Nummer 34. Zondag 27 April 1902. 25e Jaargang. 9 Tweede Blad. ONTWAAKT M Be Zuid-Afrikaansche Ootlog, "binnenland! FEUILLETON. Hugh Conway. JAARMARKTteWaalwijk op Donderdag 1 Mei a. s. Benoeming. Naar wij uit goede bron vernemen, zal in plaats van deu ZeerEerw. lieer Kuijpers geen nieuwe kapelaan worden hecoemd, maar zal deze vacature worden aangevuld door eeu rector bij de Eerw. Zusters. Kamer van Koophandel. De Kamer van Koophandel en Fabrieken te Waalwijk ontving v/d Maatschappij tot Exploitatie, van Staatspoorwegen de navol gende mededeeling: Utrecht, 22 April 1902. Antwoord op schrijven van 13 Februari 1902. No. 654. Eeu statistiek van de sterfgevallen in de Zuidafrikaansche concentratiekampen is te Londen als staatssuk verschenen er blijkt een vermindering van het getal sterfgevallen, uit. In October was het cijfer 394 per duizend in Januari reeds 169 en in Februari 64. Dit cijfer is voor Maart alweer gedaald tot 43 per duizend. Het statistisch overzicht leert ods Maart. Blanke bevolking. Mannen Vrouwen Kinderen totaal Natal 3,010 8,400 9,311 20,721 Kaapkolonie 22 59 195 275 Vrijstaat 6,528 14,946 16,467 37,941 Transvaal 10,662 19,546 22,363 52,571 Totaal "20,221 42,951 48,336 111,508 Dooden. Mannen Vrouwen Kinderen Totaal Natal 7 12 49 6& Kaapkolonie Vrijstaat 23 60 96 179 Transvaal 24 33 95 155 Totaal 54 108 240 402 De sterfgevallen in Maart, gevoegd bij die sedert begin is gemaakt met de statistieken brengeu het totaal op 20.200, waarvan on geveer driekwart kinderen waren. uit het Engelsch ONDERWERP: Zomerdienst 1902. Onder terugzending van de bijlage, ons bij nevenaangehaald schrijven ter inzage gezonden, hebben wij de eer mede te dee- len, dat overeenkomstig Uw verlangen trein 320 's-HertogenboschLage-Zwaluwe van af 1 Mei als proef vervroegd en op laatst genoemd station in aansluiting gebracht zal worden op trein 352 naar Rotterdam (aan komst Rt. D. P. 7.44 vm.), doch dat tot ous leedwezen niet voldaan kan worden aau het verzoek om te 's-Hertogenbosch aan sluiting tot stand te brengen van de rich ting Lage-Zwaluwe op trein 330 naar Utrecht en van trein 203 uit richting Utrecht naar de richting Lage-Zwaluwe. [get) De Directeur Generaal, De Kamer van Koophandel en Fabrieken te WAALWIJK. Onze nieuwe parochie. Gisteren brachten wij znderraaal een be zoek aan de St. Antoniuskerk. Onze indruk was, dat veel, zeer veel zelfs, nog gedaan moet worden, zal de tempel a. s. Maandag en Dinsdag behoorlijk in orde zijn. Er wordt dan ook met koortsachtigen ijver tot zeer laat in den avond voortgewerkt en opdat de werklieden in hun arbeid niet ge stoord worden, heeft men de deuren gesloten om de talrijke belangstellende of nieuws gierige bezoekers te weren. Nochtans was het ons vergund binnen te gaan. Het hoofdaltaar, naar men zegt een ge schenk van een onzer voornaamste burgers, is nu zoo goed als gereed. Het is een waar prachtstuk. Opgetrokken in Franschen steen, z. g. pierre punaire, is in ver scheidene vakken gedeeld en wordt het ge schraagd door een aantal groen marmeren kolommen. De beide gebeitelde hoofdgroepen stellen voor Het Offer van Melchisedech en dat van Abraham en Isaac. Verder ziet men op verschillende punten prachtige beelden. De deur van het tabernakel is van geel koper en zeer kunstig bewerkt. Wij zijn overtuigd, dat het, geheel gereed zijnde, op ieder eeu diepen indruk zal maken. De Communiebank, het geschenk dei parochianen is niet minder een prachtstuk. Het is eveneens van Franschen steen en verdeeld in drie groote en vier kleine vakken. I11 de drie groote zien wij gebeeldhouwde groepen voorstellende Jezus en de Sama- ritaansche Vrouw, Mozes het water slaande uit de steenrots en de Discipelen van Em- maus. De kleinere vakken stellen voor de Pelikaan, die zijn jongen laaft met harte- bloed, de korenaar, it jour bewerkt, de druif en het Lam Gods, alzoo voorstellingen, die betrekking hebben of duiden op het H. Sacrament des altaars. Tusschen genoemde vakkeu ziet men ook kolommen v.- n groen en kostbaar zwart marmer. Op de communie bank liggen wit marmeren platen, terwijl de knielbank van zwart gepolijst graniet is. Aan het kleine altaar moest nog zooveel geschieden, dat het on mogelij u was om er nu reeds een beschrijving van te geven. De kerkbanken zijn solied, net en zeer gemakkelijk ingericht. In de middelgang staan er negen aan iederen kant, plaats biedende voor 5 personen naar wij meenen. In elk der beide zijbeuken of zijgangen staan er eveneens negen. Deze zijn kleiner en ingericht voor 3 personen. Achter deze banken, komen die zoogenaamde „roesljes* en „gemeeue bankeu*, terwijl voor de banken van den middelgang nog een aantal losse, sierlijke klepstoelen geplaatst zijn. Een derde altaar alsmede de predikstoel zullen later aangebracht worden. liet zangkoor is zeer ruim. In de eerste tijden zal de zang op een harmonium bege leid worden. Zoo ziet de kek in hoofdzaak er thans van binnen uit. Wij twijfelen niet, of zij zal a. s. Maandag en Dinsdag, wanneer er nog versieringen zullen aangebracht zijn, een ieder ten zeerste meevallen. A.s. Maandag en Dinsdag dan zijn de feestdagen aangebroken. Wat er zoo al zal geschieden, hebben wij in een vorig nummer reeds vermeld. Thans is men druk bezig versieringen r.an te brengen. Wij wenschen verder de inwoners der nieuwe parochie en geheel Waalwijk, een aangenaam feest en geven in overweging dat men van zijne ingenomenheid doe blij ken door 't algemeen uitsteken der vlaggen, dat zet aan alle feestelijkheden zoo'n schoon effect bij. Tram zaak. In aansluiting met het telegram in ons vorig nummer geven we hier eenigzins breed voeriger het 11. Woensdag voor den rand van State behandelde In behandeliug kwamen de beroepen Ingesteld door burgermeester en wethouders door den gemeenteraad en door inwoners van Waalwijk, tegen het beslnit van Gedeputeerde Staten van Noordbrabant d.d. 5 Juui 1901, waarbij in hooger beroep aan de naamlooze vennootschapvicinaux Hollandais vergunning I11 het voor deze zaak door den staatsraad mr. Moltzer uitgebrachte verslag, werd he rinnerd, dat B. en W. van Waalwijk, op de tot hen gerichte aanvrage om vergunning voor den traraaanleg, zich onbevoegd hebben verklaard om op dat verzoek te beschikken, op grond dat het had moeten gericht zijn niet tot B. en W. maar'tot den gemeenteraad en voorts, dat Gedeputeerde Staten over de thans ingestelde beroepen gehoord, hadden te kennen gegeven, dat het door B. en \V. aangevoerde bezwaar, omtrent hunne bevoegd heid ten deze, niet ter zake afdoet, maar dat de vraag dient gesteld te worden of de trambaan kan vrorden aangelegd zonder ver guning van B. en W,, welke vraag h. i. ontkennend moet werden beantwoord. Mr. P. H. Loeif, advocaat te 's-Hertogenbosch, optredende als gemachtigde, van B. en W. van Waalwijk en van belanghebbende inwoners jetoogde in de eerste plaats dat B en W. zich ten deze op een juist standpunt hebben geplaatst. Spreker beriep zich daarbij op verschillende stukken iu deze zaak, waaruit blijkt, dat ook in andere gemeenten in Noord- Brabant met betrukki ng tot den onderhavige tramaanleg de vergunning werd gevraagde aan het gemeentebestuur en niet aan B. en W., en dit wel op grond van een artikel van iet ten deze betrekkelijke politie-reglemeut, welk artikel nu wel sedert is gewijzigd, maar door welke wijziging geen verandering gebracht is in het vereischte dat de gemeente raad ten deze de vergunniug moet verleenen, gelijk sp. betoogde. Voorts ontwikkelde pleiter de bezwaren welke bij den gemeenteraad en ook bij vele ingezetenen van Waalwijk bestaan niet tegen den tramaanleg in 't algemeen belang maar te gen den aanleg „door de Gioofo Straat* te Waalwijk, en trachte hij aan te toonen dat men enkele passen van den weg waar men nu den aanleg wenscht, eene uitstekende gelegenheid tot aanleg heeft n 1. over den dijk parallel met de Groote Straat* loopende tegen welke aanleg volgens spreker geen gewichtige bezwaren bestaan. Mr. Loeff con cludeerde daarom primair tot vernietiging van het beslnit van Ged. Staten en hand having van de onbevoegde verklaring van B. en W. subsidair tot weigering van de vergunning, .zooals die gevraagd is. Mr. E. van Zinnicq Bergmann, voor de naaml. vennootschap Vicinaux Hollandais opkomende, trachtte aan te toonen, dat op grond van het gewijzigd artikel van voren bedoeld politie-reglement, wel degelijk B. en W. bevoegd waren ta beschikken en wel omdat, waar in dat artikel wordt gezegd, dat „ouvermiuderd de vergunning van deu pu bliekrechtelijken beheerder* niet anders kan bedoeld zijn dan B. W. Overigens bestreed deze gemachtigde de bezwaren tegen den aanleg door de Groote Straat, en achtte hij zoodauigen aanleg zelfs wenschelijk, terwijl hij ten slotte aandrong op eene spoedige beslissing in deze, opdat aan de thans bestaande onzekerheid spoedig een einde kome. De koninklijke beslissii.g wordt later me degedeeld. Onze brandweer. Donderdagmiddag heeft onze nieuwe brand weer oefeningen gehouden, met de geheel nieuwe inrichting en materieel. Tot ous genoegen hebben we gezien dat alles, wagens, kranen, slangeu enz. er uit- stekeud uitziet en de proef slaagde best, alles werkte goed behalve dat hier en Jaar een ongelukje gebeurde, b. v. een ruit stuk, (deze brak waarschijnlijk van schrik, reeds voor de brandweer water gaf), een paar kamers schoon gewas.<cheu enz. Wij zijn van meening, dat de brandweer, zooals thans ingericht, in aansluiting met de waterleiding, deugdelijk materieel, weinig en geoefend personeel, bij voorkomende gelegenheden uitstekende diensten zal verrichten. Wij achten 't niet ondienstig hier eens te laten volgen, hoe onze gemeente en 't brandweerpersoneel is iugedeeld, Onze gemeente bestaat uit 4 secties. Directeur: Jac. Gragtmaus. Opperbrandmeester Chr. v. d. Werff. Het oppertoezicht over de brandweer- blusschmiddelen is opgedragen aan Bern. Hendriks. Sectie (standpijp) 110. 1. Haven. 1 wagen met 105 M. slang en 1 tromp. Brandspuithuisje naast den heer Mombers. Brandmeesters. M. Schonk, II. Aarts. Dienstplichtigen. P. Gloudemans, Z. Treffers, P. Eiber». Sectie (standpijp) no. 2. Markt. 1 wagen met 210 M. slang, 2 trompen. Brandspuithuisje bij de kazerne K011. Maréchaussc. Brandmeesters. J. Verhulst, Nic. Hendriks. Dienstplichtigen. A. Gloudemans, B. van Bladel, B. Deta iners, C. van Hulten. Sectie (standpijp) no. 3. Hoek. 1 wagen met 105 M. slang, 1 tromp. Brandspuithuisje iu de Putsteegi Brandmeesters. G. de Rooij, L. van Loon. Dienstplichtigen. C. Marks, C. v. d. Wiel, A. Dielissen. Sectie (standpijp) no. 4. Statiunsstraat. 1 wagen met 105 M. slang, 1 tromp. Braudspnithuisje a. d. Overweg S.S.* Brandmeesters. Adr. Pallens, C. Trimbach. Dienstplichtigen. C. van Gorcum, L. van Hooft, C. Schoon- dermark. Ladders en Haken. Personeel. F. Verhoeren, G. van der Aa. De Echo van het Zuiden Betrouwbare mededeelingen met betrek king tot de kansen op vrede blijven nog immer uit, daarentegen is er aan geruchten geen gebrek. Zoo wordt te Londen beweerd dat de Engelsche regeeriog aan twee of drie Boerenaanvoerders in Zuid-Afrika een zetel zou hebben aangeboden in den nieuwen Uitvoerenden Raad, die zal worden ingesteld, als de vrede gesloten wordt. En als titula rissen voor dien zetel worden Steyn, Louis Botha en de Wet genoemd. Een ander gerucht, verspreid door de Daily Express, zegt, dat verscheidene, leden van het Britsche kabinet het denkbeeld hebben opgeworpen, president Kruger naar Zuid-Afrika te laten terugkeeren. Als motief daartoe wordt aangevoerd, dat Kruger den- gene is, die den oorlog onmiddellijk heeft uitgelokt en dat hij er dus mee belast moet worden, hem te doen eindigen. Voorts wordt verteld, dat dezer dagen te Londen in een militaire club werd beweerd, dat lord Kitchener een paar maanden gele den aan een hoofdofficier van zijn staf had verklaard, dat, indien hij, Kitchener, aau het hoofd der Boeren stond, hij nog wel kans zou zien, den oorlog een viertal jaren voort te zetten. In een pro-Boer milieu zou zijn gezegd, dat de Britsche regeering, overtuigd dat zij niet in staat zou wezen, den ooilog voor de kroningsfeesten tot een einde te brengen, thans trachten zou, de onderhandelingen sleepende te houden tot einde Juni, na de feesten. Men zou het publiek zijn illusies willen laten behouden, opdat de stemming gedurende de feesten niet zou worden be dorven. WAALWIJK, 26 April 1902. door 27) Hij leefde in het eerlijk geloof dat hij een goed werk verrichte, dat zijne geheime plannen en samenzweringen de wereld-vrijheid verhaastten. In zijne duistere, geheimzinnige omgeving was hij een hoogstbelangrijke figuur. Indien hij ge- ruineerd en gevangen gezet werd. zou hij een onherstelbare leemte achterlaten. Bezat hij het reeht niet om zijn eigen doeleinden in de weeg schaal te leggen tcgea het niets beduidende be staan van zijn neef? Zoo redeneerde hij en overreedde zich zelve, dat hij terwille der menschheid bijna alles mocht doen om zich te redden. Anthony March had nu den leeftijd van twee- en-twintig jaren bereikt; stelde het volste ver trouwen in zijnen oom; leidde een zorgeloos en gemakzuchtig leveu en had. zoolang aan zijne aanvragen werd voldaan, niets meer verlangd, tot hem nu op eenmaal geweigerd werd zijne aangelegenheden te regelen. Het is niet met zekerheid te zeggen of zijne achterdocht was gaande gemaakt, of niet, maar hij had onmid- deliik een anderen toon aangeslagen en drong er op aan, dat zijn fortuin terstond in zijne handen gesteld zouden werden. Ceneri, wiens plannen hem «enigen tijd naar Engeland riepen, ■telde hem tevreden met de verklaring dat hij hem gedurende zijn verblijf te Londen alles zou ophelderen. En het was ook onvermijdelijk dat die thans gegeven werd, omdat Anthony s laatste verkwistingen het overblijfsel van zijns vaders riikdom bijna tot niets hadden gereduceerd. En nu wat Macari's aandeel in de zaak betreft, ij was sedert jaren een nuttig en vertrouwd agent van Ceneri geweest; doch hoogst waar schijnlijk niet met diens onbaatzuchtige doel einden. Het schijnt dat hij het samenzweren be schouwde als een „vak' waar geld bij te verdienen was. Het feit dat hij zich op het slagveld door dapperheid onderscheidde, kan gevoegelijk op rekening gebracht worden van 's mans wreed karakter. Daar hij in alle plannen van Ceneri gemengd was, bevond hij zich zeer veel in diens woning waar die ook tijdcliik mocht wezen; en dien tengevolge zag hij ook Pauline dikwijls. Hij werd reeds op haar verliefd toen zij nog een teerjong meisje was en beproefde al wat in zijn vermogen was om haar hart te winnen. Voor haar was hij zachtaardig en vriendelijk. Zij had wel geon reden om hem te wantrouwen, doch zij weigerde volstandig hem de liefde waarom hii wierf te schenken. Het moet getegd worden dit hij, in dit opzicht, zeer standvastig was. Maar wanneer hij ook, zij het ook van jaar tot jaar zijn aan zoek herhaalde, verzekerde Pauline hem steeds dat zijne liefde hopeloos was. Ceneri moedigde hem niet aan. nij wenschte hem niet te beleedigen en daar hij zag dat het meisje tegen zijn vleijerij bestand was, liet hij de zaken op hun beloop, hopende dat M cari het vruchtelooze zijner pogingen inziende, die ten laatste van zelf zoude s'aken. Hij geloofde dat hij Pauline niet begeerde wegens het ver mogen dat haar te wachten stond. Macari wist immers welke groote sommen Ceneri in de schatkist der patriotten gestort had en onge twijfeld giste hij de herkomst ervan. Pauline bleef op school tot haar achttiende jaar, en bracht toen twee jaren bij haren oom in Italië door. Het was daar een treurig leveu voor het meisje en haar hart smachtte naar Engeland. Hoewel zij hem slechts zelden ontmoette, was zij toch hartstochtelijk aan haren broeder ge hecht en hare vreugde kende dus geene grenzen, toen Ceneri haar meededeclde, dat zijne bezig heden hem voor een wijl naar Londen riepen, en zij hem mocht vergezellen. Teneinde zijne vele politieke vrienden op elk uur van den dag eD dikwijls ook bij nacht te kunnen ontvangen, huurde Ceneri voor een korten tijd termijn een gemeubeld huis. Pauline's teleurstelling was zeer groot toen «ij zag, dat •en der eerste bezoekers Macari was, van wien zij gedacht had, thans in Engeland, ont slagen te zijn. Zijn tegenwoordigheid was zoo onmisbaar voor Ceneri, dat hij zijn intrek bij hen nam in Horace street. En daar de oude Teresa, de dienstbode van den doctor hen ver gezelde en ook daar zijne huishouding waarnam, was de verandering voor Peuline al zeer onge lukkig. Macari vervolgde het meisje nog steeds zonder gevolg, met zijne liefde. Ten laatste vormde hij bijna tot wanhoop gebracht, het dwaze plan on haren broeder te gebruiken. Hij kende de onbe- is verleend tot aanleg en exploitatie van een tramweg op den openbaren weg de Groote Straat, in genoemde gemeente. grensde liefde van Pauline voor Anthony en dacht dat zfj diens wensch niet zoude weerstreven Hij was wel geen bizonder vriend van den jongen man, maar, daar hij hem eens een dienst had bewezen, achtte hij zich gerechtigd hem om een wederdienst te verzoeken. En daar hij wisl dat beide, broeder en zuster, niets meer bezaten aarzelde hij des te minder om daartoe over te gaan. Hij bracht Anthony dus een bezoek en deelde h^m zijn verzoek mede. Anthony, die een trotsch en verwaand persoon schijnt te zijn geweest, lachte eenvoudig over zijne onbeschaamdheid en gelastte hein te vertrekken. Arme jongen, hoe weinig wist hij wat deze lach hem kosten zou. Misschien was het tengevolge eener zinspeling die Macari maakte, toen hij zich in ontembare woede verwijderde, dat Anthony's oogen geopend werden voor het gevaar waarin zijn vermogen verkeerde: doch hoe dit zij, hij schreef on midde- lijk aan zijnen oom en drong op oogenblikkelijke regeliDg aan. In geval van eenig uitstel, zou hij een notaris raadplegen en zoo noodig eene ver volging tegen den voogd instellen. Het oogenblik dat Ceneri zoo lang gevreesd had, was dus gekomen maar nu zou de beken tenis, in ploats zooals hij zich had voorgenomen, vrijwillig door hem gegeven te worden, hem ontwrongen worden. Hij wist niet of hij door de Italiaan9che of Engelsche w«>t verantwoordelijk zoude worden gesteld, maar bij was tr zeker van, dat Anthony terstond de noodige stappen zoude doen, om hom te doen gevangen nemen. Dit laatste zou de geheele onderneming waarmede hij zich thans onledig hield, te gronde richten. Tot eiken prijs moest Anthony March voor eeaigen tijd tot zwijgen worden gebracht. Hij verzekerde mij met de geloofwaardigheid van een stervende, dat hij zelfs niet gedacht had aan de vreeselijke middelen die dit teweeg brachten. Zijn plan was om Anthony met behulp zijner vrienden en ondergeschikten naar het buitenland te vervoeren en hem eenige maanden in een krankzinnigengesticht te doen opnemen. Hoewel Ceneri dit niet bekende, twijfel ik niet of de jongeling zou zijn vrijheid hebben moeten koopen, voor de beloften het misbruik van ver trouwen van zijn voogd te vergeven. Macari, die op wraak zinde wegens de hem aangedane beleediging, was bereid, wanneer die ook van heru gevorderd mocht worden, zijne hulp bij de uitvoering van dit plan te verleenen. Petroff, de man met het lilteeken over zijn ge laat, was des doctor's lichaam en ziel. Teresa, de oude dienstbode, zou op het bevel haars meesters elke denkbare misdaad bedreven hebben. Da eerste «aak was bin Anthony er toe te bewegen op een geschikt uur naar Horacestreet te komen. Ceneri maakte zijne toebereidselen, gaf de noodige instructies aan zijne bondgenooteB en schreef toen aau zijn neef om hem dien avond te komen bezoeken en zijne ophelderingen te vernemen. Wellicht wantrouwde Anthony zijn oom on diens omgeving meer dan verwacht werd. Hoe dit zij, hij wees de uitnoodiging af en stelde voor, dat zijn voogd tot hem zoude komen. Daarop werd Pauline tot onschuldig werktuig gebezigd om haren broeder naar het noodlottig huis te lokken. Ceneri antwoordde aan Anthony dat het hem tamelijk onverschillig was waar de samenkomst zou plaats vinden, doch stelde haar eenige dagen uit. Toen deelde hij aan Pau line mede dat zijne bezigheden hem dien avond zeer laat van huis zouden houden en dit een gunstige gelegenheid voor haar was om eenige uren ongestoord met haren broeder door te brengen. Doch daar ook hij Anthony wenschte daar te spreken, moest zij hem daar houden tot Ceneri terug zou komen. Pauline voldeed daaraan met de grootste blyd- schap. Broeder en zuster gingen samen Daar den schouwburg en te middernacht bracht hij haar naar Horace-Street terug. Ongetwijfeld verzocht zij hem nog wat haar te blijven. Daarom moest de schok wegens hetgeen nu volgde nog des te verschrikkelijker voor het meisje geweest zijn. Broeder en Zuster zaten een poos [alleen daarop verschenen Ceneri met zijn beide vriend- n. Anthony scheen door deze ontmoeting onaange naam getroffen, hij bedwong zieh echter en groette zijn oom beleefd. Macari echter koord» hij den rug toe. Het behoorde geenszins tot Ceneri's plan da- er in tegenwoordigheid van Pauline eenig geweld zou worden gepleegd. Bij het verlaten van het huis moest hij gegrepen en naar den kelder ge bracht worden en zijn noodkreten desnoods on mogelijk worden gemaakt. Pauli ne zou deu volgenden morgen naar een der vriendeu van haar oom worden overgebracht en onbekend blijven met de zaak die hem en zijne bondgenooten zoo plotseling naar Italië terug liep. „PauliDe/ zei Ceneri, ,mij dunkt gij «oudt beter dosn thans naar uwe kamer te gaan, Ik heb met hem eenige zaken te bespreken.' Ik wil liever wachten tot Anthony vertrekt,' antwoordde »ij, „maar als gij wat te spreken hebt. zal ik wel naar de achterkamer (achter het scherm) gaan.' Dit zeggende ging zij daarheen en zette zich voor de piano, waar zij begon te spelen en te zingen. „Het is thans te laat om over zaken te spre ken,' zei Anthony toen zijne zuster de kamer verliet. „Het was beter deze gelegenheid waar te nemen. Ik moet morgen Engeland verlaten,* sprak ik. Anthony zette zich dus weer neder. „In dit geval zal ik blijven,' zeide hij, „maar het is onnoodig dat er vreemdelingen, bij tegen woordig zijn.' „Het zijn mijne vrienden, die zoo noodig de waarheid van hetgeen ik te zeggen heb, kunnen bevestigen.' „Ik wil mijne zaken niet behandeld hebben in tegenwoordigheid van zulk een man', «ei Anthony met verachtelijken blik Macari aanwij zende. De beide mennen spraken met gederapten toon (Wordt vervolgd.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1902 | | pagina 5