Rummer 53.
Donderdag 3 Juli 1902.
25° Jaargang.
i
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
ANTONIO FERNANDO.
aiief van invoerrechten,
ASTOON TIELE
fb'ujlletos
Bekendmaking.
Dit Blad verschijnt W oenoda g- en Z a t er d a g a v o n cl
Abonnementsprijs per 3 maanden f O.~o.
Franco per post door het geheele rijk f 0.90.
Brieveningezonden stukken gelden enz., franco te zenden
Uitgever.
den
U I T O E V E 11
W A A L WIJ K.
Een moeielijke taak.
van 4- Mei 1.1. schreven we
nam bedoeld artikel over.
In 't nummer van 30 Juni 1.1. van ge
noemd orgaan, schrijft een inzender, naar
aanleiding daarvan 't volgende
Jammer, dubbel jammer is het doen
opgaan van een klaagtoon door den
geachten schrijver in 't Maandblad van
31 Mei j.l. Jammer, zeg ik hem thans
na, wijl men de zaak ook uit een ge
heel ander oogpunt kan beschouwen.
Gaarne wil ik bekennen, dat samenwer
king tusschen verschillende industrieën
vaak mogelijk en gewenscht is en daar,
waar zij te zamen behooren, één geheel
kunnen uitmaken. In het onderhavige
geval evenwel betreftende de invoer
rechten is, mijns inziens zulks niet ge
wenscht. Immers, zooals op de verschil
lende bijeenkomsten van zoolleerlooiers,
overleerlooiers en schoenfabrikanten
reeds bleek, was het daar geene indus
trie, welke aan de orde kwam, doch
meer eene zaak van industriëelen.
Mijne bedoeling hiermede is, te zeggen
wanneer op eene vergadering 2 zoolleer
looiers, 2 overlooiers en 2 schoenfabri
kanten aanwezig zijn en dezen tot eene
overeenkomst kunnen geraken, dat dan,
hoe onpartijdig die heeren ook trachten
te wezen, meer de industriëelen aan 't
woord zijn dan de industrie. O, het
gaat zoo moeielijk, een persoonlijk be-
ang aan een gemeenschappelijk belang
i te offerenOp welke wijze ik
Jus wenschte, dat er gewerkt werde
L3&|i <->n zoolleer- èn overleerlooiers èn
scft abrikanten, allen onafhankelijk
aar der Regeering een request
Advkrtentiën 1—7 regels f 0.60 daarboven 8 cent per regel, groot*
letters naar plaatsruimte. Adverteutiën Smaal ter plaatsing opgegeven,
worden 2maal berekend. Voor plaatsing van een groot aantal regels en
advertenties bij abonnement worden speciale zeer voordeclige contracten
gesloten. Reclames 15 cent per regel,,
In ons no.
onder 't opschrift //Een moeilijke taak #een
een driestar, waarin wij om verschillende
redenen betreurden dat de samenwerking
tusschen den Bond van Schoenfabrikanten
en dien der Lederfabrikanten in zake ver
krijging van invoerrecht op hunne artike
len bij de
a. s.
tariefsherziening, niet was
tot stand ge somen. Wij besloten met aan
te geven, welk een moeielijke taak de mi
nister heeft om in deze thans eeue gewenschte
beslissing te nemen, overtuigd als wij waren
dat de minister wel gehoor zou hebben
verleend als de twee zusterbonden een
drachtig een tarief hadden verzocht.
Jammer, dubbel jammer, dat was ons
slotwoord.
De redactie van 't Officieel Orgaan van
den Alg. Ned. Bond van Schoenfabrikanten,
presen. eren. Ieder voor zich zelve be
pleite f..u.r het belang zijner industrie,
door gespecificeerde opgaven over
werkloon, aantal werklieden en anderzins.
Aan ons onpartijdig Regeeringslichaam
zij dan de taak, te beoordeelen de
verschillende 1 aangevoerde argumenten,
te oordeelen, in hoeverre de belangen
van de ééne industrie boven die der
andere staan.
Indien wij dan, van onzen kant, a
ons best doen om dergelijke, vertrouw
bare gegevens te verkrijgen, dan be
treur ik het voor onze Bond geenszins,
dat er van samenwerking met onze zuster-
vakken niets gekomen is. Integendeel
want dan is het mijne opinie, dat voor
den Bond, als steunende op hechte
grondslagen, aldus meer heil te verwach-
ten is.
Maar dat er thans, nu het daarvoor
nog tijd is, gewerkt worde. Dat die
Heeren, welke de vereischte capaciteiten
in zich vereenigen, niet slechts hunne
medewerking verkenen tot het indienen
bij de Regeering van een degelijk request,
maar om ook, waar het er op aankomt,
de noodige gegevens te verzamelen Zij
zullen daarmede een hoogst nuttig
werk verrichten, een werk dat den
Bond als Bond en allen fabrikanten ten
goede zal komen en waarvoor zij zeer
'velen aan zich zullen verplichten.
In plaats dus van den klaagtoon
te uiten van «Jammer, .dubbel jammer
over het beweerde échec, wil ik hier
liever als mijne meening uitenGe
werkt thans en dubbel gewerkt 1*
Hoe denken mijne Confraters daar
over
Een enkel woordje hierover slechts.
Wij noemden 't mislukken der samenwer
king jammer, de schrijver vindt zulks goed,
waar hij schrijft, dat hij samenwerking in
deze niet geschikt achtte.
In weerwil van de door schrijver zee-,
vaaaangehaalde redenen, b. v. Jat 't met
gaar een persoonlijk belang voor een alge
meen belang op te offeren blijven wij
en naar wij weten met ons velen, bij de
vaste overtuiging, dat één gezamentlijk adres
van schoenfabrikanten, eu van zool- en
overleerlooiers, eenzelfde tarief ver
zoekende, meer en zeker succes zou gehad
hebben, dan een adres der schoenfabrikanten
en een der looiers, ieder een verschillend
tarief vragend; wij zijn er nog van overtuigd
dat de minister aau een uniform verzoek
deze beide in deze industriën toon-
voor onze streek.
Het woord van aanmoediging door den
geachten inzender tot zijne confraters ge
richt, onderschrijven wij daarom zeer gaarne.
Op initiatief van den Bond van
Ncderlandsche Lederfabrikanten is
door zoollederfabrikanten in Neder
land het volgende adres ingediend
Aan
Zijne Excellentie den Munster
van Financiën.
en
vau
aangevende lichamen gehoor zou hebben
verleend en dan ook was te verwachten dat
de oplossing dezer ^hoogst belangrijke en
in hare gevolgen hoogstgewichtige zaak ook
voor onze streek, voor beiden bevredi
gend was geweest, wat nu moeilijk te ver
wachten is.
Wij blijv u het dubbel jammer noemen
dat die samenwerking niet is verkregen en
blijven het voorden minister thans als eene
zeer moeielijke en ondankbare taak beschouwen
die anders voor hem zeer was verlicht.
Dat thaus natuurlijk iedere industrie,
iedere bond alles in 't werk stelt om den
minister breedvoerig mogelijk inlichtingen
en cijfers te verschaffen, dat is noodzake
lijk, dat is plicht, want hier staan zeer
gewichtige belangen op 't spel, ook vooral
De ondergeteckendcn, alle zoolledei-
fabrikanten in Nederland, ter respectieve
woonplaatsen achter hunne namen ver
meld, hebben de eer Uwe Excellentie
hierbij aan te bieden een concept be
treffende het artikel Leder «afdeeling
zooileder* dat van dienst kan zijn bij
de samenstelling van een nieuw tariet
van invoerrechten. Als richtsnoer hebben
requestranten bij het ontwerpen van dit
concept aangenomen de woorden der Re
geering in de memorie van antwoord
aan de Eerste Kamei der Staten Generaal
bij de behandeling der Staatsbegroting
voor het dienstjaar 1902 (Verslag vel
28, pag. 97).
Die herziening zal in de eerste
«plaats eene fiscale zijn, d. i. eene, die
«door verhooging van invoerrechten de
Rijksmiddelen versterken moet; voor
zoover echter die verhooging zich
„zal uitstrekken tot artikelen, die ook
«hier te lande worden of kunnen worden
voortgebracht, zal zij tevens een be-
i schermen den invloed uitoefenen. En
«waar dit laatste het geval zal zijn, zal
«er naar worden gestreefd, dit natuurlijk
gevolg der verhooging bovenal ten
Is «roede te doen komen aan die takken
«van den nationalen arbeid, welke van
«de oeconomische verhoudingen in het
«Buitenland den zwaarsten druk onder
vinden en daardoor in hunne ontwik-
keling belemmerd zooal niet in hun
«bestaan bedreigd worden.*
Daar onze industrie helaas tot laatst
genoemde takken behoort, zijn deze
woorden ons een waarborg, dat «Leder-
op de lijst der te belasten artikelen zal
geplaatst worden.
Lettende op de vooropstelling van het
fist ale karakter hebben wij de te heffen
rechten zoo voorgesteld dat zij bij aan
neming den invoer niet zullen beletten.
Het gevolg dezer heffing zal behalve
hare fiscale werking zijn, dat de druk
van het buitenlandsch fabrikaat, dat om
de overproductie te plaatsen hier goed-
kooper wordt verkocht dan in het land
van herkomst onder gunstige voorwaarden
door ons bestreden zal worden en mits
dien de hier te lande bestaande zool
leerlooierijen niet verder zullen behoe
ven te worden ingekrompen.
Een ernstig punt van overweging
heeft het bij ons uitgemaakt of voor
leder een specifiek dan wel een recht
naar de waarde de voorkeur zoude ver
dienen.
De nadeelen tegen een specifiek recht
zijn voor ons artikel zeer gering en
daar zooileder steeds per gewicht ver
kocht wordt en de prijzen in den loop
der jaren weinig op- en neergaan zouden
wij een specifiek recht practischer achten.
Ook in het Duitsche en Zwitsersche
Tarief geschiedt de heffing op leder naar
gewicht.
Met het oog op de toepassing is de
onderverdecling tot het strikt noodige
beperkt.
LEDER
ZOOLLEDER
geheel of ten deele gelooide vellen
zonder haar.
lc. Heclc of zoolleerhuiden met kop
pen en klauwen.
Recht per ioo kilo.
a. onder de 6 kilo per heele
gerekend ƒ7.
b. van 610 kilo per heelehuid
gerekend >«11.
c. boven 10 kilo per heele huid
gerekend 14.
2e. Heele of halve zoollederhuid
en zonder koppen en klauwen,
zoogenaamde croupons 17.
3e. Afval van zooileder, (koppen,
klauwen, liezen 7.—
4e. Stukken zoolleer tot 4 kilo al
of niet in den vorm van zolen
of achterlappen gesneden 30.
[Auteursrecht verzekerd volgens de wet.)
«■- tlSgBïB cflBflfflffiflK waflB
De Echo van het Zuiden
ais
('Ourant
aan
lil» 'l'l'T
r'ivr':'~ 3-'. - SSBflflSSSBHS SHSBEï
Burgemeester en Wethouders van Waalwijk
maken bekend dat het kohier van den Hoofde—
lijken Omslag voor 1902 door heeren Gedepu
teerde Staten bij hun besluit van 26 dezer Gnoo
is goedgekeurd en van heden af gedurende o
maanden ter secretarie is nedergelegd.
Waalwijk, 30 Juni 1902.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
K. DE VAN DER SCHÜEREN,
De Secretaris,
F. W. VAN LIEMPT.
INRICHTINGEN
welke gevaar, schade of hinder kunnen
veroorzaken.
Burgemeester en Wethouders der gemeen to
Waalwijk brengen ter openbare kennis, dat ter
Geraeente-Secretarin ter inzage ligt een verzoek
met bijlager, van P. Leijten aldaar om vergun
ning tot het oprichten eener broodbakkertj op
een perceel gelegen alhier in de Stationsstraat,
kadastraal bekend in Sectie B. No. 14o3.
Op Woensdag den 9 Juli 1902, des voormid
dag te 11 uren, zal op het gemeentehuis gele
genheid bestaan om bezwaren tegen du verzoek
in te brengen en deze mondeling en echrutelijk
toe te lichten.
Zoowel de verzoeker, als zij e bezwaren
hebben, kunnen gedurende drie da n, voor liet
bovengemelde tijdstip, op de Secrc >e der Ge
meente kennis nemen van de ter zal ig. men
schrifturen.
Waalwijk, den 25 Juni 1902.
Burgemeester en Wethouders O
De Burgemeester,
K. DE VAN DER SCHUERL-
De Secretaris,
F. W. VAN LIEPMT.
yen—tun
ia2HL:
van 1w
DOOR A. C. V. D. II.
50
O
Doch helaas, dit zal wel altijd een vrome
wensch blijven. De gedachte echter, dat gij
na twee jaar weer in ons midden zult ver
toeven, sterkt mij in uwe afwezigheid. Dat
gij het niet pleizierig vindt, dat uw vader u
niet eenmaal in Cadix komt bezoeken, kan
ik best begrijpen. Gij weet, uw vader han
delt in zulke dingen steeds naar een vooraf
beraamd plan, doch uit de brieven, welke gij
nu en dan ontvangt, kunt gij toch opmaken,
dat hij u een warm hart toedraagt. U ver ue
liefde uwer moeder zal ik hier wel mets
behoeven te zeggen, die kent gij beter nog
Dikwijls ben ik met haar alleen en dan
loopt natuurlijk het gesprek over u. Het goede
mensch zal God danken, als zij u weer aan
hare zijde kan hebben.
Wat mijne moeder betreft, die is en blijft
sukkelende. Met den dag gaat zij achteruit
cu zoo er niet spoedig een gunstige verandering
in haar toestand komt, vrees ik maar al te
zeer dat de zwakte haar overmeesteren zal.
Gave God toch eens, dat zij beteren mocht.
De gedachte haar te moeten verliezen, mis
schien voor dat ik mijne bestemramg bereikt
hebt, kwelt mij onophoudelijk. Dan stond
ik alleen op wereld, vooral als gij Jan nog
zoo ver van mij verwijderd zoudt zijn.
Uw broer Ferdinand zoekt iu den laatsten
tijd onophoudelijk mijn gezelschap. lederen
da" komt hij met uw vader ons bezoeken-
Hel spreekt van zelf, dat ik vriendelijk tegen
hem ben, als hij mij aanspreekt. Op zijn
dikwerf onbescheiden vragen echter geel ik
geen of een ontwijkend antwoord. Eenige
weken geledon ODtmoette hij inij in onzen
tuin. Hij dwong mij hem te volgen. Kens-
klaps bleef hij voor mij staan, nam mijn
hand in de zijne en sprak
„Lieve Lucia, gij weet niet, hoe gaarne onze
ouders eene vereeniging tusschen ons beide
zouden zien. Thans hebt gij den leeftijd van
achttien jaren bereikt (en hier volgden een
hoop flauwe complimenten en vleierij). Aie
eens om u, al die landerijen zullen mij een
maal voor het grootste gedeelte toebehooron
Wat denkt u, zoo gij als meesteres, daarover
eens kondt gebieden, als gij dat alles eens het
uwe mocht noemen, zoudt gij u dan aan
mijne zijde niet gelukkig gevoelen spreek
nu eens openhartig.»
Nu Waarde Aniouio, ik 9 prak openhartig
eu zeide hem.
»Feidinand, zoo menigmaal heb ik u reeds
verzocht mij niet met zulke vragen lastig te
vallen. Gij' schijnt u echter aan mijne bede
niet te storen. Hoe lang zal ik u nog moeten
zeggen dat ik, bij het leven mijner moeder,
die onophoudelijk mijne hulp behoeft, aan
geen huwelijk denk. Laai; he: de wensch
van uw vader en den mijneuzijn, dat wij
eenmaal vereenigd worden, ik eerbiedig dien,
al ben ik niet gehouden hem op te volgen.
Wilt gij mijne achting verwerven, laat mij
dan met vrede, verras mij niet met uwe ge
schenken, noch bestorm mij roet vragen,
maar tracht een ijverig mau te worden en
aan de verwachtingen uws vaders te beant
woorden, die niets liever zou zien, dan dat
gij u in het landbouwersoedrijf bekwaamdet.
Den ganschen dag loopt gij bijna leeg. Naar
Roberto die met uwe leiding belast is, luistert
ge niet. Uw broer is in den vreemde en
naar ik hoor, maakt hij goede vorderingen
en is zijn patroon wat goed over hem tevre
den. Kan Roberto van u hetzelfde getuigen?
Je begrijpt wel, Antonio, -hoe hij, met een
wrok in het hart van mij wegging, dok
zal het u wel duidelijk zijn, dat hij, alnoewel
voor ditmaal geheel uit het veld geslagen,
toch weer een volgende keer zijn aanval
hernieuwde.
Van onze correspondèntie schijnniemand
hier nog iets te weten. Zorgvuldig verberg
ik ook uwe brieven. De stuurman van de
„Salvatorv ontvangt' zoo ge weet.de oneven,
welke uw vader voor u bestemt, doch nimmer
verzuimt de vriendelijke man vóór zijn afreis
naar Cadix ook ors even te groeten. Met de be
hendigheid van een goochelaar heeft hij -n
een ommezien mijn brief ontvangen en ge
borgen of er mij een overhandigd. Houd
hem in eere Antonio, zoo'n postbode is ons
wat waard. Voor het overige is hier alles
nog als bij uw vertrek, met dien verstande
evenwel, dat de vreugde zooals wij die in
onzen gouden tijd kenden, voor een groot
deel geweken is. Iedere leeftijd brengt an
dere behoeften en zorgen mede.
Wees nu zoo goed en geel den stuurman
voor zijn vertrek nog een briel van u mede
hoor 1 Gij hebt volop den tijd er een te
schrijven, want de ,Salvator' zal enkele da
gen in Cadix stilliggen. Houd goeden moed
en maak u over mij niet ongerust. A an een
kleine schermutseling, met woorden altijd,
ben ik niet bang, ik zal mijne onafhanke
lijkheid tegenover Ferdinand weten te be
waren en zal geduldig, maar standvastig den
tijd afwachten, dat gij in uwe geboorteplaats
zult zijn wedergekeerd.
Ik bid dagelijks de Voorzienigheid, dat inj
over u en mij wake. Doet gij dit ook
Aanvaard dan, waarde Antonio, mijne
hartelijkste groeten en gelieve die over te
brengen aan de familie Cavallo, die ik in
deze volkomen vertrouw.
Uwe u toegencgene
Lucia.
Voorwaar, Pietro, een hartelijke brief.
Zeker kapitein, en daarom begrijpt gij wel
de smart, die ik gevoelde, toeu het mij onmoge
lijk bleek, aan het verzoek van het lieve kind
te voldoen. Dc „Salvator' was reeds lang ver
trokken. Uogenblikkelijk liep ik dan ook naar
Leo en zei hem: a,0n;„
Maar Leo, gij wist hoe ziek ik was. Stellig
heeft de stuurman u gezegd, dat hij over een
paar dagen teiug zou komen, om mijn bood
schap aau Lucia over te brengen. Waarom dus
mijn brief niet geopend en den inhoudt beaut-
woord, ik vertrouw u toch ten volle.
Al weder te voorbarig gesproken, riep Leo
lachend. Een brief openen, Antonio, doe ik nooit
voor wien hij ook bestemd moge zijn, ik vind
daarin iets menachonteeiends. Ik neb echter den
stuurman een brief namens u voor Lucia rocde-
eevenen. Ik melde haar, dat een kleine onge
steldheid u verhinderde te schrijven k heb
haar aangaande uw toestand gerust gesteld, niet
over uw geklaagd, kortom, zij zal over mijn
schrijven tevreden zijn.
Die last was als een molensteen weer van het
lmrt "ewenteld. Na een pnar weken gevoelde
ik wii sterk genoeg den arbeid te hervatten en
fine weer met Leo naar de wert. De vreugde
echter in het huishouden was, met het heengaan
van den zoon uit het huis geweken. Dans en
snarenspel hadden opgehouden Ik zag de moe
der zichtbaar kwijnen, ondanks de liefkozingen
harer dochters. Ook mij begon het verblijf in
Cadix te vervelen. M
lk werd aangegrepen door een sterk verlangen
naar mijn geboorteplaats, Reeds had ik mijn
rader dit kenbaar gemaakt. Deze wilde erachter
niet van hooren, ik zon mijn tijd uitdienen en
dus nog eon jaar tegen wil en dank roet mijn
ziel onder den arm in Cadix een droevig bestaan
voortslepen.
Eenige maanden later berichtte mij Lucia weer
dat Ferdinand en ook haar vader zoo dringend
bleven aanhouden op de voltrekking van het u
bekende huwelijk, dat zij ten einde raad was.
Tracht u mijn toestand voor oogen te stellen,
kapitein, en alsof een ongeluk nooit alleen komt,
daar kreeg ik op een morgen de tijding, dat de
moeder van Lucia bezweken was. Nu kon ik
niet meer in Cadix blijven. Onverwijld bad ik
1 co vader dringend te verzoeken, mij naar huis
te 'laten komen. Wel vier weken, die mij eene
eeuw toeschenen, bleef de tijding van vader weg
Eindelijk kwam zo cd ik mocht vertrekken. Den
volgenden raoigen reeds nam ik niet zonder
weemoed afscheid van Cavallo en zijn gezin. Ik
wenschte hun van ganscher harte Gods bester
zeeen toe. Nu, die lui verdienden het, want het
waren opperbeste, brave menschel:, aan wien ik
nog dikwijls met vreugde denk.
Ue vajrt was voorspoedig. Maar het schip
snelde naar mijn zin veel te langzaam vooruit.
Had ik vleugelen gehad, ik ware de zee over
gevlogen. Na teven dagen varens zag ik Almeria
met zijno kerkspitsen. Ik danste van blijdschap
op dit gezicht, ofschoon ik mijne ontroering
nauwelijks verbergen kon.
Aan de havenkade stond ons gezin met Alfon-
zo en Lucia mij op te wachten. Na eenige «ogen
blikken lag ik weer in de armen mijner bamin-
de moeder, omhelsde vader en Ferdinond, gaf
Alfonzo de hand, doch voor Lucia bleef ik ont
steld staan.
„Hoe, riep zij uit, terwijl ze mij hartelijk de
hand gaf, kent ge mij niet meer, Antonio, of
verdien ik alleen uw groet en welkom niet?'
Zij las het antwoord in mijne oogen. Ik stond
als getroffen over hare buitengewone schoonheid,
die in haar rouwkostuum zoo volmaakt uitkwam.
De natuur had eer van haar werk. De knop had
zich te roos ontwikkeld.
Lucia, Lucia, sprak ik, helaas, welk een droef
heid spreekt er uit die kleeding. Ach, dat wij zoo
elkander moeten weerzien 1
lk zag hoe ze mijne woorden begreep en met
welk eene moeite zij hare tinnen bedong, wes
halve ik aanstonds eene andere zaak aanroerde.
Dien ganscheu d»g heerschte in ons huis de
grootste vreugd. Vader, maar vooral moeder,
beschouwde met innig welgevallen den ZOO uit
de kluiten geschoten zoon, die nu in mannelijke
kracht voor hen stond. Den lieden dag werd ik
met vragen overladen ik moest alles haarlijn
vertellen. Het meest echter wekio mijn uvonuur
in dat wijnhuis met dien .oud roover de alge-
meene belrngslelling. Met welgevallen keken
vader en Alfonso etkaar uimi, hunne oogen {imker
den en met vr. ugde wezen zij naar den staatsie
degen, bij «rie gelegenheid bekomen en die bij 003
eene éareplaata aan den wand innam.
Ik zou een achttal dagen rust nemen, sprak
vader en dan zouden wij overleggen hoe in de
toekomst te handelen.
V.
De bcdcklok riep ons den volgenden morgen
reeds vroeg ter kerke. Ik was echter zoo ver
moeid naar lichaam cn gerst, dat ik besloot met
mijne moeder naar dc late of Hoogmis te gaan.
(Wordt vervolgd.)