Nummer 48.
Zondag 15 Juni 1902.
25e Jaargang.
Tweede Blad.
ANTONIO F ER SAK III).
Voedergewassen en
Kalibemesting.
FEUILLETON.
Moord te Tilburg.
UITVOERINGEN.
WAALWIJK.
Op Zondag 15 Juni 1902, des namid
dags om 12 uur, zal door de Liedertafel
„Oefening en Vermaak", van Waalwijk en
Besoijen, op de zaal Musis Sacrum" worden
uitgevoerd
PROGRAMMA AD LIBITUM.
Wanneer het met de suikerprijzen niet
beter gaat, zal er in vele streken, waar men
tot nu toe zeer veel suikerbieten verbouwde
allengs een niet zeer onbelangrijke wijziging
in den landbouw komen. Wanneer er minder
suiker geproduceerd wordt, dus minder
bieten verwerkt worden en bijgevolg minder
pulp der landbouwers ten dienste staat, zal
men liet verschijnsel, dat zich dit jaar zal
voordoen, zich hier herhalen en in niet
geringere afmetingen. Er worden n.l. dit
jaar in zeer veel streken minder bieten ver
bouwd dan vorige jaren. Minder bieten,
minder pulp. De plaats, die vroeger door
de suikerbieten werd ingenomen, is voor
zooverre zij vrijkwam, dan ook gedeeltelijk
ingenomen door voedergewassen, met name
door raangelwortels, aardappels enz. Bij deze
voedergewassen, vooral bij mangel wortels,
zal men bij de nieuwe wijze van doen, er
aan moeten denken, dat zij den grond op
zeer eenzijdige manier van voedingsstoffen
berooven en zich in ;t algemeen tot den
bodem anders verhouden dan de suiker
bieten. Wanneer een gemiddelde oogst van
suikerbieten 104 K.G. Kali uit den grond
baalt, dan berooft een gemiddelde oogst van
mangelwortels den bodem van 240 K.G.
Kali, dus van meer dan twee maal zooveel.
De mangelwortels voeden zich in het begin
van hun groeiperiode met gemakkelijk op
neembare Kaliverbindingen, en in hun later
leven nemen zij ook moeilijk oplosbare
Kaliverbindingcn tot zich. De Kalirijke
gronden worden door dm verbouw van
mangelwortels meer van Kaliverbindingen
beroofd dan bij eenig ander gewas. Doch er
is meer. De suikerbieten kregen bijna op
alle boerderijen stalmest, ja soms al den
stalmest, die aanwezig was. Zal dat bij de
mangelwortels ook zoo zijn Waarschijnlijk
niet. De stalmest zal voor de hoofdgewassen
granen, enz. bewaard worden. Al blijft dan
ook de Kali, door de mangelwortels uit den
grond gehaald, op de boerderij ook bij
suikerbieten kwam zij gedeeltelijk in den
vorm van pulp en bietenbladen terug de
grond, die de mangelwortels moet voort
brengen, zal die Kali niet krijgen. Het za
dus een gebiedende eisch worden, dat men
wil men deze manier van verbouwen, kunnen
volhouden, de mangelwortels een afzonderlijke
en directe kalibemesting geve, ook zelfs o
die gronden, welke als kalivrij bekend staan
v. de kleigronden. In de vruchtopvolging
zullen deze gewassen in de eerste plaats in
aanmerking komen voor een bemesting met
Kaïniet (carnalliet) of eenig gezuiverd Kali-
zout. De Kali, hier gegeven, komt dan
indirect het gewas ten goede, dat dan stal
mest ontvangt.
Woensdag morgen om kwart over 10 uur
werd voor het Gerechtshof te Den Bosch
een begin gemaakt met de behandeling van
bovengenoemde zaak.
Het Hof is voor deze zaak samengesteld
als volgtMr. C. F. G. de Menthon Bake,
president.
Raadsheercn Mr. E. X. Verheijen, H.
G. P. Kolfschoten, A. H. Sassen, jlir. mr.
O. de Marces van Swindereti, jhr. mr. A.
O. v. Sasse v. Ysselt.
Substituut-griffier mr. J. F. Ingen-Housz.
Het O. M. zal worden waargenomen
door den advocaat-generaal mr. J. Ph. Cas-
teudijk.
Als verdediger vau den beklaagde Mut-
saers zal ook thans optreden mr. F. E Pels
lijeken, advocaat-procureur te Breda.
Er zijn 96 getuigen gedagvaard.
Er zijn 100 getuigen waarvan 8 niet
pgekomen, en er is 1 overleden, en 3 in
Brussel nog niet konden worden opge
spoord.
De uitvoerige getuige-verklaring van den
commissaris Caarls wordt door beklaagde
beaamd.
In een scherp verhoor houdt bekl. verder
staande, dat hij het pakje „vuilnis" van den
toster niet verstopt heeft en dat de inspec
teur Soentjes hem had gelast een zijstraat
in te gaan, toen zij den koster tegenkwa
men.
De volgende getuige pastoor dr. v. Zin-
nicq Bergmann is thans wat uitvoeriger in
zijn verklaringen, hoewel niets nieuws bij
brengende.
Getuige Van Isterdael loochent sterk
de gesprekken, die hij met Mutsaers ge-
iad zou hebben volgens de verklaring van
bekl.
Hij is niet met het meisje in de kerk
geweest, heeft den schilder dien dag niet
gesproken en hem ook geen pakje gegeven.
Bekl. houdt hier tegenover vol, den kos
ter met het kind in de kerk in hebben
zien gaan en van hem het pakje gekregen
te hebben.
Na de pauze verklaart de vrouw van den
koster als haar man.
Anna Beijer uit Utrecht werd gehoord
met gesloten deuren.
Daarop leggeD de leden van het gezin
Panhuyzen uit liet café De Zwarte Ruijter"
over de Kerk bun verklaringen af.
Juffrouw Panhuijzen heeft het kint
's morgeus omstreeks halfelf zien passeeren
haar zich zien spiegelen in de ruit en toen
verschrikt omkijken als werd zij geroepen
Zij had toen in het kerkportaal een schim
gezien, die direct verdween.
Zij heeft niet gezien wie dat was, maar
de schim had de lengte van den schilder. I nengekomen en hoorde direct, zoodra hij|kome.n niet overeen met die van getuigen
Om kwart voor twaalven zag zij den schilder I de deur van het portaal had opengedaan, I die hem om halfelf de spooroaan hebben
buiten voor den ingang van de kerk staan leen smeekend geluid en daarna de woorden Izien oversteken.
kijken in de richting van Kessels. Hij droeg Ach Ach Toen hij in do kerk plaats De advoeaat-generaal was van oordeel,
een jasje over zijn kiel. I nam hoorde hij eeu kreunen dat kwam uit I dat voor het Hof geen termen aanwezig
Commissaris Caans betuigt daarop dat I de richting van het koor. Later zag hij een I waren, om het verzoek van den verdediger
deze getuige 3 h 4 maal verschillende ver— I persoon van het koor komen en weer daar—I toe te staan, daar door de rechtbank te
klaringen heeft afgelegd. Ineen gaan. I Breda reeds was beslist dat een nieuw on-
Getuigeu h décharge Spaapen en Johanna I Getuige die vroeger voor de rechtbank I derzoek zal worden ingesteld.
Pijneburg hebben den koster zien gaau in I pertinent heeft verklaard dat deze persoon j Het Hof. na in raadkamer vergaderd te
de richting van de kerk. I de koster was, kon dit thans niet met
Mevr. de Wed. Van den Heuvel-Lombaerts I zekerheid verklaren,
te Tilburg, kwam den bewusten dag in del Mej. P Beijnen werd hierna gehoord,
kerk. Na een kwartier kwam iemand in I Zij heeft Mutsaers in het eerste kerk-
hemdsmouwen en met een zwarten snor portaal gezien, gekleed in zijn schilderskiel voortgezet met het verhoor van eenige ge-
van de hoofddeur gaande naar de sacristy. I de hand aan de sleutel van de torendeur, I tuigen, die op 22 Aug, met Mutsaers heb-
Later keerde hij terug, Waar hij toen bleef alsof hij die wilde dichttrekken. Ter slotte hen gesproken, welke toen heeft gezegd
weet zij niet. Zij kon niet zeggen of hetI verklaart zij den koster van het koor tel Maria Kessels den hoek te hebben zien
Van Isterdael was. Mutsaers was het stelligI hebben zien komen en weer daarnaar terug-1 omgaan bij het cafe „de zwarte Ruiter",
uiet. I gaan. I doch niet dat hij het kind met den koster
Heemskerk, opzichter, verklaart dat hij De lleer J. H. Kessels, vader van had gezien-
op eigen gelegenheid lichtproeven in de I bet vermoorde 'meisje'gaf nog'eenige in-I Vervolgen, verklaarden eenige personen
kerk genomen heeft, na de door de justitie I lichtingen over de vermissing van Maria,
gelaste proeven, vaa arre8tatie van Van Isterdael, die
zijn geweest, besliste dat vooralsnog geen
termen bestaan aan het verzoek van den
verdediger te voldoen.
De behandeling der zaak werd hierna
avonds
ben zien
10 uur h half elf licht te heb-
branden op het koor, wat ook
Get. Vriendt Smulders was Donderdags toen zeer kaim was en van een gehouden zee* "e5™a. was'. j
in de kerk met een meisje. Van Isterdael rek met Jongbloets. Deze heeft ook C,et- ^na riends heeft in den namid-
fixeerde haar toen zoo, dat zij er bang van j5 verklaard wat hierboven in zijno go-1 d*S van 24 Augustus bekl hooren zeggen
tuigen verklaring reeds is gezegd. Jongbloets I heb 8ezien dat het kind van onder
werd.
F
daart
to
5 o—
[Auteursrecht verzekerd volgens de wet.)
Een buurvrouw vau Vau Isterdael ver- ['Jt7lên beer YeS dut 1^ b°"D "Tu"" TH
schaven*' T" ISte'dael koster op het koor heeft -11^ Vhet'por-
scnaren. |zien staan: dat deze hem eenige oogen-1'J J
Juffrouw Copas verklaart, dat de kar met blikken later passeerde, zich naar hem toe- taajjje d; vorentrap had zien liggen,
ut reeds Dinsdags half vier op liet erfLiMO;jQ on Lp™ v.nikpwnprlpnfle.hlikkp.nl De inspecteur Soentjea verklaart te ge
draaide en hem met zulke woedende blikken1
van den koster was. Iaanzag" dat bij er van schrikte. \\eü' dat get' Vnen' J1®™ gezegd.'
Juffrouw Van Gooi Blerk verklaart het- Jongbloets heeft ook aan den heer Kessels I bek)' buar zou. ve.r h.j had
medegedeeld, dat hij zich niet in den per- B«™ d.t de koster het kind ran onderen
b, J 1 I naar boven had gesleept. De inspecteur
soon heeft vergist, maar zeide hij verder:!9 f. 1
a a- I heeft deze verklaring, die thans door get.
okp0nhr,r« atr Zsttddt I v™nd3_rat ontkend, uit hu, ,uoud op-
van de Put, kantoorbe-
zelfde.
Get. Alphonse Clerq, die het hout bracht,
verklaart, dat het eerst Woensdagmiddag
te half vier gebracht werd ci iiüui luua....
Get. Cornelis Staps, zager, bevestigt dit. j bang gemaakt voor een valschen eed. geteejeend.
Get. Van Isterdael blijft bet nog out- Een°voleende getuige, Bruinicx, verklaart °®t' ..,nclri,
icpimpii I r u I l i, 11 1 i I diende bij den heer Kessels, verklaart, toen
kennen. |(jat Jongbloets hem heelt verklaard te twij-l". A A.
Nog een getuige bevestigd dat 't 's Woens- feleQ na een bezoek bij den pastoor. Dit,11J op AagU9ta3 boor(le»
dags was. I wor(jt door Jongbloets erkend.
DONDERDAG. I Ook aan de volgende getuige, mej. Prin-
Van de 92 getuigen in deze zaak gedag-1 sen, heeft Jongbloets verklaard, dat hij den
vaard zijn Donderdag 25 gehoord. lko9tcr heeft herkend.
hij op 23 Augusti
gen dag de zijdeuren der kerk hadden open
gestaan, den koster 's avonds te hebben
bezocht. De koster zeide hem toen, doe
lende op de zijdeuren, „die gaan nooit
Get. heeft toen met den koster
aru zijn uonuernag so genoora. -lop^n". Get. heelt toen met üea Koster
Men bogon Donderdag met het verhoor Hierna werden eenige getuigen gehoord, I gRn on^erzoek jn ,je kerk ingesteld, doch
11 mej. Schilders, op verzoek van den I die deels verklaren dat het Angelus 0111 I danrbij niet op hem gelet. Toen hij Mut-
verdediger gedagvaard. [uur niet is geluid, deels dat het te l;iat saers Sprak, zeide deze hem het kind te
Deze heeft op 22 Augustus omstreeks j heeft plaats gehad,
icwart voor elf, misschien ieis vroeger, Drie personen verklaarden
j bobben gezien bij het café „de Zwarte Rui-
staande op de achterplaats van haar woning, I even na twaalven Van Isterdael de kerk-J genjgC getuigen, die verklaringen van niet
gelegen in den Noordhoek, zevenmaal hooren deuren hebben zien sluiten, wat anders op j bizon<Jer 'groot belang aflegden, werden
gillen, komende uit de richting der kerk. dat tijdstip nooit gebeurde. [hierna gehoord, waarna de zitting werd
De beklaagde zegt hiervan niets te hebben Get. Van Isterdael zegf naar aanleiding I ver(jaagd°tot Vrijdagmorgen ÏO1/* ure.
gehoord, ofschoon hij ook in de onmidde- van de verklaringen der laatste getuigen,
lijke nabijheid werkzaam was, wat de dat hij blijft bij zijn opgave, dat hij inden
president van het hof zeer vreemd voor- namiddag van 22 Augustus om 12 uur de Wederom voor een stampvolle audiëntie-
komt. kerk heeft verlaten en toen noch dehalrej zaal wordt de zitting van het hof Vrijdug-
Get. verklaarde verder, wat door haar I noch de geheele deur heeft dichtgemaakt. J ochtend heropend. 111
niet voor de rechtbank is gezegd, dat Die deur is open gebleven. De procureur-generaal verzoekt dat liet
Mutsaers des Vrijdags, toen zij hein ver- De verdediger drong er thans bij bet hof moge gelasten1 V rijdag alsnog den ge
telde dat zij het akelig gillen had.gehoord, Hof op aan, dat een onderzoek worde in- tuige, inspecteur Meyvaart, uit iilburg, te
heeft geantwoord: „voor mij is het nog gesteld omtrent de verklaringen als getuige hooren en 111 verband met hem nog eens
akeliger, want ik neb de kleertjes gevon-1 afgelegd door Van Isterdael. [vrouw Beyncn.
den.// J De verdediger 0. ra. uitkomen dat het I Er zijn dus nog 33 getuigen om ver-
Bekl. zegt zich niet te herinnereu met Hof hier te doen heeft met een nieuw ge- klaringen af te leggen. De eersten, die
getuige te hebben gesproken. val van meineed, daar getuige Van Ister- gehoord worden, zijn
De volgende getuige was de brievenbe-I dael thans voor het Hof verklaringen heeft j opgespoord,
steller Jongbloets. Deze is in den morgen afgelegd in strijd met de verklaringen van Get. de Jong beeft ook gezien dat de
van 22 Augustus om 11 uur de kerk bin- andere getuigen. Isterdael's verklaringen koster Woensdagochtend even na twaalf
beiden in Brussel
ezel, doch twee groote, nog gcsloian kisten, die
in den hoek stonden, bewezen, ri'»t de gouverneur
veel. zeer veel had meegebracht, wat bij onze
verdere ontwikkeling zijn dienst moeit verleenen
Den voormiddag van acht tot elf uur kregen wij
onderwijs in lezen en schrijven. Daarna ging
Lucia heen en kregen wij een groot half uur les
in lichaamsoefeningen.
ar, wil i—«mb—bmp
r—i-r°!gwwb»
I Vail UC ailtOtrtHU v V lm IA LJVUIUUV.]^ v*»«, j
DOOR A. C. V. D. H.
«Kinderen, het doet tnij genoegen door uw heer
vader belast te zijn met u verscheidene onmis
bare zaken te leeren. Zooals uw geachte vader
(«recht zeide, houd ik veel van kinderen, dat wil
zeggen van die, welke vlijtig en gehoorzaam zijn,
waaraan ik bij u niet twijlel. Vandaag zijt gij
nog vrij, doch morgen zullen wij een begin ma
ken. .Ik verzeker u, dat gij over mij tevreden
zult zijn.'
Hij gaf ons drieën nu de hand en noodigde ons
uit, een tijdje naast hem te zitten. Doch vader
ziende, dat wij een weinig verlegen waren en
het gezelschap van bejaarde menschen ons niet
zoo aangenaam was als het spelen in de vrije
natuur, gaf ons, nadat wij met den gouverneur
eens geklonken hadden, verlof heen te gaan.
Wij liepen natuurlijk weer den tuin in, waar
ieder dp zijne manier den indruk, dien hij van
den heer uit Salamanca had, trachtte te schetsen.
Den volgenden morgen om vijf uur werden wij
gewekt. Wij waschten en kleedden ons. gingen
naar de woonkamer, waar het ontbijt gereed
stond en de gouverneur reeds aan tafel zat. Na
elkander goeden morgen gewenscht te hebben,
sprak de gouverneur:
«Kinderen, zie eens welk mooi weer Hoor
hoe de vogelen zingeul Alles ioept ons naar
buiten.'
Wij ontbeten en deden daarop eene wandeling
van een goed uur in de vrije natuur. Om zeven
uur gingen wij naar de kerk, waarna wij, weder
thuisgekomen, opnieuw iets gebruiken. Um acht
uur kwam Lucia en het onderwijs begon. De
kinderkamer was in eene school herschapen.
Aanvankelijk zag men er niets, dan eene groote,
eikenhouten tafel en een bord leunend op een
v,.., m.o.u.»uu 1V.UO .luegw,r~"l| '^[ter", doch niet met den koster.
Om drie uur in den namiddag ving het onder
wijs weer aan, het begon met rekenen. Dit
duurde tot half vijf. Zoo ging het nu iederen
dag minstens een jaar lang, tot wij goed lazen
tamelijk schreven en reeds eenvoudige vraagstuk
ken oplosten. Van lieverlede begon hij ook an
dere vakken te onderwijzen, als geschiedenis
aardrijkskunde en na een paar jaar natuur- en
wiskunde, kortom alle vakken, die iemand ken
nen moot wil hij in de wereld een beschaafd man
heeten. Lucia echter woonde alleen het onderwijs
ln lezen, schrijven, rekenen en geschiedenis bij.
Aan wis-, natuur- en s'errekunde deed zij niets.
Nn, dit had zij als toekomstige vrouw ook niet
erg noodig. Zooals ik u nn den eersten dag
schetste, kapitein, ging het haast geregeld iede
ren dag, alleen met dit verschil, dat somtijds.
Wacht eens, Pietro, viel hier de kapitein in,
ik heb nu genoegzaam begrepen hoe die man
zijn werk inrichtte, dit behoeft ge mij niet ver
der uit te leggen, doch vertel mij liever eens of
de gouverneur ook takt van onderwijs had.
Takt, kapitein, ja zeerjveel en daarbij bezat
hij iets, wat aanstekelijk op ons werkte, iets, wat
ik geen naam kan geven. Was het de toon zijner
stem De overtuiging waarmede hij sprak De
consequentie, die hijtotde in de kleinste dingen
bewaarde? Het juiste oordeel, dat hij dadelijk
geveld had? Ik weet het niet, doch wel weet
ik, dat binnen een paar maanden hij ons als 't
ware betooverd had en wij aan zijne lippen hin
gen. Daarbij had zijn geheele wezen iets zoo
indrukwekkends, iets zoogebiedends, dat wij ons
nimmer eenige ongepaste vrijheid tegenover hem
zouden veroorloofd hebben. Hij was een vijand
van doceereD, hij bracht er ons toe, zelf waar te
nemen, te vergelijken, en te oordeeleu. Hij liet
ons steeds spreken en sprak zelf slechts als hij
dwaling of ceD fout bij ons opmerkte, kortom,
het was een leermeester, die den luien vlijtig,
een lauwen vurig maakte.
En hadt gij alle drie nog al aanleg Pietro
Och, jawel, kapitein, de vlugste echter was
alweer Lucia.
Die had alles direct begrepen, die leerde al spe
lende. Wat ons betrof vergeef mij dien eigen
roem, ik won het van mijn broer. Toch durfde
ik mij zelve hierover niet verhoovaardigen. Een
enkele maal 6lechts liet ik mijn broer mijne
meerderheid blijken, doch ik werd door Silvio,
zoo heette onze leermeester, op zoo'n fijne en
afdoende wijze terecht gewezen, dat die verkeerde
neiging voor goed in mij bedwongen werd.
Haar, Pietro, gij hebt mij ook verteld, dat
er een stil contract bestond tusschen uw vader
en Alfonso, aangaande een toekomstig huwelijk
van Ferdinand met Lucia. Gewis heeft hierover
nw vader met Silvio gesproken en hem den weg
gewezen, dien hij met Ferdinand en Lucia moest
inslaan, llebt gij niet opgemerkt, dat Silvio
pogingen aanwendde om Ferdinand op goeden
voet met Lucia te doen staan en u van haar te
vervreemden zal ik wel niet zeggen, maar toch
op een afstaud te houden.
Neen, kapitein, dit heb ik nooit opgemerkt.
Ik voor mij geloof, dat Silvio te eerlijk en daarbij
ook te verstandig was om eenig onderscheid
tusschen mijn broer en mij te maken, ik heb ten
minste nimmer kunnen opmerken, dat hij Ferdi
nand in de gunst van Lucia trachtte te dringen,
noch 'dat hij iet9 deed of zeide, wat mij in de
oogen van het aanvallig kind zou kunnen doen
dalen. Toch het wel zijn, dat hij met Ferdinand
over Lucia sprak, doch dan moet het geweest
zijn in mijne absentie.
Merkte hij echter niet op, Pietro, dat gij
veel belaDg in het meisje steldet?
Aanvankelijk kan hij dit wel bespeurd heb
ben. doch nog eens in zijne tegenwoordigheid
bemoeide men zich met niemand anders, dan met
zich zei ven. Lucia kwam en vertrok op geregel
de ureD. Alleen in vrijen tijd waren wij wel
eens bij elkander. Het kwam mij zelf voor, dat
Silvio ons zooveel mogelijk trachtte te beletten
in haar gezehchap te zijn en zeker had de diep
denkende man, zoo rijk aan menschen- en we
reldkennis, hier zijne reden voor, al heeft hij
ons nooit gezegd, ten minste niet aan raij.
Zoo, had uw gouverneur zooveel kennis
opgedaan
Voorzeker, kapitein. Hij was de oudste
zoon van een rechtsgeleerde uit Spanje, die niet
heel veel praktijk bezat en door mislukte specu
laties, en ongelukken in zijn huwelijk, zijn nog
al aanzienlijk vermogen tot een klein kapitaaltje
weldra geslonken zag. Gelukkig had hij slechts
twee kinderen, Silvio en Maria. Maria werd al
vroeg als dame van gezelschap bij een Spaansche
gravin geplaatst. Silvio bezocht de alom beroomde
universiteit zijner geboorteplaats waar hij, dank
zijn vlug begrip en zijne onvermoeide stadiën,
reeds op den leettijd van vijlentwintig jaren den
doktorstitel in verscheidene wetenschappen be
haalde. Van dien tijd was zijn leven een ware
zwerftocht van de eene plaats naar de andere,
tot hij teu laatste als gouverneur bij ons kwam,
op een flink salaris naar ik later vernam. Ook
moet ik tot mijns vaders eer er bijvoegen, dat
hij Silvio met alle voorkomendheid behandelde,
hem geheel als zijn gelijke beschouwde, ja ik
geloof dat vader, zoo goed als wij, respect voor
dien man had.
Wat zei men te Almeria van Silvio?
Och, kapitein, men sprak er veel goed en
veel kwaad van, zooals dat altijd gaat in eene
niet te groote plaats en daar hij zich met weinig
personen inliet, slechts nu en dan eene openbare
vermakelijkheid met ons bijwoonde, en altijd
dezelfde afgemeten man was, had hij slechts
enkele vrienden. Of men hem hoogschatte of
minachtte, daar trok hij zich niets van aan.
Vóór alles wilde hij onze achting verwerven en
ik verzeker u, hierin is hij volkomen geslaagd,
want thans, nu er reeds zoovele jaren over dien
tijd zijn heengegaan, rijst mij nog dikwijls bet
beeld van den braven, ijverigen, geleerden m^n
voor den geest, van den man, die er zich uict
alleen op toelegde ons verstand te vormen, doch
ook zijn be9t deed ons hart te doen kloppen voir
alles wat goed '9, edel en schoon. Ja, had hij
geregeld aan mijne zijde kunnen vertoeven ik
zou zoo'n ongelukkige man niet geworden zijn,
ik zou mezelven hebben leeren beneerschen, on
gelijk te verdragen, dc hartstochten te beteugelen
en kwaad met goed te vergelden. Doch gelijk
aan alles een einde komt, zoo kwam er ook e<-c
einde aan onzen studietijd. Na vijf jaren onder
leiding van Silvio gewerkt te hebben, oordeelde
vader°ons ontwikkeld genoeg om in de wereld
te gaan en een ambacht te leeren. Ook Silvio
deelde die meening. Er werd dus overeengeko
men, dat met 1 Januari a.s. (wij waren toen in
October) de stadie zou ophouden. Onnoodig te
zeggen, dat ons hart ineenkromp bij de gedachte,
weldra van den man, met wien wij zoo lang lief
en leed gedeald hadden, te moeten scheiden. Ook
Silvio scheen ons met weerzin te verlaten, want
hij werd meer en meer afgetrokken. Hij noemde
ons steeds zijne kinderen en wij beminden hem
als een vader. Scheid het klimop van den muur,
waaraan het zoo lang steun heeft gezocht, het
kwijnt weg en de naakte ranur schijnt te treuren.
Eens, het was op een raooien herfstavond,
nooit 'zal ik dien stond vergeten, klopte Silvio,
mij op den schouder, zeggende: «Beste Antonio
kom, volg mij eens, wij zijn nu voor een uurtje
alleen, misschien zal zich de gelegenheid, om
ongemerkt met elkander te spreken, niet meer
voor doen want nog slechts een goede maand
zal ik bij u zijn.' YYij gingen samen den tuin
in namen plaats in een klein, dicht begroeid
prieeltje. Het maanlicht wierp slechts enkele
stralen op het gelaat van Silvio, die er droef
geestig uitzag. Na eene diepen zucht zeide bij
«Antonio, vijf jaren, welke tot de schoonste
mijns levens gerekend mogen worden, heb ik in
uw huis doorgeoracht; weldra ga ik u verlaten.
Gij weet, hoe ik mijn best gedaan heb, niet alleen
knappe, maar ook deugdzame jongens van u te
maken. Ik dank u voor de liefde en de gehecht
heid, die gij mij in die jaren getoond hebt en
die mij nog lang, als eene zoete herinnering aan
u zullen troosten. Ook ik bemin u uit geheel
.u'ijn hart en jnist wijl ik u zoo innig liefheb,
durf ik het thans te wagen u eens eene vraag
te doen, in de hoop dat gij mijne onbescheiden
heid vergeven tuit. Mag ik u dus eens....'
We) zeker Silvio, viel ik hem in de reden,
vraag mij wat gij wilt, ik zal er prijs opstellen
uwe vragen te mogen beantwoorden,
«Welnu dan, Antonio, zeg mij openhartig
«Houdt gij van Lucia En terwijl hij dit
zeide, richtte hij zijne doordringende oogen op
mijn ■•••elaat, dat zeker op dien stond eene hoog-
roodé klem aannam. Ik werd verlegen, ik wilt
niet wat te antwoordde en 9tamelde:
Ja
^Ferra gesproken, Antonio, riep Silvio, zoo
hoor ik hel maar graag, nergens doekjes ombin
den, altijd de waarheid en niet9 dan de waarheid
Doch zeg mij nu ook eens, weet gij of Lucia
van u houdt (Wordt vervolgd.)