Rummer 44. Zondag 1 Juni 1902.
25e Jaargang
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
Eerste Blad.
Kinderarbeid.
AN TOON TIELEN,
Antonio Fernando,
Blanke Slavinnen.
Dit nummer bestaat uit
twee bladen.
GROOT TENUE.
Over de Kali die aan den
bodem onttrokken wordt.
U I T G F. V E 11
WAALWIJK.
OVERAL VKRKRU GB AJAK
De Kapitein-Commandant dei'
d.d. Schutterij alhier maakt bekend;
dat de voorjaars-inspectie zal
plaats hebben op MAANDAG 2
JUNI e. k.
Aantreden achter de openbare
school des n. m. om 5 UUR
PRECIES. A. T.
De oefeningen zullen worden
gehouden om de 14 dagen te be
ginnen op MAANDAG 9 JUNI;
wanneer de oefening wordt af—
gecommandeerd geschiedt zulks
door het uitsteken der witte vlag
van het gemeentehuis en heelt
de eerstvolgende oefening alsdan
plaats, Maandag daaropvolgend.
Waalwijk, 31 Mei 1902.
De Kapitein—Commandant
P. H. TIMMERMANS.
van A. C. v. i>. Heijden, alhier.
N' li. Ct.
Kali.
28
40
34
30
58
47
94
40
55
86
104
31
88
240
102
130
79
114
49
72
Phosphorus
21
23
19
18
22
20
34
23
38
24
25
23
14
40
34
39
47
42
21
19
Waalwpsclie tn
Courant,
Dit Blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond
Abonnementsprijs per 3 maanden f0.~5.
Franco per post door liet geheele rijk f 0.90.
Brieveningezonden stukken gelden enz., franco tc zenden
Uitgever.
rit i
aan
den
Advertentie* 17 regels f 0.00 daarboven 8 cent per regel, groote
letters naar plaatsruimte. Advertentiën 3maal ter plaatsing opgegeven,
worden 2maal berekend. Voor plaatsing van een groet aantal regels en
advertenties bij abonnement worden speciale zeer voordeelige contracteh
gesloten. Reclames 15 cent per regel,
In ous blad van heden
maken wij een begin met
een feuilleton getiteld
Dit is geen vertaalde roman, doch een
oorspronkelijk werk, rijk aan boeiende
tooneelen, dat, wij twijfelen er geen oogen-
blik aan, ook bij ouze talrijke lezers en leze
ressen in den smaak zal vallen.
Wij hopen, dat het geachte publiek
hierin het bewijs zal zien, dat de Redactie
moeite noch kosten spaart om haren
abonnó's degelijke lectuur aan te bieden.
Een der meest sympathieke verschijnselen
op het breede veld der sociale wetgeving is
ongetwijfeld de bescherming der kinderen.
Wie toch heeft meer de steun der overheid
noodig dan het kind, dat door winstbejag en
hardvochtigheid wordt genoodzaakt, den tijd
welke aan spelen en vroolijkheid diende ge
wijd, door te brengen in werklokalen en
fabriekeD, waar vaak, behalve de gezondheid
des lichaams ook die der ziel wordt geknakt.
Ten zeerste juicht daarom ieder de wetsbe
palingen toe, welke aan uitbreiding van de
werkkracht en levenslust der kinderen een
einde maakt.
Vergeten moet men evenwel niet, dat naast
winstbejag en hardvochtigheid er vaak nog
een derde factor is, welke kinderen te vroeg
aan den arbeid zet. Die factor isnood
zakelijkheid wegens armoede in de ouderlijke
woning. Hier dient inderdaad wat zachter
over de handelwijze der ouders geoordeeld,
want de strijd om het bestaan is een harde
strijd, die allicht naar wapenen doet grijpen,
welke men liever ongebruikt lietm. a. w.
wij kunnen begrijpen, dat menige arme ouder
slechts noode zijn kind laat werken in den
tijd van spel en vreugd.
Mag dit echter een reden wezen, om ook
die oudtrs te doen gevoelen den arm der
wet, wier tnsschenkomst men bij winstbejag
en hardvochtigheid te recht zal inroepen
Het antwoord moet hier ontkennend luiden.
Wel dreigt dan voor het betrokken gezin
eeuig geldelijk nadeel, dat wellicht slecht
valt te dragen, maar 't belang van het kind,
"t belang van den man en van de huismoeder
der toekomst gaat voor dat dergenen, die
thans de bestaanszorg dragen. Déze zullen
bovendien allicht andere middelen vinden,
indien de. kinderabeid wordt belet.
Er bestaan in ons land bereids bepalin
gen betreffende den arbeid van jeugdige
personen iedere werkgever kent ze, want
de arbeidswet vraagt stipte uitvoering harer
bepalingen, 't Is echter niet op de knapen
en meisjes, onder het bereik dezer wet
vallend, dat wij boven het oog hadden,
maar op die van jeugdiger leeftijd. Wel is
waar zijn deze vanzelf van eigenlijk gezegden
arbeid*in werkplaats en fabriek uitgesloten
en zorgt de Leerplichtwet, dat zij ten
minste hun gerechten leertijd krijgen, maar
toch zijn zij in velerlei opzicht nog onbe
schermd en kunnen zij met name buiten
de schooluren voor velerlei werkzaamheden
gebezigd worden, waarover de wetgever
zich niet bekommert. In winkels en kan
toren, voor boodschappen en avondbezigheden,
om maar iets te noemen, ligt nog een ruim
en druk betreden veld voor kinderarbeid
open.
't Is wel een teeken des tijds, dat ook
zóóver het oog der wet dient te waken,
maar nog eens 't is de struggle for live,
die dc misstanden doet geboren worden
waartegen, in 't belang van de spes patriae
dient gewaakt. Mogelijk zal men van oor
deel wezen, dat wij hier iets nieuws ver
kondigen, dat wij te ver willen gaan, te
ingrijpend willen wezen met wettelijke maat
regelen. Maar dan wenschen wij even te
wijzen op het naburige Duitschland, waar
thans bij de wetgevende macht een ontwerp
aanhangig is tot regeling van den kinder
arbeid bij ambachten en neringen, bij ver
keersmiddelen en handelsaangelegeuheden.
De kinderen, bij deze wet bedoeld, zijn
jongens en meisjes beneden de 13 jaar,
benevens die kinderen boven de 13 jaar,
welke nog schoolplichtig zijn.
't Zou ons te ver voeren, alle bepalingen
van het ontwerp na te gaan op enkele
evenwel moge de aandacht gevestigd, wijl
deze nieuwe tak van sociale wetgeving wel
bekendheid verdient.
Het wetsontwerp dan vraagt algeheele
vrijheid voor kinderen beneden 12 jaar, de
tijd, die hun van 't leeren overblijft, moeten
zij kunnen besteden voor spel eu ontspanning.
Wat de oudere kinderen betreft, zij mogen
na achten 's avonds en voor schooltijd 's
morgens niet voor arbeid gebezigd worden
en ook niet meer dan drie uren daags
gedurende de vacantiën vier uren daags
aan 't werk worden gezet. Voor lichte werk
zaamheden, zooals boodschappen doen, gelden
milder bepalingen, waartegenover gewezen
zij op dit gewichtige voorschriftin herbergen
en logementen mogen meisjes beneden den
bij de wet gesteldeu leeftijd niet voor de
bediening der gasten gebezigd worden. En
ook is zeer goed de bepalingen, dat bij
theater-voorstellingen enz. de kinderen niet
later dan tot 9 uur gebezigd moge worden.
Voorts dient opgemerkt, dat van de hand
having der Zondagrust der kinderen ins
gelijks voorschriften zijn ontworpen.
Het merkwaardigste van dit ontwerp is
intusschen, dat niet alleen de kinderen van
anderen, die men in dienst neemt, maar
ook de eigen kinderen, welke voor hun
ouders in de weer zijn, onder de termen
der wet vallen, zoodat hiermede in 't fa--
inilielcvett wordt ingegrepen. Dit schijnt
vreemd, maar leerplicht, dienstplicht en
vaccinedwang doen dit ook reeds, zoodat t
geen nieuws is. De diensten, in 't huis
gezin verricht, blijven echter buiten be
schouwing, zoodat moeder b.v. door haar
zesjarigen kleuter wel kaas of suiker mag
laten halen en haar kroost wel mag uitzen
den om vaders boterham naar 't karwei te
brengen.
Men ziet, hieruit dat 't ontwerp geen
draconisch Karakter draagt, dat 't alleen op
het oog heeft, dien kinderarbeid, welke uit
winstbejag wordt opgelegd. Geen wonder
is het dan ook, dat de nieuwe bepalingen
door de wetgevende macht bij onze naburen
gunstig zijn ontvangen, ja, dat nog eenige
verscherping te wachten is van dc commis
sie, in wier handen het ontwerp door den
Rijksdag is gesteld.
Men zal toegeven, dat hier een zeer be
langrijke sociale wet in wording is. De
oudere arbeider kan zich verdedigen, kan
zijn belangen voordragen, zijn rechten doen
eerbiedigen; het kind echler staat weerloos,
is overgeleverd aan het gezag eu de macht
zijner ouders en voogden. Eu al waren
dezen nu steeds alleu van goeden wille,
dan zouden toch vaak de maal schappelijke
toestanden hen er toe kunnen leiden, dien
wil geweld aan te doen. Afgescheiden dus
nog van de kinder-exploitatie, welke in
onze maatschappij geen zeldzaamheid is,
verdient het ontwerp toejuiching.
Met belangstelling zien wij de behande
ling ervan in den Rijksdag te gemoet.
Wij ontleenen onderstaand stuk aan
het „Soc. Weekblad'geschreven uit
Parijs
Zonder ophouden gaat de handel voort.
Bewonderenswaardig georganiseerdbe
schermd door de politie en niet minder
door de onverschilligheid van het publiek,
bloeit zij welig en dagelijks heeft de ver
zending plaats over heel de wereld der
fcolfis', zooals het in de dieventaal der
handelaren heet, de levende collis, menschen,
bestemd om gelukkige moeders te worden,
maar verzonden als handelswaar, om in de
schrikkelijkste bezoedeling onder te gaan.
Een particuliere enquete heelt dezer
dagen voor een oogenblik die donkere
wereld scherp verlicht. Een goed werk;
want nog altijd zijn er duizenden onder
het publiek, die niets weten van zulke
toestanden en nogmaals duizenden, die niet
gelooven aan het ellendige lot dier vrouwen.
Toch zou algemeener bekendheid met de
feiten veel kwaad kunnen voorkomen en
den bloedigeu handel kunnen tegengaan.
De //Matin* heeft de enquête gepubli
ceerd. Op een uur sporens van Parijs, bij
de samenvloeiing der Seine en Oise, ligt
het lieflijk dorpje Andressy en vlak daar
tegenover, midden in de rivier, een eilandje,
dat met zijn krans van wilgen en popu
lieren en de daken, die daar vertrouwelijk
tusscheuuit kijken, hel plekje, schijnt, waar
bij uitnemendheid rein landelijk geluk moet
wonen. Dit is het roof hol. In het goode
jaargetijde komen er soms niet minder dan
honderd individuen bijeen uit alle wereld-
deelen om hun gruwelijk handwerk uit te
oefenen.
De beDde is goed georganiseerd. Zij
bestaat uit wervers, drijvers, inspecteurs,
reizigers, zelfs is er een boekhouder en een
penningmeester eu verder heeft men de
ontelbare commissionairs, die van heinde en
ver komen, vooral uit Amerika, om nieuwe
lading te halen.
De wervers „racoleurs", houden zich
gewoonlijk op aan de deuren der hospi
talen door ziekte hebben de vrouwen haar
werk verloren, zijn zij slap, duizelig zien
zijn op tegen liet eindc.looze gaan om weer
weer werk tc vinden aan dc deuren
der verhuurkantoren als het werk lang
op zich heetl laten wachten zijn de meisjes
moedeloos en is de. nood soms nijpend
der groote magazijnen de uitstalling van
al die onbereikbare scliattcn heelt de be
geerte naar luxe geprikkeld en het jouge
hart in verleiding gebracht der postkan
toren meestal zijn het minnebrieve die
daar worden afgehaald en dikwijls brengen
die. wanhoop soms ook hebben dc armen
op advertentiën geschreven en als het
antwoord maar steeds uitblijft en de beurs
hoe langer hoe lichter is geworden, is een
moedeloos zich laten zinken niet onwaar
schijnlijk men ziet de „racoleurs* zijn
goede psychologen.
Daarenboven schijnen er ook hoogst ele
gante heeren te bestaan, die mooie huizen
bewonen, paard en rij uig houden en die
met hun even elegante vriendin in de
groote confectiehuizen, bij de groote naaisters
eu inodisteu, onder- het doen hunner in-
koopen de jonge verkoopsters wonderlijke
verhalen weten op te disschen van prachtige
betrekkingen, in 't buitenland. En
als zij geloof vinden worden de meisjes, ruim
van geld voorzien, onder celeide van een
zeer elegante gentleman op de vriende
lijkste manier geëxpedieerd naar de donkere
oorden waar zij hopen eerlijken arbeid te
vinden.
Dc buit der gewone racoleurs echter
wordt naar Andresy op het geheimzinnige
eiland gevoerd. Hier worden zij geheel
nieuw aangekleed, de oude kleeren mei een
zwaren steen zinken diep in de Seine. Van
dat oogenblik in schuld gestoken, belmo
ren de arme wezen» lot hun handelaren.
Op het eiland worden zij in categorieën ver
deeld, naarmate zij mooi of leelijk, oud ot
jong zijn, gezond of ziek, en ot zij weten
wat er van haar verlangd wordt, ot dat zij
vol mooie illusies hun toekomst tegemoet
gaan. Elke prooi is goed, maar de handels
waarde verschilt; op het vredige groene
eiland worden zij zorgvuldig gesorteerd.
Een enkele, die zich niet aan den
goeden raad harer nieuwe vrienden wilde
onderwerpen, die bijtijds begreep en zich
niet wilde laten in wijden, heeft kunnen
ontvluchten. Maar dit is eene groofc uit
zondering, want het eiland is maar door
een enkele brug met den oever verbonden
eu is geheel in de macht der beude. Ei
wordt van een der ongelukkige» verteld,
dat zij zich in de rivier gestort zou hebben,
toen men haar geweld had aangedaan, maar
de Seine vertelt 'naar geheimen inaur
zelden wie weet hoe dikwijls zij van dit
eiland diep op haar bodem sombere vrach
ten meesleept.
Dit alles is nu aan het licht gekomen.
Zij, die deze quaestie hebben bestudeerd,
weten trouwens al lang, dat zulke, toestanden
bestaan, maar de groote massa, die door
haar onbewogen blijven de medeplichtige
wordt dezer gruwelen, moet eindelijk ont
waken. Indien deze ontzettende handel niet
bijna overal door de autoriteiten oogluikend
werd toegelaten, zou hij niet kunnen voort
duren.
De publieke opinie moet er zich ein
delijk krachtig mede bemoeien en dwang
uitoefenen op d®genen, die in dezen ver
betering zouden kunnen brengen, maar zich
niet verroeren, omdat zij het zoo erg niet
vinden, dat aldus duizenden jonge levens
op de infaamste wijze gebroken worden.
hoeveel er van een zekere stof in den grond
is, en hoeveel er door een oogst gemiddeld
van die „stof* uit den grond wordt weg
genomen, dan kunnen we zoo ongeveer be
palen, hoeveel er van die stof weer in den
grond moet gebracht worden. Ik zeg zoo
ongeveer. Want er zijn nog tal van facto
ren, die maken, dat de kali in den b#uem
niet altijd aanstonds opgenomen wordt. De
uitkomst bij Hovengenoeinde berekening kan
dan ook slechts leeren, hoeveel kali er
„op zijn minst in den mest moet zijn.
Doch die wetenschap is reeds niet van be
lang ontbloot.
Daar de meeste landbouwers, blijkens hunne
wijze van bemesting, reeds overtuigd schij
nen te zijn van de noodzakelijkheid eener
phosphorusbemesting, zoo komt het mij zeer
doetyrellënd voor naast de hoeveelheden
kali, die door de gewassen uit den bodem
worden gehaald, tevens op te geven de
hoeveelheden phosphorus. De aandachtige
lezer kan dan zelf nagaan, waarom een
kalibemesting bij een zeker gewns niet
minder noodig is dan een phosphorusbe
mesting.
Volgens zeer nauwkeurige berekeningen
heeft men gevonden, dat in 1000 K.G,
tarwekorrels gemiddeld voorkomt 5,2 K.G.
kali en in 1000 K.G. tarwestroo 6,3 K.G.
kali. Wanneer men nu verder aanneemt,
dat men gemiddeld l2/s maal zooveel ge
wicht aan stroo bij een tarweoogst van hel
land liaait als aan korrel? (als men b.v.
15 H L. tarwe van 80 K.G. oogst, dat i»
1200 KG. korrels, heeft men 2000 K.G.
stroo) en men het gewicht van een ILL.
tarwe gemiddeld op 78 K.G. stelt, dan
haalt men dus met een H.L. of mud tarwe
78 K.G. korrels (26 maal 3) en 130 K.G.
stroo (28 maal 5) van het land, dat i«
1,225 K.G: kali. Iemand, die volgens dez.-
berekening 18 H.L. tarwe oogst van een
H.A. haalt ruim 22 K.G. kali uit den
grond.
Wanneer we op dezelfde wijze .dit aantal
K G. berekenen voor phosphorzuur, komen w.
tot het cijfer 16 en voor stikstof zoude»
wij vinden het cijfer 40. De tarwe heelt
dus in de eerste plaats in den bodem te
vinden dc opneembare stikstof, in geringer.-
hoeveelheid kali en eindelijk in nog geringer
hoeveelheid opneembaar phosphorzuur. Dit
leert ons echter in elk geval, dat de tarw
in nog grootere mate kali dan phosphorus
uit den bodera haalt.
Wanneer we de opbrengst van een H.A.
wat hooger stellen b.v. 24 II.L., wat voor
een gemiddelde opbrengst zeker niet te hoo/
is, krijgen wij voor kali en phosphoruscij-
fers 28 en 22. Een gemiddelde tarwe oug?i
neemt dus 28 KG. kali uit den grond eu
21 K.G. phosphorus per H.A. Op dezelfde
wijze berekenende en een gemiddelden oog>i
tot grondslag nemende, vinden wij voor d-
voornaamste andere gewassen voor kali- eu
phosphoruscijfers de volgende
Onder de verschillende omstandigheden
die invloed uitoefenen op de vraag, hoevee!
kali «r in den mest moet zijn voor een
bepaald gewas op een bepaalden bodem, is
er uit den aard der zaak ééne, die alle
andere beheerscht, n.l. hoeveel kali door
de verschillende gewassen aan den bodem
onttrokken wordt. Op deze volgt in belang
rijkheid van zelf, hoeveel kali er in den
bodem aanwezig is. Wanneer wij toch weten,
Gewassen.
Tarwe
Rogge
Wintergerst
Zomergerst
Haver
Boekweit
Paardenboonen
Erwten
Koolzaad
Aardappelen
Suikerbieten
Vlas
Tabak
Mangelwortels
Knollen
Roode Klaver
Witte Klaver
Luzerne
Spurrie
Grashooi
Bij de verschillende klaver- en grassoorten
is bedoeld, dat uien slechts de kali en het
phosphorzuur van de eerste snede berekend
Deze cijfers leeren ons, dat door de meeste
oogsten zeer groote hoeveelheden kali uit
den bodem worden weggenomen en (lat het
dus niet overdreven is, te zeggen, dat kalt
een noodzakelijke meststof is voor de meeste
landbouwgewassen.