J
1
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
ONTWAAKT
Bericht aan onze Abonné's
ANTOON T IE L E
Boeken voor de Jeugd.
Bekendmakingen.
FEUILLETON.
Hugh Conway.
Dit Blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond
A b o n n'e m e 111 s p r ij s por 8 maanden f ü."5.
Franco per post door het geheele rijk f Ü.9U.
Brieveningezonden stukken gelden enz., franco te zenden aan den
Uitgever.
U I T G E V E R
WAALWIJK.
Vaststelling der Kiezerslijsten.
uit het Engelsch
De uitgever verheugt zich, den abonné's
op dit blad iets bijzonders te kunnen aan
bieden.
De volgende week komt n.l. eene serie van:
10 NIEUWE
PRENTBRIEFKAARTEN
van den Oorlog in Zuid—Afrika
gereed.
Deze kaarten stellen voor
1. Portret van de la Rcy, (die lord
Methuen gevangen nam
2. Nieuwste Portret van De Wet.
3. Handen opEen detachement Engel—
schen geeft zich over aan de Boeren.
4. Voor de derde maal gekleed
5. Brug over de Vet Rivier, door de
Boeren vernield.
9. Een groep Transvaalsehe Boeren.
10. Doorbraak van De Wet door de blok-
huizenlinie.
De uitvoering op zwaar kunstdruk carton,
is bepaald keurig en de voorste Hingen tee-
keneu de ongeluksbericliten der Engelsche
troepen, zeer geestig af.
De complete serie kost slechts 50 cent.
Men zende zijne bestelling ten spoedigste
aan het bureau of geve deze aan den rond-
brenger mede.
Aan ons bureau proeven te be
zichtigen.
Over Dr. Schaepman.
Wij lezen in een artikel „Van Dag tot
Pag*, Handelsblad
„Met een introductie van mijn vriend
dr. Schaepman kwam oulangs een Franseh-
man mij buiten opzoeken. Hij begon met
de opmerking hoe het hem trof, dat bij
ons te lande de partijstrijd tusschen cleri-
caal en anti-clericaal zoo weinig fel is, dat
er een hartelijke verhouding bestaan kan
tusschen mannen uit verschillende kampen.
„En ik antwoordde hem dat niemand
zoo krachtig had medegewerkt om dit mo
gelijk te maken als in vroegere jaren Al-
berdingk Thijni, die de hartelijkste vriend
schap toonde aan menig jonge liberaal en
als dr. Schaepman in onze dagen, die
terwijl hij onwrikbaar zijn eigen o/ertuigiiig
handhaaft begrijptwaardeert, erkent
wat in andere kampen gedacht, gevoeld en
gewerkt wordt voor het vaderland en voor
wat opheffend en veredelend kan werken.
„Opnieuw werd ik door de breede libe
raliteit vau dezen katholieken priester ge
troffen bij het lezen van zijn laatste
„Chronica over Staatkunde en Letteren/
een op ongeregelde tijden verschijnend ge
schrift, oorspronkelijk en frisch, dat mij
altijd een aangenaam halfuur bezorgt als
het binnenkomt, onverschillig of ik het
eens ben met de schrijver of niet.
„Maar wat Schaepman schrijft dwingt
altijd tol denken, dikwijls tot glimlachen,
en soms strekt zich onwillekeurig mijn hand
uit om die van deu vriend te drukken, als
woordeu rechtstreeks uit het hart ontweid
Advkrtentiën 17 regels t U.OU; daarboven 8 cent per regel, groote
letters naar plaatsruimte. Advertentiën 3maal ter plaatsing opgegeven,
worden 2 ui aal berekend. Voor plaatsing van een groet aantal regels en
advertenties bij abonnement worden speciale, zeer voordeelige contracten
gesloten. Reclames 15 cent per regel
in de „Chronica" voorkomen.
„Schaepman is boven alles redenaar. Hij
schrijft het levendig beeldend proza van den
orateur. Men hoort hem spreken als men
hem kent en leest wat hij schrijft."
De schrijver citeert dan hetgeen in het
laatste nummer der „Chronica" gezegd
werd omtrent den gestorven Staatsman
Franseu van de Putte, van wien dr. Schaep
man o. a. getuigde
„Velen hebben hem gehaat, meerderen
hebben hem vereerd en liefgehad. Maar
haat en liefde zullen te samen getuigen
van de kracht zijner persoonlijkheid en de
macht zijner liefde tot het vaderland."
Het „Hbl." voegt hieraan toe
„Deze laatste woorden kunnen ook eens
gesproken worden door hen, die iu later
tijd Schaepman zulleu herdenken.
„Een groot, echt Nederlandsche persoon
lijkheid, een voorbeeld gevende aan allen
die jong zijn van krachtige overtuiging cn
machtige vauerlandsliefdc."
Men verzoekt ons opname van 't vol
gende
„Jantje, kom even bij moe Jantje werd
geroepen, twee-, driemaal, maar Jantje
kwam niet. Was hij afkeerig van zijn moe
en niet gezind te gehoorzamen In geenen
dééle, hij is dol op haar, maar hij hoorde
't eeDvoudig niet en kwam derhalve ook
niet. Jantje zat te lezen en was zóó ver
diept in zijn lectuur dat hij der wereld af
gestorven was. 't Is verwonderlijk te zien
hoe innig een jongen en ook een meisje,
kan omgaan met de personen uit dc boeken,
hoe ze met deze leven, er mee naar bed
gaan en opstaan, vroeg opstaan zelfs, om
toch vóór schooltijd nog wat te genieten
en 's avonds tegenstribbelen als 't bedklokje
slaat, omdat 't nu net zoo aaardig en 't hoofd
stuk nog niet uit is.
Ja boeken zijn voor de jeugd een genot
en wat is onze tijd goed voor zeWat
waren in onze jeugd de boeken saai en
dor en alle met het oogmerk geschreven
om knap en braaf te worden Hoe onoog
lijk ook, in vergelijking met de kunst
juweeltjes, die drukkers en binders tegen
woordig afleveren Eu dan de prijzen
Men kan nu een handvol mooi ingebonden
kinderwerkjes bekomen voor 't geld dat
vroeger een in linnen of leer gebonden boek
kostte, 't fa dan ook in onze dagen geen
zeldzaamheid kinderen in 't bezit te zien
van een heele bibliotheek terwijl hun ouders
in hun jeugd al dankbaar waren als ze een
a twee boekjes in eigendom bezaten.
Over kinderlectuur is reeds heel wat
geschreven cn ze wordt voortdurend aan
een strenge kritiek onderworpen.
Ilet Ned. Onderwijzers-Genootschap heeft
uit zijn midden een vaste commissie be
noemd, die voortdurend de vruchten dor pers
proeft en oordeelt en van tijd tot tijd ver
slag doet van haar bevindingen. Vooral
wordt het oog gehouden op vertalingeu. 't
Is verleidelijk voor een uitgever, bij de groote
vraag naar kinderlectuur, op goedkoope
wijze aan een boek te komen en dan woidt
in den regel meer gelet op 't uiterlijk dan
op inwendige en daarop toch komt 't in de
eerste plaats aan.
't Schijnt heel gemakkelijk een boek voor
jongens en meisjes te schrijven men llanst
maar wat bij mekaar van een ondeugd en
vertelt eenige van zijn streken, plaatst daar
naast eenige zoete kinderen om een voor
beeld te geven en zorgt dat door dit voor
beeld de ondeugd op 't goede pad terug
gebracht wordt. Eenvoudig, niet waar?
Dat hebben ook vele schrijvers gedacht,
wier mooi ingebonden producten thans op
de zolders ondoc stof liggen, omdat de jeugd
er niet van gediend is.
Weet ge, de jeugd zelf is de beste be-
oordeelaar van xjjn eigen lectuur. Met
dien verstande dat wij ouders in de eerste
plaats zorgen dat geen boeken, welke naar
ons rijp oordcel opgepast zijn hun in handen
gegeven worden. Ongepast zijn werken, die
voor volwi sseneu geschreven zijn. En daar
zij men tegenwoordig vooral mee op zijn
hoede. Voor eens en altijd hebben we onze
kinderen verboden de romans, welke van
het leesgezelschap komen, te gaan lezen
voor we zelf ze onderzocht hebben. Er is
onder de grootc-menschen-romans van dezen
tijd groot gevaar voor jonge menschcn.
Men zij op zijn hoede
Ongepast zijn verder ook die verhalen,
waarin allerlei onmogelijke en dolle toe
standen óeschreven worden, die van de
verbeelding dor jeugd te groote inspanning
vergen en deze ziekelijk en overspannen
maakt. Daartoe behooren de geschriften van
Cooper en eenige van Marryat.
Onze Nederlandsche schrijvers weten die
klippen goed te ontzeilen en hun werk kan
gerust in handen der jeugd gegeven worden.
Waalwuksclie en
Courant,
Het komt herhaaldelijk voor dat Nederlandsche
werklieden door berichten in de nieuwsbladen
of door daartoe uitgezonden agenten, soms met
verstrekking van reisgeld voor de heenreis naar
Duitschland worden gelokt ten behoeve van
industriëele ondernemingen, terwijl bij aankomst
ter plaatse blijkt, dat zij niet gebruikt kunnen
worden. Het is daarom geraden, dat die werk
lieden, alvorens op zulke berichten af te gaan,
öf «elf óf door tusschenkorast van den Burge
meester hunner woonplaats zich wenden tot den
Nederlandschen consul in de streek waar die
ondernemingen gevestigd zijn, om inlichtingen
omtrent vooruitzichten tot het bekomen van
werk, loonen en huurprijzen der woningen,
aldaar.
üp uitnoodiging van den Minister van Binnen-
lundsche Zaken wordt de aandacht van belang
hebbenden hierop gevestigd.
Waalwijk, den 28 Maart 1902.
De Burgemeester,
K. DE VAN*DER SCHUEREN.
Burgemeester en Wethouders van Waalwijk
maken bekend, dat de op heden door iien vast
gestelde kiezerslijst voor het dienstjaar 1902/1903
benevens de alphabetische lijsten der namen en
voornamen van hen, die van de kiezerslijst zijn
afgevoerd en van hen, die daarop zijn gebracht,
van den 23en Maart tot en met den 21en April
aanstaande, op de secretarie dezer gemeente voor
een ieder ter inzage zijn nedergelegd, eu, tegen
betaling der kosten, in afschrift ot afdruk ver
krijgbaar zijn gesteld.
Tol en met den 15en April a.s. is een ieder
bevoegd bij het gemeente-bostuur vei betering van
de genoemde kiezerslijst te vragen, op grond,
dat hij zelf of een ander in strijd met de wet,
daarop voorkomt, niet voorkomt of niet behoor
lijk voorkomt.
Het verzoekschrift kan op ongczcgeld papier
worden gesteld.
Waalwijk, 22 Maart 1902.
Burgemeester en Wethouders voorn.,
De Burgemeester,
K. DE VAN DER SCHUEREN.
De Secretaris,
F. W. VAN LlEMPT.
INRICHTINGEN
welke gevaar, schade of hinder kunnen
veroorzaken.
Burgemeester en Wethouders der Gemeente
Waalwijk brengen ter openbare kennis dat ter
Gemeente-Secretarie ter inzage ligt een verzoek
met bijlagen van de wed. J. van der Sanden,
wonende alhier, om vergunning tot het oprichten
eeuer runds- en varkensslachterij, in een perceel
staande te Waalwijk, kadastraal bekend in Sectie
B. No. 966.
Op Zaterdag den öen April 1902, des voor
middags te elf uren, zal op het gemeentehuis
gelegenheid bestaan om bezwaren tegen dit ver
zoek in te brengen en deze mondeling en schrif
telijk toe te lichten.
door
20).
Ik keerde naar mijn hotel terug er. bracht de
volgende dagen zoo goed mogelijk door. Onder
fewone omstandigheden zou mij dit niet moei-
ijk zijn gevallen. St. Petersburg was een der
plaatsen, die ik altijd gewenscht bad te zien.
Alles was er nieuw en vreemd voor mij, en de
levenswijze waard om bestudeerd te worden
maar ik stelde weinig belang in hetgeen ik zag.
Ik verlangde niets dan mijn vervolging vau
Ceneri voort te zetten.
Ik was echter niet zoo dwaas om dei gezant
te overhaasten, en hem lastig te vallen. Daar
ik geloofde dat hij alles zou doen wat in zijn
vermogen was, wachtte ik geduldig tot ik ein
delijk een brief ontving, waarin ik bij de Am
bassade ontboden werd. Lord Q ontving mij
zeer vriendelijk.
Alles is in orde*, zeide hijgij zult naar
Siberië gaai met een autorisatie, die zelfs de
onwetendste zeeman of soldaat zal herkennen.
Het spreekt van zelf dat ik mijn eer verpand
heb, dat gij in geen enkel opzicht tot een ont
snapping van den balling zult medewerken,
dat uwe zaak geheel van persoonlijke aard is.*
Ik betuigde hem mijn dank en vroeg om na
dere instructies.
Vóór alles,» zeide hij »zult gij u ten paleize
moeten vervoegen. De Czaar wenscht den ex
centrieken Erigelschman te zien, die zulk een
lange reis wenscht te ondernemen, om een paar
Zoowel de verzoeker, als zij die bezwaren
hebben, kunnen gedurende drie dagen, vóór het
bovengemelde tijdstip, op de Secretarie der Ge
meente kennis nemen van de ter zake ingekomen
schrifturen.
Waalwijk, den 22 Maart 1902.
Burgemeester en Wethouders voorn.,
De Burgemeester,
K. DE VAN DER SCHUEREN.
De Secretaris,
F. W. VAN LlEMPT.
D- Burgemeester der gemeente Waalwijk maakt
bek" '1, dit blijkens kennisgeving van de Pro
vinciale Comoii' voor de ondersteuning van
Rijkswege van de veefokkerij, op 24 April 1902,
voor het district Waalwijk, waaartoe ook deze
gemeente behoort, eene keuring van stieren zal
plaats hebben en wel van
a. eenjarige stieren, waaronder zijn te v rstaan
stieren, die de melktanden nog bezitten en vol
doende ontwikkeld zijn
b. stieren met breede tanden, en
c. stieren, behoorende aan veefokrereenigingen.
De voormelde keuring wordt gehouden te
Waalwijk op de markt en vangt aan des voor
middags om elf uur, terwijl de aangifte van de
dieren, waarmede men aan de keuring wenscht
deel te nemen, moet plaats hebben op het keu
ringsterrein, één uur voor den aanvang der
keuring.
Voor het district Waalwijk i9 uitgeloofd eene
bijdrage van f120, en eene van f100.
Nadere inlichtingen worden ter Secretarie
verstrekt.
Waalwijk, den 10 Maart 1902.
De Burgemeester voornoemd,
K. DE VAN DER SCHUEREN.
De Secretaris,
F. W. VAN LlEMPT.
vragen te doen.'
Ik zou zeer gaarne voor deze eer bedankt
hebben, maar daar er geen kans bestond er aan
te ontkomen, schepte ik moed en nam mij voor
den Alleenheerscher zeer goed mogelijk te woord
staan. Het rijtuig van den ambassadenr stond
voor de deur, en in eenige minuten reden wij
naar het Keizerlijk Paleis.
Ik heb nog een onbestemde herinnering van
reusachtige schildwachten, schitterende oflicieren,
ernstig uitziende lakeien en andere dienaren
prachtige trappen en zalen schilderijen, beelden,
tapijten en vergulde meubels.
Mijn geleider volgende, trad ik een groot ver
trek binnen, waar op den achtergrond een slank
man stond, met edel voorkomen en in militaire
uniformen ik begreep dat ik mij in tegen
woordigheid bevond van hem, die met een en
kelen hoofdknik millioenen zijner medemenschen
kon vernietigen, den keizer aller Ptussen,
Den machtigen Czaar Alexander II, den souve-
rein wiens regeering zich uitstrekte zoowel over
de hoogste beschaving van Europa als het laagste
barbarisme van Azië.
Toen twee jaren later het bericht van zijn
gewelddadigen dood Engeland bereikte, bedacht
ik hem zooals ik hem dien dag voor mij zag,
in den bloei zijner jaren, zeer lang, indrukwek
kend ea vol majesteit, een man wiens aan
blik iemand goed deed, van top tot teen een
Alleenheerscher, een schitterend despoot, hoogst
vriendelijk- en toenaderend. Zijn voorkomen
sette mij zoo veel mogelijk op mijn gemak
toen lord Q mij voorstelde, en na een diepe
buiging gemaakt te hebben, wachtte ik de be
velen van den Czaar. Hij blikte eenige oogen
blikken op mij neder. Daarop sprak hij mij
in onberispelijk Frausch toe.
•Naar men mij gezegd heeft, wenscht gij
Siberië te bezoeken."
•Met genadig verlof van Uwe Majesteit.»
«Om een staatkundig gevamgene te zien. Is
dat xoo
Ik maakte een toestemmende buiging.
,Het is wel een lange reis voor zulk een
doel.»
Mijn levensgeluk hangt van deze reis af, Uwe
Majesteit.'
,Een persoonlijk belang, zoo.als ik van lord
Q vernam." Dit laatste zeide hij Ojp zeer bepaal-
6. Voor den Slag.
7. Na den Slag.
8. President Stcijn met zijn lijfwacht.
den toon. Ik haastte mij dan ook hem te ver
zekeren, dat het onderhoud dat ik met den
misdadiger wenschte te hebben, volstrekt alleen
mijn belang betrof.'
Is bij een geliefde vriend van u P»
•Eerder een vijand, Uwe Majesteit; maar hei
geluk van mij en dat mijner vrouw staat op het
spel.'
Hij glimlachte om deze verklaring. ,Gij
Eugelschen zijt goed voor uwe vrouwen. Zeer
braaf, Mr. Vaughan het zij dan zooals gij ver
langt. De Minister van Binnenlandsche zaken
zal u van de volledigste reispasseu en autorisa
ties voorzien. Bon voyage.'
Na onderdauigst verzocht te hebben dat zijn
bevel daartoe spoedig gegeven en uitgevoerd
mocht worden, verliet ik onder de vereischte
plichtplegingen het paleis.
Na verloop van drie dagen ontving ik de
beloofde documenten. Het paspoort gaf mij het
recht ort, iudieu ik het noodig oordeelde, te
reizen tot het einde van 's Keizers Aziatische
do.neinen en was in zulke bewoordingen vervat,
dat het de noodzakelijkheid uitsloot om in elk
nieuw gouvernement een ander paspoort te
moeten nemen. Eerst later ondervond ik, welke
groote gunst mij door dit stuk papier bewezen
was, eu hoeveel last en tijdverlies het mij be
spaarde. De weinige woorden, in een voor oiij
onverstaanbare taal geschreven, geleken een
toover-formulier, waarvan niemand, noe hoo^
geplaatst hij ook was, de kracht durfde te weer
staan. Maar nu ik mij op reis mocht begeven,
ree9 de vraagwaarheen moest ik gaan Om dit
vast te stellen werd ik bij een der hoofden van
de politie geïntroduceerd. Hem deelde ik mijn
geval mede. Ik beschreef hem Ceaeri, gaf hem
den lijd aan waarop hij gevonnist was geworden,
en verzocht hem om inlichting omtrent d<- ge
schikte middelen om hein en zijn verbannings
oord te vinden. Ik werd zeer beleefd behandeld.
De identiteit vau Ceneri werd onmiddellijk vast
gesteld, eu mij zijn ware naam en geht ime
geschiedenis medegedeeld. Ik herkende dien
naam terstond.
Het is onnoodig dien openbaar te maken. Er
zijn vele lieden in Europa, die aan die onbaat
zuchtigheid en de edele bedoelingen van den
balling gelooven, cn die hem als een murtelaar
beklagen. Waarom zoude ik dan zijne volge-
linge» verontrusten door de geheimen zijns
levens te openbaren? Laat hem dus, wat mij
betreft, tot het einde toe dr. Ceneri blijven.
Ik vernam vau den weiwillenden chef der
Russischen politie dat Ceneri, eenige weken
nadat ik hem te Genève gezien had, te St.
Petersburg gearresteerd was. Een geheime sa
menzwering tegen het leven van den Czaar en
verscheiden leden der Regeering was door een
der verbondeuen verraden geworden. De politic
die van alles op de hoogte was, had gewacht
tot het plan tot rijpheid was gekomen, en had
toen de samenzweerders gevat. .Slechts een
hunner ontsnapte, en Ceneri werd als hoofdleider
met het zwaard gestraft. Hij immers had zieh
over het Russisch despotisme niet te beklagen
muar hoewel hij zich Italiaan noemde, was hij
een volkomen cosmopoliet. Een der rustelooze
geesten, die eiken regeeringsvorm, behalve deu
republikeiDSchen, wilden omverwerpen. Hij had
alles voor de vrijheid van Italië opgeofferd
doch had zich met woede tegen Garibaldi gekeerd,
toen hij zag dat Italië een koninkrijk, en niet
de Republiek zijner droomen zou wordeu. In
den laatsten tijd had hij zijne aandacht op Rus
land gevestigd, en daar was, doordien de samen
zwering waarin hij zich gemengd had, verraden
was geworden, volgens menschel ij ke gedachten,
zijne loopbaan geëindigd. Nadat hij verscheiden
maanden in dc vesting van St. Peter en Paul
had doorgebracht, werd hij tot twintigjarigen
dwangarbeid in Siberië veroordeeld. Voor eenige
maanden geleden was hij naar de plaats zijner
bestemming overgebracht.
Waar was hij nu? Dat kon men mij niet met
zekerheid zeggen. Hij kon iu de goud-wassche-
rijen van Kara, bij de zoutwerken van Irikutsk,
te Troitsk, te Nertschinsk zijn. Alle ballingen
werden eerst naar Tobolsk gezonden, dat een
soort algemeen punt van eaioenkoimt wa9 van
daar werden zij, naar hel goedvinden van den
gouverneur-generaal, naar de verschilleude plaat
sen vervoerd en hunne werkzuuiuheden bepaald.
Nadat ik alle mogelijke inlichtingen verkregen
had, voltooide ik de toebereidselen voor mijn
reis, die ik op den volgenden dag bepaalde eene
reis die eeuige duizenden mijlen korter of langer
zou kunnen zijn, naar gelang van de streek
waarheen men den ellendigen Ceneri .gebannen
bad.
Voor mijn vertrek ontving ik een brief van
Priscilla. Daaruit vernam ik dat Pauline zich
wel bevond, dut zij cr in toestemde om met
Priscilla te blijven samenwonen tot dat haar
nabestaande of vriend zon lerugkeeren. ,Maar
Mister Gilbert", zoo luidde de brief verder
het spijt mij te moeten «eggen dat ik geloof
dat zij van tijd tot tijd niet wel bij het hoofd
is. De arme lady spreekt gestadig over een
verschrikkelijke misdaad; maar zij zegt dat zij
wil wachteu om er het gerecht ran in kennis
te stellen, omdat iemand, dien zij gedurende
hare ziekte in hare droomen heeft gezien, vnor
haar werkzaam is. Zij weet wel niet wie dat
is, maar het is een persoon die de geheele ge
schiedenis kent.
Deze medededeeling bemoedigde mij ten zeerste
omdat ik er uit begreep, dat het verleden voor
haar geest begon op te doemen. Ilet slot van
Priscilla's schrij«en vervulde mijn hart met
blijde hoop.
jHedcn namiddag, Mistrr Gilbert, scheen zij
voor de eerste maal tot dr: ontdekking te komen,
dat zij een trouwring auu haren vinger had. Zij
vroeg mij hoe die daar kwam. Ik antwoordde
dat ik dat niet zeggen kon. Daarop zat zij uren
achtereen in gedachten verdiept, terwijl zij den
ring onophoudelijk om haren vinger draaide.
Ik vroeg haar ten laatste waarover zij dacht.
Ik tracht mijn droomen te herinneren,' ant
woordde zij met den u wel bekenden lieven,
kalmen glimlach. Ik kon mij bijna niet weer
houden om de dierbare jonge luriy te zeggen
dat zfj de wettige vrouw van mijn meester is.
Ik vreesde dat zij den ring zou verwijderen,
maar God dunk, dat deed zij niet
Ja, zeker, God dank! Toer. ik Priscilla's brief
gelezen had, stond ik op het punt zoo spoedig
mogelijk naar huis tot mijn beminde vrouw
terug te keereD. Ik overwon echter mijn ver
langen. .Pauline!' riep ik .mijn dierbare vrouw
wij zullen elkander volkomen gelukkig weder-
«ien.»
Den volgenden dag ving ik mijn reis naar
Siberië aan.
Wordt vervolgd.)