ZUID-AFRIKA.
BUITENLAND.
Engeland.
Duitschland.
BINNENLAND.
Turkijë.
Volkenrecht.
een ruimere bemestingin elk geval zorgt
men, dat de bodem kalirijk is.
Prof. De Louter verheft in het Utr.
Dagblad zijn stein tegen de opvatting over
Volkenrecht, neergelegd in de brochure van
den luit.-generaal Den Beer Poortugael,
onlangs uitgegeven om een einde te maken
aan de vreesaanjagende voorspellingen be
treffende onze Indische koloniën en de
opwekking tot het zoeken van steun bij
machtige naburen.
Prof De Louter wil nu die brochure niet
ontleden of weerspreken, doch alleen erop
wijzen; dat de opvatting omtrent Volken
recht van den luit.-generaal op een groot
misverstand berust. De generaal beweert nl.
dat de Zuidafrikaansche oorlog mets met
volkenrecht te maken heeft.
Volgens prof. De Louter is die opvatting
in twceledigeu zin onjuist.
Hij onderscheidt tweeërlei volkenrecht
het zoogenaamde wijsgeerige volkenrecht,
„gegrondvest en ontvouwd door Hugo De
Groot-». Het was een wordend, geen positief
recht. Hij zegt dan
In dezen zin is er ook een oorlogsrecht,
dat wel degelijk oordeelt over het recht
vaardige of onrechtvaardige van een oorlog
zijn oorsprong en zijn doel. Uit dit oogpunt
is cr in de laatst verloopen eeuw geen on
rechtvaardiger krijg gevoerd dan die van
Groot-Brittannië tegen de Zuidafrikaansche
republieken.
De schrijver gaat dan de tweede opvat
ting van volkenrecht na, „zooals dit door
de gewoonte en verdragen langzamerhand
wordt opgebouwd en verbindend geaclit
voor beschaafde volken-».
Eenige regels verder zegt hij dan
Docli ook van dit standpunt heeft de
Zuidatrikaansche oorlog de schandelijkste
verkrachting van het krijgsrecht vertoond,
waarvan do 19de eeuw ooit getuige was.
Het valt niet moeielijk dit aan te toonen,
doch ik mag daartoe geen misbruik maken
van de gastvrijheid van een dagblad.
Welnu, hetzij uien het volkenrecht opvat
te in den eerst.genoemden zin, waarin liet
zoowel tot den denker als tot den leek
spreekt, hetzij in den tweeden, waarin het
niet anders is dan de jongste nog onvol
wassen telg der rechtswetenschap, welke
zelfs bij juristen slechts op een matige en
min of meer hooghartige belangstelling mag
rekenen in beide opzichten durf ik op
nieuw beweren, dat de Zuidafrikaansche
oorlog een slag in het aangezicht is geweest
van liet volkenrecht iu welken zin ook dat
het vertrouwen daarop diep geschokt, zoo
niet onherstelbaar ondermijnd is dat het
volkenrecht in de oogen van deskundigen
zoowel als van onkundigen is gebleken niet
meer waard te zijn dan het filigraan-werk,
waarmede een Frederik de Ciroote P/s
eeuw geleden het stevigst deel daarvan
het tractaten-recht treffend vergeleek.
Professor De Louter wijdt het verdere
gedeelte van ziju artikel aan het uitspreken
vau den weusch, dat wij toch liet als een
volksplicht en een volkstaak mogen leeren
beschouwen ons zoo weerbaar mogelijk te
maken.
De
intocht van koning Edward van Engeland
in de Londenseüe City.
Zaterdag heeft koning Edward, vergezeld
van zijn gemalin, geSscorteerd door een
schitterenden stoet van hooggeplaatste per
sonen en met veel militair vertoon eindelijk
zijn intocht gehouden in den Loodei^che
City. welke gebeurtelijkheid in Juni 1.1. tege
lijk' met de kroningsplechtigheid als gevolg
van 's konings plotselinge en ernstige ziekte
werd uitgesteld, terwijl zij in Augustus, toen
de kroning wel weid uitgevoerd, achte. wege
moest blijven, omdat de doktoren den
koning toen nog niet in staat achtten, aan
zulk i en vermoeienden tocht het hoofd te
bieden.
Tengevolge van dit tot tweemaal toe her-
luald uitstel was de geestdrift ditmaal niet
zoo groot, als zij in Juni of Augustus zou
zijn geweest en bovendien was de weg,
waar langs de stoet trok, zoo lang, dat bijna
nervens de menigte dicht op elkaar gepakt
stond.
Ree<-s ont 8 uur in den morgen begonnen
30.000 man troepen de straten af te zetten
waarbij de met zand bestrooide midden—
wegen vrijgehouden werden voor den stoet.
Heel indrukwekkend was de versieriug Diet,
bijna overal bepaalde zij zich tot papieren
slingers en bloemen en wat herfstloof.
In de City zelf bracht eenige afwisseling
de opstelling vau de sedert het uitstel der
kroning zorgvuldig ingepakt gebleven acht
gouden leeuwen, die op hun achterste poo
ten staan, zoodat zij er, toen de stoet voor
bijreed, uitzagen, of zij groote honden waren,
die opzaten.
Am den ingang der City, waar de koning
door tien lord mayor zou worden ontvangen,
was em soort baldakijn opgericht, waarop
lange wimpels, die van Mansion House wap-
perd-, afhingen. Overal zag men de letters
E. R (Edward Rex).
Eïm salvo van 41 kanonschoten verkon—
die-.!
g'-ie
eindelijk, dat de stoet Buckingham
Palace had verlaten en op weg gegaan was
naar de City. Het galarijtuig, waarin de
kooi' Z eD de koningin zaten, werd getrok
ken, ,door de bij officieele plechtigheden aan
het ili i:sclic hof onvermijdelijke acht room
kleurige, Hannoversche paarden. Koning
Edw-td was gekleed in de groot—tenue-
uniform van veldmaarschalk, terwijl de ko
ningin een crérae kleurig kleed droeg, met
goud omzoomd, een toque in dezelfde kleur
en een mauve-kleurigen, met bont gevoe;
den mantel.
Achter het koninklijk rijtuig kwamen te
naard de prins van Wales en de overige
koninklijke prinsen, alsmede lord Roberts
als opperbevelhebber van het Britsche leger.
Onder de troepen, die in den stoet mede
liepen trok voornamelijk de aandacht het
groot aantal piepjonge soldaten. Vooral onder
de cavalaristen bevonden er zich velen,
die den jongensschoeuen nog niet ontwassen
waren.
Het allereerst hield de stoet stil voor de
tribune voor dc National Gallery, waar de
Lo-idensche GraaLchapsraad den souverein
afwachtte.
's Konings binnenrijden in de City werd
aangekondigd door 61 kanonschoten. Achter
den' stoet sloten zich hier aan de rijtuigen,
waai in de leden van de City Corporation
hadden plaats genomen.
In Guild-Hall, het stadhuis der City, was
inmiddels een lunch voor 1800 personen
aangericht, waaraan ook het koninklijk paar
zou deelnemen. De echtgenoote vao den
lord-mayor nam hier de honneurs waar voor
het aankomen van den stoet. Aile ministers
warén aanwezig in het bijzonder Chamberlain
werd, toen hij aankwam, door de memgie
warm toegejuicht. De groote zaal van Guild
Hail was met buiteagewone pracht versierd.
Even over écnen traden de kouing en de
koningin met hun gevolg de bibliotheek
binnen. Zij namen plaats op een voor hen
opgerichte es'rade en daarop las de lordtmyor
een adres van welkom voor.
Onder kleSterbuicn werd de plechtige
intocht gisteren besloten met een dankdienst
voor het herstel des konings, ir. St. Paul's
kerk. Een talrijke menigte, onder wie alle
hoogwaardigheidsbekleders, woonden dien
dienst bij. Ondanks deu regen verzamelden
zich velen langs den weg, om den koning en
de koningin toe te juichen, die in een
kleingalarijtuig, dat gedeeltelijk was openge
slagen, langs de Thames Embankment en
Ludgate Hill naar St. Pauls kerk reden.
Achter hen reden de prins van Wales, de
hertog van Connaught en andere leden van
het vorstelijk htiis. t
De kerk was geheel gevuld. Men zag la
van uniformen van land en zeemacht. Van
het westelijke portaal tot de trappen van het
altaar stonden de gienadiers en de artillerie
in een rij geschaard.
De vorstelijke personen werden aan den
ingang ontvangen door een processie van
koorknapen en geestelijken, gevolgd door
burgerlijke waardight idsbckleeders. welke stoet
hen geleidde naar de op troonzetels gelijkende
armstoelen bij het hek vau het altaar.
Met medewerking van de militaire muziek
eu de groote orgels had een dienst plaats,
samengesteld uit gezangen en psalmen voor
deze gelegenheid geschikt. Het geheel maak
te diepen indruk.
Na afloop van den dienst werden de hoogc
bezoekers met hetzelfde ceremonieel als bij
de ontvangst naar de tijtuigen geleid. De
menigte juichte hen geestdriftig toe.
Iu den loop dezer week is men in
Engeland onaangenaam opgeschrikt do.o-
telegrammen en brieven uit Somaliland
meldende een reeks gevoelige nederlagen,
welke de Britsche expeditie onder aanvoe
ring van kolonel Swayue door den zooge-
uaamden Gekken Mullah zijn toegebracht.
Jarenlang zijn de Engelscheu reeds bezig
dit geduchte Mohammedaansch, half—we
reldlijk, half—geestelijk opperhoofd, te be
oorlogen. Met zijn ruwe en fanatieke strij
ders weet hij zich in het onherbergzame
land aan de Zuidkust van de Golf van Aden
aan onderwerping te onttrekken.
In den loop vau hel vorig jaar sloot
Engeland een verbond met negus Menelik
van Abesstoie om te trachten den Mullah
er onder te krijgen. Een Britsche expeditie
trok van de kust op, terwijl de Abessiniörs
van hun land uit zouden ageeren. Waarom
dit plan niet gelukt is, of het opgegeven
werd is nooit gebleken. Dat het niet
slaagde, komt voldoende aan het licht door
de ^omstandigheid, dat de Eugelschen dit
jaar een nieuwe expeditie uitrustten en dit
maal geheel op eigen houtje. Wel werd een
overeenkomst gesloten met Italië, welker be
zittingen aan Somaliland grenzen, teu doel
hebbende, den Britschcn troepeu de gelegen
heid te verzekeren, den Mullah, zoo noodig
ook op Italiaansch gebied, te bestoken.
Dezen zomer rukte de expeditie uit en utt
al wat men er tot dusver van hoorde, bleek,
dat zij met groote moeilijkheden te strijden
had eu al zeer weinig voortgang maakte.
Het Britsche prestige heeft nu, door de
jongste nederlageu, in Somaliland een ge
voeligen knak gekregen. Een grootere ex
peditie zal dienen te worden uitgeiust, want
nu, minder dan ooit mag Groot— Britanie
wijken.
Hadji Mohammad Abdoellah zoo heet
de Gekke Mullah eigenlijk behoort tot
den stam van Solaiman Ogaden eu woonde
vroeger te Kob Fardod, een dorp, 170 mij
len landwaarts van het Britsche haven
plaatsje Berbera, aan de Golf van Adeu,
gelegen. Hij is nog jong, heeft een donkere
huidskleur, is lang en mager en draagt een
kleine sik.
Tusschen de jaren 1896 en 1899 vol
bracht Mohammad Abdoellah verschillende
bedevaarten naar Mekka, waar hij zich
aansloot bij de Moslimsche sekte van Mo
hammad' Saleb, die hem tot zijn vertegen
woordiger in Somaliland beuoemde.
Die sekte is één dei geheime genoot
schappen, welke haar vertakkingen over de
geheele Moslimsche wereld verspreiden de
leden zwcreu, niets omtrent hun Mullah
aan het licht te zullen brengen. Zij werd
tegen 1887 iD Berbera overgeplant en haar
oorspronkelijke bedoeling was te prediken
1. Grooter regelmatigheid in de uren van
het gebed 2. meer aandacht te scheuken
aan godsdienstzaken; 3. verbod van „Ka'.",
Kat" is een blad, dat door Arabieren en
Somali's gepruimd wordt en benevelende
eigenschappen bezit.
Toen zijn sekte wies, begon ook 'smans
waanzin. Hij begon op te geven van zijn
bovennatuuilijke eigenschappen. Zoo be
weerde hij te kunnen hooren wat, op 200
mijlen afstands gezegd werd en kogels ia
water te kunnen veranderen.
Zijn volgelingen noemden zich derwischcn
en de andere lieden van den stam scholden
zijn voor kaiïirs (ongeloovigen) uit.
Dit laatste zette kwaad bloed eu de Mul
lah, die het noodig oordeelde, zijn volge
lingen te steunen, begon gelden te hefleo
onder de stammen, zeggende, dat dit dienen
moest, om de zaak van den godsdienst te
bevorderen. Wie zich verzette, werd ge
dood. De Mullah wist wapenen te krijgen,
die in kustplaatsen werden binnengesmokkeld
en de mannen van den Mullah waren weldra
in staat, de gewone inlanders, die enkel met
speren gewapend zijn, terroriseeren. In Juli
1899 heette het, dot de Mullah geheel en
al het hoofd kwijt was. Toen kreeg hij den
bijnaam van den „Gekke*. In September
1900 toonde hij zijn „krankzinnigheid" in
de gruwelen, welke hij bedreef na zijn over
winning op den stam Habr Awat. Hij wie p
toen kinderen in brandende huieen en sneed
vrouwen de borsten af. Uit den godsdien—
stigen hervormer was langzamerhand een
bloedig roover en tiran gegroeid.
De staramen uit de buurt van Berbera
liepen de hulp in van de Britsche overheid
en deze eischte van den Mullah, dat hij
met ziju raids zou ophouden.
Er kwam een trotsch en onbeschaamd
antwoord. Toen besloten de Britten hem
onschadelijk te maken. Maar dezen hebben
zich blijkbaar geen begrip gemaakt van de
groote moeilijkheden, welke die taak zou
opleveren. Sedert 1899 toch hebben voort
durend kleiue expedities plaats, die meer of
mioder ver in het steenachtige, waterlooze
land doordringen, den Mullah een eiods—
weeg aehtemajagen, hem eenig vee ont
nemen eu dan weder terugkeereu om iu het
volgend seizoen een nieuwe poging te wagen.
Onderlusschen neemt de macht van den
Mullah gaandeweg toe. In December dezes
vorigen jaars beschikte hij over circa 15.000
man, van wie velen met gaveren waren ge
wapend.
De Mullah is steeds omringd door een
met vergiftigde pijlen gewapende lijfwacht.
Naar het heet, wordt den Mullah hulp
vereend door zekeren Karl ofSalomou Inger
een Hongaar van afkomst, die, na een korte
poos in het Hougaarsche leger te hebben
gediend, naar Noo-"d Amerika is gegaau en
daar avontuurlijk leven heeft geleid. Hij
moet reeds onder den Mahdi hebben ge
diend en zich later bij Osman Digma te
Otndurraan hebben aangesloten. In 1897
intrig;erde hij bij den sultan tegeu Engeland
eu trachtte ook door bemiddeling van
Henri van Orleans bij de Fransche regeering
aan te driugen op het uitroepen van een
protectoraat over Soedan.
Toen dit mislukte, trachtte hij een Hou
gaarsche kolonie in Somalilaud te stichten.
Een schip bracht emigranten uit Hongarije
naar de Somahkust tn Inger nam den titel
van emir Soleiman aan. De kolonisatie
mislukte echter. Na tal van avonturen en
omzwervingen door Afrika en Europa schijnt
Inger echter weder iu Somaliland te zijn
aangekomen, waar hij »blauke adviseu-."
van den Gekken Mullah is geworden.
Hadji Soedi, de voornaamste luitenant
van den Mullah, is een gewezen tolk bij de
Britsche marine.
De Deensche kroonpiins kwam om kwart
voor vijven aan het Wildpark station aan.
Hij werd verwelkomd door den Keizer
die de uuiform der gardehuzaren droeg met
het lint der orde van deu Olifant door
de prinsen en de hoogst geplaatste officieren.
Er was ock een eere-compagnie van het le
garderegiment aanwezig. De Keizer en de
Deensche kroonprins (deze droeg de uniform
van zijn huzarenregement no. 14 en het
ordeieeken tan den Zwarten Adelaar), be
groetten elkaar zeer hartelijk, eu begaven
zich na de eerewacht geïnspecteerd te heb
ben'terwijl het Deensche volkslied gespeeld
werd, naar het nieuwe paleis.
De Wit gaat nu zeker naar Afrika terug.
Nu, daar is ook nog werk voor hem. Want
de Zuid-Afrikaansche qutenie is door den
oorlog niet opgelost.
En wie er ook heen gaat Chamberlain,
't Klinkt ongelooflijk, maar officieel wordt
gemeld, dal minister Chamberlain in de
laatste heltt van November naar Zuid Afrika
zal gaan om zich op de hoogte te stellen
van de problemen, gerezen door het beëin
digen van den oorlog en de zaken van de
nieuwe koloniën te regelen. Hij hoopt te
kunnen spreken met vertegenwoordigers van
alle betrokken belangen en hun inzichten te
vernemen omtrent de tc volgen staatkunde.
De minister zal de Kaapkolonie,- Natal de
Oranje—kolonie en Transvaal bezoeken en is
voornemens in het begin van Maart terug te
keeren.
Reuter verneemt dat het plan van het
bezoek door den Koning en deu eeiste-
miuistér ten volle wordt goedgekeurd en
hartelijk ontvangen is door lord Milner.
De bladen keuren de reis van Chamberlain
zeer goed.
WAALWIJK, 29 October 1902.
liet Kamerlid Mutsaers.
Het D. v. N. meldt in zijn nummer
van gisteren als volgt
Men schrijft ons uit Waalwijk Als beslist
zeker kan nu gemeld worden, dat de heer
Mutsaers als lid der Tweede Kamer van de
Staten-Generaal zal bedanken. De hoofd
mannen in dit district confereeren reeds
om tot eenstemmigheid te komen iu de
keuze van een candidaat, wat niet gemak
kelijk schijnt te zijn.
Reeds eenmaal hebben we de loopende
eruchten uit officieele bron tegengesproken.
Thans zijn wij nogmaals van officieele
zijde in staat gesteld, naar aanleiding van
bovenstaand bericht, te melden, dat alle
eruchten over een op handen zijnd aftreden
van ons kamerlid, den lieer Mutsaers pure
verzinsels zijn, die verder geen tegen-
praak meer waardig zullen worden gekeurd.
St. Puulusverceniging.
Zondagavond had de aangekondigde uit
voering der tooneelclub der St. Paul us—
vereeniging „Onderling Kunstgenot* plaats.
Opgevoerd werd, het bekende drama „Don
Garcio Moreno*.
De zaal was geheel bezet, onder de vreem
delingen o.ui. bemerkten we den Edelachtb.
lieer Burgemeester van Baardwijk en de
president der St. Paulusvereenigiug uit die
gemeente.
't Stuk op zich zelf is vol aktie en heerlijke
strekking; het werkdidig geloof van een
groot regeerder, Don Garcio Moreno had
zijn land Ecuador aan het Goddelijk Hart
toegewijd. Hij viel bij de opening dei-
Kamers, toen hij de herkiezing lot President
lannim, door een aanslag van de vrijmetse-
arij.
Het
verhevene Porte heeft alweer
gehad, een leelijke kras te
in liet oude en toch al zoo
verguldsel van de vroegere
Die arme
het ongeluk
zieu maken
gehavende
H^HIHH
Het is thans de Khedive, de onderko
ning van Egypte, die het hoett gedaan.
Dit jaar 'is Abbas-pacha nog tweemaal,
bij het gaan en terugkomen, zijn suzerein
komen begroeten maar, was hij over de
ontvangst bij zijn eerste bezoek in de eerste
dagen van Juli al niet bijster tevreden, hij
is ten hoogste verontwaardigd over de ver
onachtzaming en de krenkende wijze,
waarop hij tijdens zijn tweede verblijf door
door den Sultan, de regceringsorgaueu en
het hot is behandeld. Hl
Eigenlijk is het al sedert een maand of
zes weer alles behalve koek en ei tusschen
den Sultan en den Khedive. Abbas-pasje
en zijne gemalin hebben tegen velerlei
kuiperijen te kampen. Door zijne wes-
tersche opvattiug de meerdere ontwikkeling
en uitgebreider kennis, welke hij gaarne de
groote, machtige heeren uit de oumiddelijki
omgeving van den P ad isj ah en de hoog
staatsambtenaren doet gevoelen, heeft hij
zich de hofkringen en de Oud-Turken tot
vijanden gemaakt Hl
Als stok om den hond te slaan is nu
het eiland Thasos genomen dit eiland dat
onder Egyptisch beheer stond is door
Turksche 'soldaten bezet en daarop is een
heele reeks van kleinigheden gevolgd, totdat
nu de kliedive plotseling uit Kanstantinope'
is vertrokken, zijn vertegenwoordiger bij
den suzerein meenemend en daardoor de
officieele betrekkingen afbrekend.
Natuurlijk steunt de stoute man op En
gelaud. En Engeland doet ook al erg leelijk
tegen den goeden sultan.
stuk wekte edele gevoelens, om ook
in zijne daden en in 't openbaar leven een
eenvoudig actief en onverschrokken geloof
aan den dag te leggen.
Don Garcio Moreno speelde meesterlijk.
Ziju rol was lang niet gemakkelijk. Het
teedere gevoel van een vader en de kracht
van een onverschrokken geloofsheld kwamen
in hem zeer goed uit.
Gabriël zijn kind wist allernatuurlijkst
zijn rol op te voeren. Menig traantje rolde
ieder hoorder uit het van aandoening vochtig
oog ook bij den tweestrijd bij Moreno tus
schen deu vader en staatsman.
Ook Blanco eu Rayo deden hun vuig
en half karakter goed uitkomen.
De lafheid van hun kant doet de forsch-
lieid van den held stralen eu nog schooner
aan het licht komen.
Werkelijk die jonge tooneelclub heeft
het ver gebracht. Zijkan ons nog menigen
aangeuamen avond bezorgen. Dat zij vooral
zoo vooruitga met zich door onvermoeiden
ijver toe te leggen op fijne, kunstige uit
voering.
Het publiek, dat ten zeerste voldaan was,
is die tooneelclub der St. Paulusvereenigiug,
haar directeur en president, bepaald daarvoor
dank verschuldigd en tevens brengen wij
allen een woord van hulde.
Maandagavond werd dezelfde uitvoering
voor de leden van den Leo-Bond van
Waalwijk en Besoijen gegeven. Ook toen
geen plaats onbezet. We bemerkten toen
dc edelachtb. Heer Burgemeester van Be
soijen eu vele eereleden.
Weer hadden de spelers groot succes.
Beide dageu werden drie lichtbeelden ge-
geveu, die den eed van Rayo, den aanslag
op den president en zijn sterven te zien
gaven, prachtig gegroepeerd.
't Ware kunstvolle en aangename avonden;
der tooneelclub roepen wij toe: „vooruit, houdt
moed* 't gee.i bereikt werd, was reeds
zeer veel.
Tentoonstelling.
De voorbereidende werkzaamheden voor
de tentoonstelling zijn in vollen gang en
vcreischen begrijpelijkerwijze veel werk en
tijd.
De planhen, plattegrond, gebouwen, hout,
gevel enz. zijn reeds gemaakt en zieu er
grootsch en prachtig uit. Zij zijn thans te
zien voor belangstellenden in 't hotel Verwiel,
later zullen z^ meer worden verspreid.
De subsidi3-.)a"vrage aan de gemeente
zal spoedig worden ingezonden.
Het comité der tentoonstelling heeft zich
in verbinding gesteld met het bestuur der
afdecling „Laugstraat* der Noordbrabant-
sclie Mij. van Landbouw; de beraadslagin
gen ziju reeds zoover gevorderd, dat eene
commissie bestaande uit 't bestuur der
afdeeling en leden uit 't comité zullen samen
werken, om 't volgend jaar, gedurende de
tentoonstellingsdagen eene groote paarden-
en veetentoonstelling te organiseeren.
l)e voorbereidende teekenen ziju zeer
gunstig eu de steun van heinde en verre,
belooft een groot succes.
Loting.
Om in ons vorig nummer nog den uit
slag van de loting voor de nat. militie te
kunnen meededen, moest alles met hoogst be
kwamen spoed geschieden. Door eene of andere
omstandigheid nu zijn er in den trekkings-
lijst, een paar vergissingen ingeslopen, In
Waalwijk staat24 Keihpen van A. G.
24 Werff van A. C., dit laatste moet zijn
29.
In Besoijen is weggelaten no. 12. Van
Bavel.
De dag der loting is hier uitstekend
voorbijgegaan. Zonder dat hier, als op
sommige plaatsen de herbergen gesloten
waren, bleven ons dronkemanstooneelen,
luidruchtigheden, vechtpartijen of i d. geheel
en al bespaard. De loting begon ten half
tien en ter. half twaalf was alles afgeloopen
en alles wederom gewoon.
Het doet ons genoegen zulks te kunnen
constateeren, want de lotingsdag gaf vroeger
geregeld aanleiding tot ergerlijke tooneelen.
Een woord van lof daarvoor op de eerste
plaats aan de lotelingen zelf en dan zeer
zeker aan de St. Paulusvereenigiug, die
alles in 't werk stelde oin het drankmisbruik-
op dezen dag zooveel mogelijk tegen te
gaan. Des morgens door haar lokaal voor
alle lotelingen, ouders, enz. open te stellen,
den geheelen dag door een flink biljard-
concours, waaraan druk werd deelgenomen
en des avonds door een repetiiie van
prachtig tooneelstuk, „Don Garcio Moreno.*
De St. Paulusvereenigiug heeft een uit
stekend werk gedaan en succes gehad.
Mystcricusc séance.
Gisterenavond ten 81/9 uur gaven de heer
Chambly- eu Mile Marguerite Chambly-
Kardec dc aangekondigde groote mysterieuse
séance. De zaal was goed bezet.
Veel is op dit gebied ook in onze ge
meente vertoond, maar het optreden van
den heer Chambly gisterenavond was een
voortdurend succes en de uitstekende naain
die hij zich op dit gebied heeft verworven,
is niet overdreven. Wat gegeven werd
was zeer goed, hij was wat men terecht u'oeiut
een toovenaar jjvooral de nummers „Flora in
de salon*," de magische rekenkunst, de oriën-
taalsche wonderduiven en vooral de spiri
tistische experimenten muntten uit. Het
zou ons te ver voeren deze voorstelling
geheel in bijzonderheden te bespreken zeker
is 't dat alle tegenwoordigen ten zeerste
waren voldaan, met bewondering voor de
kunst van den heer Chambly, die iu dit
eigenaardig vak zeker een groote specialiteit
mag genoemd worden.
Politiezaken.
Zaterdagmiddag werd iemand uit Breda,
die zijn vrouw verlaten had, hier iu
dronkenschap rond liep en van verschillende
zaken verdacht weid, door de maréchaussée
alhier aangehouden en naar 's-Bosch over
gebracht.
Op den dag der loting te Kaatsheuvel
waren alle café's gesloten, toch heeft de
maréchaussée vooral buitenaf verschillende
proces-verbaals wegens dronkenschap en
luidruchtigheid moeten opmaken.
Ongeval
Van den heer K. te Baardwijk, viel het
paard, gespannen voor een wagen met schors,
dood neer.
Tram.
De tramrails zullen waarschijnlijk nog
deze week door de straat heen komen voor
de passage zal het eeo groot gemak ziju,
als de werkzaamheden afgeloopen zijn, hoe
wel natuurlijk alles wordt gedaan, om den
onverinijdelijken last zoo gering mogelijk te
makeu.
Baldadigheid.
Toen zekere J. B. in 't naburige Els-
hout, des/morgens zijn paard'uit de weide
haalde, vond hij 't dier liggen met een
groot gat in zijn poot. Men denkt aau
baldadigheid.
Provinciale Staten Noorbrabant.
Dinsdag 4 November zal de najaarszitting
van de Provinciale Staten van Noordbra-
geopend wordeu. In die zitting zal een
ontwerp-besluit tot wijziging van het regle
ment van politie op het gebruik der open
bare wegeu worden ingediend, nader regelen
de het verkeer met motorrijtuigen in die
provincie. Het indienen van dit besluit
"sschiedt naar aanleiding van het verzoek
van verschillende gemeentebesturen om te
verbieden het berijden van dijken met
motorrijtuigen. Ged. Staten gaan nu verder
en wenschen de bevoegdheid te verkrijgen
om alle wegen, die aau bepaalde eischent
niet voldoen, voor het verkeer met mottor-
rijtuigen ongeschikt te verklaren. Hun doe
is daarbij echter niet om meer dan uit het
oogpunt van gevaar noodzake.ijk is, een
te belemmeren, dat naar
van
vervoermiddel