Nummer 20. Zondag: 9 Maart 1902. 25e Jaargang Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. Eerste Blad Ml® VOOR DIK PAPS. ONTWAAKT C1IS1ELIJKE DEMOCRATIE, ASTOOïï t iel en, U i t g b v e n Dit nummer bestaat uit twee bladen. Bekendmakingen. FEUILLETON. Hugh Conway. Dit Blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond. A b o n 11 e ra e n t s pr ij s per 3 maanden f l).~5. Franco per post door liet geheel© rijk t'Ü.OU. Brieveningezonden stukken gelden enz., franco te zenden aan Uitgever. den WAALWIJK. AüVMHi KNTiËN 17 regels f Ü.6U daarhoven cent per regel, grootn letters naar plaatsruimte. Advertentiën Smaal ter plaatsing opgrgsven, worden finaal berekend. Voor plaatsing van een g-oct aantal regels en advertenties bij abonnement worden speciale, zeer voordeelige contracten gesloten. Reclames 15 cent per regel Jubelgiften ter gelegenheid van het 25-jarig Pausschap van Z. H. LEO XIII. Vorige opgaaf. 1 66.25. Tot zekere intentie N. N. f 5. Van twee dienstboden. 0.50 Voor den Paus. 1. Ter eere van den H. Antonius. Op hoop van beterschap. 1. Tusschcutijdsciic keuring van springstieren in 1902. f 73.75. Sticrcnkeuring 1902. INRICHTINGEN, welke gevaar, schade of hinder kunnen veroorzaken. uit het Engelsch II. (Slot) Nadat het „Kanton Oosterhout" enkele zinsneden gereleveerd heeft uit eene brochu re van of bladen druks, onderteekend door Kardinaal B-ampolla en uitgaande van de „Congregatie voor buitengewone kerkelijke aangelegenheden" welke zinsneden, wij kunnen het niet ontkennen, uitstekend in haar beloog passen, tuaar die een heel ver keerden kijk geven op de bedoeliug van genoemd aktestuk gaat het verder „De Christelijk- lemoeraten ontvangen „hier van den Paus en van kardinaal liain- „polla ernstige woorden, nu zij de menschen „willen diets maken, dat, vóór hen, niemand „ooit ernstig de belangen van de werklieden „ter harte genomen heeft en dat zij alléén „de sociale kwestie kunnen oplossen. Wij „zien dan ook menigen christelijken demo craat de heeneu breken op de gladde baan „der sociale politiek." O, waarde confrater, wat draaft ge weer doorMeent u, dat er één gezond chris telijk democraat is, die zoo iets denktdie geringschat of voor minderwaardig aanziet, wat reeds vroeger voor en ten bate der werklieden in 't bizonder en voor de lijden de en strijdende menschheid i n 't algemeen is gedaan Hij zou immers zich zeiven daarmede onrecht aandoen en tevens zijn eigen werk ten doode opschrijven, daar dan toch zijne opvolgers even goed het recht hebben lapwerk te noemen, wat hij nu verricht. Bovendien, wat kardinaal Ram— polla schreef, gold tot gedragslijn voor de christelijke democratie in Italië en kan dus niet zonder meer ook voor onze christelijk- c! emoe raten gelden, hoeveel er ook voor allen uit te. leeren valtdus nog eens zon der meer kan dit alle-* niet ten onzent van toepassing zijn. Do toestanden in Italië zijn immers zoo geheel anders dan hier en elders. Eu nu nog deze ontboezeming van onzen geachtcn collega „Wat beduidt al het marktgeschreeuw „van sommige z.g. volkshelden tegenover de „edelmoedige aalmoezen der gegoede christe nen aan hunne behoeftige medebroeders „geschonken tegenover de godvruchtige ih- „stellingen gesticht voor degenen die versto ken zijn van geestelijke goederen, tegenover „de scholen en gestichten van opvoeding „voor de jeugdtegenover de vele werken „van deugd ter opbeuring van gevallenen „en de vele instellingen tot verbetering van „het zedelijk gehalte en het lot der werk— „lieden. Onder do machtige liefde tot God „en tot den evenaasto, vindt de gsest des „menschen in het Roomsch Katholieke geloof, „het geschikte middel voor elk lijden, brengt „zij hulp en troost in elke beproeving en „sticht het gepaste werk voor elke nieuwe „noodwendigheid." Wij scharen ons onder de eersten, die een eere-saluut brengen aan den Christe lijken Charitas, maar wij vragen weer wat Hebben toch die z.g. marktschreeuwende volkshelden te maken met den Christelijken Charitas Of zijn dat ook al Christelijk— democraten En bovendien, Kanton Ooster hout gebruikt hier een handigen, doch niet eerlijken „coup de plume", die alweer on- nadenkendeu moet verblinden, maar een aandachtigen lezer niet ontgaat. Immers, onze confrater doet het voorkomen, alsof de sociale actie alleeu in 't geven van aal moezen en 't oprichten van vrorue instel lingen zou bestaan Maar hij vergeet dan, dat hulp van den Christelijken Charitas alléén in onzen modernen tijd niet kan haten, dat zou slechts, om met het „Centrum* te spreken, een druppel op gloeiend plaat ijzer zijn. „Neen, er moet komen," en wij zeg gen ook dit het reeds meer genoemde or gaan met volkomen instemming na stoffelijken bijstand laugs den weg van eigen organisatie en onlwikkeling, om zoo te ge raken tot een zekeren rechtstoestand en aan duizenden behoeftige arbeiders een mensch- waardig bestaan te verzekeren." De Paus uoemt immers zelf in zijue jongste encycliek „informatiebureaux voor onwetenden,die men arbeiderssreretariaten roemt; onderlinge kassen van bijstand en van verzekering tegen ongevallen, de werkliedenvereeni- gingen. Zie daar, waarde collegu, wat wij meen den in 't midden te moeten brengen. Wij hadden van zoo'n gedachten wisseling na den Tilburgschen Katholiekendag en na de eminente rede van dr. v. Zinnicq Bergmann niet gedroomd. Het zij echter zoo. Wij hopen u na deze steeds aan onze zijde te zien, om de Christelijke democratie met alle kracht te steunen, te schragen, te propa- gandeeren, opdat èn het oud-liberale Man- chcsterdom cu het daaruit voortgesproten socialisme, zoo niet geheel omgezet zal zijn in eene christelijke sociale volksactie, dan toch minstens geweerd zij uit deze streken, waar de Christelijke democratie zoo heerlijk begint te bloeien en allen ten zegen zal zijn. Zoo zij het M. S. 't Is raak, boor Onlangs sprak Minister Kuyper in de 1ste Kamer het volgende Mijnheer de Voorzitter Bij de algexneene beschouwingen over de Staatsbegroting heeft de heer Rutgers ge zegd, dat wij ons nu niet moeten voorstellen hier ten eeuwigen dage te zullen zitten, wat ook voor mij niet het grootste ideaal ran miju leven zou zijn. Maar nu heeft de heer Alberda van Ekenstein een belofte van liberaliteit gedaan. Hij heeft, Waalwpstüe en Laiigstrantselie Courant een le van t 40, een 2e van f25, en een 3e van f25.- YVaalwijk, 3 Maart 1902. Het Gemeentebestuur voornoemd, K. DE VAN DER SCHUEREN. De Secretaris, F. W. VAN LIEMPT. OVERAL VEKKRIJGB A A R •wp.t —«scnes'VOTWa^MJii ija iiawi««juuii "J"' J"1 Wï 1 Het Gemeentebestuur van Waalwijk maakt be kend,.dat blijkens aanschrijving van Heeren Ge deputeerde Staten van Noord-Brabant van 27 Februari 1902, te Waalwijk tusscbentijdscbc keu- ringeu van springstieren zullen plaats hebben op Donderdag 15 Mei, Maandag 14 Juli en Maandag 15 September aanstaande de9 voormiddag» ten 10 ure, ter plaatse door het Gemeentebestuur aan te wijzen Waalwijk 3 Maart 1902. Het gemeentebestuur voornoemd, K. DE VAN DER SCHUEREN De Secretaris. F. W. VAN LIEMPT. met bijlagen van de Firma P. G Baijens om. ver gunning tol het plaatsen eb in werking brengen van een gasmotor van twee paardekracht ir. een perceel staande alhier kadsstrnal bekend in Sectie C. No. 2162 Op Zaterdag den 15en Maart 1902, des voor middags te elf uren, zal op het gemeentehuis gelegenheid bestaan om bezwaren tegen dit ver zoek in te brengen en deze mondeling en schrif telijk toe te lichten. Zoowel de verzoeker, als zij die bezwaren hebben, kunnen gedurende drie dagen, vóór het bovengemelde tijdstip, op de Secretarie der Ge meente kennis nemen van de ter zake ingekomen schrifturen. Waalwijk, den len Maart 11X12. Burgemeester en Wethouders voorn., De Burgemeester, K. DE VAN DER SCHUEREN. De Secretaris, F. W. VAN LIEMPT. Uitloriug van aaniuocdigingsbijdragen in 1902 Het gemeentebestuur van Waalwijk; Gelet op de aanschrijving van Heeren Gede- Eutaerdc Staten van Noord Brabant van 27 Fe- ruari 1902, maakt bekend dat 3 aanmoedigingsbijdragen op het houden ran springstieren voor het district Waalwijk, waartoe deze gemeente behoort, worden uitge loofd als: liet gemeentebestuur van Waalwijk: Gezien de aanschrijving van Heeren Gedepu teerde Staten van Noord-Brabant van 27 Febru ari 1902, MAAKT BEKEND: dut op Maandag 17 Maart aanstaande te Waal wijk eene keuring van springstieren zal plaats hebben op het marktplein aldaar des voormiddngs om 11 uur. Waalwijk 3 Maart 1902. Het gemeentebestuur voornoemd, K. DE VAN DER SCHUEREN. De Secretaris, F. W. VAN LIEMPT. Burgemeester en Wethouders der Gemeente Waalwijk brengen ter openbare kenni9 dat bij hun besluit van 1 Maart 1902 aan A. H.van llilst en zijne rechtverkrijgenden, vergunning is ver leend tot het oprichten eener paarden9lachter fj op een perceel gelegen alhier aan de le Zeine, kadastraal bekend gemeente Waalwijk Sectie B No. 1384. Waalwijk, den 1 Maart 1902. Burgemeester en Wethouders voornoemd, K. DE VAN DER SCHUEREN. De Secretaris, F. W. VAN LIEMPT. door (13 HOOFDSTUK VIII. Een indringer. „Ja, zij was blijde mij weer te zien I Zij heette mij op hare onzekere, benevelde wijze welkom. Mijne groote vrees, dat zij mij in den korten tijd mijner afwezigheid zoude vergeten hebben, bleek ongegrond. Zij herkende en verwelkomde mij. Mijn arme Pauline Zoo ik den weg kon vinden om deze trage zinnen weder in werking te brengen. Gedurende verscheidene maanden gebeurde er niets belangrijks. Indien Cenori's voorspelling: dat de geest mijner geliefde zich langzamerhand zoude ontwikkelen, waarheid bevatte, dan waren de vorderingen al zeer gering. Nu eens vond ik haar beter en dan wederminder; doch inderdaad was er weinig verandering in haren toestand waar te nemen. Uren achtereeu zit zij in bare gevoelloosheid, lusteloos antwoordende als men het woord tot haar richt; doch gewillig om mij overal heen te volgen en alles te doen wat ik verlang, wanneer ik helaas 1 mijne weuechen uitdruk in woorden, die zij begrijpen kan. Arme Pauline 1 De beroemdste geneeaheeren van Engeland hebben haar gezien en allen verklaren hetzelfde. Zij kan herstellenmaar allen zeggen mij, dat de genezing meer mogelijk zoude worden ge maakt, indien de juiste omstandigheden die den INRICHTINGEN welke gevaar, schade of hinder kunnen veroorzaken. Burgemeester en Wethouders der Gemeente Waalwijk brengen ter openbare kennis dat ter Gemeente-Secretarie ter inzage ligt een verzoek noodlottigen stilstand van haren geest hadden veroorzaakt, bekend gemaakt. Ik betwijfel echter of wij die wel ooit zullen gewaar worden. Want Ceneri heeft taal noch teeken gegeven en evenmin heeft Maeari zijn beloofde inlichting gezondeu. Dezen laatste vrees ik, na zijne laatste woorden meer dan mij lief is. Teresa die misschien eenig licht over de zaak had kuDnen verspreiden is verdwenen. Ik beschuldigde mij van nalatig heid, dat ik den docter niet gevraagd had, waar ik haar zou kunnen vinden; maar ouget *ijleld zou hij geweigerd hebben het mij le zeggen. Zoo gaan de dagen voorbij. Al wat ik doen kan, ia met behulp van Priscilla te zorgen, dat mijn arm vrouwtje zoo gelukkig mogelijk is en te hopen dat tijd en liefderijke verpleging haar eenmaal genezing zal brengen. Zoo gaan in onze stille vreedzame huishouding de dagen en maanden voorbij, tot de winter over is en de geraniums en lelies in de kleine perken voor de huizen der voorstad in bloei staan. Het is gelukkig dat ik een groot minnaar van boeken ben. Zonder die zou het leven inderdaad zeer kleurloos voor mij zijn. Ik heb den moed niet om Pauline alleen te laten en mij het ge noegen van gezelschap te gunnen. Ik breng een groot gedeelte van den dag met lezen en studee ren door, terwijl mijn vrouw zwijgend in de zelfde kamer zit, zoolang ik niet het woord tot haar richt. Het is een groote ontbeering voor mij, dat ik bijna geheel van muziek of zang verstoken ben. Ik kwam al zeer spoedig tot de ontdekking, dat de uitwerking daajvan op Pauline van zeer na- deeligen invloed was. De tonen die mijn gemoed tot rust brachten, schenen haar pijnlijk te treffen an te verontrusten. Daarom wordt de piano alleen geopend, als zij met Priscilla uit is; de muziek boeken liggen ongebruikt Alleen zij die muziek liefhebbers zijn als ik. knonen begrijpen hoe groot deze ontbering voor mij is. Op zekeren morgen toia ik alleen in mijn studeervertrek zat, werd mij gezegd, dat een heer mij wenschtc t« spreken. Hij had zijn noem niet genoemd, doch aan de dienstbode geips» te i#ggen, dat hij uit Clenève kwam. Macari trad de kamer binnen en groetje mij met gehuichelde vriendschap. Ik gevoelde pis bij ingeving, dat hij, niettegensiaande zijn hartelijken hauddrak, niet veel goeds met zijn bezoek op het oog had. Doch, wat stoorde ik mij daaraan I Ik had hein voor mijne doeleinde noodig. Ik beantwoordde zijn groet dus bijna met de zelfde hartelijkheid, verzocht hem plaats te nemen eu schelde om wijn en sigaren. „Gij zint dat ik mijne beloften gehouden heb, Mr. Vaughan/ zeide hij glimlachend. Ja. Ik verwachtte niets anders. Zijt gij leeds lang in Engeland „Slechts een paar dagen.' „Hoe lang blijft gij hier?* „Tot ik weder teruggeroepen word. Het is ons daar ginds zeer slecht gegaan. Ik moet wachten lot de atmosfeer daar wat rustiger is.' Ik wierp een vragenden blik op hem. „Ik dacht dat u mijn werkkring bekend was/ zeide hij. „Ik veronderstel dat gij samenzweerder zijt ik bedoél het woord niet in den beleedigenden zin maar het is het eenige dat ik er voor kan vinden.' „Juist. Samenzweerderhervormer apostel der vrijheid, hoe gij het noemen wilt. «Maar uw vaderland is immers reeds voor eenige jaren vrij verklaard.-' „Maar andere landen zijn niot vrij. Daar werk ik thans voor. Onze arme vriend Cexieri deed hetzelfde maar hij heelt zijn laatste dagwerk verricht.' „Is hij dood vroeg ik verschrikt. „Dood voor ons allen. Ik kan u geen nadere bijzonderheden geven maar eenige weken nadat gij Genève verliet, werd hij te St. Petersburg gevangen genomen. Hij wachtte gedurende vele maauden op zijn vonnis. Naar ik verneem is het thans uitgesmoken.» „YVelnu, wat is er met hem gebeurd „Wat altijd gebeurt, onze arme vriend bevindt zich op dit oogenblik op weg van Siberië, ver oordeeld tot twintig jaar dwangarbeid in de mijnen." Hoewel ik Ceneri geenszins genegen was, hui verde ik toen ik zijn lot vernam. „En gij ontkwaamtP* vroeg ik. „Natuurlijk anders zou ik hier niet zijn eu uw zeer goeden sigaar rooken en uwen uitmun tenden wijn drinken.» De onverschillige wijze waarop hij over het rampzalig lot van zijn vriend sprak, walgde mij. Indien mij het afgrijselijk scheen te moeten denken dat de man slaven arbeid verrichtte in de mijnen van Siberië, wat moest het dan niet zijn voor zijn mede-samenzweerder? „En nu, Mr. Vaughan/ zeide hij: „zal ik met uw verlof tot onze aangelegenheden overgaan. Ik vrees dat ik u verbazen zal.' „Laat mij hooren wat gij te zeggen hebt.' „Vóór alles moet ik u vragen wat Ceneri u omtrent mij heeft medegedeeld?* „Niets dan uw naam.' „Niets omtrent mijne familie? Deelde hij u evenmin mijn waren naam mede nis den zijne? Zeide hij u niet dat die March is en dat Pauline en ik broeder -,n zusier zijn?' Ik was verbaasd over deze bewering. In ver band met de verklaring van den doctor, dat deze roan Pauline beminde, geloofde ik hem geen oogenblik, maar, omdat ik het beter achtte hem geheel te laten uitspreken, antwoordde ik een voudig Neen, dat deed hij Diet.' „Zeer goed; welnu, dan zal ik mijne ge schiedenis zoo kort mogelijk verhalen. Ik ben in het buitenland onder verscheiden nomen bekend, maar mijn ware naam is Anthony March. Mijn en Pauline's vader was met Ceneri's zuster ge huwd. Hij stierf op jeugdigen leeftijd en ver maakte zijn gaDeche vermogen aan zijne vrouw. Eenigen tijd daarna kwam ook zij te sterven en stelde op haar beurt het gansch vermogen in handen van mijn oom, als eenige voogd over mij en mijne zuster. Het is u bekend, wat er met dat geld gebeurde, Mr. Vaughan?' «Dr. Ceneri heeft het mij medegedeeld/ ant woordde ik, ondanks mij zelf onder don indruk gerakende van de nauwkeurige wijze, waarop hij de feiten toelichtte. „Ja; het werd besteed voor Italië. Er worden vele roodrokken van onderhouder, en menig trouw Italiaan van gewapend. Unze geheele fortuin werd door oozeu voogd gebruikt .Ik heb hem er Dimmer om veracht. Toen ik wist waar het gebleven was^schonk ik hem volgaarne ver giffenis. „Laat ons daar don niet meer over spreken.' „Ik beschouw het uit een gehetl ander oogpunt Victor Emanuel's regeering staat nu op hechten grondslag. Italië is vrij en zal elk jaar in rijkdom toenemen. Welnu, Mr. Vaughan, ziehier mijn idee ik geloof dat, wanneer de Koning met deze aangelegenheid iu kennis zou worden ge steld, er wel bet een of ander voor one gedaan zoude worden. Gij bezit ongetwijfeld vrienden in Engeland, die u met Victor Emanuel in verbinding stellen. Ik heb vele vrienden in Italië. Garibaldi zou bijvoorbeeld volgaarne kwijting geven voor het bedrag, dat Dr. Ceneri bem verschaft heeft.' „Maar ik bezit geld genoeg/ zeide ik. „Ja, maar ik niet,, antwoordde hij met een gulleu lach, „ik vermeen, dat gij, in het belang uwer vrouw verplicht zijt in deze met mij saam tc werken. „Ik heb tijd noodig om de zaak te overwegen/ „Zeker; ik len niet gehaast. Inmiddels zal ik mijne papieren en het request in orde brengen. En nu. mag ik mijne zuster zien „Indien gij wachten wilt, zij zal wel spoedig t huD komin ig „Is zij beter, Mr. Vaughan? Ik schudde droevig met mijn hootd. „Arm meisje! Dan vrees ik dat ze mij niet zal herkennen. Wij zijn slechts zelden in elkandeis gezelschap geweest Bedert onze kindsheid. Het „preekt van zelf. 'lat ik veel ouder ben dat zij en ik heb mij sedert mijn achttiende jaar met niets bezig gehouden dan samenzwering en strijd. Onder zulke oiuotandigUeden worden de familie banden vergeten.' Ik was er nog verre af, 9111 cenig vertrouwen in deu man te stellen bovendien waren zijn vroegere woorden te veel in strijd met zijn tegeuT-, woordige. „Mr. Macari/ zeide ik. „Met uw welnemen, March is mijn naam.' „Welnu dan; Mr. March, thans moet ik ver zoeken mij de bizonderhoden te willen mede deelen 'omtrent dien schok, die myn vrouw van haro rede beroofde.' Zijn gelaat mm een ernstige uitdrukking aan. „Dat kan ik nu niet doen." zeide hij „later zal ik u volledige opheldering geven.' „Dan zult gij tenminste uw woorden verklaren die gij mij bij uw laatste afscheid te Gevène toe- votgde (Wordt vervolgd.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1902 | | pagina 1