Nummer 30.
Zondag 13 April 1902.
25e Jaargang.
Tweede Blad.
Bericht aan onze Abonné's
De moed vao dandy d'Arcy.
Oe Zuid-Afiikaansche öoilog
Bekendmaking.
t
MENGELWERK.
BUITENLAND.
België.
UITVOERINGEN.
WAALWIJK.
ONGEVALLENWET
Jacht- en vischakten.
PRENTBRIEFKAARTEN
Aan ons bureau proeven te be
zichtigen.
hij-
Revolutionnaire Beweging in België.
Concert te geven door de Liedertafel
„Oefening en Vermaak" in de zaal Musis
Sacrum op Zondag 13 April a. s des avonds
77° uur-
LOONOPZANI).
Concert ie geven door de Liedertafel
„Echo der Duinen," op Zondag 13 April
1902, in de zaal bij den Heer Th. Pijnen
burg. Aanv; ng 's avonds 7 ure.
(Zie programma's.)
KAATSHEUVEL
Laatste Winterconcert te geven door 't
muziekgezelschap „Euphonia" Kaatsheuvel,
op Zondag 13 April 1902.
Aanvang 7 ure namiddags.
(Zie programma's
(Formulier van aangifte, bedoeld in Art. 34
der Wet.)
Het bestuur der rijksverzekeringsbank maakt
bekend, dat allen die een of meer personen in
dienst bebben voor de uitoefening van een ver
zekeringsplichtig bedrijf, daarvan aangifte behoo-
ren le doen, bij een formulier, dat van 10 April
0. k. verkrijgbaar is aan alle posikatnoren, bij
en hulppostkantoren, en dnt, na iu tweevoud in
gevuld en onderteekend te zijn, aldaar weder
moet ingeleverd worden Da 15 April en vóór
Juni e. k. tegen bewijs van ontvangst.
De kantoren zijn tot dit doel geopend op alle
werkdagen op de gewone kantooruren, doch niet
na 3 uur (Amst. tijd.)
Verzekeringsplichtig zijn
I. Alle bedrijven, waarin ten behoeve van het
bedrijf eenig krachtwerktuig (stoomwerktuig,
gas-, petroleum-, benzlneheete lucht-, water-,
electroiDOter, wind-, water- of door dieren gedre
ven molen enz wordt gebruikt, of waarin toe
stellen gebezigd worden, die sloom of gassen
onder druk bevatten, als nader omschreven in
het Koninklijk Besluit van 12 December 1901
(Stbl. No. 266.)
Uitgezonderd zijn de bedrijven van landbouw,
veehouderij, tuinbouw en boschbouw, de schip
perij en visscherij buiten de rivieren en binnen
wateren, die in geen geval verzekeringsplichtig
zijn.
II. De navolgende bedrijven, ook wanneer
daurin geen krachtwerktuig wordt gebezigd
lo. de meeste bedrijven van fabrieks- en hand-
werksnijverheid, de bouwbedrijven en aauver-
wnnte vakken daaronder begrepen.
Uitgezonderd zijn in hoofdzaak handweverijen,
confectiebedrijven, hoedeumakerijeu, vervaardi
ging van vrouwelijke handwerken, schoenmake
rijen en inrichtingen voor stroobewerking, deze
beide voor zoover die alleen met gereedschappen
en niet met werktuigen worden uitgeoefend, si-
f&renmakerijen, kaasmakerijeu, die geen stoom-
etel gebruiken en boterfabrieken, die zonder
centrifuges werken, bakkerijen, wasch- en strijk-
inrichtingendeze alle slechts dan als zij ten
behoeve van het bedrijf geen krachtwerktuig
bezigen
2o. de bedrijven van schippers, die uitsluitend
de rivieren en binnenwateren bevaren, de Zuider
zee en de Wadden daaronder begrepen, ook als
zij geregeld van het buitenland komen of naar
het buitenland gaan, het veerschippersbedrijf, en
de visscherij ep de rivieren en binnenwateren,
de Zuiderzee en de Wadden daaronder begrepen.
Uitgezonderd is het schippersbedrijf, als het
uitgeoefend wordt met één schip van niet grooter
inhoud dan 60 M3., geen stoom- of motorboot
zijnde
3o. de bedrijven van vervoer van personen
en goederen, rijpaarden- en ballastondernemin-
gen daaronder begrepen, het laden en lossen,
stapelen, wegen, meten en wegbergen van goede
ren, het bergen van schepen en lodingen, hot
expioiteeren van droogdokken en het bedienen
van sluizen en beweegbare bruggen
40. de bedrijven van straat-en gevelreiniging,
van weghalen van asch of vuil, van mestberei-
ding, het lompensorteerdersbedrijf, het lantaarn
opstekers-, het schoorsteenvegers- en brandweer-
bedrijf
5o. het verversbedrijf, het ontginnen van
mijnen en groeven, het delven van ijzererts, grint
of keien, het expioiteeren van abattoirs en het
slachtersbedrijf, het vischdrogers-, vi3chrookers-
en vischzoutersbebrijf en het gistpakkersbedrijf
60. het apothekersbedrijf, het bedrijf uitge
oefend in laboratoria, ook ten dienste van het
onderwijs, en verder alle bedrijven, waarin ont
plofbare of vluchtig licht ontbrandbare stoffen,
of wel stoffen, welker dampen met lucht ver
mengd ontplofbare mengsels opleveren,als opge
somd worden in het Koninklijk Besluit van 5
Februari 1902 (Stbl .No. 22), vervaardigd, bewaard,
vervoerd of ten behoeve van het bedrijf gewoon
lijk in grooter dan daai aangegeven hoeveelheid,
gebruikt of verwerkt worden, alsmede de handel
in zoodanige stoffen als de handelaar ze gewoon
lijk in grooter dan daar aangegeven hoeveelheid
in voorraad heeft.
Bij de bovenvermelde aangifte-formulieren
wordt verstrekt een bijlage, bevattende een meer
uitgewerkte lijst van de verzekeringsplichtige
bedrijven, benevens den tekst der Koninklijke
Besluiten onder I en II No. 6 bedoeld.
Wie in onzekerheid verkeert of zijn bedrijf
verzekeringsplichtig is, wordt in zijn belang aan
gemaand toch de lormulieren in te vullen en
in te leveren, op welke hij de gronden voor zijn
twijfel kan vermelden. Het Bestuur der Rijks
verzekeringsbank zendt hem bericht, indien is
ebleken, dat het bedrijf inderdaid niet verze
keringsplichtig is. Wie de aangifte van een ver
zekeringsplichtig bedrijf verzuimt, is strafbaar
volgens de wet.
Te beginnen met het tijdstip, waarop art. 1 der
Ongevallenwet 1901 zal worden ingevoerd en dus
de verzekering der werklieden tegen bedrijfson-
gevallen, een aanvang zal nemen van welk tijd
stip nader aankondiging zal geschieden, zijn de
werkgevers verplicht loonlijsten aan te houden
eu aangifte te doen van ongevallen, een en ander
volgens nader vast te stellen formulieren.
Amsterdam, 5 April 1902.
Het Bestuur der Rijksverzekeringsbank.
De Burgemeester der Gemeente Waalwijk
maakt bekend, dat de tormuliereu tot het aau-
vragen var. jacht- en vischakten ter secretarie
kosteloos verkrijgbaar zijn, alsmede dat dagelijks
van 9 tot 12 uur vm. aangiften kunnen worden
gegaan ter bekoming van gratis-vergunningen tot
het visvehen met één vischtuig.
Waalwijk. 9 April 1902.
De Burgemeester voornoemd,
K. DE VAN DER SCHUEREN.
De uitgever verheugt zich, den abonné's
op dit blad iets bijzonders te kunnen aan
bieden.
De volgende week komt n.l. eene serie van:
10 NIEUWE
van den Oorlog in Zuid—Afriku
gereed.
Deze kaarten stellen voor
1. Portret van de la Rcy, (die lord
ülcthucn gcrangeu nam
2. Nieuwste Portret van De Wet.
3. Handen opEen detachement Engel—
schcn geeft zich over aan de Boeren
4. Voor de derde maal gekleed
5. Brug over de Vet Rivier, door de
Boeren vernield.
6. Voor den Slag.
7. NTa den Slag.
8. President Steijn met zijn lijfwacht
9. Een groep Transvaalsche Boeren.
10. Doorbraak van De Wet door de blok
huizenlinic.
De uitvoering op zwaar kunstdruk carton,
is bepaald keurig eu de voorstillingen tee
kenen de ongeluksberiebten der Engelsehe
troepen, zeer geestig af.
De complete serie kost slechts 50 cent.
Men zeilde zijne bestelling ten spoedigste
aan bet bureau of geve deze aan den rond-
brenger mede.
Ik was sergeant bij Hr. Ms. infanterie,
mijnbeer, toen ik de moedigste, heldhaftig
ste daad bijwoonde, waar ik ooit van hoorde.
Meerist was verwoest; Lucknow, Caron-
pore, Delhi, waren alle iu hauden vau die
ellendige Sepoys, De Fakirs en Derwischen,
met geolied lichaam, vuile baard en sluwe
manieren, stookten oproer in de gelederen en
wakkerden den moed der inboorlingen aan
tot fanatisme.
Wij dat wil zeggen, luitenant d'Arcy
dertig militairen, vier of vijf kooplieden twee
vrouwen en drie kleine kinderen waren
ontsnapt aan de slachting van Poona Wallah,
een kleine post op den weg naar Delhi, en
hadden ons verschanst in een steenen vesting,
uitstekend gelegen up een heuvelachtig terrein
endoor den commandeerenden officier, met liet
oog op den gevreesden opstand, tijdig voor
zien van wapens en provisie.
Toch was 't nog een vreeselijk gevecht
geweest. Op onzen weg van deu post naar
het fort zoowat anderhalve mijl hadden
wij 9/10 van onze kameraden verloren, dood
of in handen van onze koperkleurige vijanden,
en een arme dame, de vrouw onzen kolonel
kwam in onze wijkplaats, kinderloos en
weduwe.
Wij hadden maar één commandeerend offi
cier onder ons. Luitenant d'Arcy, een lang,
slank, lichtblond, baardeloos jougmensch, een
gentleman die lispte en weeke, vrouwelijke
manieren had. Hij parfuuKerde zich, droeg
ringen boven z'n handschoenen (iets dat toen
mode was), deed eau de Cologne in zijn
waschwater en vond polo, big-vangen eu
voetbal woeste en onvoegzame spelen.
Hij was de jongste neef van een gefail
leerd hertog, en zijn moedei was hofdame
bij de koningin geweest. Hij betreurde ieder
oogenblik de vermaken van Londen en ver-
wenschle de hitte, het eten, de menscheu en
't werk te Poona Wallah, voortdurend ver
langend naar een wisseling der fortuin en
verplaatsing bij de „Guards.
Iedereen lachte hem uit, van de kolonel
tot den minsten recruut. Ik noemde hem
„de dandy", of „dandy d'Arcy".
Maar bij Sint Jacob, mijnheer, hij toond
zich den moedigsten soldaat en den vol-
maaksten edelman, dien ik ooit mocht ont
moeten.
Vau het oogenblik af, dat zich de poorten
van het fort achter ons sloten en 't heelc
commando op hem neer kwam, veranderde
Niet dat hij zijn ringen afdeed of z'n ge-
aflecteerden toon van spreken veranderde, dat
hoorde heelemaal bij hem maar hij dacht
aan ons allen en in 't geheel niet aan zichzelf.
Hij luisterde naar den raad van onzen ser
geant-majoor, maar «chudde voor geen oogen
blik de verantwoordelijkheid zijner positie af,
Hij vocht ook, hemel, wat moesten we vechten,
ala de oudsten en besten van ons, en eens
hoorde ik hem bevelen geven voor de veilig
heid der vrouwen en kinderen, terwijl zijn
wang half op zijn schouder hiug. Ik dacht,
dat hij doodbloeden zou, maar hij sprak op
zijn gewone manier, en zeide lachend tot
den amateur-doktor, die het genaaid had, dat
het hem „verduiveld ontsieren zou.
De vijand omringde ons er waren er
zoowat vijfhonderd en bespieden dag en
nacht onze bewegingen, gelukkig hadden ze
geen geschut, maar zij maakten het ons met
hun gewereu lastig genoeg en sloten ons
geheel af Yan alle hulp vau buiten.
Voedsel en ammunitie begonen onrust
barend te verminderen. Slechts twintig onzer
waren tot vechten bekwaam de kogels der
Sepoys werkten langzaam maar zeker. Wij
voelden, dat de tijd niet ver af was, dat we
misschien onze revolvers op de vrouwen en
onszelf zoudeu moeten richten om een vreese-
lijker lot te onkomen.
Dandy d'Arcy leek veel ouder en zag erg
vuil. Van baden en odeur was nu geen
quaestie, zijn uniform hing in flarden.
Maar, mijnheer, in mijn oogen was hij
meer edelman dan te voren hij was even
kalui en bedaard maar veel bescheidener.
Hij deelde den maaltijd van den gewonen
mindere met meer te vredenheid dan vroeger
't diner der officieren en zorgde steeds, dat
het beste voor de vrouwen en kinderen be
waard bleef.
De toestand werd ernstig. We hadden
nog rantsoen voor vier dagen en 50 patro
nen ieder, 't Water was warm en vier sol
daten haddou dysenterie. Wanhoop maakte
zich van de dappersten meester.
Op een avond kwam d'Arcy naar mij toe
en zeide Sergant, gij zijt de tweede in
rang, de segeant-majoor is dood. Wij kunnen
het niet lang meer uithouden. Zorg dat er
een kogel «is voor een ieder van ons als
het einde komt.
't Was of hij zijn diner bestelde, zoo
koel was zijn toon, maar z'n grijze oogen
glinsterden en keken vastberaden.
Na een uur kwam hij terug.
Sergeant, zeide hij, ge zult het com
mando moeten overnemen, voor eenige uren.
Ge zijt een dapper en kundig soldaat en ik
kan op je vertrouwen.
Ik keek nem verwonderd aan.
Wat bedoelt ge, luitenaut
Een met ons bevriend inboorling is
door een vijandelijke linie gebroken en doo-
delijk gewond bij ons gekomen. Hij deelt
me mee, dat Havelock en zijn troep eenige
mijlen van hier zijn op hun weg naar Delhi.
Ik zal mij zelf vermommen als Fakir ik
ken de taal tamelijk goed en ga hulp
halen.
Ma*r luitenant denkt aan 't gevaar.
Bij Jupiter, sergeant, wat voor een
soldaat zijt ge, om van gevaaar te praten
't Leven van een soldaat is vol gevaren
hij moge maarschalk of recruut ziju. 'k Zou
er niets tegen hebben, om te loten wie gaan
zal, maar ik ben de eenige man die Hin-
doestansch spreekt en die kerels kan be
driegen. Kom sergeant, help mij grimeeren
ge hebt dat meer gedaan, toen we komedie
speelden op onzen post te Secunderabad.
Wel mijnheer hij was zoo kalm of d&t
liet geval was. In een uur tijd» had hij zijn
lichaam, tanden en gelaat geverf en de tulband
en lendendoek van een dooden iuboorling
omgedaan. In het schemerlicht was het
precies een Fakir.
Toen sptak hij een paar woorden. Ik
zal zoo spoedig mogelijk terugkomen. Huudt
het zoolang mogelijk uit, maar bewaart eeu
kogel voor de vrouwen. Laat den vijand haar
uiet levend viudeu. Vaarwel, allemaalGod
zegene u. Leve de kongingin
Hij hief zijne hand op ten groet bij die
laatste woorden cn sloop voorzichtig door
de poort, die men half opende. We zagen
hem op de buik door een „jungle" kruipen
'ie do Sepoys vermeden uit vrees voor een
verdwaalden tijger. We durfden hem niet
toejuichen, maar onze gebeden volgden hem
We wachtten of we geen schot hoorden, maar
de nacht ging kalm voorhij.
Toen kwatn de angst en het lange, dul-
delooze wachten. Uren schenen dagen, dagen
eeuwen. De Sepoys hielden zich gelukkig
rustigzij schenen van plan ons te willen
uithongeren. We hadden nog maar één dag
rantsoen, en ieder man vijf patronen, den
derden nacht, na het vetrek van den „dandv".
Ik iuspecteerde de wacht, toen korporaal
Petersou naar mij toe kwam en zeide
Kijk. sergeantZiet ge niets Hij wees naar
het hooge gras in 't zuiden. Bij 't zwakke
schijnsel der maan zag ik iets voorzichtig naar
onze poorten kruipen,
Goddank riep ik vurig, 't is einde
lijk luitenant d'Arcy.
Maar, fluisterde Peterson, ziet ge niet
iets anders, dat hem volgt
't Was waareen grooter, zwaardere fi
guur sloop hem na.
Wat kan het zijn?
Een vijand.
Ik keek scherper. Mijn God. neen
riep ik. En nauwelijks had ik dit gezegd
of de tweede gestalte sprong op onzen „dan
dy" toe met een vreeselijk en bloeddorstig
gehuil.
Een tijger, een tijger
Gevolgd door deu korporaal liep ik
de poort uit, onverschillig voor de Sepoys
en naar de plaats waar de twee gestalten nu
te zamen op de grond lagen.
Plotseling deed mij een zachte, bevelende
stem stil staan.
Wees niet gek, sergeantgebruik je
geweer niet. De Sepoys luisteren eu één
schot kan hen hierheen roepen. Denk aan
de vrouwen en kinderen. Ik ben verloren,
maar daarom hoeft het garnizoen niet aan
mij te worden opgeofferd. Wees stil en luistert
naar mij.
't Was de de stem van „dandy*. In 't
maanlicht kon ik hem stil eu rustig ouder
T groote monster zien liggen met zijn oogen
naar mij gekeerd.
Havelock zal hier zijr. vóór het dag is.
Kunt ge het zoo lang uithouden Spreek
niet te hard.
Ja mijnheer fluisterde ik.
Goddank Kom dichterbij. Jouw leven
is meer waard dan 't mijne. Groet hen van
mij.
Hij sprak zoo rustig, dat de tijger kalm
bleef, ofschoon ik bloed aan zijn muil zag.
Toen hief onze „dandy het hoofd op, als
0111 zijn marteling te eindigen en zeide. „Leve
de Koninginen onmiddelijk volgde er
een afschuwelijk gekraak van beenderen, dat
mij huiverend deed vluchten.
De korporaal vertelde mij, toen we veilig
binnen wareu, dat hij de groote kat in 't
struikgewas zag verdwijnen met zijn slacht
offer in den bek.
I)en volgenden morgen bevrijdde ons Ha
velock. O, mijnheer! Onze „dandy* was
een held en een edelman, zooals ik er niet
vele in Harer Majasleits gelederen zag.
L.l. Woensdag koit na 't verschijnen vao
ons blad ontvingen wij van geachte zijde
inzage van een telegram uit 't buitenland
luidende als volgt:
„Vernemen uit de beste diplomatieke bron,
„vredesverklaringtusschen Engeland enTraus-
waal binneu twee dagen waarschijnlijk.
Getrouw aan onze gewoonte hebben we
dit nieuws direct p:r bulletin bekend gemaakt.
Tot juist begtip vat, deu toestand geven
we hier ook 't geen Reuter later uit Londen
seinde:
Er loopen allerlei geruchten over de vredes
onderhandelingen, maar het is niet mogelijk
de gegrondheid ervan na te gaan. De regee-
riug weigert elke inlichting. Men zegt dat
de Vrijstaters niet willen luisteren naar den
raat! der verzoeningsgezinde Transvalers.
Daarentegen seiode Reuter 'u half uur
later
Met betrekking tot de geruchten over den
voortgang van de vredesonderhandelingen
wordt medegedeeld dat die geruchten grond
missen eu van piaatjes uitgaan.
Op dit oogeDblik is te Londen officieel neg
geenerlei bericht ontvangen over dien zoo—
genaamden goeden gang der vredesonder
handelingen.
Het eerste telegram gaf veel moed, 't laat
ste tegengestelde, dus de vraag is, welk van
Ibeiden zal de waarheid blijkendus alwach-
eu en 't beste hopen.
(De telegrammen van gisterenavond (zie
hierachter) bevestigden ons telegram vau 11.
Woensdaghedenmorgen echter luiden ze
wterin tcgenovergestelden zin.)
Eenig uieuws omtrent het voeren der onder
handelingen of beter de voorbereidende maat
regelen daartoe laten wij hier volgen
Schalk burger en zijn reisgenooten zijn op
weg naar Klerksdorp, waar de vredesonder
handelingen met Steijn zullen worden voort
gezet.
ürodrick verklaarde Donderdag in het
Lagerhuis „Kitchener heeft mij medegedeeld,
dat de Transvaalsche vertegenwoordigers,
waaronder Schalk Burger, Reitz en Lucas
Meyer, te Klerksdorp zijn aangekomen, waar
Botha zich bij hen heeft gevoegd. Steijn, de
Wet, de la Reij en drie leden van de vroe
gere regeering van den Oranje Vrijstaat zijn
ook naar Klerksdorp gegaau, waar zij gis
teren zijn aangekomen. (Toejuichingeu.) Er
is geen mededeeling van de Boerenleiders
ontvangen, behalve wat betreft het verleenen
van vrijgeleiden aan hen, die de bijeenkomst
bijwonen."
Chamberlain zeide Donderdag in het La
gerhuis»Ik weet niet of het vrijgeleide voor
een bepaalden tijd is gegeven, maar het zal
ongetwijfeld uitgestrekt worden tot den duur
der onderhandelingen. Na afloop zullen de
afgevaardigden recht hebben naar hun re
spectieve districten terug te keeren eu op
dit oogenblik komt de kwestie van verban
ning niet aan de orde."
Black vroeg of Schalk Burger en de anderen
bloot stonden aan verbanning als zij na hun
terugkeer binneu hun eigen linieöu worden
gevangen genomen.
Chamberlain antwooidde, dat de proclamatie
van kracht blijft.
Door het departement van oorlog te Lon
den is bekend gemaakt de maandelijksche
verliezenlijst over Maart, die loopt over een
totaal van 138 officieren en 3243 man. Van
dezen zijn gesneuveld 9 officieren en 158
manaan wonden gestorven 3 officieren en
44 man aan ziekten 9 officiereu en 373
man tengevolge van ongelukkeu 1 officier
en 27 man vermist oi krijgsgevangen 7
officiereu en 199 man naar Eugelaud terug
gekeerd wegens invaliditeit 105 officieren
en 2442 man.
In deze lijst zijn niet begrepen de ge
kwetsten, die 32 officieren eu 336 raau be
droegen.
En dat leveren de Boereu die reeds lang
verslagen heetten.
Het itaatje geeft tevens gelegenheid te
vermelden de totale officieelc verliezen in
de gevechten bij Klerksdorp op 25 Februari
(vermeesteriug vau Von Douop's convooi)
eu Klipdrift (Tweebosch) op 7 Maart (waar
lord Methueu werd gevangengenomen). Zij
bedragen voor Klerksdorp 66 gesne jvelden,
119 gewonden en 457 vermisten (van wie
349 ziju vrijgelaten) en voor Klipdrift 67
gesneuvelden, 149 gewonden cn 46 vermisten.
Het is onnoodig te zeggen, dat de verlies
cijfers, indertijd opgegeven, belaugrijk lager
wareu.
In den ganschen oorlog zijn thans in Zuid-
Afrika gesneuveld of gestorven aan ziekten
en verwondingen 1020 officieren en 20 031
man de totale, onherstelbare vermindering
van het Britsche leger bedraagd 26.934 man.
De socialisten in Belgie trachten de vaan
der revolutie te hijschen.
Overal heerscht gioote opgewondenheid,
baldadigheden blijven niet uit, Koningschap,
gezag, cn godsdienst moeten het bij de heet
hoofden misgelden.
De strijd gaat om het Algemeen Stemrecht,
maar de socialisten vergeten, dat zij door
hun onbesuisd optreden hun eigen glazen
inwerpen, want op den weg, die zij thans
inslaan, zullen zij de liberale partij, zonde
wier steun zij niets vermogen, geheel van hen
vervreemden.
Mogelijk hebben de Spaansche Republi—
keinsche Kamerleden, die te gast zijn ge
weest bij de Brusselsche socialisten, het
vuurtje des oproers aangestookt.
Althans, verwonderen zou zulks ons niet.
Te Brus-icl, Luik, Gent, enz. zijn straat
gevechten aan de orde van den dag. Dy
namiet doet zijn werk. Daar liet bestek van
ons blad uiet toelaat alle berichten omtrent
den opstond te geven, laten we hier eenige
staaltjes vulgen uit Brussel:
De Spaansche Republikeinsche Kamerleden
die hier de meeting in het Maisou du Peu-
ple bijwoonden, ontviugeu ecu aankondiging
vau deu veiligheidsdienst, dat zij Belgie
moesten verlaten.
Zij zijn naar Parijs vertrokken.
Eeu groep socialisten, voorafgegaan door
iemand met eeu roode vlag, bracht hen des
middags naar den trciu ea juichte hnn bij het
vertrek toe.
Op hetzelfde oogenblik kwam de Koning
die uit Biarritz terugkeerde, het station uit
De socialisten richtten zich toen naar de
automobiel des Konings en de roode vlag
zwaaiend, schreeuwden zijleve het algemeen