligen blik op
mij, maar voldeed desniettemin aan mijn ver
zoek. Ik sloot de deur en bood haar een stoel
aan.
,Is uw arme knie weder geheel hersteld?'
vroeg ik op deeroisvollen toon iu het Italiaansch.
Geheel en al, signor', antwoordde zij laco
niek.
«Mag ik u een glas zoeten wijn aanbie
den
Nietteggenstoande onze onvriendelijke relatie
had Teresa daar niets op legen ik vulde dus
een glas en wachtte tot zij het onder een goed
keurend hoofdknikken geledigd had.
rVaart de Signorina Miss March wèl? Ik heb
haar heden nog niet gezien
#Zij is wel."
,Het is omtrent haar dat ik'u wensch te
spreken, dat hebt u zeker wel verwacht."
,Ik heb het verwacht.' Terwijl zij dit zijde
wierp; ze mij een tooruigen blik toe.
,Zij is niet geschikt te huwen.
(Wordt vervolgd.)