ZUID-AFRIKA. BUITENLAND. Engeland. Duitschland. BINNENLAND. Turkijë. Volkenrecht. een ruimere bemestingin elk geval zorgt men, dat de bodem kalirijk is. Prof. De Louter verheft in het Utr. Dagblad zijn stein tegen de opvatting over Volkenrecht, neergelegd in de brochure van den luit.-generaal Den Beer Poortugael, onlangs uitgegeven om een einde te maken aan de vreesaanjagende voorspellingen be treffende onze Indische koloniën en de opwekking tot het zoeken van steun bij machtige naburen. Prof De Louter wil nu die brochure niet ontleden of weerspreken, doch alleen erop wijzen; dat de opvatting omtrent Volken recht van den luit.-generaal op een groot misverstand berust. De generaal beweert nl. dat de Zuidafrikaansche oorlog mets met volkenrecht te maken heeft. Volgens prof. De Louter is die opvatting in twceledigeu zin onjuist. Hij onderscheidt tweeërlei volkenrecht het zoogenaamde wijsgeerige volkenrecht, „gegrondvest en ontvouwd door Hugo De Groot-». Het was een wordend, geen positief recht. Hij zegt dan In dezen zin is er ook een oorlogsrecht, dat wel degelijk oordeelt over het recht vaardige of onrechtvaardige van een oorlog zijn oorsprong en zijn doel. Uit dit oogpunt is cr in de laatst verloopen eeuw geen on rechtvaardiger krijg gevoerd dan die van Groot-Brittannië tegen de Zuidafrikaansche republieken. De schrijver gaat dan de tweede opvat ting van volkenrecht na, „zooals dit door de gewoonte en verdragen langzamerhand wordt opgebouwd en verbindend geaclit voor beschaafde volken-». Eenige regels verder zegt hij dan Docli ook van dit standpunt heeft de Zuidatrikaansche oorlog de schandelijkste verkrachting van het krijgsrecht vertoond, waarvan do 19de eeuw ooit getuige was. Het valt niet moeielijk dit aan te toonen, doch ik mag daartoe geen misbruik maken van de gastvrijheid van een dagblad. Welnu, hetzij uien het volkenrecht opvat te in den eerst.genoemden zin, waarin liet zoowel tot den denker als tot den leek spreekt, hetzij in den tweeden, waarin het niet anders is dan de jongste nog onvol wassen telg der rechtswetenschap, welke zelfs bij juristen slechts op een matige en min of meer hooghartige belangstelling mag rekenen in beide opzichten durf ik op nieuw beweren, dat de Zuidafrikaansche oorlog een slag in het aangezicht is geweest van liet volkenrecht iu welken zin ook dat het vertrouwen daarop diep geschokt, zoo niet onherstelbaar ondermijnd is dat het volkenrecht in de oogen van deskundigen zoowel als van onkundigen is gebleken niet meer waard te zijn dan het filigraan-werk, waarmede een Frederik de Ciroote P/s eeuw geleden het stevigst deel daarvan het tractaten-recht treffend vergeleek. Professor De Louter wijdt het verdere gedeelte van ziju artikel aan het uitspreken vau den weusch, dat wij toch liet als een volksplicht en een volkstaak mogen leeren beschouwen ons zoo weerbaar mogelijk te maken. De intocht van koning Edward van Engeland in de Londenseüe City. Zaterdag heeft koning Edward, vergezeld van zijn gemalin, geSscorteerd door een schitterenden stoet van hooggeplaatste per sonen en met veel militair vertoon eindelijk zijn intocht gehouden in den Loodei^che City. welke gebeurtelijkheid in Juni 1.1. tege lijk' met de kroningsplechtigheid als gevolg van 's konings plotselinge en ernstige ziekte werd uitgesteld, terwijl zij in Augustus, toen de kroning wel weid uitgevoerd, achte. wege moest blijven, omdat de doktoren den koning toen nog niet in staat achtten, aan zulk i en vermoeienden tocht het hoofd te bieden. Tengevolge van dit tot tweemaal toe her- luald uitstel was de geestdrift ditmaal niet zoo groot, als zij in Juni of Augustus zou zijn geweest en bovendien was de weg, waar langs de stoet trok, zoo lang, dat bijna nervens de menigte dicht op elkaar gepakt stond. Ree<-s ont 8 uur in den morgen begonnen 30.000 man troepen de straten af te zetten waarbij de met zand bestrooide midden— wegen vrijgehouden werden voor den stoet. Heel indrukwekkend was de versieriug Diet, bijna overal bepaalde zij zich tot papieren slingers en bloemen en wat herfstloof. In de City zelf bracht eenige afwisseling de opstelling vau de sedert het uitstel der kroning zorgvuldig ingepakt gebleven acht gouden leeuwen, die op hun achterste poo ten staan, zoodat zij er, toen de stoet voor bijreed, uitzagen, of zij groote honden waren, die opzaten. Am den ingang der City, waar de koning door tien lord mayor zou worden ontvangen, was em soort baldakijn opgericht, waarop lange wimpels, die van Mansion House wap- perd-, afhingen. Overal zag men de letters E. R (Edward Rex). Eïm salvo van 41 kanonschoten verkon— die-.! g'-ie eindelijk, dat de stoet Buckingham Palace had verlaten en op weg gegaan was naar de City. Het galarijtuig, waarin de kooi' Z eD de koningin zaten, werd getrok ken, ,door de bij officieele plechtigheden aan het ili i:sclic hof onvermijdelijke acht room kleurige, Hannoversche paarden. Koning Edw-td was gekleed in de groot—tenue- uniform van veldmaarschalk, terwijl de ko ningin een crérae kleurig kleed droeg, met goud omzoomd, een toque in dezelfde kleur en een mauve-kleurigen, met bont gevoe; den mantel. Achter het koninklijk rijtuig kwamen te naard de prins van Wales en de overige koninklijke prinsen, alsmede lord Roberts als opperbevelhebber van het Britsche leger. Onder de troepen, die in den stoet mede liepen trok voornamelijk de aandacht het groot aantal piepjonge soldaten. Vooral onder de cavalaristen bevonden er zich velen, die den jongensschoeuen nog niet ontwassen waren. Het allereerst hield de stoet stil voor de tribune voor dc National Gallery, waar de Lo-idensche GraaLchapsraad den souverein afwachtte. 's Konings binnenrijden in de City werd aangekondigd door 61 kanonschoten. Achter den' stoet sloten zich hier aan de rijtuigen, waai in de leden van de City Corporation hadden plaats genomen. In Guild-Hall, het stadhuis der City, was inmiddels een lunch voor 1800 personen aangericht, waaraan ook het koninklijk paar zou deelnemen. De echtgenoote vao den lord-mayor nam hier de honneurs waar voor het aankomen van den stoet. Aile ministers warén aanwezig in het bijzonder Chamberlain werd, toen hij aankwam, door de memgie warm toegejuicht. De groote zaal van Guild Hail was met buiteagewone pracht versierd. Even over écnen traden de kouing en de koningin met hun gevolg de bibliotheek binnen. Zij namen plaats op een voor hen opgerichte es'rade en daarop las de lordtmyor een adres van welkom voor. Onder kleSterbuicn werd de plechtige intocht gisteren besloten met een dankdienst voor het herstel des konings, ir. St. Paul's kerk. Een talrijke menigte, onder wie alle hoogwaardigheidsbekleders, woonden dien dienst bij. Ondanks deu regen verzamelden zich velen langs den weg, om den koning en de koningin toe te juichen, die in een kleingalarijtuig, dat gedeeltelijk was openge slagen, langs de Thames Embankment en Ludgate Hill naar St. Pauls kerk reden. Achter hen reden de prins van Wales, de hertog van Connaught en andere leden van het vorstelijk htiis. t De kerk was geheel gevuld. Men zag la van uniformen van land en zeemacht. Van het westelijke portaal tot de trappen van het altaar stonden de gienadiers en de artillerie in een rij geschaard. De vorstelijke personen werden aan den ingang ontvangen door een processie van koorknapen en geestelijken, gevolgd door burgerlijke waardight idsbckleeders. welke stoet hen geleidde naar de op troonzetels gelijkende armstoelen bij het hek vau het altaar. Met medewerking van de militaire muziek eu de groote orgels had een dienst plaats, samengesteld uit gezangen en psalmen voor deze gelegenheid geschikt. Het geheel maak te diepen indruk. Na afloop van den dienst werden de hoogc bezoekers met hetzelfde ceremonieel als bij de ontvangst naar de tijtuigen geleid. De menigte juichte hen geestdriftig toe. Iu den loop dezer week is men in Engeland onaangenaam opgeschrikt do.o- telegrammen en brieven uit Somaliland meldende een reeks gevoelige nederlagen, welke de Britsche expeditie onder aanvoe ring van kolonel Swayue door den zooge- uaamden Gekken Mullah zijn toegebracht. Jarenlang zijn de Engelscheu reeds bezig dit geduchte Mohammedaansch, half—we reldlijk, half—geestelijk opperhoofd, te be oorlogen. Met zijn ruwe en fanatieke strij ders weet hij zich in het onherbergzame land aan de Zuidkust van de Golf van Aden aan onderwerping te onttrekken. In den loop vau hel vorig jaar sloot Engeland een verbond met negus Menelik van Abesstoie om te trachten den Mullah er onder te krijgen. Een Britsche expeditie trok van de kust op, terwijl de Abessiniörs van hun land uit zouden ageeren. Waarom dit plan niet gelukt is, of het opgegeven werd is nooit gebleken. Dat het niet slaagde, komt voldoende aan het licht door de ^omstandigheid, dat de Eugelschen dit jaar een nieuwe expeditie uitrustten en dit maal geheel op eigen houtje. Wel werd een overeenkomst gesloten met Italië, welker be zittingen aan Somaliland grenzen, teu doel hebbende, den Britschcn troepeu de gelegen heid te verzekeren, den Mullah, zoo noodig ook op Italiaansch gebied, te bestoken. Dezen zomer rukte de expeditie uit en utt al wat men er tot dusver van hoorde, bleek, dat zij met groote moeilijkheden te strijden had eu al zeer weinig voortgang maakte. Het Britsche prestige heeft nu, door de jongste nederlageu, in Somaliland een ge voeligen knak gekregen. Een grootere ex peditie zal dienen te worden uitgeiust, want nu, minder dan ooit mag Groot— Britanie wijken. Hadji Mohammad Abdoellah zoo heet de Gekke Mullah eigenlijk behoort tot den stam van Solaiman Ogaden eu woonde vroeger te Kob Fardod, een dorp, 170 mij len landwaarts van het Britsche haven plaatsje Berbera, aan de Golf van Adeu, gelegen. Hij is nog jong, heeft een donkere huidskleur, is lang en mager en draagt een kleine sik. Tusschen de jaren 1896 en 1899 vol bracht Mohammad Abdoellah verschillende bedevaarten naar Mekka, waar hij zich aansloot bij de Moslimsche sekte van Mo hammad' Saleb, die hem tot zijn vertegen woordiger in Somaliland beuoemde. Die sekte is één dei geheime genoot schappen, welke haar vertakkingen over de geheele Moslimsche wereld verspreiden de leden zwcreu, niets omtrent hun Mullah aan het licht te zullen brengen. Zij werd tegen 1887 iD Berbera overgeplant en haar oorspronkelijke bedoeling was te prediken 1. Grooter regelmatigheid in de uren van het gebed 2. meer aandacht te scheuken aan godsdienstzaken; 3. verbod van „Ka'.", Kat" is een blad, dat door Arabieren en Somali's gepruimd wordt en benevelende eigenschappen bezit. Toen zijn sekte wies, begon ook 'smans waanzin. Hij begon op te geven van zijn bovennatuuilijke eigenschappen. Zoo be weerde hij te kunnen hooren wat, op 200 mijlen afstands gezegd werd en kogels ia water te kunnen veranderen. Zijn volgelingen noemden zich derwischcn en de andere lieden van den stam scholden zijn voor kaiïirs (ongeloovigen) uit. Dit laatste zette kwaad bloed eu de Mul lah, die het noodig oordeelde, zijn volge lingen te steunen, begon gelden te hefleo onder de stammen, zeggende, dat dit dienen moest, om de zaak van den godsdienst te bevorderen. Wie zich verzette, werd ge dood. De Mullah wist wapenen te krijgen, die in kustplaatsen werden binnengesmokkeld en de mannen van den Mullah waren weldra in staat, de gewone inlanders, die enkel met speren gewapend zijn, terroriseeren. In Juli 1899 heette het, dot de Mullah geheel en al het hoofd kwijt was. Toen kreeg hij den bijnaam van den „Gekke*. In September 1900 toonde hij zijn „krankzinnigheid" in de gruwelen, welke hij bedreef na zijn over winning op den stam Habr Awat. Hij wie p toen kinderen in brandende huieen en sneed vrouwen de borsten af. Uit den godsdien— stigen hervormer was langzamerhand een bloedig roover en tiran gegroeid. De staramen uit de buurt van Berbera liepen de hulp in van de Britsche overheid en deze eischte van den Mullah, dat hij met ziju raids zou ophouden. Er kwam een trotsch en onbeschaamd antwoord. Toen besloten de Britten hem onschadelijk te maken. Maar dezen hebben zich blijkbaar geen begrip gemaakt van de groote moeilijkheden, welke die taak zou opleveren. Sedert 1899 toch hebben voort durend kleiue expedities plaats, die meer of mioder ver in het steenachtige, waterlooze land doordringen, den Mullah een eiods— weeg aehtemajagen, hem eenig vee ont nemen eu dan weder terugkeereu om iu het volgend seizoen een nieuwe poging te wagen. Onderlusschen neemt de macht van den Mullah gaandeweg toe. In December dezes vorigen jaars beschikte hij over circa 15.000 man, van wie velen met gaveren waren ge wapend. De Mullah is steeds omringd door een met vergiftigde pijlen gewapende lijfwacht. Naar het heet, wordt den Mullah hulp vereend door zekeren Karl ofSalomou Inger een Hongaar van afkomst, die, na een korte poos in het Hougaarsche leger te hebben gediend, naar Noo-"d Amerika is gegaau en daar avontuurlijk leven heeft geleid. Hij moet reeds onder den Mahdi hebben ge diend en zich later bij Osman Digma te Otndurraan hebben aangesloten. In 1897 intrig;erde hij bij den sultan tegeu Engeland eu trachtte ook door bemiddeling van Henri van Orleans bij de Fransche regeering aan te driugen op het uitroepen van een protectoraat over Soedan. Toen dit mislukte, trachtte hij een Hou gaarsche kolonie in Somalilaud te stichten. Een schip bracht emigranten uit Hongarije naar de Somahkust tn Inger nam den titel van emir Soleiman aan. De kolonisatie mislukte echter. Na tal van avonturen en omzwervingen door Afrika en Europa schijnt Inger echter weder iu Somaliland te zijn aangekomen, waar hij »blauke adviseu-." van den Gekken Mullah is geworden. Hadji Soedi, de voornaamste luitenant van den Mullah, is een gewezen tolk bij de Britsche marine. De Deensche kroonpiins kwam om kwart voor vijven aan het Wildpark station aan. Hij werd verwelkomd door den Keizer die de uuiform der gardehuzaren droeg met het lint der orde van deu Olifant door de prinsen en de hoogst geplaatste officieren. Er was ock een eere-compagnie van het le garderegiment aanwezig. De Keizer en de Deensche kroonprins (deze droeg de uniform van zijn huzarenregement no. 14 en het ordeieeken tan den Zwarten Adelaar), be groetten elkaar zeer hartelijk, eu begaven zich na de eerewacht geïnspecteerd te heb ben'terwijl het Deensche volkslied gespeeld werd, naar het nieuwe paleis. De Wit gaat nu zeker naar Afrika terug. Nu, daar is ook nog werk voor hem. Want de Zuid-Afrikaansche qutenie is door den oorlog niet opgelost. En wie er ook heen gaat Chamberlain, 't Klinkt ongelooflijk, maar officieel wordt gemeld, dal minister Chamberlain in de laatste heltt van November naar Zuid Afrika zal gaan om zich op de hoogte te stellen van de problemen, gerezen door het beëin digen van den oorlog en de zaken van de nieuwe koloniën te regelen. Hij hoopt te kunnen spreken met vertegenwoordigers van alle betrokken belangen en hun inzichten te vernemen omtrent de tc volgen staatkunde. De minister zal de Kaapkolonie,- Natal de Oranje—kolonie en Transvaal bezoeken en is voornemens in het begin van Maart terug te keeren. Reuter verneemt dat het plan van het bezoek door den Koning en deu eeiste- miuistér ten volle wordt goedgekeurd en hartelijk ontvangen is door lord Milner. De bladen keuren de reis van Chamberlain zeer goed. WAALWIJK, 29 October 1902. liet Kamerlid Mutsaers. Het D. v. N. meldt in zijn nummer van gisteren als volgt Men schrijft ons uit Waalwijk Als beslist zeker kan nu gemeld worden, dat de heer Mutsaers als lid der Tweede Kamer van de Staten-Generaal zal bedanken. De hoofd mannen in dit district confereeren reeds om tot eenstemmigheid te komen iu de keuze van een candidaat, wat niet gemak kelijk schijnt te zijn. Reeds eenmaal hebben we de loopende eruchten uit officieele bron tegengesproken. Thans zijn wij nogmaals van officieele zijde in staat gesteld, naar aanleiding van bovenstaand bericht, te melden, dat alle eruchten over een op handen zijnd aftreden van ons kamerlid, den lieer Mutsaers pure verzinsels zijn, die verder geen tegen- praak meer waardig zullen worden gekeurd. St. Puulusverceniging. Zondagavond had de aangekondigde uit voering der tooneelclub der St. Paul us— vereeniging „Onderling Kunstgenot* plaats. Opgevoerd werd, het bekende drama „Don Garcio Moreno*. De zaal was geheel bezet, onder de vreem delingen o.ui. bemerkten we den Edelachtb. lieer Burgemeester van Baardwijk en de president der St. Paulusvereenigiug uit die gemeente. 't Stuk op zich zelf is vol aktie en heerlijke strekking; het werkdidig geloof van een groot regeerder, Don Garcio Moreno had zijn land Ecuador aan het Goddelijk Hart toegewijd. Hij viel bij de opening dei- Kamers, toen hij de herkiezing lot President lannim, door een aanslag van de vrijmetse- arij. Het verhevene Porte heeft alweer gehad, een leelijke kras te in liet oude en toch al zoo verguldsel van de vroegere Die arme het ongeluk zieu maken gehavende H^HIHH Het is thans de Khedive, de onderko ning van Egypte, die het hoett gedaan. Dit jaar 'is Abbas-pacha nog tweemaal, bij het gaan en terugkomen, zijn suzerein komen begroeten maar, was hij over de ontvangst bij zijn eerste bezoek in de eerste dagen van Juli al niet bijster tevreden, hij is ten hoogste verontwaardigd over de ver onachtzaming en de krenkende wijze, waarop hij tijdens zijn tweede verblijf door door den Sultan, de regceringsorgaueu en het hot is behandeld. Hl Eigenlijk is het al sedert een maand of zes weer alles behalve koek en ei tusschen den Sultan en den Khedive. Abbas-pasje en zijne gemalin hebben tegen velerlei kuiperijen te kampen. Door zijne wes- tersche opvattiug de meerdere ontwikkeling en uitgebreider kennis, welke hij gaarne de groote, machtige heeren uit de oumiddelijki omgeving van den P ad isj ah en de hoog staatsambtenaren doet gevoelen, heeft hij zich de hofkringen en de Oud-Turken tot vijanden gemaakt Hl Als stok om den hond te slaan is nu het eiland Thasos genomen dit eiland dat onder Egyptisch beheer stond is door Turksche 'soldaten bezet en daarop is een heele reeks van kleinigheden gevolgd, totdat nu de kliedive plotseling uit Kanstantinope' is vertrokken, zijn vertegenwoordiger bij den suzerein meenemend en daardoor de officieele betrekkingen afbrekend. Natuurlijk steunt de stoute man op En gelaud. En Engeland doet ook al erg leelijk tegen den goeden sultan. stuk wekte edele gevoelens, om ook in zijne daden en in 't openbaar leven een eenvoudig actief en onverschrokken geloof aan den dag te leggen. Don Garcio Moreno speelde meesterlijk. Ziju rol was lang niet gemakkelijk. Het teedere gevoel van een vader en de kracht van een onverschrokken geloofsheld kwamen in hem zeer goed uit. Gabriël zijn kind wist allernatuurlijkst zijn rol op te voeren. Menig traantje rolde ieder hoorder uit het van aandoening vochtig oog ook bij den tweestrijd bij Moreno tus schen deu vader en staatsman. Ook Blanco eu Rayo deden hun vuig en half karakter goed uitkomen. De lafheid van hun kant doet de forsch- lieid van den held stralen eu nog schooner aan het licht komen. Werkelijk die jonge tooneelclub heeft het ver gebracht. Zijkan ons nog menigen aangeuamen avond bezorgen. Dat zij vooral zoo vooruitga met zich door onvermoeiden ijver toe te leggen op fijne, kunstige uit voering. Het publiek, dat ten zeerste voldaan was, is die tooneelclub der St. Paulusvereenigiug, haar directeur en president, bepaald daarvoor dank verschuldigd en tevens brengen wij allen een woord van hulde. Maandagavond werd dezelfde uitvoering voor de leden van den Leo-Bond van Waalwijk en Besoijen gegeven. Ook toen geen plaats onbezet. We bemerkten toen dc edelachtb. Heer Burgemeester van Be soijen eu vele eereleden. Weer hadden de spelers groot succes. Beide dageu werden drie lichtbeelden ge- geveu, die den eed van Rayo, den aanslag op den president en zijn sterven te zien gaven, prachtig gegroepeerd. 't Ware kunstvolle en aangename avonden; der tooneelclub roepen wij toe: „vooruit, houdt moed* 't gee.i bereikt werd, was reeds zeer veel. Tentoonstelling. De voorbereidende werkzaamheden voor de tentoonstelling zijn in vollen gang en vcreischen begrijpelijkerwijze veel werk en tijd. De planhen, plattegrond, gebouwen, hout, gevel enz. zijn reeds gemaakt en zieu er grootsch en prachtig uit. Zij zijn thans te zien voor belangstellenden in 't hotel Verwiel, later zullen z^ meer worden verspreid. De subsidi3-.)a"vrage aan de gemeente zal spoedig worden ingezonden. Het comité der tentoonstelling heeft zich in verbinding gesteld met het bestuur der afdecling „Laugstraat* der Noordbrabant- sclie Mij. van Landbouw; de beraadslagin gen ziju reeds zoover gevorderd, dat eene commissie bestaande uit 't bestuur der afdeeling en leden uit 't comité zullen samen werken, om 't volgend jaar, gedurende de tentoonstellingsdagen eene groote paarden- en veetentoonstelling te organiseeren. l)e voorbereidende teekenen ziju zeer gunstig eu de steun van heinde en verre, belooft een groot succes. Loting. Om in ons vorig nummer nog den uit slag van de loting voor de nat. militie te kunnen meededen, moest alles met hoogst be kwamen spoed geschieden. Door eene of andere omstandigheid nu zijn er in den trekkings- lijst, een paar vergissingen ingeslopen, In Waalwijk staat24 Keihpen van A. G. 24 Werff van A. C., dit laatste moet zijn 29. In Besoijen is weggelaten no. 12. Van Bavel. De dag der loting is hier uitstekend voorbijgegaan. Zonder dat hier, als op sommige plaatsen de herbergen gesloten waren, bleven ons dronkemanstooneelen, luidruchtigheden, vechtpartijen of i d. geheel en al bespaard. De loting begon ten half tien en ter. half twaalf was alles afgeloopen en alles wederom gewoon. Het doet ons genoegen zulks te kunnen constateeren, want de lotingsdag gaf vroeger geregeld aanleiding tot ergerlijke tooneelen. Een woord van lof daarvoor op de eerste plaats aan de lotelingen zelf en dan zeer zeker aan de St. Paulusvereenigiug, die alles in 't werk stelde oin het drankmisbruik- op dezen dag zooveel mogelijk tegen te gaan. Des morgens door haar lokaal voor alle lotelingen, ouders, enz. open te stellen, den geheelen dag door een flink biljard- concours, waaraan druk werd deelgenomen en des avonds door een repetiiie van prachtig tooneelstuk, „Don Garcio Moreno.* De St. Paulusvereenigiug heeft een uit stekend werk gedaan en succes gehad. Mystcricusc séance. Gisterenavond ten 81/9 uur gaven de heer Chambly- eu Mile Marguerite Chambly- Kardec dc aangekondigde groote mysterieuse séance. De zaal was goed bezet. Veel is op dit gebied ook in onze ge meente vertoond, maar het optreden van den heer Chambly gisterenavond was een voortdurend succes en de uitstekende naain die hij zich op dit gebied heeft verworven, is niet overdreven. Wat gegeven werd was zeer goed, hij was wat men terecht u'oeiut een toovenaar jjvooral de nummers „Flora in de salon*," de magische rekenkunst, de oriën- taalsche wonderduiven en vooral de spiri tistische experimenten muntten uit. Het zou ons te ver voeren deze voorstelling geheel in bijzonderheden te bespreken zeker is 't dat alle tegenwoordigen ten zeerste waren voldaan, met bewondering voor de kunst van den heer Chambly, die iu dit eigenaardig vak zeker een groote specialiteit mag genoemd worden. Politiezaken. Zaterdagmiddag werd iemand uit Breda, die zijn vrouw verlaten had, hier iu dronkenschap rond liep en van verschillende zaken verdacht weid, door de maréchaussée alhier aangehouden en naar 's-Bosch over gebracht. Op den dag der loting te Kaatsheuvel waren alle café's gesloten, toch heeft de maréchaussée vooral buitenaf verschillende proces-verbaals wegens dronkenschap en luidruchtigheid moeten opmaken. Ongeval Van den heer K. te Baardwijk, viel het paard, gespannen voor een wagen met schors, dood neer. Tram. De tramrails zullen waarschijnlijk nog deze week door de straat heen komen voor de passage zal het eeo groot gemak ziju, als de werkzaamheden afgeloopen zijn, hoe wel natuurlijk alles wordt gedaan, om den onverinijdelijken last zoo gering mogelijk te makeu. Baldadigheid. Toen zekere J. B. in 't naburige Els- hout, des/morgens zijn paard'uit de weide haalde, vond hij 't dier liggen met een groot gat in zijn poot. Men denkt aau baldadigheid. Provinciale Staten Noorbrabant. Dinsdag 4 November zal de najaarszitting van de Provinciale Staten van Noordbra- geopend wordeu. In die zitting zal een ontwerp-besluit tot wijziging van het regle ment van politie op het gebruik der open bare wegeu worden ingediend, nader regelen de het verkeer met motorrijtuigen in die provincie. Het indienen van dit besluit "sschiedt naar aanleiding van het verzoek van verschillende gemeentebesturen om te verbieden het berijden van dijken met motorrijtuigen. Ged. Staten gaan nu verder en wenschen de bevoegdheid te verkrijgen om alle wegen, die aau bepaalde eischent niet voldoen, voor het verkeer met mottor- rijtuigen ongeschikt te verklaren. Hun doe is daarbij echter niet om meer dan uit het oogpunt van gevaar noodzake.ijk is, een te belemmeren, dat naar van vervoermiddel

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1902 | | pagina 2