Rummer 43.
Donderdag 29 Mei 1902.
25 c Jaarerano*
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
Ml 50 POM PiiÜVISIE.
De Zuid-Afiikaansche Oorlog.
ANTOON TIE L E N,
WOEKERWINST.
FEUILLETON,
"aaaBB»er-rr TO^^MSiiinTOMWrilNWIBBII'IIHI IHI'imWHBBII III—BM—BBSTWHHIWHWMaMnWijg'^BagS^
O#r- -ï"vTO^^^3a»a««H3n«WBflHW«««gaaBgaBWiB'ffMAiiHwgi
U 1 T G B V E U
De Echo van
"KMttWS&S#
Waalwpscbe en Laiigstraatsche Courant,
Dit Blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond.
Abonnementsprijs per 8 maanden fü.~5.
Franco per post door het geheele rijk fü.90.
Brieveningezonden stukken gelden enz., franco tu zenden aan den
Uitgever.
Een leelijk woord, een heel leelijk woord,
dat wanneer men 't hoort daaraan de gedach
te doet verbinden van een soort gieren in
inen8chengedaante, zooals ze nu en dan ten
tooneele worden gevoerd op 't schouwtooneel
van 't menschelijk leven ot op de planken en
wier verschijning even huivering- en afschuw
wekkend is als 't slachtoffer dat hen in de
klauwen valt te beklagen is.
Wanneer de eene mensch aan den andereu
ten gtbruikte afstaat iets wat hem behoort,
met andere woorden hem geld of goed leent
dan is 't zeer zeker volkomen rechtmatig, dat
hem voor dit afstaan in gebruik, een billijke
huur of rente ten deel valt.
De grooie van die huur of rente hangt
ongetwijfeld samen met verschillende om
standigheden als verhouding tusschen vraag
en aanbod, de meerdere of mindere zekerheid,
die er bestaat voor 't behoud van 't geleende,
de soliditeit en betrouwbaarheid vau dengene,
wien men zijn eigendom in bruikleen geeft,
de kans der onderneming, waarvoor't gebe
zigd zal worden, de waardevermeerdering of
-vermindering van het onderpand en meer
dergelijke omstandigheden, die zullen
moeten worden overwogen bij de beoordeeling
van de billijkheid der bedongeu huur of rente
en invloed daaiop zullen moeten uitoefenen.
Wanneer daarom in het eene geval de
huur voor 't in bruikleen gegevene aanmer
kelijk hooger zal moeten zijn dan in een
ander geval, dan zal nog niet steeds kunnen
worden gedacht aan woekerwinst.
Een andere zaak is 't echter wanneer de
eene mensch, misbruik makende van de om
standigheden waarin de andere mensch ver
keert, zijn slachtoffer, onder den druk daar
van, afperst een winst, die alle billijke ver
houding te boven gaat en zich alzoo doet
kennen als een ware roofvogel in menschen-
gedaantc, wien het alleen te doen is om
geld te winnen, zich er weinig om bekom
merende, wat er van zijn uitgezogen slacht
offer wordt.
Veelal is een woekeraar in dezen zin daarbij
een vrek, wiens ziekelijke drift naar goud
alle gevoel menschelijkheid in hem verdooft.
Wat deert hem de innige verachting van
zijn slachtoffer, van de menschheid in het
algemeen, als hij maar kan grabbelen in zijn
geldkist.
Wat angstige oogenblikkeu heeft hij niet
doorleeft om hoofdsom en woekerwinst be
houden binnen te krijgen en nu hij ze heeft,
Naar het Engalsch, van A. It. Thomson.
Wel, tei ik tegen mijn vriend Harry Ilford
den sigarenhandelaar, toen er juist een klant de
deur uit gegaau was; je zoudt zeggen, dat
ioo'n groote meneer ook wat beters rookte dan
sigaren van een stuiver. Zeker niet bij kas.
Mogelijk! zei Harry glimlachend; maar
't kan ook een quastie van smaak zijn. Zelfs een
Sherlock Holmes zou zich vergissen, als hij
conclusies wilde trekken over de finantieele en
maatschappelijke positie der meuschen uit het
•oort sigaren, dal ze rooken. Ik heb mij zelf
leelijk vergist maar dat is een heele historie.
Heb je tijd?
Zeker antwoordde ikvertel maar op.
Ik wist wel, dat Harry nog al wat had bij
gewoond, eer hij een eenzaam handelaar in
sigaren werd.
Een jaar of wat geleden, in den tijd, toen
ik nog al eens om geld verlegen was en. onder
ous gezegd, niet zoo kieschkeurig in de zaakje»,
die ik aanpakte, zat ik eens op een avond te
loeren iu ae advertenties van een krant, of er
ook wat te veidienen viel. Ik had al gauw beet.
Er stond
Wordt onmiddellijk gevraagd, voor een paar
dagen, een heer, met goed voorkomen en goede
manieren, voor «en delicate zending ten voor
deele vaa een goed doel. Flink honorarium, ver-
xekerd' enz.
Ik begreep wel, dat er wat anders achter stak
dan philantropit, en lk mocht wel een avon
tuurtje. in elk geval, een brief kon ik licht
schrijven't kostte maar een postzegel en 't
kond toch niets.
Ik krabbelde wat op en bracht zelf den brief
naar een bus.
Den volgonden morgen kreeg ik al antwoord
onderteekend William Mynfield, met verzoek,
dian avond na zessen eens aan te komen.
Ik kroop duo tegen zes uur op een omnibuo
zijn dierbare zilverstukken, nu gevoelt hij 't
eerst recht dat daarin ligt zijn geheele leven,
zijn gansche ziel.
Dergelijke wezens zijn rampzalig voor
zichzell en voor de samenleving. Menig
jougmensch of ook wel man op leeftijd vond
voor en doel, waarvoor anderen hem het
hunne niet zouden hebben willen afstaan, op
deze wijze de middelen, die zouden dienen
on hem ten verderve te brengen.
Het uitzicht op een toekomstig bezit was
soms voldoende om een som gelds machtig
te worden, die men zich wenschte ter be
vrediging van dwaze of noodlottige begeerten.
En al stond de som, die men ontving, in
geen verhouding tot hetgeen men ia de
schuldbekentenis verklaarde ontvangen te
hebben, wat nood Voor het oogenbiik al
thans was men uit den brand en had men
wat men begeerde.
Maar na de zonde kwam het berouw.
En als in vervulling konden gaan de
verwenschingeu over het hoofd van zoo
menigen woekeraar, later uitgestort door zijn
slachtoffers, dan zou 't er voor velen niet
best uitzien.
In vroegere eeuwen bestonden wettelijke
bepalingen tegen den woeker en nog ko
men die in sommige landen voor, maar im
mer zal 't moeielijk zijn de menschheid
hiertegen te beschermen, wanneer ze niet
beproeft dit zelf te doen.
Door jonge menschen vooral, die vaak
nog niet onderroude» hebben boe moeilijk
't is den strijd om 't bestaan op eervolle
wijze te strijden, is 't lastig vaak om in
den tijd dat de jeugd hen dringt tot ge
nietingen, weerstand te bieden aan de ge
legenheid, die hun somwijlen geboden wordt
om, bij eenig uitzicht op later bezit, nu
reeds daarvan te profiteeren.
Men redeneert dan soms zoo luchtig
Waarom gezorgd voor den dag van rnor-
gen
Nu kan ik 't krijgen, en komen die tij
den, komen die zorgen.
Maar komen doen ze zeker, die uitge
stelde zorgen, als men ze mag beleven, en
drukken doen ze dan, loodzwaar.
't Genot ging voorbij, en de heriuneriug
aan 't op deze wijze genoteue verlustigt
niet, maar blijft als een sombere schaduw
rusten op 't afgelegde pad der jeugd.
Pas op den zakkenroller, maar meer nog
op den woekeraar.
De zakkenroller ontrooft u bij guldens,
wat de woekeraar u bij baaknoten ont
neemt.
en zocht het aangegeven adres, 't Was in een
nauwe straat in 't hartje van de stad, een oud
gebouw, met vele kantoren. Aan 't eind van een
donkere gang voud ik het aangegeven nummer.
Pas had ik geklopt, of de deur werd geopend
door een jongen kerel, die fluisterend informeerde
of ik mijuheer Ilford was. Toen ik bevestigend
antwoordde, ging hij mij voor, een trap op, naar
een kleine achterkamer, waar een bed stond,
een paar goedkoope meubelen en een tafel, be
aaaid met kranten.
't Ziet er hier niet erg gozellig uit, hé
begon hij't is maar een tijdelijk kantoor.
De maatschappij zal gauw beter onder dak zijn,
hoop ik de huur vau deze kamer loopt morgen
af.
Maatschappij mompelde ik.
Ja, zeker* maar 't ia waar ook u weet dat
nog niet. Ik ben secretaris van de «Maatschappij
tot ondersteuning van schuldigo armen*
Voor de gewoue armen wordt genoeg gedaan,
maar de schuldige armen laat men aan hun lot
over. Dat mag toch niet, vindt u wel
Ik weet 't nog niet, zei ik, twijfal-iud, of
de kerel mij niet voor den gek hield. Maar
ga veder; ik ben nieuwsgierig, meer te vernemen
van de missie, waarvoor u iemand vr»agt. 't
Is xeker nog al moeilijk? Of is'de plaats al
vervuld?
Neen, antwoordde hij lachend de plaats
is nog niet vervuld. Er hebben zich liefhebbers
genoeg aangeboden, maar niemand durft het
karweitje aan. Luister eens I De maatschappij
heeft een paar duizend pond noodig voor een
xeer buitengewoon geval, tegen aanstaanden
Maandag an 't doel van de advertentie was,
iemand te vinden, die ons dat geld kon ver
schaffen.
Ik keek meneer Mynfield eens goed aan; ik
merkte wel, dut hij, schijnbaar luchtig reder.ee-
rend, bezig was, eens te kijken met wien hij te
doen had.
Meneer Mynfi sld. zei ik ik zie wel aan
uw gezicht, dat u niet zoo philaniropisch is als
u wilt lijken. Ik heb niet veel vertrouwen in
maatschappijen, w.iarvau de zetel is in een ge
wone slaapkamer en ik denk dat 't «schuldige»
geval u ï'.elf betreft...
Oh... begon hijdoch ik viel hem in de
rede
WAALWIJK.
De zakkenroller sluipt u op het lijf, maar
tot den woekeraar sluipt ge zelve.
En voorts, waar zich ooit de gelegenheid
mocht voordoen, om met het uwe woe
kerwinsten te behalen, tracht u te beheer-
schen.
Wieg niet uw geweten in slaap met
valsche redeneeringen, dat ge eenvoudig wat
meer bedingt, omdat ge 't krijgen kunt.
Help niet uw evenmensch met het uwe
in 't verderf.
Nog altijd luidt het antwoord op Kaïu's
angstkreetBen ik dan mijns broeders
hoeder Ja zeker zijt gij dat.
Zekei behoort naastenliefde een factor Ie
zijn iu 't gemeenschapsleven der menschen
onderling.
Er zijn meer goede menschen dan slechte,
maar velen zijn zwak, zwak wanneer de
verleiding zich onder velerlei vorm aan hen
voordoet.
Elkander te behoeden is menschenplicht.
Er is ee£ soort van woekeren, die aan
beveling verdient en de menschheid ten ze
gen kan strekken.
Elk mensch heeft de beschikking gekre
gen over talenten, over gaven van hoofd
en hart.
De verdeeling daarvan mag al niet gelijk
zijn, niemand is geheel zonder gebleven.
Men kan deze talcuteu in rust laten,
men kan ze gebruiken ten bate van zichzelf
en ziju onmiddellijke omgeving met mate,
doch men kau er ook mee woekeren ten
bale van zichzelf, zijn onmiddelijke omgeving
en 't algemeen.
In dien zin behooren alle menschen te
trachten woekeraars te zijn.
En relew zouden het kunnen zij', als ze
zich er wat meer moeite voor wilden geven
en wat minder gemakzuchtig en zelfzuchtig
waren.
De strijd om 't bestaan, toenemende in
felheid en scherpe, nijdige concurrentie,
maakt 'den mensch vaak al tc zelfzuchtig.
O zeker, 'l hemd is nader dan de rok.
Maar omdat 't hemd nader dan de rok
is, behoeft 't niet bij 't hemd alleen te
blijven.
Het leven in gemeenschap legt ons ge
meenschappelijke plichteu op, die ruimer
zullen worden opgevat en beter zulleo wor
den begrepen, naarmate we toenemen in
werkelijken gemeenschapszins, de zuivere,
practiscbe naastenliefde.
Adv ketentién 17 regels f 0.6U daarboven 8 cent per regel, grootn
letters naar plaatsruimte. Advertentiëu Smaal ter plaatsing opgegeven,
worden 2maal berekend. Voor plaatsing van een groet aantal regels en
advertenties bij abonnement worden speciale zeer voordeelige contracten
gesloten. Reclames 15 cent per regel,
En dat de «missie* enkel ten uwen voor—
deele is. He?
U kunt liet idivudu niet scheiden van de
massa, lijkt 't mij.
Neen, zei ik. Maar we begrijpen elkaar
nu eu kunnen zakelijk zijn. W at is 't karwei,
eu wat geeft? 't Spreek maar vrij uit! Ik dacht
dadelijk wel, dat er zwendel achter stak anders
zou ik op uwe advertentie niet geschreven heb
ben.
Hm 1 mompelde hij; de andere lui, die
zich aanboden, waren stommelingen. U lijkt
pienter genoeg. Uw kleeren en voorkomen zijn
ook naar wensch Ik zou haast gaan gelooven,
dat de advertentiekosteu niet weggegooid zijn
als ik u tenminste kan vertrouwen.
Ik stond op, als wilde ik heengaan.
Als je mij niet vertrouwt, hebben we niets
meer te bepraten. Ik wensch je een goeden
avond.
Wee» niet gekriep hij, opeens geheel van
toon veranderend ga zitten.
Ik deed 't schouderophalend.
Wat geeft 't vraagde ik.
Vijftig pond, als je slaagt.
Zoo 1 En wat is er te doen
Mynfield keek mij nog eens twijfelende aan;
toen xei hij:
Allohl ik zal je vertrouwen; do tijd dringt,
't Werkje moet morgen gedaan worden, en ik
heb er een handigen jongen voor noodig. Maar
je zult 't wel opknappen, als je doet wat ik zeg.
Ik zal mijn best doeD, zeg maar op I
Nu dan. Ik moet je in de eerste plaats uit
leggen, dat ik, tot voor een paar weken, de
bediende en vertrouwde was vun meneer George
Codicot, een groote juwelier in 't West End. die
veel kostbare dingen in pand neemt. Ik heb die
betrekking plotseling moeten verlaten en niet
onder heel prettige omstandigheden enCn,
dat doet er nu niet toe. Maar eer ik wegging
nam ik een paar nuttige aanteekeningen over
hetgeen in de naaste toekomst had le doen.
Morgea gaat hij naar Brighton. Ik kan hem
natuurlijk kwalijk achternagaan; inaar dat moet
jij doen dat wil zeggen, op de terugreistot
zoolang is 't beter, dat hij je niet in do guten
krijgt. Hij vertrekt ran Brigbton met den trein
van 7.10, die rechtstreeks doorgaat tot Victoria-
station, zonder stoppen. Hij reist eerste. Je moet
Er is zoo menigeen, die meer zou kunnen
zijn voor zichzelf en voor anderen dan hij
is, wanneer hij inderdaad wilde woekeren
met wat hem aan innerlijke gaven is ten
deel gevallen.
Zoovele menschen leven gescheiden van
elkander, alsware er een kloof tusschen hen
terwijl ze, woekerende met hun talenten,
wederkeerig zooveel voor elkaar zouden kun
nen zijn.
Wanneer de menschheid in 't algemeen
meer vervuldj was met de innige begeerte
om «le gaven, die elk lid dier groote ge
meenschap bezit, dienstbaar te maken zoo
veel in zijn vermogen is ten nutte van de
andere leden, dan zou 't er in menig op
zicht heel anders kunnen uitzien.
En allen zouden er beter bij varen.
Dit is een ideaal wellicht
't Zij zoo, maar niet tot berusten en stil
zitten leeft de mensch langer dan menig
dier, en is hem de kostelijke gaven van 't
denken gegeven.
Woekeren moeten we allen, niet met ons
geld, met ons stoffelijk bezit, maar met onze
bezittingen van den geest, met de gaven
van verstand en hart.
Niet ieder voor zich, maar allen veor allen
En waar we dan op woekerwinst zullen
mogen wijzen, daar zal ons hart er zich in
kunnen verblijden.
De stemming in hel Vereenigd Koninkrijk
met betrekking tot het lot stand komen van
den vrede, als gevolg van de op het
oogenbiik aan den gang zijnde vredesonder
handelingen in Zuid—Afrika, blijft hoopvol.
Alle Londensche bladen bevatten artikelen
en mededeelingen, waaruit blijkt, dat men
vast eu zeker op den vrede rekent. Op
welke gronden die artikelen en mededeelingen
steunen, is niet duidelijkzij zijn heel
eenvoudig het gevolg van het hevig verlangen
naar den vrede, dat zich thans, nu er maar
even sprake is van vredeskansen, in alle
kringen met groote kracht openbaart. Toch
zijn er ook wel tastbare aanwijzingen, die
doen vermoeden, dat óók de Britsche
regecring de kans op het tot stand komen
van den vrede giooter acht dan die op het
voortzetteu van den strijd.f |Zoo is de
uitzending van verdere versterkingen naar
Afrika's zuidelijk deel voorloopig gestaakt en
voor een zending paarden, die dezer dagen
te Dover naar het oorlogsterrein moesten
worden ingescheept, is tegenbevel ontvangen,
in dezelfde coupé gaan en 't op de een of andere
manier xien klaar te spelen, dat je de kleine
zwarte reistasch, die ik je zal geven ruilt voor
de zijne, die net eender is. Die tasch moet je
dan aan mij geven, aan 't Victoria-station, waar
ik je wacht en ik zal je 60 pond in goud geven.
Daarmee is de affaire afgeloopen. Wat zeg je er
van Neem je 't aan
Gesteld, dat ik «ja* zeg, hoe ken ik dan
mijn man?
Gemakkelijk genoeg, 't Is een baas van mid
delbare lengte, hij draagt een baard en een
overjas met astrakan; waarschijnlijk zul hij een
sigaar rooken en wat drinken in de restauratie-
zaal eer de trein vertrekt. En dan moet je letten
op de tasch.
Hm! xei ik 't lijkt me dal die meneer Co
dicot er een is van de soort, aan wie je ruikt, dat
ze g 'ld hebben
Je snapt 't goed.
En wat is er in die tasch
Juweeler; een diadeem, een halssnoeren
kleinere dingen, samen in een vierkant leeren
étui.
Hoe weet je dat allemaal?
Omdat die dingen elk jaar om dezen tijd
in Codicot's bezit komen. Ze behooren aan lady
Wel ton, een weduwe te Brighton, wier jaargeld
haar in Mei wordt betaald, maar die nooit kan
uitzingen. Zij heeft dus met Codicot 'i zoo ge
•chikt, dat hij haar valsche juweelen geeft en de
echte in pand neemt op een voorschot, dat haar
in staat stelt, den termijn van betuling te holen,
't Is morgen voor het vierde jaar, geloof ik,
dat kij de dingen gaat halen, iu ruil voor een
wissel...
Ik vind, zei ik, toen meneer Mynfield
zweeg, dat vijftig pond een akelig belachelijke
betaling is, voor zulk een dienst. Gesteld eens,
dat ik zelf de steentjes hield
Mynfield lachte.
Als jo probeerde, ze hier in 't land kwijt te
raken, zou je buitengewoon gauw er bij moeten
zijn. Je kunt er stawt op ranken, dat Codicot
niet zal nalaten, een grooten schreeuw te geven,
als hij de verwisseling merkt en dat zal niet
veel langer duren dan de tijd, dien bij noodig
heeft van Victoria naar zij t huis. 't Kan mij
niet hindereu; ik heb alles in orde om dadelijk
morgen-avoud over te steken naar t vasteland
zoodat dc dieren voorloopig in Engeland
zullen blijven.
Inmiddels toont het Britsche publiek groot
ongeduld iu verband met de schaarichte aan
nieuws, aangaande den vrede men wil vrede,
zoo maar opeens, en het gevolg van deze
verwachting is bijvoorbeeld, dat Vrijdag,
terwijl de ministers in raad bijeen waren,
een groote menigte in Downingstreet was
verzameld, die het niet onder stoelen of
banken stak, dat men wachtte op een
mededeeling, als gevolg van den kabinetsraad,
dat de vrede met de Boeren was gesloten.
Bovendien haddeu tal van kerken te Louden
en op het platteland tegen Zondag bidstonden
uitgeschreven voor de totstandkoming van
den vrede, maar, daar het definitieve bericht
daaromtrent Zaterdagavond nog op zich liet
wachteu, evenals nu trouwens nog, werden
de bidstonden zoodanig gewijzigd, dat men
er in smeekte, dat de „koppige* Boeren tot
den vrede bewogen zouden worden.
Niettegenstaande omtrent den Vrijdag
gehouden kabinetsrand niets officieels bekend
geworden is, weet men in parlementaire
kriogeu te Londen te vertellen, dat de Boereu
in ruil voor het lateu vallen vau hun
onafhankelijkhcidseisch, ruimer concesiien
op andere punten hebben verlangd en dat
over deze verlangens door de ministers is
beraadslaagd.
Na een vergadering van 2 uur zouden de
ministers toen hebben besloten en onmiddellijk
hebben geseind aan lord Milner, dat niet
ingegaan kon worden op grooier concessies
met betrekking tot de hoofdvoorwaarden,
doch dat met betrekking tot de voorwaardeu
van minder belang de door de Boeren
verlangde wijzigingen mochten worden
toegegeven.
Zaterdag 1.1. zouden, naar het verder heet,
de Boeren, die te Vereeniging bijeen zijn,
definitief beslissen over «le aangeboden
voorwaarden. Maar indien dit zoo is, is het
te verwonderen, dat omtrent die stemming
tot nog toe niets bekend gemaakt is, tenzij
de meerderheid der republikeinsche
afgevaardigden zich zou verklaard hebben
vóór het voortzetten van den ooi log. Van
andere zijde daarentegen wordt verzekerd,
dat het resultaat van de couferentie te
Vereenigiug in geen geval bekend kan worden
voor morgen of overmorgen. Daar men al»
zeker aanneemt, dat de Boeren den eisch
van onafhankelijkheid hebben lateu rallen
en dus de 'voornaamste stee» des aanstoots
weggenomen zou zijn, heeft men in diplo
matieke kringen te Londen het volste
vertrouwen in de totstandkoming van den
vrede.
waarheen dat komt er niet op aan. Neen, j»
moet niet probeeien, mij te bezwendelen, meneer
Ilford en je moet tevreden xijn met wat ik je
geef als je 't kunt verdienen.
Ik weet niet, of ik 't kan. Veronderitelt
eens, dat de coupé vol is
Niet waarschijnlijk om dezen tijd van 't
jaar. BuitendienCodicot is op zijn manier
heel slim; hij houdt er de theorie op na. dat
iemand, die met voorwerpen van waarde reist,
niet de aandacht moet wekken door erg bezorgd
voor ziju bagage te lijken. Hoogstwaarschijnlijk
zal hij de tasch in 't net leggen, of op de bank
naast hem. Natuurlijk wordt 't wat moeilijk
voor je, nis hij gedurig het oog er op heeft,
vooral als er nog iemaud anders in de coupé i».
Ja, dat geloof ik ook, zei ik. Maar ik
wil de kans om wat te verdienen niet laten
voorbijgaan. (Hoe ik zoo gok kwam, begrijp ik
niet maar ik wus erg lichtzinnig en had altijd
geldgebrek.) Betaal mij hot geld voor een
retour eerste klasse naar Brighton, eo ik zal
zien wat ik doe. Lukt het mij, des le bi ter voor
ons beiden; lukt het niet, des te erger.
Mynfield wilde, dat ik de reis xelf betaalde,
maar dut wilde ik niet; en hij overiiundigde mij
het reisgeld en de tasch, die zoo'n gewichtigen
rol moest spelen. Wij spraken nog eens af, dat
hij prompt bij 't aankomen van den liein uua
Victoria-station zou zijn en wij scheidden met
een grapje op do Maatschappij tot ondersteuning
van schuldige armen'.
Ik behool u niet in bijzonderheden te beschrij.
ven wat ik den volgenden dug uitvoerde, 't Ia
voldoende, te vertellen, dat ik naar Brighton
ging met een morgentiein en hoewel t een
koude Februaridag was daar een:ge aange
name uren doorbracht. Tusschen zes en zaven
kuierdo ik naar 't station en trad den restaurant
binnen, waar ik een glas bier en ter. broodje
vroeg. Ik zette deze sobere ververecbing op eeu
tafeltje dicht bij de deur, mijn lascbje er naust,
en ik hield de binnenkomenden in 't oog.
Tien minuten voor zeven werd mijn geduld
beloond door de verschijning van een man met
een baard, die een overjas, met astrakan afgezet,
droeg, e«n tasch, gelijk aan de mijne, cn in elk
opzicht voldeed aan Mynfield'» beschrijving.
Codicot, zonder cenigen twijfel 1 dach ik, toen ik
hem naar 't buffet zag gaan, waar hij een gla»