Nummer 14. Zondag 16 Februari 1902. 1 Tweede Blad. VOOR DES PADS. 25e Jaargang. Brieves uit hst Noordss- Oe Zuid-Afrikaanschen Oorlog Bondgenooten. Kali op Kleigronden, BINNENLAND. En nu, aandachtige lezer, volg dat slacht offer van het zweet-systeem nog even naar den middagdisch. 't Is wel wat onbescheiden maar enfin. De familie zit om de tafel ge schaard. Een gemeenschappelijke schotel bevat de maagvulling aardappels en in het midden van deze voedzame spijs prijkt een kommetje met vet, waarin de respectieve eters zoo nu en dan hunne „piepers* dom pelen, om toch iets versterkends in hunne holle magen te stoppen. En daarna gaat de man en vader maar weer aan den loop, om, na reeds eene dagtaak van des morgens 7 tot 12 uur te hebben doorge worsteld, nog eene te voegen van 1 tot 6 d 7 uur. Zeker, er zijn op dit alles loffe lijke uitzonderingen, maar deze juist zijn die kenraerkeude, welke deu regel bevestigen. Bovendien wordt de toestand van het ar beidersgezin wel iets beter, als de kinderen wat grooter worden, maar o dan die kinder exploitatie Er doen zich hier voorbeelden voor, dat schoolplichtige kinderen, als zij 's morgens ter schole komen, reeds eene taak achter zich hebben van 5 uur, zegge 5 uur des morgens, op welk tijdstip zij de koeien van den boer gaan melken. RBBSicM De Echo van het Zuiden r-lY.ftT WlilJWMnaHaWWB^WBO«WWBBMW Jubelgiften ter gelegenheid van het 25-jarig Pausschap van Z. H. LEO XIII. Vorige opgaaf. Tot welzijn onzer kinderen. N. N. Besoijen. f 32.10 f 1.- f 33.10. II. De Finale van mijne eerste rhapso 'ische proeve was het onontwikkelde motiv „een schoteltje Hollandsche sociologie*. Ware ik nu goed thuis in de leer van het contra-punt, ik zou dit motiv in allerlei heerlijke en harmonische klank-variatie's ontwikkelen, maarik ken bovengenoemde leer slechts bij naam en bovendien, ik zet het den knapsten componist, „een schoteltje sociologie* tot onderwerp te maken van eene oor- en zielsti eelende muzikale phan- tasie. Of het moest soms zijn in den strauss- vorm, als „So sprach der Welt-sociolog.* De lier dus maar aan de wilgen gehangen en het rijk der keukenprinses betreden, om aan de hand van Noordhollandsche sociale recepten u het beloofde schoteltje zoo sma kelijk mogelijk te maken. Er wordt in den laatstcn tijd zeer de aandacht gevestigd op den middenstand, dien kern der maatschappij. De malaise, die deze stand doormaakt, roept om verbetering, schreeuwt 0111 leniging en wettelijke bestrij ding. Waarde lezer, zoudt u wel willen ge- looven, dat hier in Noord-Holland verschil lende plattelandsgemeenten gevonden worden, waar in den engen zin des woords geen sprake is van middenstand Hoe paradoxaal dit ook klinke. een feit is het. In Kennemerland, de streek dus tusschen Haarlem en Alkmaar ongeveer, zijn b. v. verscheidene plaatsen, waar de bevol king eenvoudig te verdeelen valt in twee klassen, n.l. in landbouwers, die op zich zeiven kurnen toepassen zalig zijn de be zitters en in boerenarbeiders, die met een weekloontje van 5 a 6 g. hunne wekelijkschc uitgaven moeten bestrijden Vooral is dit het geval, waar de veeteelt op de z. g. geestgronden bloeit en vanwaar jaarlijks duizenden kaasjes ter Alkmaarsche kaas markt worden aangeboden. De z. g. midden stand bestaat daar dan uit eenige winkeliers herbergiers en enkele beambten. Eigenaardig, niet waar? Voorzeker onindenkbaar voor eene industriestreek, waar de talrijke midden stand de gezonde (of ongezonde) schakel vormt tusschen den derden en vierden stand. En nog belangwekkender wordt deze vreemde sociale verhouding, als men verneemt, dat een boer, die zijnen werkman met een huisgezin van vier, vijf h zes kinderen elke week met 6 guldekens naar zijn kluisje stuurt, nog meent, dat zoo'n man het best kan stellen. „Hij teelt immers zijn eigen aardappels,* zoo zegt hij, „mest bovendien zijn eigen varkentje vet eu daarbij krijgt hij wel eens een versnaperingtje van mij mee naar huis.* Ja wel, maar dan vergeet de man, dat voor die aardappelteelt land moet worden gepacht, dat het varkentje voer kost en dat alles yan die 6 gulden En dan die kruimeltjes, die van den wel voorziene» disch vau den boer vallen, o ze zijn zoo miniem en bovendien, ze vernederen den zelfbewusten werkman. Zelfbewust Waarachtig zijne huiselijke omgeving werkt er niet toe mede, om zijn gevoel van eigen waarde op te heften. Oordeele Zijne woning bestaat meestal uit twee vertrekjes, waarin heel de familie (soms een aartsvaderlijke van 10 a 11 leden) dag en nacht moet vertoeven. Meubilair schitterend en slaapplaatsenmen onderscheidt er in..... „onder- en bovenkooien.* De onderkooi is eene ruimte ouder de bedstede, welke laatste er uit ziet als de Noordbrabantsche bed stede, echter met veel kleiner opening tot ingang. In die z.g. onderkooi- schijnt het niet alsof men over dieren spreekt vinden soms drie, vier, ja wel eens vijf kinderen eene ligplaats terwijl in de bovenkooi vader en moeder met nog een kleine zich ter ruste neervleien. Een lit jumeau is er nog niets bij, wat hygiene betreft. En de noodzakelijkheid eener woning wet blijkt hier allerminst uitIntusscben Goddank, dat er zulk eene wet is. Wanneer echter de uitvoering (Er zij opgemerkt, dat hier niet het vrouwelijke, maar wel het mannelijke per soneel de belangrijke bezigheid van melken verricht.) Wij vragen, wat moet van der gelijke stumpcrds als leerende jeugd terecht komen Leerplicht- en arbeidswet hebben dit euvel vóór het I2e jaar wel wat doen ophouden, maar geheel verdwenen is het toch nog niet. Het is dan ook zeker geen be vreemdend verschijnsel, dat het peil dezer bevolking over 't algemeen vrij laag staat, terwijl toch aan den anderen kant, naar mij van bevoegde zijde verzekerd werd, het lager onderwijs in Noord-Holland op een hoogere trap staat dan in sommige andere provincie's. Gelukkig komt er langzamerhand verbetering. Men begint de bakens te ver zetten, d. w. z. de werkman zelf. Hij begint zich meer en meer te ontpoppen als een zelfstandig persoon hij gaat meer en meer het land- en tuinbouwbedrijf voor zich zelf uit te oefenen. Zoo b.v. in de historische gemeenten Ca- stricum en Heemskerk, waar de toestand eerst was als boven geschetst maar waar nu land- en tuinbouw bloeien, uitge oefend door wel is waar geen rijke grond bezitters, maar gelukkig juist door zelf standige pachtertjes, die vroeger dezelfde zweet-systemers waren als nu nog de be wuste boerenarbeiders zijn. Wel heeft dat eigen bedrijfje ook weer zijne schaduwzijde, daar die miniatuur-boeren tuinier zeer moeilijk een reserve-kapitaaltje kan vormen tot waarborg voor een eventueel kwaad jaar maar in deze gevallen voorzien de boeren leenbanken, die reeds in vele gemeenten hier zijn opgericht en al zeer aardig werken. Ook onderlinge zieken- vee- en assurantie fondsen worden er opgericht en de Boeren bond heeft er zijne loten geplantdeze laatste bestaat echter meer uit leden-grond bezitters, die uit den aard der zaak dezen bond meer exploiteeren in trustvorm dan ten algemeene nutte. In elk geval het begint te dagen. De sterke polsslag van het vereenigingslevcn wordt er gevoeld en de gezonde geest vau het „Vereenigt u 1* zal langzamerhand die Kennemerlandsche ge meenten uit hunnen achterlijken socialen toestand opheffen, de economische verhou dingen verbeteren en zoodoende optreden als een nieuwe „der keerlen God,* d. i. vriend van verdrukten en economisch zwakken OBSERVATOR. De statistieken van het Kaliverbruik in Nederland leeren ons, dat er op de klei gronden betrekkelijk nog weinig Kalimest gebruikt wordt. De voornaamste reden daar van is natuurlijk, dat ook zonder die mest stoffen tot heden goede oog9ten konden verkregen worden. En dit komt weer door dat iu kleigronden betrekkelijk veel Kali verbindingen gevonden worden. Intusachen, waar niet bijkomt en wel afgaat, komt gebrek. Zeer veel landbouwgewassen op kleigrond, als suikerbieten, aardappels en andere knol gewassen, alsook sommige granen verminde ren het Kaligehalte van den bodem. Daar staat tegenover, dat in die streken, waar veel vee g--houden wordt, met den stalmest weer een gedeelte van de Kali op het land terugkomt. Vaak gebeurt het echter, dat het Kaliverbruik die teruggave in den vorm van stalmest verre overtreft. „Daar* is of komt Kaligebrck. Wanneer een landbouwer dan ook ondervindt, dat op kleigrond bij voldoende bemesting met phosphorzuur en stikstof, de oogsten afnemen, dan heeft hij te onderzoeken of de oorzaak daarvan kan zijn het gebrek aan Kali in den bouwgrond. In de laatste jaren zijn vooral op lichte kleigronden proeven gedaan om te onderzoe ken, welken invloed een bemesting met de een of andere Kalimeststof op den oogst heeft. Op de meeste plaatsen hebben die proeven tot uitkomst gegeven, dat de op brengst door toevoeging van Kali aan de gewone meststoffen zeer duidelijk, op sommi ge plaatsen zelfs zeer aanzienlijk vermeerderd werd. Het is nu eenmaal niet wel mogelijk bij de tegenwoordige prijzen der landbouw gewassen met voldoende winst bet bedrijf 'e Toeren, als men niet de hoogste opbren- sten van het land tracht te trekken. Waar men vroeger tevreden was, met 10 en 12 H.L. van het gemet, daar moet men nu 18 h 20 H.L. zien te winnen. Dan eerst maakt men genoegzame winst met het boeren. Om die hoogste opbrengst op klei gronden te blijven trekken, is het noodig een volledige bemesting met Kunstmest te geven dus ook Kali. In elk geval, waar de oogst op kleigronden op den duur vermin dert, of waar men den oogst wil vergrooten, daar is een voor de hand liggend middel het aanwenden van Kali. Wanneer de klei boer Kali gebruikt, behoort hij een gecon centreerd Kalizout te nemen, b v. chloorka lium, zwavelzure Kalimagnesia, of zwavelzure Kali. Kitchener's plan om de Wet te vangen bin- neQ een afgesloten gebied tusschen Lindley- Harrismith, Heilbron en Botha's pas, was het meest grootsche, nog in dezen veldtocht volvoerd. Er was een aaneengesloten linie van ruim 80 K.M. lang, waarop de troepen dag en nacht in nauw verband met elkander stonden. Vier colonnes, elk van ongeveer 2500 strijdbare mannen, werden in den nacht van den 5en samengetrokken op de Lieben- bergspruit. Elke 1900 M. werd bezet door 200 man, terwijl de bezetting der blokhuis- linies krachtig versterkt was. De geheele lioie rukte den 6en 't ochtends om 6 uur vooruit. Van de verschillende hoogten kon men een lange rij stippen zien dat waren de verkenners. De hoofdmachten strekten zich over het golvende veld uit. De troepen bleven bewonderenswaardig voeling met el— kauder houden, zoodat het onmogelijk scheen, dat zelf een haas onopgemerkt bleef. Dien nacht steunde de linie op de blok huizen, 20 KM. ten G. vau Heilbron. De linker linie raakte Doomkloof, 96 KM. ten O. van Kroonstad. Midderwijl verdeelde de Wet, na een krijgsraad, zijn heele macht in drie stukkeu. Een zond hij er uit om te beproeven over de N. linie te kornen, een ander naar de Z. liuie. Hij zelf was voornemens den spoorweg over te steken in het N.W. De commandan ten waren van der Merwe en van Coller. Den 7en 'j avond om elf uur werd een aantal vee op de Eogelsche linie gedreven. De Boeren bogen zich in hun zadel diep voorover en reden tusschen het vee. Overal stuitten zij echter op een verschrikkelijk vuur. Men schat dat van de 200 slechts 30 Boeren er in slaagden door te breken, Na den 7en 's morgen opgerukt te zijn werd de Engelsche linie nauwer toegehaald. Er stonden nu 300 man op elke 1600 M. in plaats van 200. Kort na negen uur 's avonds brak er geweervuur los op den Eugelsche linkervleugel. Over de linie van bijna 48 KM vloog het vlammen als vau een brandend bosch heen en weer. Gepantserde treiuen zonden hun zoeklichten over mijlen lauds. De snelvuurkanonnen langs de verschanste linie, de veldstukken, de pompons dreunden tusschen het scherpe geknetter van het mus- ketvuur. En van het fort te Heilbron, klonk het diepe gebrom van het scheepskanon. Tot 's nachts twee uur werd gedurig het hevig schieten langs de geheele linie gehoord. De Boeren deden laugs de geheele liuie vruchtelooze pogingen om er door te breken, soms met ouloochenbare flinkheid. Op eeu punt renden 32 Boeren recht op de draad versperring tusschen den Heilbronspoorweg en de blokhuizen. Zij verbraken het diaad door den schok. Zij verloren hier 2 dooden en 2 gevangenen. Ongetwijfeld zijn vele Boeren gedurende deze krijgsverrichtingen gewoud, maar ou— snapt. De berichten over de manier, waarop de Wet ontsnapte, zijn tegenstrijdig. Steijn schijnt niet binnen de afgesloten streek te zijn geweest. In het Reuter-telegran uit Beaufort—West van den 7den met bizonderheden over de vermeestering van het Engelsche konvooi op weg naar Fraserburg wordt verteld dat het geleide den 5den Februari, toen het geloofde dat de Boeren zich samentrokken voor een aanval, 20 man van de bere en districtstroc- peo naai kJonel Oabbe zond om hulp te halen. Ongelukkigerwijs werden zij omsingeld en gevangen genomen door de Boeren en konden zoodoende de boodschap niet over brengen. Het konvooi kampeerde denzelfden avond te Uitspanfontein. Inderhaast werden er verschansingen rondom het kamp opgeworpen dar aan alle kanten behalve aan de noordzijde door lage, rotsachtige hoogten beschermd was, De Boeren schenen eerst van plan ge weest te zijn het konvooi, als het 's nachts opbrak, aan te vallen. Toen de Engelsche te middernacht echter nog geen aanstalten maakten om weg tc trekken, deden de Boe ren hun aanval. Eerst een schijnaanval doende, op het open terrein aan den noord kant, trokken zij het vuur van de Engelschen in die richting. Onderwijl werd het kamp van den zuidkant bestormd. Majoor Croflan sneuvelde en zijn troepen verloren 22 dooden en gewonden. De Boeren moeten even zwaar geleden hebben, daar zij, volgens allo berich ten, met doodsverachting en onder haast dekking te zoeken chargeerde. De Boeren behielden slechts zes wagens eu verbrandden de overige. (De 140 Engelschen in he kamp moesten zich, hoewel de berichtgever het verzwijgt, natuurlijk overgeven.) De aanvallers waren ongeveer 600 man sterk en waren onder commandant Malan die thans den rang van generaal bekleedt. De commandant Pijpers, Smit en Hugo namen ook deel aan hel gevecht. De Boeren waren goed gewapend en bereden. Terwijl de aanval op het konvooi aan den gang was en v or hij begon, was kolonel Crabbe bij tusschenpoozen gedurendeongeveer twee dagen slaags geweest met de Boeren, en op dat oogeublik was hij zoowat 19 KM. ver was. Toen hij te Uitspaofoutein aankwam, volgde een nieuw en scherp gevecht. Het eindigde in het voordeel der Engelschen. Zestig garde—soldaten van de bereden infan terie bestormden op prachtige wijze een hoogte en zuiverden haar van een talrijker macht Boeren. Toen intusschen versterkin gen onder kolonel Capper en majoor Lund waren aangekomen, trokkeu de Boeren af. Vijf en twintig wagens werden onder het vechten teruggenomen." (Dit laatste is niet duidelijk, omdat de berichtgever hier boven gezegd heeft dat de Boeren zes wagens hiel den en de overige verbranden. Hadden zij dan ook nog een gedeelte van Crabbe's tros genomen Engeland, welks groote manueu nog voor korten tiid verklaarden, dat juist het isolement de grootste kracht uitmaakte, is thans opge togen, nu 't een bondgeuoot^gevondcu heeft Japan. Men herinnert zich, dat voor enkele wekeu de groote staatsmau van Japan ruarfcies Ito, eene reis naar en door Europa heeft gedaan en ook eenige tijd te Londen heeft vertoefd. Tijdens dat verblijf in Engeland nu, zoo heeft thans de regeering in 't Lagerhuis medege deeld, is tot stand gekomen een verdrag, waar.oe beide partijen volgens de overeeu komst zelve zijn „gedreven door den wensch om het status quo en den algemeenen vrede in het Verre Oosten te handhaven." Maar ook minderplatooische overwegingen kornen daarbijmen bedoelt „de handhaving der onafhankelijkheid en der intigriteit van het grondgebied van het Chineesch en het Koreaansche rijk," korter gezegd, men be doeld Rusland. 't Artikel heeft het dan ook al over ag— gressieve daden die China of Korea zouden kunnen bedreigen, en het volgend artikel spreekt zelfs 't woord oorlog uit, waarbij de bondgenoot veplicht zal zijn, de neutraliteit te bewaren en ook bij andere raogenheden te bevorderen. En mocht Rusland dat staat er niet, maar wordt bedoeld hulp krijgen van een anderen staat, dan zulleu Eugeland en Japan te zamen den strijd aanvaarden. Dat is de hoofdzaak en die is kras genoeg. Lansdowne heeft, teer kalmeering van diplomaten die over den stouten aanvallenden toon mochten opvliegen, al een commentaar gepubliceerd, waarin wordt gezegd Het verdrag bedreigt geenszins de tegen- woordigen positie noch de rechtmatige belai.— gen van andere mogendheden. Integendeel, die bepaling volgeus welke een der partijen opgeroeptn kan worden om bestand te ver- leeneu aao de andere, kan slechts iu werking treden, als een der verbondenen „genoopt" is geworden, oorlog te voeren ter verdediging van belangen die „beide" partijen gemeen hebben. Met nog eenige andere voorwaarden. Het is ver boven onze ruimte ook maai te resumeeren, wat de Engelsche pers ervan zegt, of lieverjuieht. De meeste bladen zijn opeens tot de overtuigi g gekomeu, dat Japan een heel hoog beschaafd land isde „YVestmiuster Gaz." alleeD vindt ou voorzichtig voor dit Oostersch volk, dat ten slotte nooit YVestersch sympathie zal kunnen hebbeu, de deur open tezetteu, om grootcu invloed in Europa uit te oefenen, De Duitsche couranten zijn meer bezorgd over de handelsvoordeelen die Engeland door dit bondgenootschap ih 't Oosten zal kunnen behalen. Andere bladen wijzen erop, dat dit bontgenootschap ook op de politiek van Frankrijk invloed zal hebben. Waarschijnlijk zal P.usland aldus de„Reicbsbote" nu naar nog andere bontgenooten op het vaste land gaan omzien. De „Lokalanzeiger* beweert, dat Rusland volkomen verrast moet zijn, maar de „Tllgliche Rundschau" schrijft o. i. juister „Rusland zal welicht zich van den domme houden. Nergens verstaat men de kunst van af te wachten zoo goed als te St. Peters— burg, maar daarom schenkt Rusland zijn vijanden ter gelegener tijd toch niets." Men moet niet vergeten dat markies To, niet alleen le Londen, maar ook te St. Petersburg is geweest. WAALWIJK, 15 Febr. 1902. Onze rijkspolitie en de Carnavalsdagen. Hoewel het niet onze gewoonte is, terug te komen op ingezonden stukken in dit of andere bladen, willen wij voor ditmaal van dezen regel af wijken. We hebben hier 't oog op het ingezonden stuk van den heer Schmitt in 't vorig nummer van ons blad, betreffende de houding der Waal- wijksche brigade met de afgeloopen car- nava'sdagen. Wij doen dit, omdat het hier geldt de publieke veiligheid en orde in onze en omliggende gemeente», voor welker hand having de Waalwijksche maréchaussee en de geraeente-politie is aaogewezen en waarover wij tot dusverre zeker geen redeneu tot klagen hebben. Het gaat in dit stuk over het al niet plicht doen der rijkspolitie. Om 't belang der zaak hebben wij een breedvoerig onderzoek ingesteld, waarvan wij hier een eu ander inededeeleu Do Waalwijksche brigade bestaat feitelijk uit 6 man, 3 maréchaussees eu 8 onder officieren, een maréchaussée is op detaohe- ment. Dus nog 5 bleven over. De wachtmeester eu een der brigadiers waren ongesteld (even als de gemeenteveldwachter.) Óm 't groot te kort werden 2 manschappen aangevraagd en verkregen dus de brigade was in geenen deele versterkt slechts aangevuld en nog niet compleet. Welnu cr waren dus 1 brigadier en 4 man eu 't was carnaval, dus gewoonlijk rumoerige dagen. De brigade Waalwijk heeft als dienstvak 10 gemeenteu. Nu zijn er enkele bij bekend als de lastigste geen wonder dat 't hoofd dier gemeenten surveillance vraagt. Zoo geschiedde het in Kaatsheuvel en Lonnopzand, waar reeds vooruit plannen waren beraamddus 2 manschappen ver trokken naar Loonopzand en 2 naar Kaats heuvel en zooals hieronder zal blijken heb ben zij uitstekende diensten verricht. Dus slechts een was over, die de orde en rust iu onze gemeente moest handhaven eu als men dan weet dat hij des middags en 's avonds talrijke malen, dan hier, dan daar werd geroepen ora op te treden, dan begrijpt men dat ook deze militair zijn handen danig vol had en deze was de dienst doende brigade-commandant. Daar één man toch niet .overal tegelijk kan zijn, vinden wij 't wel eenigszins ver klaarbaar, dat hij niet de gemeente aan haar lot overliet eu naar 't stations-emplacement ging, wetende dat daar verschillende be- ëedigde ambtenaren zijn, die eveneens zoo noodig proces-verbaal kunnen opmaken en dat daar talrijke werklieden zijn, die toch zeker wel uitstekende diensten konden ver richten hij het tegenhouden van de raen- 8chenmassa, om geregelde controle in de hand te werken en baldadigheden te voor komen. Om een denkbeeld te geven dat onte kleine brigade niet heeft stilgezeten en flink opgetreden, laten we hier volgen, w»fc zoo gedurende deze dagen is geschied en waarbij zij betrokken was Behalve het geval met het schieten te v Kaatsheuvel, gem. Loonopzand, (waarbij de orde terstond werd hersteld door de maré- chaussées) omschreven in het nummer van jl. Woensdag, hebben nog dienzelfden avond drie mishandelingen plaats gehad die door het krachtdadig optreden der maréchaussees geen ernstig verloop hadden evenwel moesten de wapenen, zooals twee messen, twee stuk ken van een biljartqueu en een stok worden in beslag genomen. J. S. die met een dicht knipmes een bloedende wond toebracht aan het hoofd van L. v. R. werd eveneens door de raaréchaus- sées achterhaald. L. L. werd een wond op het hoofd toe gebracht, met een «tuk biljartqueu, door A. v. B. Ook deze dader is door de inaréchaussées dien avond opgespoord zoodat

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1902 | | pagina 5