Nummer 67. Zondag 24 Augustus 1902. 35e Jaargang. Toegewijd aan Handel, industrie en Gemeentebelangen. Eerste Blad. „DE HANZE". ANTONIO miAIDO. NT00N T I E L E N, Uitgever: Dit nummer bestaat uit twee bladen. FEUILLETON. i mui iiiiinii iiwiwmi i miiii KMBnOSSHinWnnnma Dit Blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond. Abonnementsprijs per 3 maanden f0.~5. Franco per post door het geheele rijk f 0.90. Brieveningezonden stukken gelden enz., franco te zenden aan den Uitgever. uses WAALWIJK. Advkrtentiën 1 7 regels f 0.00 daarboven 8 cent per regel, groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën Smaal ter plaatsing opgegeven, worden 2maal berekend. Voor plaatsing van een groet aantal regel* «u advertenties bij abonnement worden speciale zeer voordeelige contracts gesloten. Reclames 15 cent per regel, We geven hier 't vervolg der lezing Dr. Nouwens. Thans is hij aan 't punt. Bestrijding van ongeoorloofde coöperatie. Coöperatie is tegenwoordig aan de orde van den dag, heeft het leven gegeven aan de Hanze en op het congres te Amsterdam op 3 en 4 September zal dit onderwerp ook het leeuwendeel vragen. We hooren den winkelier maar steeds klagen over coöperatie. Wat- is coöperatie. Samenwerking van verschillende personen tot een bijzonder doel. Men onderscheidtproductie- en consumptie coöperatie, die wederom in zeer verschillenden vorm worden aangetroffen. Handelscoöperatie zou ik b.v. bij den middenstand zeer gaarne zien ingevoerd. Hier bestaat de onderlinge concurrentie te sterk; de apothekers in België koopeu alles samen en laten gezaraelijk onder zoeken dat komt hen en ook volksgezondheid ten best». In 't schoenmakersvak kunnen ver schillende artikelen goed coöperatief worden ingekocht en dat! zal een groot voordeel {Auteursrecht verzekerd volgens de wet.) geven. 't Gaat niet makkelijk, maar door onder linge samenwerking kan veel grootere winst gemaakt worden, d.i productie- coöperatie consumptie- coöperatie, b.v. werklieden die een eigen winkel bobben, dit is voor hen een groot voordeel en ze zullen u laten fluiten De winkeliers kunnen treuren en klagen maar de werklieden coöperators gaan huns weegs. Wel neemt het aantal coöperatieve winkels in ons land niet toe, maar een groot voorbeeld van coöperatie geeft ons „Eigen hulp" voornamelijk van staatsambtenaren, tot groote schade en ergernis der winke liers. Geen wet verbiedt hen den strijd aan te binden tegen den flinke» winkelier maai plicht van sociale rechtvaardigheid ver biedt hen dat. Het is niet voldoende dat iedere stand genoegzaam voorzichzelf zorgt hij moet ook op anderer streven letten en 't algemeen welzijn der Mij. behartigen. Als een stand zijn voordeel moet doen teD koste van 't bestaan van een ander, dan moet de staat waken, maar eerst moet de winkelier zooveel mogelijk werken voor eigen bestaan. Is coöperatie soms niet noodzakelijk Neen niet* die ongeoorloofde coöperaties b. r. „Eigen Hulp" tot welker bevestiging spr. een stukje uit „Het Huisgezin" voorleest. In „Eigen Hulp" dat bijna geheel bestaat uit staatsambtenaren en gepensioneerden, die toch al te veel uit de staatsruif eten) dat wij allen opbrengen en die voor desert de verdiensten van den winkelier wenschen. Hiertegen zal op 't aanstaande congres te velde worden getrokken en den wetgever verzocht de noodige maatregelen te nemen. Wat Vlekke, de eerste coöperator uit Noordbrabant, wat deze groote man over coöperatie zegt, wil ook de Hanze, nl. co öperatie, die uit sociaal oogpunt niet ge- wenscht, of noodig te vernietigen. Hare middelen zijn Uitmuntende kwaliteit, eerlijke prijzen, zaakkennis, misbruiken weg nemen, samenwerking. Welnu coöperatie bedreigt u, laat ons trachten ze overbodig te maken door goede waar enz., dan komt de werkman bij u en dat voordeel hebt ge altijd, dat uw winkel uw eigen zaak is, die behartigt ge meer, dan iemand aangesteld in een coöperatieven winkel en d. i. een groot voordeel. Ik be wees u wat coöperatie was en hoe wij ze weerstand kunnen bieden, alweer door ver eenigen. Oneerlijke concurrentie. Nu kom ik aan een punt voor de Lang- straat actueel en van groot belang, nl. Gedwongen winkelnering. Is dat oucerlijke concurrentie. Dit onderwerp, heeft reeds heel wat pen nen in beweging, ik kan het daarom nog vrijer bespreken. 't Is hier nu niet te doen de zaak te onderzoeken, dat is en gebeurt nog genoeg zaam, de questie is hier„Zal de Hanze de gedwongen winkelnering beschermen of tegenwerken 't Is een gevaarlijk terrein dat ik betreed, maar wij gaan voor waarheid en recht. Ik zou niet willen, dat men later zou zeggen, dat ik om opportuniteitsredenen, dit punt had verzwegen. Neen de waar heid mag en moet overal verkondigd wor den en zal zegening brengen, op datgene wat men onderneemt. Wat is gedwongen winkelnering? Gedwongen nering is, dat een knecht bij zijn patroon in den winkel moet komen. Het is genoegzaam bekend dat de schoen industrie niet floreert, de toestand is zoo, dat vele schoenfabrikanten iets anders erbij moeten doen, om den kost te verdienen wat is er tegen dat moeder de vrouw of de kinderen in huis of in den winkel iets mee verdienen dat mag niet alleen, maar is zelfs zeer geoorloofd in den tegenwoordige» concurrentie-strijd, om te blijven wat men is. Wat zou er tegen zijn dat bij een goed patroon, een echt vader, die het wel zijn van zijn knechts bevordert, de knechts ook het gereede geld in zijn winkel kwam besteden. Bij wien men zijn geld verdient, dien raag men ook wel wat gunnen, d. i. zeer billijk en daar kunnen we niet genoeg naar streven. En tot zooverre de condities goed zijn, en de knecht met gereed geld kan komen, waren goed, prijzen goed, dan is gedwongen winkelnering zelfs goed. Ik veronderstel M. II. dat hier in Waal wijk geen ongeoorloofde gedwongen winkel nering bestaat. Als echter de knechts een vaste som moeten besteden per week, soms nog meer dan ze verdienen, en noodig hebben, en Zaterdagsavonds nog dit of dat moeten bij nemen, om aan te komen dan is dat niet goed, zelfs slecht en zulk een winkelnering is ongeoorloofd Wanneer men slechte kwaliteiten levert, of goede waren tegen te hooge prijzen, en daardoor van den werkman te veel vraagt, meer dan hem toekomt, zoodat het onrecht schreeuwend is, dan is zulk een verkoop ongeoorloofd, en is de patroon geen bescher- mer meer van zijn volk, want hij durft op straffe van uitsluiting zoo handelen tegen den werkman, hij durft nemen, waarop hij geen recht heeft. Dus de gedwongen winkelnering is onge oorloofd, als lo. de werkman meer moet besleden dan hij noodig heeft, 2o. slechte waren krijgt, 3o. te veel moet betalen Zal de Hanze, die Christelijk, Katholiek is, die werkt in belang der Mij. in uw belang en in dat uwer medeburgers, dat kunnen dulden Neen zij zal met alle macht den strijd moeten aanbinden tegen die ge dwongen winkelnering. De vraag is zal de Hanze er iets tegen kunnen doen Zullen er niet een handjevol flinke mannen in Waalwijk kunnen worden gevonden, die willen strijden voor waarheid en recht, die de zaak willen onderzoeken en dan mee deden in de Hanzebode, die naar wij hopen met October zal verschijnen en door publiciteit zal zulks veel afnemen. Ziet wat er in cliristelijken geest nog verder door samenwerking kan worden verkregen. In Tilburg b.v. nog moest een beslissing omtrent de marktdagen worden genomen, toen werden 2 leden der „Hanze" met 2 leden van den raad eene commissie benoemd om de zaak te onderzoeken. Op de vergaderingen kunt ge uwe be- belangen bespreken en op economisch gebied kan veel gedaan worden voor de verheffing van den middenstand. Een flink getal is nu opgekomen. Vereenigt u, roep ik u toe nu ik meen, u yoldoende te hebben bewe zen, dat er iets voor u kan worden gedaan. Doet Waalwijk en Besoijen eer aan. Gij mannen, die bezield zijt met kloeken geest en frissche kracht. Treedt zoo veelvuldig mogelijk toe, als ge overtuigd zijt van 't belang der zaak, want alleen mannen van overtuiging moeten we hebben. Vereenigt u in christelijker» geest, het christelijke zal u minstens niet schaden. In uw belang treedt toe, dat Waalwijk niet op de laatste plaats sta. (Applaus.) Daarna wordt eene pauze gehouden, wuaronder twee lijsten circuleeren, waarop men kan teekenen als werkend lid voor fl, als donateur voor f 2.50. Door 25 aan wezigen wordt staande de vergadering ge- teekend. Dr. Nouwens zet zijne lezing voort als volgt. Het getal is niet groot, zou men bij den eersten aanblik zeggen, 't groote getal wordt ook niet vereischt, flinke mannen moeten we hebben. De Afdeeling Waalwijk en Besoijen der Hanze telt op 't oogenblik 25 leden. Een betrekkelijk klein getal, maar dat moet geen ontmoediging zijn, beter een nandjevol flinke mannen, dan een hoop die afvallen of geen steun verleenen. De kerk is ook gesticht door 12 apostelen, en de V incentius-vereenigingeveneens door eenigen, wij moeten hebben flinke mannen, die uit overtuiging zijn toegetreden en die breng ik bij dezen mijn hartelijke» welkomsgroet. Gij moet worden apostelen der Hanze, trachten leden te winnen, als 25 goed wer ken, dan wint ge er zeker en zal de veree- uiging groeien en bloeien. W aarom moei de Hanze christelijk, katho liek zijn. Wat heeft een geestelijk adviseur daarmede uit te staan Op de Hanzedag in Liibeck in 1418, verhouden degenen die toetraden lo. de Glorie van God te verhoogen, den vrede te bewerken, elkander te helpen, elkanders belangen te behartige Voorop staat dus de Glorie van God te verhoogen. Dus de handelsstand moet eerst bloeien op zedelijk gebied en waarom Omdat de katholieke beginselen voornamer zijn dan de tijdelijke. Denkt daarom niet dat de Hanze zal aan dringen zoo en zoo dikwijls naar de kerk te gaan, enz. neen dat ligt niet op haar weg. Degelijke mannen doen dat trouwens vanzelf. De economische vooruitgang is het naaste niet het voornaamste doel, het voornaamste het zedelijke houdt de eereplaats en dan de middelen flink toepassen die men heeft. Wat heeft een Handels-vereeniging uit te staan met de katholieke pers. Wij moeten samenwerken en geen neu traliteit, die godsdienst beschouwd als on- noodig bij leiding in talrijke zaken, dulden. De paus wil dat de christelijke democratie het zedelijk welzijn van 't volk behartige De priester moot onder volk gaan, om de zedelijke beginselen hoog te houden. Gaat 't over handelszaken dan ligt de beoordee ling geheel op uwen weg, maar komen de handelszaken met christelijke beginselen in botsing dan moet depriester oordeeleu. Dus indien de democratie christelijk is, indien het christelijke nog niet is verwaarloosd, zullen die middelen bijdragen om 't zoo te houden of op te voeren. Geen machtiger middel om de zedelijke beginselen hoog te ook voor personen in onze streek, onder wie er velen zijn. die mij haten wegens de gestrengheid waarmede ik in velgrijpen handel. Zij zonden hunne wraak ook op u kunnen koelen. Waalwijkschc ra Langstraatsthe Courant, OVERAL VERKRIJGBAAR DOOR A. C. V. D. H. 22 o— Ik durf in Spanje niet komen. Bedenk toch, dut een moord op mijn geweten drukt. Tot dus ver is alles nog onbekend, wel is waar, maar men kan niet weten welke loop de zaken in Almeria nemen, vooral als zich de schacheraar Nathan, wien ik voor een spotprijs mijn eigendom verkocht heb, eens in mijn landhuis zal gevestigd hebben. En ook durf ik mijn ouden vader niet onder de oogen komen. Neen, spreek mij niet over Spanje, ik moet het ontvluchten hoe dier baar het mij ook is. In mijne jeugd heb ik het •cheepslimmeren geleerd bij een zekeren Cavallo in Cadix en met de kennis in dat vak opgedaan, wil ik trachten mijn voordeel te doen. Ik wil mij verharen als scheepstimmerman op een groot schip, ik wil voortaan zwalken op den grooten plas, tot zoolang de Voorzienigheid tiet anders over mij beschikken zal. Wanneer gij echter in Spanje zijt wed "gekeerd, ach, stel dan eens, als het niet te veel van u gevergd is, een onderzoek in naar den toestand der zaken in Almeria. Tracht ook eens zekeren Silvio, onzen ouden gouvernour en rechtsgeleerde op te sporen en deel hem alles wat ik u aangaande den moord verteld heb, gerust mede. De brave man heeft mij altijd veel vriendschap toegedragen, hij zal mij helpen zoo het nog eenigszins in zijn ver mogen is. Zoo de zaak eenmaal voor het gerecht moest komen, zou ik in dien kundigen Silvio, die jaren lang onze leermeester is geweest, een uitstekend verdediger hebben. Daarom zou het misschien niet kwaad zijn, zoo gij eens schreeft naar den domheer of het kapittel vud Salamanca. Daar zult gij wellicht nadere inlichtingen aan gaande zijn persoon en verblijf kunnen opdoen. Maar nog eefis, vertel hem alles tot in de lijuste Als rechtsgeleerde kan hij daar- doen, en zoo de z&ak eens bijzonderheden, mede zijn voordeel aanhangig werd Ik beloof u, Antonio, aan dit verzoek te voldoen, zoodra ik in Spanje zal zijn wederge keerd. Ik ga weer terug naar mijn klooster te Cordova aan den oever der Gualdalquivir. Gij kunt gerust zoo nu en dan een briel aan mijn adres daar laten bezorgen. Zoo ik weet. waar gij u ophoudt, zal ik u direct antwoord terugzenden. Maar kunt gij geen ander leven leiden Dat zwalken op den pla9 is voor iemand als u in het geheel niet goed. Mijn besluit staat nn eenmaal vast, vader, ik wil, ik zal ik moet op zee varen, ik moet zijn en blijven in het gewoel. In de eenzaamheid denk ik te veel aan mijn vroeger leven en aan mijne ongelukkige kinderen. Bedenk toch, dat het zeemansleven u aan zooveel gevaren naar ziel en lichaam blootstelt. om gevuren naar het lichaam maal ik niet veel. Of ik in dezen toestand nog twintig of twee jaren te leven heb, is mij volkomen het zelfde. En wat de ziel betreft, die zal ik, met God9 hulp, voortaan wel onbezoedeld houden. En wanneer denkt gij te vertrekken Toch zeker niet heel spoedig f Zoo spoedig als ik maar kan. Wanneer denkt u, vader, dat ik genoeg opgeknapt zal zijn Ja, mijn zoon, over eene week denk ik, laat ons zeggen veertien dagen, en daar gij onwrikbaar zijt in uw besluit; zal ik iemand naar Algiers zenden om voor u op een of ander oorlog- of koopvaardijschip eene plaats als scheepstimmer man te bespreken. Vindt ge dit goed? Opperbest, alleen ik word verlegen door zooveel goedheid jegens mij betoond. Ik kan u niets daarvoor geven, dan den warmsten dank. Maar mocht eenmaal de fortuin mij begunstigen, reken dan er op Ik reken op niets dan op het heil mijner ziel. Houd op dus met uwe woorden, ik heb in een dankbaar mensch gevonden en dat is al meer dan genoeg voor het weinige, dat ik aan u gedaan heb. Drie dagen later kwam een landbouwer uit de buurtschap van den monnik de spelonk bin- nengostapt. Hij verhaalde, dat hij in Algiers geweest was en eeu onderhoud bad gehad met der. kapitein van een Italiaansch koopvaardijschip, ,Fortuna' geheeten. Genoemde kapitein zocht een bekwaam scheepstimmerman en nu had hij (de landbouwer) ingevolge zijn la9t Antonio bij hem aanbevolen. De voorwaarden waren uiterst voordeelig. Zoo Antonio zin had bij dien man in dienst te treden, verlangde de kapitein nog heden tijding terug, daar het schip binnen eene week weer de haven uit zou varen. Wat dunkt n, Antonio sprak de monnik. Aangenomen. Zeg dien man, dat hij nog heden den kapitein van mijn besluit in kennis stelle. De dag, waarop Antonio zou vertrekken, was eindelijk aangebroken. Dezelfde man, dieeenige dagen geleden met den kapitein der ^Fortuna" gesproken had, zou Antonio derwaarts geleiden. Reeds stond hij eerbiedig bij den ingang der spelonk te wachten. Het viel Antonio hard van den grijzen monnik, die hem het leven gered had en bij wien hij zooveel gastvrijheid genoten had, afscheid te nemen. Ondanks zich zelve stroomden hem de tranen over de wangen. Hij omhelsde den grijsaard vurig en sprak Zie de ure slaat, waarop ik van hier ga, om op den plas voortaan te dobberen. Duizend maal dank voor al het goede aan mij bewezen. Ik kan u niet 'oeloonen, doch Hij, die alles ziet en weet te vergelden, zal eenmaal uw loon in eeuwigheid zijn. Ach, bid voor mij, armen, vader bid voor mijne kinderen, opdat als het ons zalig is, wij nog eenmaal vereenigd mogen worden, al was het om mij de oogen te sluiten. Ook de monnik was diep bewogen. Hij pijlde die gevoelvolle ziel van Antonio, hij wist, hoe veel goed zaad op den bodem der ziel nog ver spreid lag. Met zijne blauwe oogen zag hij lang en veelbeteekend aan. Eindelijk als wilde hij eeu einde maken aan hei aandoeulijk tafereel sprak hij Vertrek van hier, mijn zoon. De vrede ver- gezelle u, waar gij gaat. Ik zal dagelijks voor bidden, opdat de kalmte in uw geschokt gemoed moge wederkecre. Ga nu, mijn zood. God zij mei u I Een laatste handdruk en Antonio ging, verge- 8 dek. zeld van den landbouwer, den weg naar Algiers op. Den volgenden morgen reeds voer de /For tune" uit de haven weg. Antonio stond op het Vaarwel, beproefde vader, reis gelukkig I Wat was er inmiddels van Carlo en Lucia geworden? Helaas, het lot was hun niet gunstig geweest. Carlo was aangekocht door een kadi die eenige uren ten zuiden van Algiers woonde, terwijl Lucia het eigendom was van den mufti (Turksch opperpriester) uit Fez. Zij zouden alzoo gescheiden van elkander leven. Dcnzelfden dag na de aankomst te Algiers werden zij reeds naar hunne toekomstige woonplaats vervoerd. Toen Carlo in het huis zijns meesters was aan gekomen, zeide de kadi tot hem in de Spaansche taal Jongeling, verheug u, dat gij in mijn dienst gekomen zijt en niet het eigendom geworden zijt van eenig rijk grondbezitter. Ik wil u goed behandelen, omdat ik in u een jongeling zie, die door rampspoed in zulke omstandigheden gekomen zijt. Ik eisch echter van u volkomen gehoorzaamheid en de stipste volvoering van mijne bevelen. Doch voor ik verder ga, zeg mij eens, welken godsdienst gij belijdt. Zeker den Cliristelijken Ja, geachte heer, antwoordde Carlo met bevende stem. Nu ging de kadi voort, ik zal u hierover niet lastig vallen, noch u de leer van onzen grooten Mahomed trachten op te dringen, doch je begrijpt, dat ik, in mijne omgeviug althans niets van u wil zien wat met uwe leer in be trekking staat. Kunt gij lezen, schrijven en an dere zaken Ja, geachte heer, ging Carlo voort, dank zij de uitstekende opvoeding, dio mijn goede en thans zoo ongelukkige vader ons gegeven heeft spreek ik niet alleen verscheidene talen, maar ben ik ook met andere wetenschappen, als wis-, natuar- en sterrenkunde eenigszins op de hoogte. Welnu, dan zijt gij juist de persoon, dien ik noodig heb. Ik ben hier kadi, dat is rechter, in deze streek. Mijn ambt brengt veel lasten en moeilijkheden mede, die gij verlichten kunt. Ik zal u de taal de9 lands laten leeren, die gij weldra kennen zuil en ik stel u aan als mijn eersten dienaar. Maar nog eens, ik eisch volkomen gehoorzaamheid in alles. Ook waarschuw ik u Na dit gezegd te hebben, sloeg de kadi op de tafel en een slaaf trad binnen. Nebo, breng dien jongeling naar zijn ver trek en zorg, dat hij aan niets gebrek heeft. Gij zijt verantwoordelijk voor hetgeen hem over komt. Een oogenblik later za* Carlo in een net op Oostersche wijze gemeubileerd vertrek, dat op eene ruime binnenplaats, die wel een uitgestrek- ten tuin geleek, stonden cone menigte granaat-, oranje- en amandelboomen, waartusschen een aantal overschoone en welriekende bloemen hare zoete geuren verspreidden. Het huis had aan de straatzijde slechts eenige getraliede gaten. De vensters zagen allen op de binnenplaats uit. Hier in dc eenzaamheid zat de ongelukkige knaap alleen met zijne gedachten. Hoe kort nog was het geleden, dat hij op het landhuis te Almeria slechts droomde van genot, van onver stoorbare vreugde. Welk eene wreede ontgoo cheling op zoo'n nog jeugdigen leeftijd. Wuar was zijn >ader? Hij zag hem in zijne verbeelding lang9 den weg liggen, zijn lichaam tot spijs der rooldieren dienende. Zijne zuster? O, hij mocht aan dat alles niet denken. Heete tranen biggelden hem over4de wangen, die weleer rozenrood, doch nu zoo bleek waren, diepe zuchten ontsnapteu aan zijn geprangden boezem en met een door snikken afgebroken stem riep hij uit: Waarom dan vader moest gij Almeria ver laten Waarom u inschepen Daar een vreemd eu onbekend land De knaap werd spoedig in zijn monoloog ge stoord door Nebo, die binnentrad, eenig voedsel en een kan wijn op de tafel plaatste en zich verwijderde zooals hij gekomen was, dat wil zeggen, zonder ook maar een woord te spreken. Carlo beschouwde het gebrachte voedsel en uil- gehongerd als hij was, hij zich het eten. doch vooral don wijn liet goed smaken. Na den maaltijd viel hij weldra iu een diepen slaap, waaruit hij eenige uren later door Nebo werd gewekt, die hem wenkte hem te volgen. (Wordt vervolgd.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1902 | | pagina 1