Nummer 30. Zondag 13 April 1902. 25e Jaargang. Tweede Blad. Bericht aan onze Abonné's De moed vao dandy d'Arcy. Oe Zuid-Afiikaansche öoilog Bekendmaking. t MENGELWERK. BUITENLAND. België. UITVOERINGEN. WAALWIJK. ONGEVALLENWET Jacht- en vischakten. PRENTBRIEFKAARTEN Aan ons bureau proeven te be zichtigen. hij- Revolutionnaire Beweging in België. Concert te geven door de Liedertafel „Oefening en Vermaak" in de zaal Musis Sacrum op Zondag 13 April a. s des avonds 77° uur- LOONOPZANI). Concert ie geven door de Liedertafel „Echo der Duinen," op Zondag 13 April 1902, in de zaal bij den Heer Th. Pijnen burg. Aanv; ng 's avonds 7 ure. (Zie programma's.) KAATSHEUVEL Laatste Winterconcert te geven door 't muziekgezelschap „Euphonia" Kaatsheuvel, op Zondag 13 April 1902. Aanvang 7 ure namiddags. (Zie programma's (Formulier van aangifte, bedoeld in Art. 34 der Wet.) Het bestuur der rijksverzekeringsbank maakt bekend, dat allen die een of meer personen in dienst bebben voor de uitoefening van een ver zekeringsplichtig bedrijf, daarvan aangifte behoo- ren le doen, bij een formulier, dat van 10 April 0. k. verkrijgbaar is aan alle posikatnoren, bij en hulppostkantoren, en dnt, na iu tweevoud in gevuld en onderteekend te zijn, aldaar weder moet ingeleverd worden Da 15 April en vóór Juni e. k. tegen bewijs van ontvangst. De kantoren zijn tot dit doel geopend op alle werkdagen op de gewone kantooruren, doch niet na 3 uur (Amst. tijd.) Verzekeringsplichtig zijn I. Alle bedrijven, waarin ten behoeve van het bedrijf eenig krachtwerktuig (stoomwerktuig, gas-, petroleum-, benzlneheete lucht-, water-, electroiDOter, wind-, water- of door dieren gedre ven molen enz wordt gebruikt, of waarin toe stellen gebezigd worden, die sloom of gassen onder druk bevatten, als nader omschreven in het Koninklijk Besluit van 12 December 1901 (Stbl. No. 266.) Uitgezonderd zijn de bedrijven van landbouw, veehouderij, tuinbouw en boschbouw, de schip perij en visscherij buiten de rivieren en binnen wateren, die in geen geval verzekeringsplichtig zijn. II. De navolgende bedrijven, ook wanneer daurin geen krachtwerktuig wordt gebezigd lo. de meeste bedrijven van fabrieks- en hand- werksnijverheid, de bouwbedrijven en aauver- wnnte vakken daaronder begrepen. Uitgezonderd zijn in hoofdzaak handweverijen, confectiebedrijven, hoedeumakerijeu, vervaardi ging van vrouwelijke handwerken, schoenmake rijen en inrichtingen voor stroobewerking, deze beide voor zoover die alleen met gereedschappen en niet met werktuigen worden uitgeoefend, si- f&renmakerijen, kaasmakerijeu, die geen stoom- etel gebruiken en boterfabrieken, die zonder centrifuges werken, bakkerijen, wasch- en strijk- inrichtingendeze alle slechts dan als zij ten behoeve van het bedrijf geen krachtwerktuig bezigen 2o. de bedrijven van schippers, die uitsluitend de rivieren en binnenwateren bevaren, de Zuider zee en de Wadden daaronder begrepen, ook als zij geregeld van het buitenland komen of naar het buitenland gaan, het veerschippersbedrijf, en de visscherij ep de rivieren en binnenwateren, de Zuiderzee en de Wadden daaronder begrepen. Uitgezonderd is het schippersbedrijf, als het uitgeoefend wordt met één schip van niet grooter inhoud dan 60 M3., geen stoom- of motorboot zijnde 3o. de bedrijven van vervoer van personen en goederen, rijpaarden- en ballastondernemin- gen daaronder begrepen, het laden en lossen, stapelen, wegen, meten en wegbergen van goede ren, het bergen van schepen en lodingen, hot expioiteeren van droogdokken en het bedienen van sluizen en beweegbare bruggen 40. de bedrijven van straat-en gevelreiniging, van weghalen van asch of vuil, van mestberei- ding, het lompensorteerdersbedrijf, het lantaarn opstekers-, het schoorsteenvegers- en brandweer- bedrijf 5o. het verversbedrijf, het ontginnen van mijnen en groeven, het delven van ijzererts, grint of keien, het expioiteeren van abattoirs en het slachtersbedrijf, het vischdrogers-, vi3chrookers- en vischzoutersbebrijf en het gistpakkersbedrijf 60. het apothekersbedrijf, het bedrijf uitge oefend in laboratoria, ook ten dienste van het onderwijs, en verder alle bedrijven, waarin ont plofbare of vluchtig licht ontbrandbare stoffen, of wel stoffen, welker dampen met lucht ver mengd ontplofbare mengsels opleveren,als opge somd worden in het Koninklijk Besluit van 5 Februari 1902 (Stbl .No. 22), vervaardigd, bewaard, vervoerd of ten behoeve van het bedrijf gewoon lijk in grooter dan daai aangegeven hoeveelheid, gebruikt of verwerkt worden, alsmede de handel in zoodanige stoffen als de handelaar ze gewoon lijk in grooter dan daar aangegeven hoeveelheid in voorraad heeft. Bij de bovenvermelde aangifte-formulieren wordt verstrekt een bijlage, bevattende een meer uitgewerkte lijst van de verzekeringsplichtige bedrijven, benevens den tekst der Koninklijke Besluiten onder I en II No. 6 bedoeld. Wie in onzekerheid verkeert of zijn bedrijf verzekeringsplichtig is, wordt in zijn belang aan gemaand toch de lormulieren in te vullen en in te leveren, op welke hij de gronden voor zijn twijfel kan vermelden. Het Bestuur der Rijks verzekeringsbank zendt hem bericht, indien is ebleken, dat het bedrijf inderdaid niet verze keringsplichtig is. Wie de aangifte van een ver zekeringsplichtig bedrijf verzuimt, is strafbaar volgens de wet. Te beginnen met het tijdstip, waarop art. 1 der Ongevallenwet 1901 zal worden ingevoerd en dus de verzekering der werklieden tegen bedrijfson- gevallen, een aanvang zal nemen van welk tijd stip nader aankondiging zal geschieden, zijn de werkgevers verplicht loonlijsten aan te houden eu aangifte te doen van ongevallen, een en ander volgens nader vast te stellen formulieren. Amsterdam, 5 April 1902. Het Bestuur der Rijksverzekeringsbank. De Burgemeester der Gemeente Waalwijk maakt bekend, dat de tormuliereu tot het aau- vragen var. jacht- en vischakten ter secretarie kosteloos verkrijgbaar zijn, alsmede dat dagelijks van 9 tot 12 uur vm. aangiften kunnen worden gegaan ter bekoming van gratis-vergunningen tot het visvehen met één vischtuig. Waalwijk. 9 April 1902. De Burgemeester voornoemd, K. DE VAN DER SCHUEREN. De uitgever verheugt zich, den abonné's op dit blad iets bijzonders te kunnen aan bieden. De volgende week komt n.l. eene serie van: 10 NIEUWE van den Oorlog in Zuid—Afriku gereed. Deze kaarten stellen voor 1. Portret van de la Rcy, (die lord ülcthucn gcrangeu nam 2. Nieuwste Portret van De Wet. 3. Handen opEen detachement Engel— schcn geeft zich over aan de Boeren 4. Voor de derde maal gekleed 5. Brug over de Vet Rivier, door de Boeren vernield. 6. Voor den Slag. 7. NTa den Slag. 8. President Steijn met zijn lijfwacht 9. Een groep Transvaalsche Boeren. 10. Doorbraak van De Wet door de blok huizenlinic. De uitvoering op zwaar kunstdruk carton, is bepaald keurig eu de voorstillingen tee kenen de ongeluksberiebten der Engelsehe troepen, zeer geestig af. De complete serie kost slechts 50 cent. Men zeilde zijne bestelling ten spoedigste aan bet bureau of geve deze aan den rond- brenger mede. Ik was sergeant bij Hr. Ms. infanterie, mijnbeer, toen ik de moedigste, heldhaftig ste daad bijwoonde, waar ik ooit van hoorde. Meerist was verwoest; Lucknow, Caron- pore, Delhi, waren alle iu hauden vau die ellendige Sepoys, De Fakirs en Derwischen, met geolied lichaam, vuile baard en sluwe manieren, stookten oproer in de gelederen en wakkerden den moed der inboorlingen aan tot fanatisme. Wij dat wil zeggen, luitenant d'Arcy dertig militairen, vier of vijf kooplieden twee vrouwen en drie kleine kinderen waren ontsnapt aan de slachting van Poona Wallah, een kleine post op den weg naar Delhi, en hadden ons verschanst in een steenen vesting, uitstekend gelegen up een heuvelachtig terrein endoor den commandeerenden officier, met liet oog op den gevreesden opstand, tijdig voor zien van wapens en provisie. Toch was 't nog een vreeselijk gevecht geweest. Op onzen weg van deu post naar het fort zoowat anderhalve mijl hadden wij 9/10 van onze kameraden verloren, dood of in handen van onze koperkleurige vijanden, en een arme dame, de vrouw onzen kolonel kwam in onze wijkplaats, kinderloos en weduwe. Wij hadden maar één commandeerend offi cier onder ons. Luitenant d'Arcy, een lang, slank, lichtblond, baardeloos jougmensch, een gentleman die lispte en weeke, vrouwelijke manieren had. Hij parfuuKerde zich, droeg ringen boven z'n handschoenen (iets dat toen mode was), deed eau de Cologne in zijn waschwater en vond polo, big-vangen eu voetbal woeste en onvoegzame spelen. Hij was de jongste neef van een gefail leerd hertog, en zijn moedei was hofdame bij de koningin geweest. Hij betreurde ieder oogenblik de vermaken van Londen en ver- wenschle de hitte, het eten, de menscheu en 't werk te Poona Wallah, voortdurend ver langend naar een wisseling der fortuin en verplaatsing bij de „Guards. Iedereen lachte hem uit, van de kolonel tot den minsten recruut. Ik noemde hem „de dandy", of „dandy d'Arcy". Maar bij Sint Jacob, mijnheer, hij toond zich den moedigsten soldaat en den vol- maaksten edelman, dien ik ooit mocht ont moeten. Vau het oogenblik af, dat zich de poorten van het fort achter ons sloten en 't heelc commando op hem neer kwam, veranderde Niet dat hij zijn ringen afdeed of z'n ge- aflecteerden toon van spreken veranderde, dat hoorde heelemaal bij hem maar hij dacht aan ons allen en in 't geheel niet aan zichzelf. Hij luisterde naar den raad van onzen ser geant-majoor, maar «chudde voor geen oogen blik de verantwoordelijkheid zijner positie af, Hij vocht ook, hemel, wat moesten we vechten, ala de oudsten en besten van ons, en eens hoorde ik hem bevelen geven voor de veilig heid der vrouwen en kinderen, terwijl zijn wang half op zijn schouder hiug. Ik dacht, dat hij doodbloeden zou, maar hij sprak op zijn gewone manier, en zeide lachend tot den amateur-doktor, die het genaaid had, dat het hem „verduiveld ontsieren zou. De vijand omringde ons er waren er zoowat vijfhonderd en bespieden dag en nacht onze bewegingen, gelukkig hadden ze geen geschut, maar zij maakten het ons met hun gewereu lastig genoeg en sloten ons geheel af Yan alle hulp vau buiten. Voedsel en ammunitie begonen onrust barend te verminderen. Slechts twintig onzer waren tot vechten bekwaam de kogels der Sepoys werkten langzaam maar zeker. Wij voelden, dat de tijd niet ver af was, dat we misschien onze revolvers op de vrouwen en onszelf zoudeu moeten richten om een vreese- lijker lot te onkomen. Dandy d'Arcy leek veel ouder en zag erg vuil. Van baden en odeur was nu geen quaestie, zijn uniform hing in flarden. Maar, mijnheer, in mijn oogen was hij meer edelman dan te voren hij was even kalui en bedaard maar veel bescheidener. Hij deelde den maaltijd van den gewonen mindere met meer te vredenheid dan vroeger 't diner der officieren en zorgde steeds, dat het beste voor de vrouwen en kinderen be waard bleef. De toestand werd ernstig. We hadden nog rantsoen voor vier dagen en 50 patro nen ieder, 't Water was warm en vier sol daten haddou dysenterie. Wanhoop maakte zich van de dappersten meester. Op een avond kwam d'Arcy naar mij toe en zeide Sergant, gij zijt de tweede in rang, de segeant-majoor is dood. Wij kunnen het niet lang meer uithouden. Zorg dat er een kogel «is voor een ieder van ons als het einde komt. 't Was of hij zijn diner bestelde, zoo koel was zijn toon, maar z'n grijze oogen glinsterden en keken vastberaden. Na een uur kwam hij terug. Sergeant, zeide hij, ge zult het com mando moeten overnemen, voor eenige uren. Ge zijt een dapper en kundig soldaat en ik kan op je vertrouwen. Ik keek nem verwonderd aan. Wat bedoelt ge, luitenaut Een met ons bevriend inboorling is door een vijandelijke linie gebroken en doo- delijk gewond bij ons gekomen. Hij deelt me mee, dat Havelock en zijn troep eenige mijlen van hier zijn op hun weg naar Delhi. Ik zal mij zelf vermommen als Fakir ik ken de taal tamelijk goed en ga hulp halen. Ma*r luitenant denkt aan 't gevaar. Bij Jupiter, sergeant, wat voor een soldaat zijt ge, om van gevaaar te praten 't Leven van een soldaat is vol gevaren hij moge maarschalk of recruut ziju. 'k Zou er niets tegen hebben, om te loten wie gaan zal, maar ik ben de eenige man die Hin- doestansch spreekt en die kerels kan be driegen. Kom sergeant, help mij grimeeren ge hebt dat meer gedaan, toen we komedie speelden op onzen post te Secunderabad. Wel mijnheer hij was zoo kalm of d&t liet geval was. In een uur tijd» had hij zijn lichaam, tanden en gelaat geverf en de tulband en lendendoek van een dooden iuboorling omgedaan. In het schemerlicht was het precies een Fakir. Toen sptak hij een paar woorden. Ik zal zoo spoedig mogelijk terugkomen. Huudt het zoolang mogelijk uit, maar bewaart eeu kogel voor de vrouwen. Laat den vijand haar uiet levend viudeu. Vaarwel, allemaalGod zegene u. Leve de kongingin Hij hief zijne hand op ten groet bij die laatste woorden cn sloop voorzichtig door de poort, die men half opende. We zagen hem op de buik door een „jungle" kruipen 'ie do Sepoys vermeden uit vrees voor een verdwaalden tijger. We durfden hem niet toejuichen, maar onze gebeden volgden hem We wachtten of we geen schot hoorden, maar de nacht ging kalm voorhij. Toen kwatn de angst en het lange, dul- delooze wachten. Uren schenen dagen, dagen eeuwen. De Sepoys hielden zich gelukkig rustigzij schenen van plan ons te willen uithongeren. We hadden nog maar één dag rantsoen, en ieder man vijf patronen, den derden nacht, na het vetrek van den „dandv". Ik iuspecteerde de wacht, toen korporaal Petersou naar mij toe kwam en zeide Kijk. sergeantZiet ge niets Hij wees naar het hooge gras in 't zuiden. Bij 't zwakke schijnsel der maan zag ik iets voorzichtig naar onze poorten kruipen, Goddank riep ik vurig, 't is einde lijk luitenant d'Arcy. Maar, fluisterde Peterson, ziet ge niet iets anders, dat hem volgt 't Was waareen grooter, zwaardere fi guur sloop hem na. Wat kan het zijn? Een vijand. Ik keek scherper. Mijn God. neen riep ik. En nauwelijks had ik dit gezegd of de tweede gestalte sprong op onzen „dan dy" toe met een vreeselijk en bloeddorstig gehuil. Een tijger, een tijger Gevolgd door deu korporaal liep ik de poort uit, onverschillig voor de Sepoys en naar de plaats waar de twee gestalten nu te zamen op de grond lagen. Plotseling deed mij een zachte, bevelende stem stil staan. Wees niet gek, sergeantgebruik je geweer niet. De Sepoys luisteren eu één schot kan hen hierheen roepen. Denk aan de vrouwen en kinderen. Ik ben verloren, maar daarom hoeft het garnizoen niet aan mij te worden opgeofferd. Wees stil en luistert naar mij. 't Was de de stem van „dandy*. In 't maanlicht kon ik hem stil eu rustig ouder T groote monster zien liggen met zijn oogen naar mij gekeerd. Havelock zal hier zijr. vóór het dag is. Kunt ge het zoo lang uithouden Spreek niet te hard. Ja mijnheer fluisterde ik. Goddank Kom dichterbij. Jouw leven is meer waard dan 't mijne. Groet hen van mij. Hij sprak zoo rustig, dat de tijger kalm bleef, ofschoon ik bloed aan zijn muil zag. Toen hief onze „dandy het hoofd op, als 0111 zijn marteling te eindigen en zeide. „Leve de Koninginen onmiddelijk volgde er een afschuwelijk gekraak van beenderen, dat mij huiverend deed vluchten. De korporaal vertelde mij, toen we veilig binnen wareu, dat hij de groote kat in 't struikgewas zag verdwijnen met zijn slacht offer in den bek. I)en volgenden morgen bevrijdde ons Ha velock. O, mijnheer! Onze „dandy* was een held en een edelman, zooals ik er niet vele in Harer Majasleits gelederen zag. L.l. Woensdag koit na 't verschijnen vao ons blad ontvingen wij van geachte zijde inzage van een telegram uit 't buitenland luidende als volgt: „Vernemen uit de beste diplomatieke bron, „vredesverklaringtusschen Engeland enTraus- waal binneu twee dagen waarschijnlijk. Getrouw aan onze gewoonte hebben we dit nieuws direct p:r bulletin bekend gemaakt. Tot juist begtip vat, deu toestand geven we hier ook 't geen Reuter later uit Londen seinde: Er loopen allerlei geruchten over de vredes onderhandelingen, maar het is niet mogelijk de gegrondheid ervan na te gaan. De regee- riug weigert elke inlichting. Men zegt dat de Vrijstaters niet willen luisteren naar den raat! der verzoeningsgezinde Transvalers. Daarentegen seiode Reuter 'u half uur later Met betrekking tot de geruchten over den voortgang van de vredesonderhandelingen wordt medegedeeld dat die geruchten grond missen eu van piaatjes uitgaan. Op dit oogeDblik is te Londen officieel neg geenerlei bericht ontvangen over dien zoo— genaamden goeden gang der vredesonder handelingen. Het eerste telegram gaf veel moed, 't laat ste tegengestelde, dus de vraag is, welk van Ibeiden zal de waarheid blijkendus alwach- eu en 't beste hopen. (De telegrammen van gisterenavond (zie hierachter) bevestigden ons telegram vau 11. Woensdaghedenmorgen echter luiden ze wterin tcgenovergestelden zin.) Eenig uieuws omtrent het voeren der onder handelingen of beter de voorbereidende maat regelen daartoe laten wij hier volgen Schalk burger en zijn reisgenooten zijn op weg naar Klerksdorp, waar de vredesonder handelingen met Steijn zullen worden voort gezet. ürodrick verklaarde Donderdag in het Lagerhuis „Kitchener heeft mij medegedeeld, dat de Transvaalsche vertegenwoordigers, waaronder Schalk Burger, Reitz en Lucas Meyer, te Klerksdorp zijn aangekomen, waar Botha zich bij hen heeft gevoegd. Steijn, de Wet, de la Reij en drie leden van de vroe gere regeering van den Oranje Vrijstaat zijn ook naar Klerksdorp gegaau, waar zij gis teren zijn aangekomen. (Toejuichingeu.) Er is geen mededeeling van de Boerenleiders ontvangen, behalve wat betreft het verleenen van vrijgeleiden aan hen, die de bijeenkomst bijwonen." Chamberlain zeide Donderdag in het La gerhuis»Ik weet niet of het vrijgeleide voor een bepaalden tijd is gegeven, maar het zal ongetwijfeld uitgestrekt worden tot den duur der onderhandelingen. Na afloop zullen de afgevaardigden recht hebben naar hun re spectieve districten terug te keeren eu op dit oogenblik komt de kwestie van verban ning niet aan de orde." Black vroeg of Schalk Burger en de anderen bloot stonden aan verbanning als zij na hun terugkeer binneu hun eigen linieöu worden gevangen genomen. Chamberlain antwooidde, dat de proclamatie van kracht blijft. Door het departement van oorlog te Lon den is bekend gemaakt de maandelijksche verliezenlijst over Maart, die loopt over een totaal van 138 officieren en 3243 man. Van dezen zijn gesneuveld 9 officieren en 158 manaan wonden gestorven 3 officieren en 44 man aan ziekten 9 officiereu en 373 man tengevolge van ongelukkeu 1 officier en 27 man vermist oi krijgsgevangen 7 officiereu en 199 man naar Eugelaud terug gekeerd wegens invaliditeit 105 officieren en 2442 man. In deze lijst zijn niet begrepen de ge kwetsten, die 32 officieren eu 336 raau be droegen. En dat leveren de Boereu die reeds lang verslagen heetten. Het itaatje geeft tevens gelegenheid te vermelden de totale officieelc verliezen in de gevechten bij Klerksdorp op 25 Februari (vermeesteriug vau Von Douop's convooi) eu Klipdrift (Tweebosch) op 7 Maart (waar lord Methueu werd gevangengenomen). Zij bedragen voor Klerksdorp 66 gesne jvelden, 119 gewonden en 457 vermisten (van wie 349 ziju vrijgelaten) en voor Klipdrift 67 gesneuvelden, 149 gewonden cn 46 vermisten. Het is onnoodig te zeggen, dat de verlies cijfers, indertijd opgegeven, belaugrijk lager wareu. In den ganschen oorlog zijn thans in Zuid- Afrika gesneuveld of gestorven aan ziekten en verwondingen 1020 officieren en 20 031 man de totale, onherstelbare vermindering van het Britsche leger bedraagd 26.934 man. De socialisten in Belgie trachten de vaan der revolutie te hijschen. Overal heerscht gioote opgewondenheid, baldadigheden blijven niet uit, Koningschap, gezag, cn godsdienst moeten het bij de heet hoofden misgelden. De strijd gaat om het Algemeen Stemrecht, maar de socialisten vergeten, dat zij door hun onbesuisd optreden hun eigen glazen inwerpen, want op den weg, die zij thans inslaan, zullen zij de liberale partij, zonde wier steun zij niets vermogen, geheel van hen vervreemden. Mogelijk hebben de Spaansche Republi— keinsche Kamerleden, die te gast zijn ge weest bij de Brusselsche socialisten, het vuurtje des oproers aangestookt. Althans, verwonderen zou zulks ons niet. Te Brus-icl, Luik, Gent, enz. zijn straat gevechten aan de orde van den dag. Dy namiet doet zijn werk. Daar liet bestek van ons blad uiet toelaat alle berichten omtrent den opstond te geven, laten we hier eenige staaltjes vulgen uit Brussel: De Spaansche Republikeinsche Kamerleden die hier de meeting in het Maisou du Peu- ple bijwoonden, ontviugeu ecu aankondiging vau deu veiligheidsdienst, dat zij Belgie moesten verlaten. Zij zijn naar Parijs vertrokken. Eeu groep socialisten, voorafgegaan door iemand met eeu roode vlag, bracht hen des middags naar den trciu ea juichte hnn bij het vertrek toe. Op hetzelfde oogenblik kwam de Koning die uit Biarritz terugkeerde, het station uit De socialisten richtten zich toen naar de automobiel des Konings en de roode vlag zwaaiend, schreeuwden zijleve het algemeen

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1902 | | pagina 5