Nummer 67.
Zondag 24 Augustus 1902.
25e Jaargang.
Tweede Blad.
Feestviering te Ruwenberg,
ZUID-AFRIKA.
BUITENLAND.
België.
Frankrijk.
Italië.
Kusland.
BINNENLAND.
UITVOERINGEN.
Taiief van Invoerrechten.
t Zuiden,
WAALWIJK.
Op Zondag 24 Aug. 1902, des namid
dags om 12 uur, zal door de Liedertafel
^Oefening en Vermaak*, van Waalwijk en
Besoijen, op de zaal Musis Sacrum* worden
uitgevoerd
PROGRAMMA AD LIBITUM.
Generaal Botha, uit Nederland komende»
is vanavond om halfzeven te Brussel aan he1
Noorderstation, aangekomen. Lang voor he
uur van aankomst was het station van binnen
en waren de toegangen door een ontzaglijke
menschen menigte ingenomen. Bii het uit
stappen van den trein werd Botha ontvangen
door de leden van het gezantschap der
Z. A. Republiefc, met jhr. Goldman aan het
hoofd. Zoodra men den wakkeren generaal
ziet, worden alle handen hem toegestoken.
Hij wordt begroet door een geweldig geroep
van Vive Botha Leve generaal Botha
De generaal kan niet vooruit. Het is een
enorm gedrang. Men deelt trappen en vuist
slagen uit om hem te nadereu. Vergeefs
trachten politieagenten hem een weg te
banen Vrouwen en kinderen taken onder
den voet. Men schreeuwt, zwaait met hoeden
en zakdoeken. Ten slotte is men verplicht
Botha naar de Brabantstraat uit het station
te leiden. De hoofduitgang op het Rogier-
plein is niet te bereiken.
Buiten dezelfde volte. Botha en zijn zoontje
Louis nemen plaats in een huurrijtuig. Het
volk tracht het paard uit te spannen, maar
politieagenten werpen de menigte terug en
begeleiden het rijtuig. Dit gaat er van door
duizenden er achteraan. Botha staat rechtop
in het rijtuig en groet met hand en hoed.
In alle straten roepen de voorbijgangers hem
toe.
Eindelijk komt de generaal aan het huis,
waar mevrouw Botha woont, in de Crespel-
straat. Aan de deur wachten zijn kinderen
hem op. Een roerend tooneel ontstaat als
de vader verschijnt. De meisjes werpen zich
aan zijn hals. Het volk is bewogen en juicht.
Verslaggevers dringen hei huis binnen. Botha
verklaart, dat hij niets zeggen kan en ver
zoekt dat men hem aan de zijneu overlaat.
De verslaggevers trekken zich terug. Botha
belooft hun, dat hij hen morgenochtend
ontvangen zal.
Buiten staat weer een ontzaglijke menigte,
door vele politieagenten in bedwang gehouden.
Het is een gejuich zonder eind. Dat wordt
nog heviger als mevrouw Botha komt. Zij
is aan het station van haar echtgenoot ge
scheiden en komt nu alleen in een rijtuig.
De begrafeuis van generaal Lukas Meijer
zal in de eerste twee maandan niet geschieden.
Mevrouw Meijer moet naar Duitschland om
een kuur te ondergaan. Als zij vandaar terug
is vertrekt zij naar Transvaal, waarheen zij
het stoffelijk overschot van haar man zal
geleiden.
De Figaro meldt dat de jonge meisjes
geemployeerd bij het bestuur van posterijen
telefonen en telegrafen aanzegging ontvangen
hebben dat het haar verboden is, onder
straf van ontslag, in te wonen bij zusters of
in huizen door zusters bediend.
Er bestaan te Parijs, onder bestuur van
religieuzen, verschillende huizen, waar jonge
meisjes in de hoofi.stad in betrekking, onder
dak kunnen komen voor een zeer matigen
prijs.
Die meisjes, voorzoover ze in Staatsdienst
zijn, moeten nu op kamers wonen.
Ifitusschen is het treurig, dat jonge meis
jes, die zonder familie te Parijs wonen, uit
een gevaarlooze omgeving, waar ze rustigjes
en kalmpjes gezellig onder elkaar zijn, worden
gedreven in wie weet welke huizen.
Eu dit alles in naam der vrijheid 1
Aan de Italiaansche kust zijn dezer dagen
door duikers oude kanonnen opgehaald, die
afkomstig moeten zijn uit de gevechten die
daar in 1676 tusschen de vereenigde Neder
landen cd Spanjaarden en de Franschen
(waarbij de Rujrter doodelijk gewond werd)
gele vei d zijn. Behalve enkele Spaansche en
Fransche stukken heeft men ook een Hol—
laudsch kanon opgehaald met het opschrift
„Everhardus Splinter me fecit Enchusa
is de Latijnsche naam voor Enkbuizeu, waar
de republiek een arsenaal had.
Een aanslag op de Keizers 7?
Onder alle reserve zij 't volgende mee
gedeeld
De Patrie verneemt van haar Hongaar—
schen correspondent dat bij 't jongste bezoek
van den Duitschen keizer aan den Tsaar er
een mislukte aanslag heeft plaats gehad met
't doel beide keizers van 't aardrijk te ver
delgen.
Zeker is 't dat de mededeeling van dat
bericht vrij laat komt, 't geen de betrouw
baarheid er van Diet sterk verhoogt.
Hoe 't ook zij, genoemde correspondent
diept 't volgende vei haal aan zijn blad op.
Op een der avonden dat de Duitsche
keizer in Rusland vertoefde, was er, zooals
wij ons heriuDeren zullen, maaltijd aan boord
van 't keizerlijk jacht Hohenzollern.
Op dien gedeukwaardigen avond dan kwam
een stoomsloep langs zij van het keizerlijk
jacht, bemand met vijf personen, van welke
een 't uniform van Russisch luitenant en de
andere vier van matrezen droegen.
Inderdaad waren 't evenwel anarchisten
met 't plan een stoutmoedigen aanslag te
plegen.
De schijubare luitenant steeg aan boord
van de Hohenzollern en zeide lot den offi
cier van de wacht dat hij luitenant was op
't Russischoorlogsschip „Standard4 en verzocht
terstond den Tsaar te mogen spreken, daar
hij dringende mededeelingen te doen had.
Zeer toevallig was de commandant van de
Standart op 't keizerlijk jacht aanwezig en
wat nog toevalliger was, hij kwam juist aan
dek.
Hij, die natuurlijk als commandant zijne
eigene officieren wel moest kennen, kende
deze pseudo-luitenant niet en vond 't al
direct zeer verdacht.
Hij vroeg dus nadere inlichtingen omtrent
die geen uitstel duldende berichten.
De vermeende luitenant ziende dat 't spel
verloren was, trok zijn revolver en dreigde
een ieder die hem te na durfde komen
niettemin werd hij gegrepen en ontwapend,
terwijl zijn vier mede misdadigers in allerijl
de vlucht namen met hun stoomsloep.
Men liet de zoeklichten over de waterop
pervlakte dwalen, andere stoomsloepen kruis
ten rood, doch niets werd gevonden, de
vier anarchisten hadden geen spoor achter
gelaten.
De gegrepene bekende openhartig dat hij
anarchist was en de beide keizers tegelijkertijd
had willen treffen.
De man is natuurlijk in verzekerde be
waring gesteld.
Nu, als 't geheele verhaal onwaar is, is
't toch ongetwijfeld aardig gevonden.
Aan 't slot der groote manoeuvres bij
Petersburg is een geheel escadron cavalerie
bij de uitvoering van een bevel in een rivier
gevallen er zijn 40 a 50 manschappen eu
8q paarden verdronken.
Generaal Louis Botha heeft aan een ver
slaggever vau de Daily Mail de geschiedenis
van Colenso gedaan, van Boerenstandpunt
bekeken. Terwijl Buller ziju aanval voor
bereidde, wist Botha al zijn verdedigings
maatregelen zorgvuldig te verbergen. Het
gevolg daarvan was, dat bij het eerste punt
van treflen de „Imperial Ligt Horse" kwam
aanzetten met hun geweren over den schouder
loopend in wandel—wanorde.
Tot op 60 yards liet Botha ze komen,
toen opende hij het vuur. En de uitwerking
was omzettend, het was een formeele slachting
gevolgd door een wanhopige vlucht. Dit
was op den Britschen rechtervleugel. Op
een tweede punt kwamen zij tot op 200
yards toen het vuur door de Boeren geopend
werd. Botha gaf daarna lof aan de wijze,
waarop de Engelschen hier zich bijeen hielden
en trachten voort te rukken in het overstelpend
vuur. Vijf malen chargeerden zij zelfs, maar
tegen de Boerenkanonnen moesten zij elke
poging opgeven. Op de derde plaats konden
de Engelschen evenmin breken door, wat
Botha noemde „een hail of lead", hoeveel
moeite zij ook deden en hoe dapper, vooral
de officieren, zich herstelden na elk salvo.
Bij het aanbreken vau den dag was de slag
bij Colenso begonnen, om vier uur 's middags
was het Britsche leger in vollen aftocht.
WAALWIJK, 23 Augustus 1902.
Langstraatsehe Administratieve Vereeuiging.
Vergadering voor de leden der Lang-
straatsche Administratieve Vergeeniging op
Zaterdag 6 September a.s. des namiddags
ten 21/s uur.
Punten van behandeling
1. Rekening en Verantwoording door
den Penningmeester over het dienstjaar
Mei 1901—1902.
2. Herziening van het Reglement der
Vereeniging.
3. Storting contributie en kosten, art. 6.
4. Aan wie moet de oproepingsbrief
worden uitgereikt voor de inlijving bij de
Militie Aan ouders of loteliug.
5. Hoe moet het Gemeentebestuur be-
oordeelen of er binnen den afstand van
100 M. van het gebouw of locaal, waarin
een onder de Hinderwet vallend bedrijf,
waarvoor de iurichtiug bestemd is, zal
worden uitgeoefend, geen perceelen aan
anderen, dan de aanvragers, toebehoorende
of bij anderen in gebruik, aanwezig zijn
Door raadpleging van de kad. plans ot
door meting ter plaatse? (zie art. 10 Hin
derwet)
6. Door welke autoriteiten worden
benoemd en beëedigd de ouder art. 8 c
van Hoofstuk I der uitgaven van de ge
meente begrooting bedoelde nachtwachten,
als dienaars van politie aangesteld.
7. Een jongeling oud 3 jaar, geboren
in Transvaal, wiens vader thans te Rotter
dam verblijft, wordt aldaar niet ter inschrij
ving in het bevolkingsregister aangenomen.
Van overlegging van eenig authenthiek
stuk is geen sprake, daar er geen geboor-
teacte bestaat.
a. Welke moeilijkheden kan dat geven
in de toekomst bij loting, huwelijk enz.
b. op welke wijze is in die leemte te
voorzien?
Ille Diocesane Katholiekendag te Nijmegen.
Het bestuur der sectie Werkgevers zendt
ons het volgende ter plaatsing
Opdat de Katholiekendagen ware en
waardige vruchten dragen, moeten wij er
met alle kracht naar streven, dat de be
sluiten, die op de vorige Katholieken-dagen
na rijp beraad geuomeu zijn, niet tot de
vrome wenschen blijven behooren, maar
zooveel mogelijk verwerkelijkt worden.
Eenieder zal erkennen, dat het woord
door Z. D. H. onzen geërbiedigden Bisschop
op den Tilhurgschen K. D. gesproken van
hooge practische waarde is
ti Steekt de handen uit en tracht met beleid
iuitvoering te geven aan hetgeen heden met
hzooveel zorg is overlegd en besloten. Schoo-
„ne woorden zijn van weinig beteekenis> als
„zj niet in daden worden omgezet
jNu is op den Katholiekendag van 's-
jBosch besloten dat in plaatsen, waar geen
fVereenigiugen van Katholieke weikgevers
bestaan, deze word» n opgericht* en op dien
van Tilburg *dat alom Katholieke patroons-
zrvereenigingen worden opgericht onder gees
telijke leiding in gehoorzaamheid aan den
^Bisschop.*
Moeten wij het niet betreuren, dat, tegen
net opwekkend woord van onzen Doorl.
Bisschop in, deze schoone woorden tot dus
ver in 't geheel niet in daden zijn omgezet,
zoodat in dit opzicht de Katholieken-dagen
geen enkele vrucht hebben voortgebracht!
Het Bestuur der Sectie Werkgevers acht
het zich daarom ten plicht de zoo ge-
wenschte organisatie der Katholieke patroons
zooveel mogelijk te bevorderen.
Wijl hiertoe volstrekt noodig is, dat het
zich in verbinding stelle met de werkgevers
zelve, zoo richt het zich tot alle welden-
kenden van iedere parochie, zoowel leeken
als geestelijken en op de eerste plaats wel
tot de werkgevers zelve, met het beleefd
maar dringend verzoek de namen en het
beroep der patroons in hunne parochie zoo
spoedig mogelijk te willen opzenden aan
den Voorzitter der Sectie den Heer Jan
B. M. van Besouw te Goorle.
Men schrijft aan het N. v. d. D.
Naar verluidt, zal de minister van financiën
binnenkort aan de Kamer mededeelen, dat
zijne voorstellen tot herziening van het
tarief van invoerrechten stellig nog niet te
wachten zijn in 1903, en misschien in 1904
zullen worden ingediend.
Paul Kruger.
Een Haagsche correspondent van de
Haarl. Ct. schrijft, naar aanleiding van het
in de Engelsche pers weer verspreide paartje
over de groote geldsommen, aan de Repu
blieken toebehoorend, die president Kruger
en de andere gedelegeerden in Europa in
veiligheid gebracht zouden hebben
„Hoewel het uit den aard der zaak ab
surd is, dat een President op verlof
immers dat was Krugers positie in het
bezit zou zijn van millioenen, toekomende
aan de regeering, en waar hij bovendien
tijdens zijn reis er aan bloot stond gevisi
teerd te worden, waarbij deze fondsen in
elk geval zouden worden verbeurd verklaard,
hebben wij toch gemeend, dat het wensche-
lijk waa door authentieke mededeelingen
te trachten deze lasterpraatjes voorgoed uit
de wereld te helpen.
Van den heer De Bruyn, secretaris der
delegatie, die zoo iemand goed op
de hoogte kan zijn, vernamen wij het vol
gende tt Wel verre van hier gekomen te
zijn jn het bezit van staatsfondsen, heeft
President Kruger voor zijn vertrek uit
Zuid-Afrika zijn geheele saldo, ten bedrage
van 40,000 hij de Nationale Bank te
Pretoria als renteloos voorschot terbeschikking
gesteld van de regeering, dnar voor het
onderhoud der commando's en verdere
krijgskosten zeer veer geld, vooral aan
contaiten noodig was. Niet alleen echter
heeft hij van zijn gereed geld afstand gedaan
ten behoeve van den staat, maar bovendien
heeft hij zijn kinderen de beschikking ge
geven over bijna zijn geheele grondbezit,
om zoo noodig ook dit ten behoeve van
den staat nan te wenden.
Voor zich zelf heeft hij, behalve het geld
noodig voor zijn reis naar Europa en zijn
eerste uitgaven aldaar, slechts twee hoeven,
overgehouden, van welker opbrengst hij
thans kan leven.* In plaats dus van op
staatskosten te leven, heeft Kruger een
voorbeeld gegeven van onbaatzuchtigheid
waaraan sommige Engelsche autoriteiten,
die nnn leger-leverantie e. a. een broodje
verdienen, wel een voorbeeld mochten nemen
Wat de gedelegeerden betreft, zij waren
ten hoogste verontwaardigd eeu dergelijk
verwijt te moeten hooren. Voor alles wat
zij in hét belang van den Staat in voor
schot hebben uitgegeven, bestaan kwitanties,
en in de tegenwoordige omstandigheden zal
het zeer de vraag zijn, of zij deze voor-
eohotte» ooit zullen zien terugbetaald.
Het zal te bezien staan of na deze ver
klaring, die ook in de bnitenlandsche pers
haar weg zal vinden, de lasteraars hun
praatjes zullen durven volhouden. Van in
trekken natuurlijk geen sprake
•President Steijn.
Volgens een bericht in een Engelsch blad
zal president Steijn binnenkort overgebracht
worden naar Neuenahr, een badplaats in het
Ahrdal.
Men meldt uit den Haag
Aangaande het bezoek dat prof. Winkler
Donderdag aan president Steijn heeft ge
bracht, kunnen wij mededeelen, dat dit be
zoek in verband stond met een door den
president in de laatste dagen gevatte koude.
In de eigenlijke ziekte, waaraan hij lij
dende is, is echter een langzame, maar
toch bevredigende verbetering -erkbaar.
Vrceselijke ramp.
Eene vreeselijke ramp viel Donderdag
voor aan de badplaats Noordwijk aan Zee.
Omstreeks 11 uur bemerkte de badmees
ter, dat een Duitsche heer zich te ver in
zee waagde. Op zijn waarschuwend roepen
werd geen acht geslageu. De reddingboot
werd te water gelaten en van het strand
zag men hoe de badmeester trachtte den
met de branding worstelenden man te grijpen
Eindelijk gelukte hem dit op 't oogenblik
dat den Duitscher de krachten begaven.
Geholpen door een geoefend zwemmer,
slaagde de badmeester er in, den drenkeling
zoolang boven te houden tot de reddingooot
nabij was, die den bewustelooze aan wal
bracht. Dóór ontstond terstond eenige cons
ternatie, doordien de dochter van den
drenkeling hem herkende. Spoedig waren nu
eenige geneetheeren, o. a. dr. Bekking uit
Rotterdam, bezig met pogingen om het
bewustzijn op te wekken, wat helaas Vruch
teloos bleek, zoodat na ruim een uur deze
pogingen moesten worden gestaakt.
Toen eerst bemerkte men dat de bad
meester niet ter plaatse was en ontdekte
men de treeselijke waarheid dat deze op't
oogenblik der redding door den afloopenden
vloed was weggeslagen. Zijn lijk is tot op
dit oogenblik nog niet gevonden.
Algemeen is de verslagenheid over het
verlies van dezen oppassenden man, die een
vrouw met vijf onverzorgde kinderen ach
terlaat.
Vreeselijk ongeluk.
In de Hoofdstraat te Hillegom had een
ontzettend ODgeluk plaats: Op het oogen
blik dat de stoomtram, komende van Lei
den, het hoekhuis aan de Haven was ge
naderd, wilde een vrouw, komende van de
Haven, vermoedelijk zonder acht te geven
op het luiden der stoombel, de trambaan
overgaan, met het noodlottig gevolg, dat
zy door de locomotief werd omgeworpen
en ongeveer zeven meter werd Vooruitge
schoven tot op de brug, waar de machine
over haar heen ging en bovenop baat
bleef staan.
De vele toeschouwers, die van alle zij
den waren toegesneld, waren vreeselijk ont
roerd toen zij de arme vrouw, die reeds
overleden was, zwaar misvormd en verminkt
zagen liggen en deze ontroering nam
nog toe, toen een meisje, zijnde een doch
ter van dien vrouw, handenwringend toe
kwam loopen en met geweld moest worden
vastgehouden en huiswaarts gebracht.
Na ongeveer een half uur van inspan
ning slaagde men er in de locomotief zoo
ver te lichten, dat het lijk kon worden
weggehaald.
Brand.
Men schrijft uit Velsen
Woensdagavond, toen juist de vergadering
der Vereeniging tot bevordering van getrouw
schoolbezoek afgeloopen was, verspreidde
zich de mare, dat de boerderij De Hofgeest
iu brand stond.
Reeds vau de Velser voetbrug at waren
de vlammen te zien. Doch dat daar, waar
zoo pas was vergaderd voor een feest voor
kinderen, twee die daaraan zouden hebben
leelgenomen, jammerlijk in de vlammen
waren omgekomen, kon niemand bevroeden.
Reeds eenige dagen was er hooibroei
geweest op de ouderwetsche Noord—Hol—
landschel boerderij, waar het hooi boven op
de woning wordt geborgen de hooisteker
was er aan te pas gekomen, die had uitge
maakt dat er gewaakt diende te worden, wat
dan ook tot Woensdagnacht door vier man
was geschied.
Doch heden (Donderdag) was dit niet
meer noodig geoordeeld en daarom was het
huisgezin van Arie Schaarl gewoon naar bed
gegaan, hij en ziju zoon in den stal, de
vrouw die Dinsdag bevallen was, met de
baker, de jongst geborene en nog twee
kleintjes beneden en de oudste meisjes,
Neeltje en Bertha, 13 en 12 jaar, boven, op
een afgeschoten kamertje, vlak bij het hooi.
Tegen tien uur hielp de baker de pas
geborene en, eerst geloovende dat het
regende, zag zij plotseling vonken en rook,
maakte alarm, zoodat de vrouw en de baas
wakker werden, en vluchtte naar buiten met
de kleinste.
De moeder stond op vloog de deur uit
met de twee andere kleine kinderen, eu
Schaarl, die zijn jongen had gewekt, wilde
boven de twee meisjes redden, doch zag zich
door rook en vlam want alles stond dadelijk
in lichte laaie den doorgrang versperd.
Een der meisjes, Bertha, schijnt dadelijk
geslikt te zijnhet andere Neeltje, is nog
gezien de trap aftoopende, doch daar
de deur gesloten was, is zij eveneens den
verstikkingsdood gestorven.
Daar de Hofgeest ongeveer een kwar
lier ligt van Santpoort en eveu ver "van
Velsen, was er pas een goed uur later een
spuit aaowezig, 'die echter niets kon uilrïdh-
lten. Het eeuige wat te doen stond was de
lijkjes der kinderen te vinden en de moeder
hulp te verschaffen. En daarvoor zorgde de
steeds onvermoeide secretaris van het Witte
Kruis, de heer Wynaldi Daniels, die onmidde—
lijk ter hulp riep de wijkverpleegster van
Velsen, Zusier Klein, waardoor dc kraamvrouw
een uitmuntende verpleging vond, en ook
de kapelaan van Driehuis, die zich met doktér
Arends vooral belaste met de zorg voor de
lijkjes, waarvan het eene al spoedig en nog
niet geheel verkoold het audere later gehfcél
rai vormd werd gevonden,
De overblijfselen werden overgebracht naar
de begraafplats.
De boerderij is totaal uitgebrand.
Wie der oud-leerlingen, die toegaven
aan dien goeden geest, die hen dreef naar
den feestvierenden Ruwenberg, is niet met
een hart vol voldoening naar huis gekeerd
Wat indrukwekkende stonden, toen wij
daar neer zaten in de banken der kleinen.
Daar knielden kanunniken en leden der
kamer, pastoors en dokters en advocaten en
vereenigden zich in gebed met den Bisschop,
die in plechtgewaad daar stond op hët
nieuwe altaar, eene gift der oud-leerlingen,
of neerzat op den bisschoppelijke» trodn,
omringd van ziju Vicaris, assistenten en Se
cretarissen.
D» zon wierp in den tempel volop bare
vreugdestralen en de bloemen sierden blijde
de altaren en de kaarsen flikkerden v»oolijk
op de gouden en zilveren kandelaren.
Wat dankbaarheid doorstroomde ons hart,
toen voor 't eerst op 't H. ARaar door de
handen van den Bisschop het H. Offer
werd gebracht en Jezus Christus gedragen
werd iu zijne vingeren en naar ons opge
heven, opdat wij zouden aanbidden.
Als wij het hoofd durfden opheffen fla
de H. Consecratie dan zagen wij de gouden
letters boven het -altaar „Te Deum laucla—
mui, U God loven wij* en wij stamelen
ze na, niet wetend hoe genoeg onzen God
dank te zeggen, dat hij ons hier heeft
willen opvoeden.
Onder de H. Consecratie.
O 1 plechtige stonden
O 1 koude ik verkonden
Het hemekche zoet
Dat smaken ge ons doet
Geen tong kan 't verhalen
Geen geest kan 't achterhalen
Geen mensch, die 't bevroedt.
De zon werpt haar stralen
Zij komt ons verhalen
Van 't hemelsche feest.
Ziet 1 bloemen om 't meest,
Zij bloeien en geuren