Nummer 63. Zondag 10 Augustus 1902. 25 Jaargang. Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. Eerste Blad. INTOJilO FEIIVU 110. TRUSTS EN HEIIIiELIJkE. ANTOON TIELEN, Kamers van Arbeid Dit nummer bestaat uit twee bladen. FEUILLETON. Dit Blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond A b o n n e m e n t s p r ij s per 8 maanden f Ü.~5. Franco per post door het geheele rijk f 0.90. Brieveningezonden stukken gelden enz., franco te zenden aan Uitgever. den UlTGEV E R WAALWIJK. Advertentiên 17 regels f O.GO daarboven 8 cent per regel, groot» letters naar plaatsruimte. Advertentiën Smaal ter plaatsing opgegeven, worden liniaal berekend. Voor plaatsing van een groot aantal regelt »n advertenties bij abonnement worden speciale zeer voordeelige contraotiH gesloten. Reclames 15 cent per regel, OVERAL V B R K R IJ G B A A R De instelling der Kamers van arbeid be antwoordt aan een goede en gezonde gedachte, den wensch, toenadering te verkrijgen tusschen patroon en werkman en door het scheppen van een officieel lichaam, waarin bekle par tijen vertegenwoordigd zijn, de belangen van werkgever en werknemer in onderlinge samenwerking te bevorderen. De uitmuntende gedachte, die aan de wet op de Kamers van Arbeid tot grondslag lag was dan ook de oorzaak, dat ze in 1897 zonder politieken strijd tot stand kwam en met algeraeene stemmed werd aangenomen. Van liet doel, dat de Kamers van Arbeid beoogen en dat in art. 2. der wet is neer gelegd, kan niets dan goeds worden getuigd. Men vergewisse zich daarvan door dat artikel te herlezen „De Kamer van Arbeid heeft ten doel de belangen van patroons en werklieden in onderlinge samenwerking te bevorderen door; a. het verzamelen van inlichtingen over arbeidsaangelegenheden b. het dienen van advies aan de hoofden van departementen van algemeen bestuur eu de besturen van provinciën en gemeenten, hetzij op aanvrage van de autoriteiten, hetzij uit eigen beweging, ten aanzien van alle onderwerpen, welke de belangen van den arbeid raken c. iet dienen van advies en het ontwer pen aan overeenkomsten en regelingen op verzoek van daarbij belanghebbenden d. het voorkomen van vereffenen van ge schillen over arbeidsaangelegenheden, ook voor zoover noodig, door te bewerken, dat een scheidsrechterlijke uitspraak tusschen de partijen tot stand komen. Het is een hoogst belangrijke taak, die aan de Kamers van Arbeid is opgelegd, en bij richtige vervulliug daarvan kunnen zij aan de maatschapij zeer gewichtige dieusteu bewijzen. Maar nu kan niet worden erkend, dat de Kamers ten ouzeni nog niet zijn ingebur gerd, dat zij niet altijd en niet overal die sympathie en medewerking ondervinden, waarop ze aanspraak hebben en die voor een wel beantwoorden aan haar doel onont beerlijk zijn. Daar hapert heel wat aan haar organisme en meenigeen acht een vertegenwoordiging van den arbeid, die enkel adviseerende be voegdheid en geen dwingende macht heeft, niet veel meer dan apenkooi. Hier komt bij, dat er nog te veel patroons zijn, die het min of meer ais iets vernede rends beschouwen, met werklieden als gelijken aan te zitten en met hen te beraadslagen. Dit misplaatst gevoel van hoogheid is natuur lijk een onoverkomelijk beletsel voor goede harmonie en vruchtbare samenwerking. Onlangs is te Utrecht een congres van Kamers van Arbeid gehouden, waarop een vijftigtal Kamers vertegenwoordigd waren. Erkend werd, dat de wet veel te wen- schen overlaat, maar daarnaast, dat ook onder vigueur dezer wet veel betere resul taten door de Kamers van Arbeid waren te verkrijgen, indien zij meer populair waren bij de belanghebbenden. Daarom werd de wenschelijkheid uitge sproken, dat de K. v. A. geregeld al dat gene van haar handelingen zouden publi- ceeren wat voor openbaarmaking geschikt is, en zouden bevorderen, dat allen, die daarvóór in de termen vallen, op de kiezerslijsten worden geplaatst. Verder werden alle belangstellenden uit- genoodigd de kiezers voor de K. v. A. op te wekken, zooveel mogelijk aan de verkie zingen deel te nemen, de meest geschikte patroons en werklieden tot leden der Kamers te kiezen, en haar populariteit te vermeer deren, door overal kennis te verspreiden over het doel en de wijze van werken der Kamers. Dit alles is van practisch belang. Er is te veel slapheid en traagheid onder de belang hebbenden, te veel onverschilligheid en onkum/e onder hen die er buiten staan. Zelfs de beste wet zou daarbij geen effect kunnen sorteeren. Nu ile wet zoo gebrekkig is, is belangstelling des te meer noodzakelijk. Op het congres werd ook druk gediscus sieerd over de noodzakelijkheid, om aan de K. v. A. bij een wet het recht van enquête tue te kennen. "Waarom dat recht Om inlichtingen te kunnen verzamelen, die thans slechts met veel moeite ie krij gen zijn verder om bij de behandeling van geschillen partijen en getuigen, die worden opgeroepen, voor zich te krijgen en te doen spreken. Natuurlijk moet ten einde buiten sporigheden te voorkomen het enquête recht met de noodige waarborgen en be perkingen omringd worden maar het recht zelf dient aan de K. v. A. te worden toe gekend. Zoo lang ze dat niet bezit, staat ze er aan bloot, haar bemoeiingen te zien afstuiten op een botte weigering om te ver schijnen ot inlichtingen te verstrekken. En hoe hoog wij de persoonlijke vrijheid ook schatten, toch mag individueele onwil geen oorzaak zijn van belemmering van nuttigen socialen arbeid. Een derde belangrijk punt, dat op bet congres in behandeling kwam, was de finan- ci eele kwestie. De K. v. A. dienen de vn'je beschikking te. krijgen over eigen geld middelen, natuurlijk met behoorlijke reke ning en verantwoording voor vergaderingen van commissiën buiten, doch ten dienste der Kamers, behoort het presentiegeld te worden gegeven de sacretarissen der Ka mers moeten een salaris ontvangen, want het gaat niet aan, van hen een vaak om vangrijken, onbezoldigden arbeid te ver langen. Dit :illes is zoo rationeel en voor een goede werking der K. v. A. zoo noodzake lijk, dat wel niemand hiertegen bezwaar zal hebben. De zuinigheid of liever karigheid, die thans wordt betracht, bedriegt de wijs- heid.. Het gemis van het recht vau enquête, het niet vergoeden van tijdverzuim voor commissie-vergaderingen, bet niet salarieeren van den omvangrijken arbeid van den secretaris, zijn ernstige beletselen voor het naar den eisch vervullen der aan de Kamer opgelegde taak. En nu durven wij vertrouwen, dat de minister van Binnenlandsche Zaken, na de besprekingen op het congres van K. v. A., althans de meest dringende wijzigingen in de wet op de K. v. A. zal willeu voor stellen. Voor een grondige herziening en omwerking dier wet is stellig de tijd nog niet aangebroken wij verkeeren daarmee nog te veel in het stadium der proefnemin gen maar enkele partieele wijzigingen kunnen betrekkelijk gemakkelijk en vlug worden aangebracht. Met name de gelde lijke zijde dier kwestie is te slecht geregeld, dan dat die kan wachten tot een herziening der wet aan de orde komt. {Auteursrecht verzekerd volgens de wet.) III. Wij laten hier volgeu het slotartikel van den heer J. N. over bovengenoemd onder werp. Ter vervulling der belofte, in ons eerste artikel gedaan, moeten wij thans nog even de verschillende vormen van kapitalistische associaties, waaronder zij voornamelijk in Europa werken, nader beschouwen. 'Het svsteem van een centraal verkoopbu reau (bureau de vente), waaraan alle orders ter uitvoering worden overgedragen en hetwelk deze dan onder de deelnemers ver deelt, is meer geschikt voor den afzet van grondstoffen dan van fabrikaten (llheinisch- Wéstptialisches Koblen-syndicat). Immers, het publiek weet gewoonlijk het onderscheic tusschen de verschillende producten naar waarde te schatten en kent aan ieder afzon derlijk fabrikaat eene handelswaarde toe, in verband met zijne innerlijke eigenschappen, de speciale vakkennis en betrouwbaarheid van den fabrikant. Dit nu gaat in een bureau de vente verloren. Het levert zoowel goede als ordinaire kwaliteiten terwijl op den duur het publiek de gemiddelde waarde bepaalt naar die van het slechtste fabrikaat. Ook zetten partijen te veel op het spel» omdat proefnemingen onmogelijk zijn en ieder der producenten onmiddellijk zijne relatiën verliest. Het gevaar schuilt daarin dat de producenten, die zich bi^ de samen smelting op den voorgrond weten te dringen en de leiding in handen bekomen, bij een eventueele ontbinding de relatiën van het syndicaat aan zich trekken. Dit bezwaar doet zich niet voor bij syndicaten, die aan de deelnemers den ver loop hunner producten alleen binuen een bepaald geographisch gebied toestaan, In dit geval ligt de groote moeilijkheid in eene practische en rechtvaardige verdee- ing van het afzetgebied. Wanneer deze echter eenmaal vastgesteld is, laat dit systeem de grootst mogelijke onafhankelijkheid toe der deelnemers, die ieder geheel zelfstandig hunne fabriek olijven besturen en van hunne winsten slechts een klein percentage behoeven af te staan, voor de vorming van een fonds ter instandhouding van het syndicaat. Deze vorm .leeft echter tot heden in de practijk nog weinig toepassing gevonden, wat ik daaraan toeschrijf, dat verschillende voordeelen, aan de andere systemen verbon den, bij dit miudcr op den voorgrond tre den. Ook belet het m. i. allerminst eene slechte verdeehug der productie over de verschillende markten, wat al bijna even verkeerd werkt, als overproductie. wil. Wij komen dus vanzelf tot de conclusie, dat syndicaten, die of de te produceeren hoeveelheden, of de minimum prijzen of beide regelen, voor onze West Europeesche toe standen en waar het fabrikaten, niet grond stoffen betreft, de meest gewenschte en doelmatigste vormen zijn, voor vereenigingen van belanghebbenden bij den handel in eenzelfde branche. Als conditio sine qua non, voor bet welslagen eener dergelijke combinatie, moeten we echter vooropstellen, dat de te bepalen it inimum-winst eene matige blijve. Het kunstmatig opvoeren van prijzen ver boven de reëele waarde der artikelen zou immers onmiddellijk het op richten van concurreerende firma's tenge volge hebben. Dan zal spoedig óf de win?' tot haar vroeger minimum terugzinken 6i bet syndicaat uiteenspatten. Een tweede hoofdvereischte, zonder hetwelk een syndicaat op den duur geen stand ka;, houden, is eene voortdurende, onpartijdige eu afdoende controle. Zij is noodig om b 1 iedereu deelnemer het bewustzijn levendig mini IIH—i I'I'IUM He Echo van het Zuiden, Wiialwijksdie en Laii^straiitsche Courant, DOOR A. C. V. D. II. 16 O— Misschien is doze naam wat hard en onver diend, want Natham, ondanks zijn zucht om geld te verdienen, was niet hardvochtig of gierig. Hij wist, dat hii door bijna allen met minachting beschouwd werd; hij hoorde vaak achter zijn rug de woorden: woekeraar, vrek, satanskind: hij zag hoe kleme kinderen, door hunne ouders bang gemaakt, voor hem op de vlucht gingen als voor een wild dier. Dit alles had zijn gemoed wel bitter gemaakt, doch niet geheel gesloten voor het medelijden. De arme de werkelijk arme, die zijn toestand aan Nathan openhartig bloot legde en hem vriendelijk om bijstand smeekte, werd nooit door hem verstooten. Dit wisten nu de bewoners van Almeria ook wel, doch het schijnt dat er een soort van lieden zijn, onder wien men ook Nathan moet rekenen, die nooit in de oogen van anderen eenig goed kunnen doen en aan wier werkelijk goede daden steeds slechte bedoelingen worden toegeschreven. Den avond, na den moord op zijn broeder, zien wij Antonio het huis van Nathan binnentre den. Hij schijnt er echter ook niet goed bekend te zijn, want hij blijft onder aan den trap staan en roept met gedempte stem den bewoner Deze, met een walmend olielampje in de hand, daalt halverwege de trap af en Antonio bemerkende, roept hij vriendelijk en met een eigenaardig accent: Ha, signor Antonio Fernando, zoo ik mij niet bedrieg, kom boven, ik zal u voorgaan. Boven gekomen opent Nathan de deur van een ruim vertrek, waarin hij Antonio geleidt en hem een ouden leunstoel met lederen zitting aanbiedt. Antonio is echter niet op zijn gemak. Hij ziet angstvallig in het rond en het is of de gebeeld houwde sphinxen en andere gedrochten aan schoorsteen en plafond hem schrik aanjagen en huiveren doen. Natnan zet het licht Qp de zware eikenhouten tafel, neemt een ouden stoel, 9chuift dicht bij Antonio eu zegt op vriendelijk toon: Wel, waarde heer, wat kan toch de rede zijn vau uw geëerd bezoek zoo laat in den avond. Wel, Nathan, ik wenschte met a eens te spreken. Ge weet ik beu in den laatsten tijd niet gelukkig geweest. Ach neen, vriend, dat is waar, ik heb liet er zoo dikwijls met mijne vrouw over gehad, als wij samen zoo eens voorbij uw la.ndhuis en sierlijken tuin wandelden. Het was wil een slag voor u, Antonio, Lucia zoo spoedig verliezen Gelukkig dat gij nog in het bezit zij.i van twee aanvallige kinderen, Carlo en Luciu. als ik mij niet bedrieg. Hoe maken zij hel? Dank je wel, Nathan, opperbes c. Zie je, waarde heer, zoo is Al.lah: hij slaat en zalft. Ondanks al het verdrietig e in de laatste jaren hebt gij nog al niet te klag én. Gij zijtrijk en wordt gerespecteerd, gij k.- nt geen zorgen. Maar ik arme Nathan, verguisi 1 door ieder, en genoodzaakt in het zweet mijn s aanschijns het dagelijksch brood te verdiener Maar, Nathan, neem mij niet kwalijk, allerwege in de stad zegt men toch, dat gij er warmpjes bijzit. Och, waarde heer, dat zeggen de menschen, maar ze weten er niet9 van. Ge'ioof me Nuthan zou in deze stad niet blijven, als hij wbb; hij trok naar eeue andere plants, vr aar hij wat min der beschimpt en gehoond wer-d. Ze gunnen ine nog niet eens, dat ik enkele realeu terug leg voor den ouden dag, als do- t'.jd van verdienen heeft opgehou >en. Antonio sloeg aan deze- *o orden geen geloof en hei nam: Ja maar, Nathau, men "heeft mij toch veel zaken opgenoemd, waaraan gij groote sommen verdiend moet hebben. Maar, mijnheer, ik groote som men verdienen in een tijd dat de concurrentie z >o geducht is; ik zou wel eens willen weteu w»a rraeef Alleen aan smokkelware* moiït je een kapi taal verdiend hebben. Aan smokelwaren? ja dat kun je begrijpen, Nathan zal zijn geweten bezwaren. Neen, Antonio ik geef den keizer wat hem toekomt. Maar laat ons van deze dingen, waartegen mijn eerlijk gemoed telkens in opstand komt, afstappen, ik weet, dat ik in Almeria eenmaal geen goed meer doen kandoch Allah en zijn profeet zullen Nathan wel eenmaal in het Paradijs voor al de geduldig geleden smaad weten te beloonen. Zeg mij daarom maar openhartig wat u mij te zeg gen hebt. Niet minder, Nathan, dan dat ik mijn land huis, tuin en olijfbosschen uan u verkoopen Ha, ha, Antonio, neen, nu schertst ^e. Dat zou iets wezen, de arme Nathun in zoo'n beer lijkeu tuin en uitgestrekte olijfbosschen. Wat zou ■uen dan te Almeria wel zeggen. Ik geloof niet, dat men er mij ongestoord »ou laten wonen Volstrekt geen seheits, Nathan, ik wil het op staanden voeta.au u verkoopen. Maar, mijnheer, ge zijt, hoop ik, niet krank zinnig geworden. Ook dat niet, Nathan. Doch sinds Alfonzo en Lucia overleden zijn, heb ik hier niet den minsten aard meer. Alles walgt om mij been ik wil naar vreemde streken. Misschien zal een geheel nieuwe omgeving mij verstrooiing schenken en de kalmte aau mijn diep geschokt gemoed hergeven. Helaas, ik beklaag u, ik heb reeds lang opgemerkt, dat de streken u niet meer bevallen kunnen, ik heb het gemerkt aan uw rusteloos zwoegen. Gi9ter laat in den avond, zat ik op de bovenste verdieping van mijn huis voor het raam, dat op uw tuin uitziet eu ik meende, als mijn zwak gezicht mij niet bedroog, u nog bezig te zien met een spade. Wat deedt ge toch zoo laat daar? En wat droegt ge toch op uwe schouders? Het was alsof de grond voor Antonio thans openscheurde. Hij wendde zijn gelaat af, opdat Nathan zijne ontroering niet zou merken en peinsde op eea gepast autwoord. Ja, Nathan, sprak hij na eenige oogenblikkeu, u,e, ja mijn trouwe hond, de lieveling mijner kindoren was gestorven. Zij konden van het beest da, Avoiuai'i V pie, ja mijn trouwe hond, de lieveling mijner kindoren was gestorven. Zij konden van het beest niet scheiden en toen zij in diepen slaap gedom- deld waren, heb ik hem maar gauw in een gat gestopt. Nu is hij ten minste opgeruimd. Maar k sprak over mijn huis en aangrenzende goederen Wil ik eens zeggen, hoeveel ik er voor hebben wil Wel ja, Antonio, laat het voor de grap eens hooren. Twee honderd duizend realen, dunkt me, is zeker rniet te veel. Hoe, mijnheer! riep Nathan uit terwijl hij opsprong en zijn hoofd met oeide handen vast hield, twee honderd duizend realen, mijne ooren suizen er vanuit hoeveel cijfers bestaat zoo'n getal wel? Al» men uan ieder, groot en klein, «en reaal gal', geloof ik, dat men al de bewoners der wereld zou kunnen b.dienen. Ho, Nathan, bedenk eens dat na aftrek van alle onkosten aan arbeidsloonen zoo meer, mijne olijfbosschen eene zuivere winst van vijftien duizend realen opleveren per jaar. Ach, laai ons er maar over zwijgen, waar de heer, van zulke hooge cijfers heb ik toch geen begrip, Mo dunkt, ge zoudt beter doen met alles eenvoudig te verhuren of langs publieken weg te verkoopen. Zeg mij eens, Antonio, hoe maakt het toch uw broer Ferdinand? Vervloekte Nuthan, mompelde Antonio in zich zelve, zou hij werkelijk alles gezien en be spied gebben, die nachtuil Zich daarna ver mannende, antwoordde hij kortaf: Mijn broer Ferdinand z»l het wel goed stellen, Nathan. Ik heb hem nu in geen jaren gezien en mag lijden hem nooit meer onder de oogen te krijgen. - Dat geloof ik graag, Antonio, hij heeft u veel leed berokkend. Verbeeld je daarom hoe ik opkeek, toen ik gisteren tegen het vollen van den avond, in een half dronken matroos uw broeder meende te herkennen. Ik zal mij echter wel vergist hebben, want tooals ik reeds zeidp, beginnen de oogen mij zoo nu en dan al te bedriegen; maar toch de gelijkenis was sterk, men zou haast durven zwereu, dat Hoor eens, Nathan, met zulke oude wijven- praatjes houd ik ne niet op, ik vraag u alleen of gij mijn huis, tuin en bosscben voor genoem den prijs koopen wilt, ja dan nee. Netn. waarde vriend. En als ik een9 twintig duizend realen vallen liet op den prijs. Ook dan nog niet. Maar bedenk eens wat een kolossale rente je van je geld trekt. Och mijnh«er Nathau is voortaan mi-.r een man van een dag meer. Ik zou twaalf jaivi. moeten leven om aan interest de koopsom term: te hebbeD, en zoo lang, ik gevoel het maar ol wel, zal Allah mij niet ineer in dit tranendal laten. Haalde Allah je maar op staanden voetdachr Autonio in zich zeiven. Komaan, Nathan, ik Iaat nog dertig duiz. i..i realen vallen; hou deuk je er nu over? Als je er dikwijls genoeg dertig dnizci>d laat vallen, zullen wij het ten laatste wel ei worden. En wij moeten het eens worde Antonio, dat is ons beider belang. En terwijl hij dit zeide, wierp hij op zijn tegen stander zoo'n veelbcteekenenden blik, dat Am» nio de oogen neersloeg en het bloed naar hei hoofd voelde stijgen. Deze begreep thans, d hi: iu de macht wü9 van den ouden mahomed.»n die met een enkel woord hem aan het geiten zou kunnen overleveren. Stampvoetend van i.n geduld stond hij eindelijk op, stapt op Natli n toe, legde hem vrij hard de hand op den schond i en 8prnk Welnu, wat biedt gij dan? Ik durf niet biedeu. Waarom niét? Omdat mijn bod u zou doen lachen gel ij'; uwe vraag hel aanvankelijk mij deed doen. Bied op, ik heb geen tijd meer. Welnu, waarde Antonio, ik geef u zerlv duizend realen. Dat is te weinig: gij geelt er negentig dut zend. In 't geheel niet. Welnu, dan laat ik mij erf liggen endia.g hft beheer aan een ander op. Ook goed. Goeden nacht, Nathan. Wacht even, Antonio, er is te voel aa» gelegen, dat wij als goede vrieudeu schiidei, ik zal maur niet zeggen wuarom, wij begrijp i. elkander niet waar? En om ie loonen. du het goed met u meen, geef ik u vijf en zeven i- duizend realen. Aangenomen, oude schurk, geluk met d.:n koop. (Wordt vervolgd

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1902 | | pagina 1