Rummer 43. Donderdag 29 Mei 1902. 25 c Jaarerano* Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. Ml 50 POM PiiÜVISIE. De Zuid-Afiikaansche Oorlog. ANTOON TIE L E N, WOEKERWINST. FEUILLETON, "aaaBB»er-rr TO^^MSiiinTOMWrilNWIBBII'IIHI IHI'imWHBBII III—BM—BBSTWHHIWHWMaMnWijg'^BagS^ O#r- -ï"vTO^^^3a»a««H3n«WBflHW«««gaaBgaBWiB'ffMAiiHwgi U 1 T G B V E U De Echo van "KMttWS&S# Waalwpscbe en Laiigstraatsche Courant, Dit Blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond. Abonnementsprijs per 8 maanden fü.~5. Franco per post door het geheele rijk fü.90. Brieveningezonden stukken gelden enz., franco tu zenden aan den Uitgever. Een leelijk woord, een heel leelijk woord, dat wanneer men 't hoort daaraan de gedach te doet verbinden van een soort gieren in inen8chengedaante, zooals ze nu en dan ten tooneele worden gevoerd op 't schouwtooneel van 't menschelijk leven ot op de planken en wier verschijning even huivering- en afschuw wekkend is als 't slachtoffer dat hen in de klauwen valt te beklagen is. Wanneer de eene mensch aan den andereu ten gtbruikte afstaat iets wat hem behoort, met andere woorden hem geld of goed leent dan is 't zeer zeker volkomen rechtmatig, dat hem voor dit afstaan in gebruik, een billijke huur of rente ten deel valt. De grooie van die huur of rente hangt ongetwijfeld samen met verschillende om standigheden als verhouding tusschen vraag en aanbod, de meerdere of mindere zekerheid, die er bestaat voor 't behoud van 't geleende, de soliditeit en betrouwbaarheid vau dengene, wien men zijn eigendom in bruikleen geeft, de kans der onderneming, waarvoor't gebe zigd zal worden, de waardevermeerdering of -vermindering van het onderpand en meer dergelijke omstandigheden, die zullen moeten worden overwogen bij de beoordeeling van de billijkheid der bedongeu huur of rente en invloed daaiop zullen moeten uitoefenen. Wanneer daarom in het eene geval de huur voor 't in bruikleen gegevene aanmer kelijk hooger zal moeten zijn dan in een ander geval, dan zal nog niet steeds kunnen worden gedacht aan woekerwinst. Een andere zaak is 't echter wanneer de eene mensch, misbruik makende van de om standigheden waarin de andere mensch ver keert, zijn slachtoffer, onder den druk daar van, afperst een winst, die alle billijke ver houding te boven gaat en zich alzoo doet kennen als een ware roofvogel in menschen- gedaantc, wien het alleen te doen is om geld te winnen, zich er weinig om bekom merende, wat er van zijn uitgezogen slacht offer wordt. Veelal is een woekeraar in dezen zin daarbij een vrek, wiens ziekelijke drift naar goud alle gevoel menschelijkheid in hem verdooft. Wat deert hem de innige verachting van zijn slachtoffer, van de menschheid in het algemeen, als hij maar kan grabbelen in zijn geldkist. Wat angstige oogenblikkeu heeft hij niet doorleeft om hoofdsom en woekerwinst be houden binnen te krijgen en nu hij ze heeft, Naar het Engalsch, van A. It. Thomson. Wel, tei ik tegen mijn vriend Harry Ilford den sigarenhandelaar, toen er juist een klant de deur uit gegaau was; je zoudt zeggen, dat ioo'n groote meneer ook wat beters rookte dan sigaren van een stuiver. Zeker niet bij kas. Mogelijk! zei Harry glimlachend; maar 't kan ook een quastie van smaak zijn. Zelfs een Sherlock Holmes zou zich vergissen, als hij conclusies wilde trekken over de finantieele en maatschappelijke positie der meuschen uit het •oort sigaren, dal ze rooken. Ik heb mij zelf leelijk vergist maar dat is een heele historie. Heb je tijd? Zeker antwoordde ikvertel maar op. Ik wist wel, dat Harry nog al wat had bij gewoond, eer hij een eenzaam handelaar in sigaren werd. Een jaar of wat geleden, in den tijd, toen ik nog al eens om geld verlegen was en. onder ous gezegd, niet zoo kieschkeurig in de zaakje», die ik aanpakte, zat ik eens op een avond te loeren iu ae advertenties van een krant, of er ook wat te veidienen viel. Ik had al gauw beet. Er stond Wordt onmiddellijk gevraagd, voor een paar dagen, een heer, met goed voorkomen en goede manieren, voor «en delicate zending ten voor deele vaa een goed doel. Flink honorarium, ver- xekerd' enz. Ik begreep wel, dat er wat anders achter stak dan philantropit, en lk mocht wel een avon tuurtje. in elk geval, een brief kon ik licht schrijven't kostte maar een postzegel en 't kond toch niets. Ik krabbelde wat op en bracht zelf den brief naar een bus. Den volgonden morgen kreeg ik al antwoord onderteekend William Mynfield, met verzoek, dian avond na zessen eens aan te komen. Ik kroop duo tegen zes uur op een omnibuo zijn dierbare zilverstukken, nu gevoelt hij 't eerst recht dat daarin ligt zijn geheele leven, zijn gansche ziel. Dergelijke wezens zijn rampzalig voor zichzell en voor de samenleving. Menig jougmensch of ook wel man op leeftijd vond voor en doel, waarvoor anderen hem het hunne niet zouden hebben willen afstaan, op deze wijze de middelen, die zouden dienen on hem ten verderve te brengen. Het uitzicht op een toekomstig bezit was soms voldoende om een som gelds machtig te worden, die men zich wenschte ter be vrediging van dwaze of noodlottige begeerten. En al stond de som, die men ontving, in geen verhouding tot hetgeen men ia de schuldbekentenis verklaarde ontvangen te hebben, wat nood Voor het oogenbiik al thans was men uit den brand en had men wat men begeerde. Maar na de zonde kwam het berouw. En als in vervulling konden gaan de verwenschingeu over het hoofd van zoo menigen woekeraar, later uitgestort door zijn slachtoffers, dan zou 't er voor velen niet best uitzien. In vroegere eeuwen bestonden wettelijke bepalingen tegen den woeker en nog ko men die in sommige landen voor, maar im mer zal 't moeielijk zijn de menschheid hiertegen te beschermen, wanneer ze niet beproeft dit zelf te doen. Door jonge menschen vooral, die vaak nog niet onderroude» hebben boe moeilijk 't is den strijd om 't bestaan op eervolle wijze te strijden, is 't lastig vaak om in den tijd dat de jeugd hen dringt tot ge nietingen, weerstand te bieden aan de ge legenheid, die hun somwijlen geboden wordt om, bij eenig uitzicht op later bezit, nu reeds daarvan te profiteeren. Men redeneert dan soms zoo luchtig Waarom gezorgd voor den dag van rnor- gen Nu kan ik 't krijgen, en komen die tij den, komen die zorgen. Maar komen doen ze zeker, die uitge stelde zorgen, als men ze mag beleven, en drukken doen ze dan, loodzwaar. 't Genot ging voorbij, en de heriuneriug aan 't op deze wijze genoteue verlustigt niet, maar blijft als een sombere schaduw rusten op 't afgelegde pad der jeugd. Pas op den zakkenroller, maar meer nog op den woekeraar. De zakkenroller ontrooft u bij guldens, wat de woekeraar u bij baaknoten ont neemt. en zocht het aangegeven adres, 't Was in een nauwe straat in 't hartje van de stad, een oud gebouw, met vele kantoren. Aan 't eind van een donkere gang voud ik het aangegeven nummer. Pas had ik geklopt, of de deur werd geopend door een jongen kerel, die fluisterend informeerde of ik mijuheer Ilford was. Toen ik bevestigend antwoordde, ging hij mij voor, een trap op, naar een kleine achterkamer, waar een bed stond, een paar goedkoope meubelen en een tafel, be aaaid met kranten. 't Ziet er hier niet erg gozellig uit, hé begon hij't is maar een tijdelijk kantoor. De maatschappij zal gauw beter onder dak zijn, hoop ik de huur vau deze kamer loopt morgen af. Maatschappij mompelde ik. Ja, zeker* maar 't ia waar ook u weet dat nog niet. Ik ben secretaris van de «Maatschappij tot ondersteuning van schuldigo armen* Voor de gewoue armen wordt genoeg gedaan, maar de schuldige armen laat men aan hun lot over. Dat mag toch niet, vindt u wel Ik weet 't nog niet, zei ik, twijfal-iud, of de kerel mij niet voor den gek hield. Maar ga veder; ik ben nieuwsgierig, meer te vernemen van de missie, waarvoor u iemand vr»agt. 't Is xeker nog al moeilijk? Of is'de plaats al vervuld? Neen, antwoordde hij lachend de plaats is nog niet vervuld. Er hebben zich liefhebbers genoeg aangeboden, maar niemand durft het karweitje aan. Luister eens I De maatschappij heeft een paar duizend pond noodig voor een xeer buitengewoon geval, tegen aanstaanden Maandag an 't doel van de advertentie was, iemand te vinden, die ons dat geld kon ver schaffen. Ik keek meneer Mynfield eens goed aan; ik merkte wel, dut hij, schijnbaar luchtig reder.ee- rend, bezig was, eens te kijken met wien hij te doen had. Meneer Mynfi sld. zei ik ik zie wel aan uw gezicht, dat u niet zoo philaniropisch is als u wilt lijken. Ik heb niet veel vertrouwen in maatschappijen, w.iarvau de zetel is in een ge wone slaapkamer en ik denk dat 't «schuldige» geval u ï'.elf betreft... Oh... begon hijdoch ik viel hem in de rede WAALWIJK. De zakkenroller sluipt u op het lijf, maar tot den woekeraar sluipt ge zelve. En voorts, waar zich ooit de gelegenheid mocht voordoen, om met het uwe woe kerwinsten te behalen, tracht u te beheer- schen. Wieg niet uw geweten in slaap met valsche redeneeringen, dat ge eenvoudig wat meer bedingt, omdat ge 't krijgen kunt. Help niet uw evenmensch met het uwe in 't verderf. Nog altijd luidt het antwoord op Kaïu's angstkreetBen ik dan mijns broeders hoeder Ja zeker zijt gij dat. Zekei behoort naastenliefde een factor Ie zijn iu 't gemeenschapsleven der menschen onderling. Er zijn meer goede menschen dan slechte, maar velen zijn zwak, zwak wanneer de verleiding zich onder velerlei vorm aan hen voordoet. Elkander te behoeden is menschenplicht. Er is ee£ soort van woekeren, die aan beveling verdient en de menschheid ten ze gen kan strekken. Elk mensch heeft de beschikking gekre gen over talenten, over gaven van hoofd en hart. De verdeeling daarvan mag al niet gelijk zijn, niemand is geheel zonder gebleven. Men kan deze talcuteu in rust laten, men kan ze gebruiken ten bate van zichzelf en ziju onmiddellijke omgeving met mate, doch men kau er ook mee woekeren ten bale van zichzelf, zijn onmiddelijke omgeving en 't algemeen. In dien zin behooren alle menschen te trachten woekeraars te zijn. En relew zouden het kunnen zij', als ze zich er wat meer moeite voor wilden geven en wat minder gemakzuchtig en zelfzuchtig waren. De strijd om 't bestaan, toenemende in felheid en scherpe, nijdige concurrentie, maakt 'den mensch vaak al tc zelfzuchtig. O zeker, 'l hemd is nader dan de rok. Maar omdat 't hemd nader dan de rok is, behoeft 't niet bij 't hemd alleen te blijven. Het leven in gemeenschap legt ons ge meenschappelijke plichteu op, die ruimer zullen worden opgevat en beter zulleo wor den begrepen, naarmate we toenemen in werkelijken gemeenschapszins, de zuivere, practiscbe naastenliefde. Adv ketentién 17 regels f 0.6U daarboven 8 cent per regel, grootn letters naar plaatsruimte. Advertentiëu Smaal ter plaatsing opgegeven, worden 2maal berekend. Voor plaatsing van een groet aantal regels en advertenties bij abonnement worden speciale zeer voordeelige contracten gesloten. Reclames 15 cent per regel, En dat de «missie* enkel ten uwen voor— deele is. He? U kunt liet idivudu niet scheiden van de massa, lijkt 't mij. Neen, zei ik. Maar we begrijpen elkaar nu eu kunnen zakelijk zijn. W at is 't karwei, eu wat geeft? 't Spreek maar vrij uit! Ik dacht dadelijk wel, dat er zwendel achter stak anders zou ik op uwe advertentie niet geschreven heb ben. Hm 1 mompelde hij; de andere lui, die zich aanboden, waren stommelingen. U lijkt pienter genoeg. Uw kleeren en voorkomen zijn ook naar wensch Ik zou haast gaan gelooven, dat de advertentiekosteu niet weggegooid zijn als ik u tenminste kan vertrouwen. Ik stond op, als wilde ik heengaan. Als je mij niet vertrouwt, hebben we niets meer te bepraten. Ik wensch je een goeden avond. Wee» niet gekriep hij, opeens geheel van toon veranderend ga zitten. Ik deed 't schouderophalend. Wat geeft 't vraagde ik. Vijftig pond, als je slaagt. Zoo 1 En wat is er te doen Mynfield keek mij nog eens twijfelende aan; toen xei hij: Allohl ik zal je vertrouwen; do tijd dringt, 't Werkje moet morgen gedaan worden, en ik heb er een handigen jongen voor noodig. Maar je zult 't wel opknappen, als je doet wat ik zeg. Ik zal mijn best doeD, zeg maar op I Nu dan. Ik moet je in de eerste plaats uit leggen, dat ik, tot voor een paar weken, de bediende en vertrouwde was vun meneer George Codicot, een groote juwelier in 't West End. die veel kostbare dingen in pand neemt. Ik heb die betrekking plotseling moeten verlaten en niet onder heel prettige omstandigheden enCn, dat doet er nu niet toe. Maar eer ik wegging nam ik een paar nuttige aanteekeningen over hetgeen in de naaste toekomst had le doen. Morgea gaat hij naar Brighton. Ik kan hem natuurlijk kwalijk achternagaan; inaar dat moet jij doen dat wil zeggen, op de terugreistot zoolang is 't beter, dat hij je niet in do guten krijgt. Hij vertrekt ran Brigbton met den trein van 7.10, die rechtstreeks doorgaat tot Victoria- station, zonder stoppen. Hij reist eerste. Je moet Er is zoo menigeen, die meer zou kunnen zijn voor zichzelf en voor anderen dan hij is, wanneer hij inderdaad wilde woekeren met wat hem aan innerlijke gaven is ten deel gevallen. Zoovele menschen leven gescheiden van elkander, alsware er een kloof tusschen hen terwijl ze, woekerende met hun talenten, wederkeerig zooveel voor elkaar zouden kun nen zijn. Wanneer de menschheid in 't algemeen meer vervuldj was met de innige begeerte om «le gaven, die elk lid dier groote ge meenschap bezit, dienstbaar te maken zoo veel in zijn vermogen is ten nutte van de andere leden, dan zou 't er in menig op zicht heel anders kunnen uitzien. En allen zouden er beter bij varen. Dit is een ideaal wellicht 't Zij zoo, maar niet tot berusten en stil zitten leeft de mensch langer dan menig dier, en is hem de kostelijke gaven van 't denken gegeven. Woekeren moeten we allen, niet met ons geld, met ons stoffelijk bezit, maar met onze bezittingen van den geest, met de gaven van verstand en hart. Niet ieder voor zich, maar allen veor allen En waar we dan op woekerwinst zullen mogen wijzen, daar zal ons hart er zich in kunnen verblijden. De stemming in hel Vereenigd Koninkrijk met betrekking tot het lot stand komen van den vrede, als gevolg van de op het oogenbiik aan den gang zijnde vredesonder handelingen in Zuid—Afrika, blijft hoopvol. Alle Londensche bladen bevatten artikelen en mededeelingen, waaruit blijkt, dat men vast eu zeker op den vrede rekent. Op welke gronden die artikelen en mededeelingen steunen, is niet duidelijkzij zijn heel eenvoudig het gevolg van het hevig verlangen naar den vrede, dat zich thans, nu er maar even sprake is van vredeskansen, in alle kringen met groote kracht openbaart. Toch zijn er ook wel tastbare aanwijzingen, die doen vermoeden, dat óók de Britsche regecring de kans op het tot stand komen van den vrede giooter acht dan die op het voortzetteu van den strijd.f |Zoo is de uitzending van verdere versterkingen naar Afrika's zuidelijk deel voorloopig gestaakt en voor een zending paarden, die dezer dagen te Dover naar het oorlogsterrein moesten worden ingescheept, is tegenbevel ontvangen, in dezelfde coupé gaan en 't op de een of andere manier xien klaar te spelen, dat je de kleine zwarte reistasch, die ik je zal geven ruilt voor de zijne, die net eender is. Die tasch moet je dan aan mij geven, aan 't Victoria-station, waar ik je wacht en ik zal je 60 pond in goud geven. Daarmee is de affaire afgeloopen. Wat zeg je er van Neem je 't aan Gesteld, dat ik «ja* zeg, hoe ken ik dan mijn man? Gemakkelijk genoeg, 't Is een baas van mid delbare lengte, hij draagt een baard en een overjas met astrakan; waarschijnlijk zul hij een sigaar rooken en wat drinken in de restauratie- zaal eer de trein vertrekt. En dan moet je letten op de tasch. Hm! xei ik 't lijkt me dal die meneer Co dicot er een is van de soort, aan wie je ruikt, dat ze g 'ld hebben Je snapt 't goed. En wat is er in die tasch Juweeler; een diadeem, een halssnoeren kleinere dingen, samen in een vierkant leeren étui. Hoe weet je dat allemaal? Omdat die dingen elk jaar om dezen tijd in Codicot's bezit komen. Ze behooren aan lady Wel ton, een weduwe te Brighton, wier jaargeld haar in Mei wordt betaald, maar die nooit kan uitzingen. Zij heeft dus met Codicot 'i zoo ge •chikt, dat hij haar valsche juweelen geeft en de echte in pand neemt op een voorschot, dat haar in staat stelt, den termijn van betuling te holen, 't Is morgen voor het vierde jaar, geloof ik, dat kij de dingen gaat halen, iu ruil voor een wissel... Ik vind, zei ik, toen meneer Mynfield zweeg, dat vijftig pond een akelig belachelijke betaling is, voor zulk een dienst. Gesteld eens, dat ik zelf de steentjes hield Mynfield lachte. Als jo probeerde, ze hier in 't land kwijt te raken, zou je buitengewoon gauw er bij moeten zijn. Je kunt er stawt op ranken, dat Codicot niet zal nalaten, een grooten schreeuw te geven, als hij de verwisseling merkt en dat zal niet veel langer duren dan de tijd, dien bij noodig heeft van Victoria naar zij t huis. 't Kan mij niet hindereu; ik heb alles in orde om dadelijk morgen-avoud over te steken naar t vasteland zoodat dc dieren voorloopig in Engeland zullen blijven. Inmiddels toont het Britsche publiek groot ongeduld iu verband met de schaarichte aan nieuws, aangaande den vrede men wil vrede, zoo maar opeens, en het gevolg van deze verwachting is bijvoorbeeld, dat Vrijdag, terwijl de ministers in raad bijeen waren, een groote menigte in Downingstreet was verzameld, die het niet onder stoelen of banken stak, dat men wachtte op een mededeeling, als gevolg van den kabinetsraad, dat de vrede met de Boeren was gesloten. Bovendien haddeu tal van kerken te Louden en op het platteland tegen Zondag bidstonden uitgeschreven voor de totstandkoming van den vrede, maar, daar het definitieve bericht daaromtrent Zaterdagavond nog op zich liet wachteu, evenals nu trouwens nog, werden de bidstonden zoodanig gewijzigd, dat men er in smeekte, dat de „koppige* Boeren tot den vrede bewogen zouden worden. Niettegenstaande omtrent den Vrijdag gehouden kabinetsrand niets officieels bekend geworden is, weet men in parlementaire kriogeu te Londen te vertellen, dat de Boereu in ruil voor het lateu vallen vau hun onafhankelijkhcidseisch, ruimer concesiien op andere punten hebben verlangd en dat over deze verlangens door de ministers is beraadslaagd. Na een vergadering van 2 uur zouden de ministers toen hebben besloten en onmiddellijk hebben geseind aan lord Milner, dat niet ingegaan kon worden op grooier concessies met betrekking tot de hoofdvoorwaarden, doch dat met betrekking tot de voorwaardeu van minder belang de door de Boeren verlangde wijzigingen mochten worden toegegeven. Zaterdag 1.1. zouden, naar het verder heet, de Boeren, die te Vereeniging bijeen zijn, definitief beslissen over «le aangeboden voorwaarden. Maar indien dit zoo is, is het te verwonderen, dat omtrent die stemming tot nog toe niets bekend gemaakt is, tenzij de meerderheid der republikeinsche afgevaardigden zich zou verklaard hebben vóór het voortzetten van den ooi log. Van andere zijde daarentegen wordt verzekerd, dat het resultaat van de couferentie te Vereenigiug in geen geval bekend kan worden voor morgen of overmorgen. Daar men al» zeker aanneemt, dat de Boeren den eisch van onafhankelijkheid hebben lateu rallen en dus de 'voornaamste stee» des aanstoots weggenomen zou zijn, heeft men in diplo matieke kringen te Londen het volste vertrouwen in de totstandkoming van den vrede. waarheen dat komt er niet op aan. Neen, j» moet niet probeeien, mij te bezwendelen, meneer Ilford en je moet tevreden xijn met wat ik je geef als je 't kunt verdienen. Ik weet niet, of ik 't kan. Veronderitelt eens, dat de coupé vol is Niet waarschijnlijk om dezen tijd van 't jaar. BuitendienCodicot is op zijn manier heel slim; hij houdt er de theorie op na. dat iemand, die met voorwerpen van waarde reist, niet de aandacht moet wekken door erg bezorgd voor ziju bagage te lijken. Hoogstwaarschijnlijk zal hij de tasch in 't net leggen, of op de bank naast hem. Natuurlijk wordt 't wat moeilijk voor je, nis hij gedurig het oog er op heeft, vooral als er nog iemaud anders in de coupé i». Ja, dat geloof ik ook, zei ik. Maar ik wil de kans om wat te verdienen niet laten voorbijgaan. (Hoe ik zoo gok kwam, begrijp ik niet maar ik wus erg lichtzinnig en had altijd geldgebrek.) Betaal mij hot geld voor een retour eerste klasse naar Brighton, eo ik zal zien wat ik doe. Lukt het mij, des le bi ter voor ons beiden; lukt het niet, des te erger. Mynfield wilde, dat ik de reis xelf betaalde, maar dut wilde ik niet; en hij overiiundigde mij het reisgeld en de tasch, die zoo'n gewichtigen rol moest spelen. Wij spraken nog eens af, dat hij prompt bij 't aankomen van den liein uua Victoria-station zou zijn en wij scheidden met een grapje op do Maatschappij tot ondersteuning van schuldige armen'. Ik behool u niet in bijzonderheden te beschrij. ven wat ik den volgenden dug uitvoerde, 't Ia voldoende, te vertellen, dat ik naar Brighton ging met een morgentiein en hoewel t een koude Februaridag was daar een:ge aange name uren doorbracht. Tusschen zes en zaven kuierdo ik naar 't station en trad den restaurant binnen, waar ik een glas bier en ter. broodje vroeg. Ik zette deze sobere ververecbing op eeu tafeltje dicht bij de deur, mijn lascbje er naust, en ik hield de binnenkomenden in 't oog. Tien minuten voor zeven werd mijn geduld beloond door de verschijning van een man met een baard, die een overjas, met astrakan afgezet, droeg, e«n tasch, gelijk aan de mijne, cn in elk opzicht voldeed aan Mynfield'» beschrijving. Codicot, zonder cenigen twijfel 1 dach ik, toen ik hem naar 't buffet zag gaan, waar hij een gla»

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1902 | | pagina 1